GEBRUIKERSHANDLEIDING TeeJet 860



Vergelijkbare documenten
TEEJET SPUITCOMPUTER

Agrifac

Gebruiksaanwijzing. SAM 100 Snelheid-Areaal Meter. Calibratie en Werking Software Reference WZ

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382

FX-Gluemix pagina-indeling HMI

TeeJet - Machine Monitor Agrifac ZA3400 Uscr.7,11anual

Gebruikershandleiding

DF405_V5 Universele uitlezing opbouw

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut.

De Flex Counter kan voor verschillende doeleinden in de landbouw gebruikt worden en kan het volgende op meten

InteGra Gebruikershandleiding 1

Handleiding Filtron. De reeks bewerkbare velden: Spoelduur (A) Spoelmodus (B) Handmatigeaccumulaties. De gewenste spoelduur per station

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

Beknopte handleiding animeo SOLO 1 en 2 zones Functie Wind - Zon - Regen en Klok

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Installatiehandleiding

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding

Gebruiksaanwijzing PX Combi 800

Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c SC Putten - Tel : info@lagarde.nl

Bovenstaande computer is ontworpen voor elliptical trainers en wordt geïntroduceerd met de volgende functies:

Sportop B900 Hometrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Computerhandleiding Engine V6

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA

Geeft de trainingstijd weer, oplopend van 00:00 tot 99:59, met een toename van 1 seconde wanneer de training start.

Gebruiksaanwijzing. E-8000P Crosstrainer

Sportop E-7000 / E-8000 Elliptical trainer

VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212. Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT

4.- REGELEN VAN DE WEERSTAND TIJDENS HET ROEIEN (Mod. R-56, R-57)

In werking stellen Hoofdstuk 6

LCD scherm ve LCD scherm

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing. E-820P Crosstrainer. Gemaakt door: -1-

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

Gebruiksaanwijzing. Cameo V6

Computer handleiding PAR-5500

LCD scherm va LCD scherm

Inhoudsopgave. Handleiding: MC v2.0a. Pagina - 1 -

Gebruiksaanwijzing. Infiniti ST 999

S4 Monitor Gebruiksinstructies

Gebruikershandleiding Heinen en Hopman Airco FC400

Gebruiksaanwijzing ST-990 BLUE VG50. Gebruiksaanwijzing. VG50 Crosstrainer. Gemaakt door:

Computer Instructies voor de SM-5062

Handleiding GSM kiezer V2.03

KIT OVO. De automatisering moet worden onderworpen aan onderhoud op een regelmatige basis om een goede werking te garanderen.

Sportop B800P Hometrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Gebruiksaanwijzing. Proteus PEC Gemaakt door: -1-

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

B870P PLUS NEDERLANDS

4.0 Bediening CD AM 19 C 12:10 45 C. Whirlpool Electronic LCD - Gebruikershandboek 12:10 12:10. Licht\kleurentherapie.

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

Computerhandleiding Infiniti ST-990 Blue Computerhandleiding Infiniti ST-990 Blue -1-

GEBRUIKERSHANDLEIDING EN MONTAGE-INSTRUCTIE

In het standaardscherm kunt u op de UP knop drukken om langs de. CONTROL, USER en WATT CONTROL te lopen om vervolgens een programma te selecteren.

Bedieningen Dutch - 1

De computerhandleiding bestaat uit de onderdelen: Knopfuncties De schermen Het selecteren en instellen van de programma s -1-

LifeSpan TR800 Loopband. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Verkorte Gebruiker Handleiding

UNIVERSELE TRAPPENREGELAAR IR32 en IRDR

11/05 HD Lees ook het engelse boekje

Gebruiksaanwijzing. Infiniti X985 Crosstrainer -1-

Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

VibraLITE 3. Digitale aanduiding ( naar keuze 12 of 24 uren). De 2de aanduiding kan gebruikt worden voor reizen in verschillende tijdzones.

