Optie 3 : welkome en veel gebruikte methode voor grondslagen in enkelvoudige jaarrekening



Vergelijkbare documenten
gemeenschappelijke leiding is

Wettelijke reserves nader bekeken

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013

IFRS: vanaf 2013 weer volop

Toepassen nieuwe IFRSconsolidatieregels. gestructureerde aanpak

Heeft IFRS 13 Fair value measurement toegevoegde waarde?

Publicatieblad van de Europese Unie L 95/9

Nieuwe consolidatiestandaard geeft handvatten voor complexe praktijksituaties

Vrijstelling van tussenconsolidatie: een paar praktische issues

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 44, lid 2, onder g),

Eén nieuwe Europese Accounting Directive voor Boek 2 Titel 9

D044554/01 BIJLAGE. Beleggingsentiteiten: toepassing van de uitzondering op de consolidatie. (Wijzigingen in IFRS 10, IFRS 12 en IAS 28)

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

Sytse Duiverman 12 februari 2019

IFRS 11 Joint arrangements : meer dan het schrappen van een keuze

KAPITAALBELANGEN EN CONSOLIDATIE

Vraag 2 (6 punten) Bereken de goodwill die Margriet heeft betaald bij de verwerving van de deelneming in Dora op 1 januari 2015.

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.

(Voor de EER relevante tekst)

Nieuwe Richtlijn vastgoedwaardering is complex

Opgave 1 (20 punten) Pagina 1 van 5

Spotlight Vaktechnisch bulletin van PwC Accountants Jaargang uitgave 4

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Spotlight. Vaktechnisch bulletin van PwC Accountants. Jaargang uitgave 4

OMZET Nederland Duitsland

Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

RJ-Uiting : Gevolgen van aanpassingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006

Het kasstroomoverzicht minder objectief dan gedacht

Revenue recognition: praktische implicaties

Dag accountantsverklaring, hallo controleverklaring

Herziene regels voor bedrijfscombinaties

Kasstroom uit investeringsactiviteiten 880

Eneco, verbinding en innovatie

9 Toelichting op de enkelvoudige winst- en verliesrekening en balans (voor winstbestemming)

op verslaggeving instellingen in langdurige zorg

De nieuwe IFRS leasestandaard: stevige wijn of water?

Financiële definities

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Fusies en overnames

Innovatie in de jaarrekening

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s RJ 122 Prijsgrondslagen voor vreemde valuta

Toepassing IFRS door vastgoedbeleggers

Dit examen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven. Controleer of alle documenten aanwezig zijn.

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde

CTOUCH Holding B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

Waarderingsmethoden voor deelnemingen in de jaarrekening

Examen EV AA 18 januari 2017 Uitwerking en puntenverdeling. Opgave 1 (33 punten)

RJ-Uiting : Handreiking bij de toepassing van fiscale grondslagen door kleine rechtspersonen

Financieel verslag 2015

Ten geleide bij editie RJk-bundel

Geconsolideerde jaarrekening

Financiële verslaggeving in beweging. Programma

Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft. bepalingen die strijdig zijn. met EG-richtlijn G.-P. den Hollander RA

Externe Verslaggeving II

: Commentaar op nieuwe concept EU-jaarrekeningrichtlijn

Interim Jaarrekening 2016

Schiphol Nederland B.V Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

8 Proportioneel geconsolideerde deelnemingen

Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 uitwerkingen

LANDELIJK EXAMEN EXTERNE VERSLAGGEVING. Samenstellers : Redactiecommissie Externe verslaggeving Datum : 18 januari

RJ-Uiting Gevolgen van wijziging Titel 9 en het Besluit actuele waarde voor kleine rechtspersonen

7 Aansluitingsoverzicht van de eerste toepassing van IFRS

RJ-Uiting : Handreikingen bij de toepassing van fiscale grondslagen door microrechtspersonen of kleine rechtspersonen

Vergelijking IFRS voor nietbeursgenoteerde. ondernemingen (IFRS for Small and Medium-sized Entities) met Nederlandse wet- en regelgeving

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Financiële staten. a) IAS 1, Presentatie van de jaarrekening

Schiphol Nederland BV Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg CA AMSTERDAM. Publicatiebalans 2014

Jaarverslag Houdstermaatschappij Zuid-Holland B.V. (HZH) 2017

Huidige marktomstandigheden hebben impact op hedge accounting

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg 5-Z 1101 CA AMSTERDAM. Publicatiebalans 2015

LANDELIJK EXAMEN EXTERNE VERSLAGGEVING. Samenstellers : Redactiecommissie Externe verslaggeving Datum : 13 januari

Felloo Beheer B.V. Jaarrekening Azelosestraat 23 Postbus AA Borne

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro)

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de publicatiebalans 2018

3 Deelnemingen in de enkelvoudige jaarrekening en de administratie daarvan

5 Integrale consolidatie van 100%-deelnemingen

33.3 TOELICHTING BIJ DE ENKELVOUDIGE WINST- EN VERLIESREKENING EN BALANS 33.4 GRONDSLAGEN VOOR HET OPSTELLEN VAN DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING

Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling.

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/15 Transacties onder gemeenschappelijke leiding (Common control transactions)

Specialisterren Foundation Kobaltweg CE Utrecht. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Belangrijke wijzigingen in de jaarverslaggeving

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken juni 2015

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Om goodwill te kunnen toetsen aan een eventuele bijzondere waardevermindering

Het wettelijke kader in Nederland

3 Deelnemingen in de enkelvoudige jaarrekening en de administratie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Huisartsen Gebruikersco'dperatie OmniHis B.A. Tilburgseweg AE Goirle. Publicatierapport 2013

RJ-Uiting : Richtlijn Microrechtspersonen

Inhoud hoofdstuk 19. Jaarverslaggeving. Inhoud hoofdstuk 19 (2) Oorzaken verschillen belastinglast en verschuldigde belasting

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro)

Financieel verslag 2014

Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 150 Foutherstel

Sectie H: Materiële vaste activa in aanbouw

8 Proportioneel geconsolideerde deelnemingen

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering)

Transcriptie:

Optie 3 : welkome en veel gebruikte methode voor grondslagen in enkelvoudige Beursgenoteerde ondernemingen stellen volgens IFRS een geconsolideerde op. Daarnaast is ook een enkelvoudige verplicht. Vaak wordt geroepen dat Optie 3 daarbij wordt gehanteerd. Maar velen weten niet wat hiermee wordt bedoeld of hoe die wordt toegepast. Maarten Hartman - vaktechnisch bureau (National Office), Assurance 1. Een stukje geschiedenis Onder Dutch GAAP waren resultaat en eigen vermogen in de enkelvoudige gelijk aan resultaat en vermogen in de geconsolideerde Vanaf 2005 zijn beursgenoteerde ondernemingen verplicht om IFRS toe te passen in de geconsolideerde. Ondernemingen en gebruikers van de waren er tot 2005 onder Dutch GAAP aan gewend dat in de enkelvoudige het resultaat en het eigen vermogen gelijk waren aan resultaat en vermogen in de geconsolideerde. Ondernemingen waardeerden de deelnemingen immers tegen de nettovermogenswaarde in de enkelvoudige (art. 2:389 lid 1 en 2 BW). Geen gelijkheid als IFRS of Dutch GAAP toegepast wordt Bij toepassing van IFRS of Dutch GAAP in de enkelvoudige zou dit niet mogelijk zijn. IFRS waardeert deelnemingen slechts tegen kostprijs of reële waarde (IAS 27.38). Indien Boek 2 Titel 9 wordt gehanteerd wordt de netto-vermogenswaarde gebaseerd op de grondslagen van de Nederlandse wet. Geactiveerde goodwill moet daarbij worden afgeschreven. Optie 3: in de enkelvoudige kunnen de waarderingsgrondslagen worden toegepast die ook in de geconsolideerde zijn toegepast De wetgever heeft dit opgelost door een derde optie, optie 3 of combinatie 3, in het leven te roepen. Deze is opgenomen in artikel 2:362 lid 8 BW: Optie 3 [ ] Een rechtspersoon die de geconsolideerde opstelt volgens IFRS [goedgekeurd door de Europese Commissie], kan in de enkelvoudige de waarderingsgrondslagen toepassen die hij ook in de geconsolideerde heeft toegepast. Wanneer de onderneming deze optie toepast, zijn het resultaat en het eigen vermogen in de enkelvoudige in principe gelijk aan dat wat de onderneming in de geconsolideerde volgens IFRS heeft gerapporteerd. Praktisch alle Nederlandse entiteiten die geconsolideerd rapporteren op basis van IFRS, passen deze methode toe. 14 Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4

Figuur 1. Verslaggevingkeuzen in enkelvoudige Geconsolideerde Enkelvoudige Grondslag voor deelnemingen In figuur 1 is samengevat welke grondslagen beschikbaar zijn voor de enkelvoudige. 1. IFRS Kostprijs of reële waarde 2. Optie 3 regelt de grondslagen van de geconsolideerde Waarderingsgrondslagen volgens optie 3 Alleen grondslagen voor verwerking en waardering uit de geconsolideerde Wat houdt deze optie 3 specifiek in? In ieder geval niet dat IFRS (integraal) wordt toegepast. De onderneming neemt uitsluitend de verwerkings- en waarderingsgrondslagen over uit de geconsolideerde. Hieronder vallen ook de classificatiegrondslagen die van invloed zijn of sprake is van eigen of vreemd vermogen. Verlichtingen ten opzichte van IFRS De grondslagen voor presentatie en toelichting voor de enkelvoudige blijven gebaseerd op Titel 9, en niet op IFRS. Dit leidt tot een aantal verlichtingen in vergelijking met IFRS. Zie het kader hiernaast. IFRS 2. BW 2 Titel 9 en Richtlijnen voor de jaarverslaggeving Nettovermogenswaarde 3. Grondslagen van de geconsolideerde? Stel voor niet zelfstandige activa en verplichtingen in de geconsolideerde vast welke grondslagen in de enkelvoudige gelden Qua presentatie zijn de modellen voor de balans volgens het Besluit modellen van toepassing voor de enkelvoudige balans. Activa en verplichtingen die in zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde zijn opgenomen, worden gelijk gewaardeerd. Voor activa en verplichtingen die niet zelfstandig zijn opgenomen in de geconsolideerde, moet worden vastgesteld welke grondslagen gelden in de enkelvoudige. Dit geldt vooral voor deelnemingen. Samenvatting Optie 3 zorgt ervoor dat het resultaat en het eigen vermogen in de enkelvoudige in principe gelijk zijn aan dat wat in de geconsolideerde volgens IFRS is gerapporteerd. De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft in 2011 ontwerp-richtlijnen uitgegeven die deze toepassing verder uitwerken en verduidelijken. Dit artikel behandelt een aantal belangrijke onderdelen van de enkelvoudige qua verantwoording van de grondslagen van waardering van deelnemingen, en de presentatie van goodwill. Ook wordt stilgestaan bij de ontwikkelingen van IFRS, relevant voor de enkelvoudige, en de nieuw voorgestelde Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deelnemingen worden in IFRS onderverdeeld in drie categorieën, met drie verwerkingsgrondslagen In IFRS worden deelnemingen in de geconsolideerde onderverdeeld in drie categorieën, met drie mogelijke grondslagen voor verwerking. In Titel 9 geldt in de enkelvoudige balans slechts één soort deelneming qua verwerking: degene waarop invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Verlichtingen optie 3 in vergelijking met IFRS geen kasstroomoverzicht; verkorte winst-en-verliesrekening (bij toepassing artikel 2:402 BW); geen mutatieoverzichten voor het voorgaande (vergelijkende) jaar; geen toelichting verbondenpartijtransacties op basis van IAS 24 maar op basis van de Nederlandse wet; geen gedetailleerde toelichting inzake financiële instrumenten (doch slechts op basis van de Nederlandse wet en hoofdstuk 290 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving). Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4 15

Tabel 1. Identificatie van soorten deelnemingen en waarderingsgrondslag IFRS en Titel 9 Type deelneming Type zeggenschap IFRS Grondslag IFRS geconsolideerde Grondslag Titel 9 enkelvoudige Geassocieerde deelneming (associate) Invloed van betekenis Equity-methode Deelnemingen met invloed van betekenis: netto vermogenswaarde Joint venture Gezamenlijke zeggenschap Equity-methode of Proportionele consolidatie Deelnemingen met invloed van betekenis: netto vermogenswaarde Dochter-onderneming Zeggenschap Consolidatie Deelnemingen met invloed van betekenis: netto vermogenswaarde Zie tabel 1 voor de geldende grondslagen voor verschillende soorten deelnemingen. Associates gewaardeerd volgens de equitymethode, worden zelfstandig opgenomen in de geconsolideerde balans Indien associates en/of joint ventures worden gewaardeerd volgens de equitymethode, worden deze belangen zelfstandig (als één actief) opgenomen in de geconsolideerde balans. Deze associates en joint ventures worden in de enkelvoudige balans volgens optie 3 ook gewaardeerd volgens de equity-methode. Ga na hoe optie 3 wordt toegepast bij geconsolideerde deelnemingen in joint ventures Belangen die niet zelfstandig zijn opgenomen in de geconsolideerde zijn deelnemingen in joint ventures en dochterondernemingen die (proportioneel) worden geconsolideerd (gemakshalve hierna als een categorie beschouwd). Voor deze belangen is relevant hoe optie 3 wordt toegepast en welke grondslag daarvoor geldt. Uitleg van de wet resulteert in twee methoden beschikbaar voor waarderen van deelnemingen in dochterondernemingen: methode A: netto-vermogenswaarde; methode B: equity-methode. Wettelijke bepaling van Grondslagen van de geconsolideerde kan op twee manieren worden uitgelegd De wettelijke bepaling van de Grondslagen van de geconsolideerde (zie tabel 2) kan op twee manieren worden uitgelegd: Methode A: De IFRS-grondslagen en de daaruit voortvloeiende boekwaarden in de geconsolideerde worden toegepast in de enkelvoudige. Methode B: De IFRS-grondslagen in de geconsolideerde zijn ook beschikbaar om relevante activa en verplichtingen te waarderen in de enkelvoudige. Wat is het verschil tussen methode A en methode B? Ad A: Intentie wetgever De intentie van de wetgever was (zie hoofdstuk 1) methode A te geven. Zoals de Richtlijnen ook zeggen: [ ]De laatste zin van artikel 2:362 lid 8 BW maakt het mogelijk deze deelnemingen [in dochterondernemingen en joint ventures; red.] op netto-vermogenswaarde te waarderen en bij de invulling van de netto-vermogenswaarde de waarderingsgrondslagen volgens EU-IFRS te hanteren, die in de geconsolideerde zijn toegepast [ ] Ad B: Equity-methode is niet uitgesloten voor waardering van deelnemingen met zeggenschap Methode B is echter ook niet uitgesloten: in de geconsolideerde is de equity-methode van toepassing voor deelnemingen waarop invloed van betekenis kan worden uitgeoefend (namelijk voor associates en, als keuze, voor joint ventures). Op basis van de wettelijke grondslagen in Titel 9 (zie tabel 1) is er geen onderscheid tussen de drie soorten deelnemingen in de enkelvoudige, er moet slechts sprake zijn van invloed van betekenis. Aangezien de equity-methode een passende (geconsolideerde) methode is voor deelnemingen met invloed van betekenis, is deze methode dus ook beschikbaar in de enkelvoudige voor alle deelnemingen, inclusief deelnemingen in (geconsolideerde) dochterondernemingen. Twee methoden beschikbaar voor waarderen deelnemingen in dochterondernemingen Op grond van bovenstaande blijken dus twee methoden beschikbaar voor het waarderen van deelnemingen in dochterondernemingen: de nettovermogenswaarde en de equity-methode. AFM betwijfelt of toepassing equitymethode in overeenstemming is met bepalingen Titel 9 Boek 2 BW De AFM heeft in haar rol als toezichthouder op financiële verslaggeving aandacht 16 Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4

Tabel 2. Definities en wettelijke bepalingen Definitie Omschrijving Grondslagen van de geconsolideerde Equity-methode Netto-vermogenswaarde Goodwill (op basis Titel 9) Een rechtspersoon die de geconsolideerde opstelt volgens [EU-IFRS], kan in de enkelvoudige de waarderingsgrondslagen toepassen die hij ook in de geconsolideerde heeft toegepast. (artikel 2:362 lid 8 BW) Een methode voor administratieve verwerking waarbij de investering aanvankelijk tegen kostprijs wordt opgenomen, en vervolgens wordt aangepast om rekening te houden met de wijziging van het aandeel van de investeerder in de nettoactiva van de deelneming na overname. De winst of het verlies van de investeerder omvat zijn aandeel in de winst of het verlies van de deelneming. (IAS 28.2) De rechtspersoon bepaalt de netto-vermogenswaarde van de deelneming door de activa, voorzieningen en schulden van de maatschappij waarin hij deelneemt te waarderen en haar resultaat te berekenen op dezelfde grondslagen als zijn eigen activa voorzieningen, schulden en resultaat. (artikel 2:389 lid 2 BW) Onder de immateriële vaste activa worden afzonderlijk opgenomen: [ ] kosten van goodwill die van derden is verkregen. (artikel 2:365 lid 1(e) BW) De [goodwill] wordt opgenomen tot ten hoogste de daarvoor gedane uitgaven, verminderd met de afschrijvingen. (artikel 2:385 lid 4 BW) Indien de [netto-vermogenswaarde] bij eerste waardering lager is dan de verkrijgingsprijs of de voorafgaande boekwaarde van de deelneming, wordt het verschil [ ] als goodwill geactiveerd [ ]. (artikel 2:389 lid 7 BW) besteed aan de verwerking van deelnemingen in de enkelvoudige. Zij betwijfelt [ ] of de toepassing van de equity-methode voor de waardering en verwerking van de geconsolideerde deelnemingen in overeenstemming is met de bepalingen uit Titel 9 Boek 2 BW. Het niet in overeenstemming zijn met Titel 9 wordt gebaseerd op het verschil in uitwerkingen van de equity-methode ten opzichte van de netto-vermogenswaarde. Impairment: boekwaarde associate wordt als geheel getoetst Ten aanzien van de vaststelling van een bijzondere waardevermindering wordt de boekwaarde van de associate als geheel getoetst. Een impairment op de associate is niet aan te merken als een afwaardering van goodwill: een terugneming van een impairment is mogelijk indien de feiten en omstandigheden dit toestaan. Een impairment op goodwill die betrekking heeft op een geconsolideerde dochteronderneming, mag evenwel niet worden teruggenomen. Mogelijk verschil tussen resultaat en eigen vermogen in vergelijking met geconsolideerde In de enkelvoudige zou de IAS 28-equity-methode, respectievelijk de netto-vermogenswaarde het wel, respectievelijk niet mogelijk maken om een 3. Verschillen tussen nettovermogenswaardemethode en equity-methode IAS 28 heeft toepassing equity-methode nader uitgewerkt In tabel 2 is de definitie gegeven van de equity-methode in IAS 28. Naast de definitie wordt in IAS 28 een verdere uitwerking gegeven hoe deze equitymethode moet worden toegepast in de geconsolideerde. Belangrijke aspecten van de equity-methode zijn de volgende: eerste waardering tegen kostprijs; binnen de kostprijs wordt een zogenaamde purchase price allocation uitgevoerd, waarbij activa en verplichtingen worden geïdentificeerd en op reële waarde gewaardeerd; goodwill (het verschil tussen de kostprijs en de netto-reële waarde van de activa en verplichtingen) maakt onderdeel uit van de boekwaarde van de associate en wordt niet afgeschreven; resultaat van de associate wordt gebaseerd op de grondslagen van de rapporterende eenheid en wordt opgeteld bij (of, in geval van verlies, afgetrokken van) de boekwaarde; ontvangen dividenden komen in mindering op de boekwaarde. Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4 17

impairment (op goodwill) terug te nemen. Dit leidt tot een verschil tussen resultaat en eigen vermogen in de geconsolideerde ten opzichte van de enkelvoudige. Dit werd niet beoogd bij de introductie van optie 3. Dit is ook de conclusie geweest van de AFM in 2009: Als gevolg van de afwijkende verslaggevingregels betreffende het uitvoeren van een impairmenttest en de eventuele terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies voor goodwill enerzijds en deelnemingen waarvoor de equity-methode wordt toegepast anderzijds, kan worden betwijfeld of de bedoeling van de wetgever wordt gerealiseerd indien een uitgevende instelling de equity-methode toepast voor de waardering en verwerking van de geconsolideerde deelnemingen [in de enkelvoudige ; red]. Dit verschil was tot voor kort het enige wezenlijke verschil tussen de nettovermogenswaarde en de equity-methode. De veranderingen van IFRS 3 en IAS 27 Over 2010 werd voor het eerst de werking van de gewijzigde standaarden inzake Bedrijfscombinaties (IFRS 3) en de geconsolideerde (IAS 27) zichtbaar. Wijzigingen voor geconsolideerde ook van invloed op enkelvoudige in optie 3 Als gevolg van deze wijzigingen worden geacquireerde dochterondernemingen anders verwerkt. Ook wordt specifiek voorgeschreven hoe transacties met minderheidsaandeelhouders worden verwerkt in situaties dat zeggenschap niet, respectievelijk wel, verloren gaat. Deze wijzigingen voor de geconsolideerde hebben ook invloed op de enkelvoudige in optie 3. In tabel 3 zijn de verschillen samengevat voor de enkelvoudige tussen de netto-vermogenswaarde op basis van de geconsolideerde grondslagen en de equitymethode op basis van IAS 28. Presentatie van goodwill volgens de nettovermogenswaarde Hierboven is aangegeven dat goodwill volgens de IAS 28-equity-methode onderdeel uitmaakt van de boekwaarde zelf. Hoe vindt presentatie plaats bij toepassing van de netto-vermogenswaarde? Tabel 3. verschillen tussen netto vermogenswaarde en equity-methode Onderwerp Netto-vermogenswaarde op basis van geconsolideerde grondslagen equity-methode 1. Basis van verantwoording Toepassing van Nederlandse wet, niet IFRS Gebaseerd op voorschriften van IAS 28 2. Wijze van verantwoording Eén-lijns consolidatie van activa en verplichtingen Eén actief verantwoording 3. Presentatie van goodwill 4. Bijzondere waardevermindering Afzonderlijk gepresenteerd in de balans (zie ook de paragraaf Presentatie van goodwill volgens de netto-vermogenswaarde in dit artikel; red) Bijzondere waardevermindering op goodwill gebaseerd op geconsolideerde verantwoording, geen terugneming mogelijk Geen afzonderlijke presentatie, maar onderdeel van boekwaarde van deelneming Gebaseerd op één actief verantwoording, terugneming mogelijk 5. Eerste waardering Reële waarde Kostprijs 6. Transactiekosten samenhangend met verkrijging 7. Vergroten van belang 8. Verkleinen van belang: geen verlies zeggenschap 9. Verkleinen van belang: wel verlies van zeggenschap, behoud van invloed van betekenis In winst-en-verliesrekening op grond van IFRS 3 Bate op bestaand belang (herwaardering naar reële waarde) wanneer zeggenschap wordt verkregen Beschouwd als transactie tussen aandeelhouders: verantwoording direct in eigen vermogen Verantwoording bate (of last) inclusief herwaardering resterende belang tegen reële waarde Onderdeel van de kostprijs op moment van verkrijging Stapelen van kostprijs, geen verantwoording van bate Verantwoording van proportionele bate (of last) in winst-en-verliesrekening Verantwoording van proportionele bate (of last) in winst-en-verliesrekening 18 Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4

Goodwill niet altijd afzonderlijk gepresenteerd bij toepassing nettovermogenswaarde De Nederlandse wet bepaalt (zie tabel 2) dat goodwill afzonderlijk wordt gepresenteerd in de balans indien deze wordt geactiveerd bij toepassing van de netto-vermogenswaarde. Maar is dit altijd het geval? Zie het voorbeeld in het kader waarbij deelneming D rechtstreeks door Holding H wordt verkregen in vergelijking met een zelfde overname via een Intermediate T. Uit het voorbeeld blijkt dat de verschillende juridische structureringen van de verkrijging tot een andere verwerking van goodwill leiden in de enkelvoudige van de topholding bij de toepassing van nettovermogenswaarde. Holding H(1) doet de overname rechtstreeks, hierdoor ontstaat afzonderlijk te presenteren goodwill. Bij Holding H(2) is er geen sprake van een rechtstreekse overname, waardoor er geen goodwill in de enkelvoudige wordt gepresenteerd. Voorbeeld Uitganspunten Een onderneming koopt acquisitie D voor 1.000. De reële waarde van de nettoactiva bedraagt 600. Hierdoor ontstaat er 400 aan goodwill. De onderneming betaalt de prijs uit beschikbare liquide middelen ad 500 en via het aantrekken van een lening van 500 door de rechtstreeks verkrijgende entiteit. Holding H(1) verkrijgt Acquisition D rechtstreeks, Holding H(2) verkrijgt Acquisition D via een Tussenhoudster, Intermediate T. De vereenvoudigde balansen van de rechtspersonen, na overname, zijn dan als volgt: Holding H(1) NV Holding H(2) NV Intermediate T BV Acquisition D BV Acquisition D BV Holding H(1) Holding H(2) Goodwill 400 Eigen Vermogen 500 Intermediate T 500 Eigen Vermogen 500 Acquisition D 600 Lening 500 1.000 1.000 500 500 Intermediate T Goodwill 400 Eigen Vermogen 500 Acquisition D 600 Lening 500 1.000 1.000 Acquisition D Acquisition D Netto-activa 600 Eigen Vermogen 600 Netto-activa 600 Eigen Vermogen 600 600 600 600 600 Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4 19

Let wel: het issue betreft uitsluitend de presentatie van goodwill. Geïdentificeerde en gewaardeerde immateriële activa in de purchasepriceallocatie, maken altijd deel uit van de netto-vermogenswaarde. Deze worden niet in de verkrijgende rechtspersoon (afzonderlijk) verwerkt. Overnames via tussenhoudsters: goodwill is niet rechtstreeks zichtbaar in de enkelvoudige van de rapporterende rechtspersoon In de praktijk vinden overnames veelal via tussenhoudsters plaats, waardoor goodwill niet rechtstreeks zichtbaar is in de enkelvoudige van de rapporterende rechtspersoon. De juridische structurering van een overname door een groep heeft geen impact op de geconsolideerde. Afzonderlijke goodwillpresentatie uitsluitend voor Dutch GAAP-toepassing In tabel 2 zijn bepalingen over de verwerking van goodwill volgens Titel 9 opgenomen. Deze zijn in optie 3 niet van toepassing: dit betreffen slechts waarderingsgrondslagen. De daaruit voortvloeiende presentatievoorschriften voor goodwill lijken dan ook niet van toepassing. 4. Wijzigingen voorgesteld in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving De toepassing van de nettovermogenswaarde en de equitymethode roept, naar aanleiding van de vermeende verschillen tussen de nettovermogenswaarde en de equity-methode en de recente wijzigingen in IFRS 3 en IAS 27, vragen op. Aan de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) is gevraagd om nadere uitleg te geven over de verwerking en presentatie in de enkelvoudige. Ontwerp-Richtlijnen tot nadere uitleg In de in september 2011 verschenen editie (2011) van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving zijn ontwerp-richtlijnen opgenomen tot nadere uitleg. Toepassing van netto-vermogenswaarde en equity-methode In de praktijk bestond vooral onduidelijkheid over hoe de goodwill moest worden gepresenteerd in de enkelvoudige : afzonderlijk onder de immateriële vaste activa of als onderdeel van de boekwaarde van de deelnemingen? Hiervoor is al weergegeven dat deze presentatie arbitrair is, en afhankelijk is van de juridische structurering van de acquisitie. Twee presentatiemogelijkheden in de enkelvoudige voor goodwill bij geconsolideerde deelnemingen In de ontwerp-richtlijn verduidelijkt de RJ dat goodwill behorende bij geconsolideerde deelnemingen in de enkelvoudige op twee manieren kan worden gepresenteerd: Optie I: afzonderlijk (onder de immateriële vaste activa). Optie II: als onderdeel van de post deelnemingen. Verschil tussen beide methoden beoogt uitsluitend presentatie goodwill Door de RJ wordt optie I omschreven als de netto-vermogenswaarde en optie II als de equity-methode. Hierbij tekent de RJ aan dat het verschil tussen beide methoden uitsluitend de presentatie van de goodwill betreft. Uit het in dit artikel opgenomen voorbeeld blijkt overigens dat lang niet altijd goodwill afzonderlijk moet worden gepresenteerd bij toepassing van de netto-vermogenswaarde. Ook kan worden betwijfeld of afzonderlijke presentatie in optie 3 wettelijk van toepassing is, aangezien deze uitsluitend gebaseerd is op de verwerkingswijze van goodwill volgens voorschriften van Titel 9 en niet die volgens IFRS. Deze gerede twijfel houdt in dat de door de RJ geboden presentatieopties ten aanzien van goodwill terecht zijn. De door de RJ benoemde equity-methode in de enkelvoudige beoogt methode A, die in dit Spotlight-artikel op pagina 16 wordt beschreven, weer te geven. Maar door eenzelfde definitie van de equity-methode te gebruiken als die in IAS 28, lijkt hiermee echter methode B te worden gevolgd. Het is aan te bevelen om de equitymethode in de definitieve Richtlijn anders te definiëren en te omschrijven. Dit ter bevestiging dat de equity-methode volgens IAS 28 in IFRS méér is dan alleen de wijze van presentatie van goodwill, zie tabel 3. Verdere aanvullingen in de Richtlijnen passen bij grondslagen geconsolideerde Naar aanleiding van wijzigingen in IFRS 3 en IAS 27, heeft de RJ aanvullende ontwerp-richtlijnen opgenomen die passen bij de grondslagen van de geconsolideerde. Dit betreffen de volgende elementen: 1. Indien een bestaand belang in een deelneming wordt uitgebreid tot een belang waarover zeggenschap (control) kan worden uitgeoefend, wordt het bestaande belang tegen reële waarde gewaardeerd, en wordt het verschil met de boekwaarde in de winst-en-verliesrekening verwerkt (in overeenstemming met IFRS 3.42). 2. Als de rechtspersoon een gedeelte van een deelneming koopt of verkoopt en de zeggenschap behoudt, wordt de transactie rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt (in overeenstemming met IAS 27.30). 20 Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4

3. Indien zeggenschap wordt verloren in een deelneming, wordt een resterend belang tegen reële waarde gewaardeerd; de proportionele waardeverandering op dit resterende belang wordt verwerkt in de winst-en-verliesrekening (in overeenstemming met IAS 27.34(d)). Bij 1. en 3. vindt een herwaardering plaats. Hiervoor wordt een herwaarderingsreserve gevormd, tenzij voor het gehouden belang frequente marktnoteringen bestaan. Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat blijven aansluiten bij die in de geconsolideerde Alle drie bovenstaande ontwerp-richtlijnen hebben als uitwerking dat enkelvoudig eigen vermogen en resultaat blijven aansluiten bij die in de geconsolideerde. De drie in de Richtlijnen uitgewerkte aanvullingen betreffen de elementen in Tabel 3, onderdeel 7 tot en met 9. Ook is de equity-methode beschikbaar, maar deze ligt niet voor de hand. Bij toepassing van de equity-methode volgens IAS 28 kunnen er namelijk wel verschillen in eigen vermogen en resultaat tussen de enkelvoudige en de geconsolideerde ontstaan. Dit zullen de ondernemingen die optie 3 toepassen niet beogen. Ter voorkoming van verdere onduidelijkheden is het aan te bevelen om de equity-methode in de definitieve Richtlijn anders te definiëren en te omschrijven. Dit ter bevestiging dat de equity-methode volgens IAS 28 in IFRS méér is dan alleen de wijze van presentatie van goodwill. 5. Conclusies De optie 3-grondslag blijkt een welkome en veel gebruikte methode te zijn voor de grondslagen in de enkelvoudige in Nederland. Onduidelijkheden hebben in het verleden bestaan rond de feitelijke toepassing. Dit betreft vooral de verwoording van de gehanteerde grondslagen voor deelnemingen die in de geconsolideerde (proportioneel) worden geconsolideerd, de presentatie van goodwill en, meer recent, de wijzigingen van IFRS 3 en IAS 27. In de door de RJ uitgegeven ontwerp- Richtlijnen is bevestigd dat de (uitwerking van de) grondslagen in principe niet moeten leiden tot verschillen in het eigen vermogen en het resultaat tussen de enkelvoudige en de geconsolideerde. De onderneming heeft een keuze of zij de goodwill afzonderlijk zal presenteren, of onderdeel maakt van de boekwaarde van de deelneming. Veelal zal de gehanteerde grondslag worden omschreven als de nettovermogenswaardemethode. Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4 21