GEBRUIKSAANWIJZING. voor hydraulisch weegsysteem model STH / R320 Pro. met uitleesinstrument R320 V1.60

Gebruiksaanwijzing. B800p Hometrainer. Gemaakt door: -1-

Installatiehandleiding DataLogger v2.2

Gebruiksaanwijzing stroomprint JGA1009D 1.0L

Module nr

i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: Date:

Infiniti ST-790 Computerhandleiding Introductie

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1

BESCHRIJVING FUNCTIE MODES speciaal ontworpen voor vloerverwarming en koeling systemen die aangestuurd worden door actuators. Instelmogelijkheden: Enk

SD1 ALARMKIEZER PROGRAMMERING

Professionele. Thermokoppel-thermometer. Turbotech TT8891. Enter REC DIF

Sportop E-450 Crosstrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0)

Verwarming en ventilatie

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

ENA Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

Computerhandleiding X985 Computerhandleiding Infiniti X

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat

9120 Kallo Lowrance 4X-elite. Handleiding draadloze dieptemeter

Gebruiksaanwijzing ALFA 85 Koel Thermostaat met fanen ontdooisturing

Gebruiksaanwijzing stroomprint JGA i. Inhoudsopgave

4) Geef een naam aan de meteruitgang, in ons voorbeeld is dit Elektriciteitsmeter. Klik vervolgens op de knop Voltooien.

Gebruikershandleiding van de thermostaat

1 Kenmerken: 2 Installatie: MontageGIDS. inteo SOLIRIS IB

Gebruiksaanwijzing. Infiniti Q21. Gemaakt door: -1-

Transcriptie:

NL GEBRUIKERSHANDLEIDING TeeJet 860 Agrifac 8250684 v1.11 19-04-2005

Inhoudstafel 1 Gewoon gebruik...3 1.1 Schermen, indicaties... 3 1.1.1 Scherm... 3 1.1.2 Sensor LEDs.... 3 1.1.3 Alarm-LEDS... 3 1.2 Speciale functies tijdens het regelproces... 4 1.2.1 Minimale en maximale druk.... 4 1.2.2 Minimum-snelheid.... 4 1.2.3 Over-en onderdosering.... 4 1.3 Bijkomende functietoetsen... 5 1.3.1 Tankinhoud/Pomp-toerental (optie)... 5 1.3.2 Bewerkte oppervlakte... 5 1.3.3 Verspoten volume.... 5 1.3.4 Afgelegde afstand.... 5 1.3.5 Nog resterende oppervlakte... 5 1.3.6 Resterende tankinhoud.... 5 1.3.7 Nog resterende af te leggen weg... 5 1.3.8 Debiet... 6 1.3.9 Werkbreedte... 6 1.3.10 Hoogte van de spuitboom. (toekomstige optie, nog niet actief)... 7 1.3.11 Luchtdruk... 7 1.3.12 Chronometer.... 7 1.3.13 Wielslip.... 7 1.3.14 Keuze tussen wielsensor en radarsensor... 7 1.3.15 Circulatie... 8 1.3.16 Verhoogde densiteit (kunstmest)... 8 1.3.17 Windsnelheidsmeter (optie)... 8 1.3.18 Simulatiesnelheid.... 9 1.3.19 Geheugens... 9 1.3.20 Op nul zetten van de tellers.... 10 1.3.21 Druppelgrootte verkleinen... 10 1.3.22 Druppelgrootte vergroten.... 10 1.3.23 Manuele druppelgrootte regeling.... 10 1.3.24 Manuele regeling... 11 2 Werkvoorbereiding...12 2.1 Gebruik.... 12 2.2 Speciale functies... 13 3 Vulfunctie....14 3.1 Automatisch vullen... 14 3.2 Manueel vullen.... 14 4 Fabrieks-instellingen...15 5 Machine - instellingen...21 6 IJking van de verschillende sensoren....24 6.1 Snelheid.... 24 6.1.1 Manueel... 24 6.1.2 Automatische calibratie.... 25 6.2 Spuit-debietmeter.... 26 6.2.1 Manueel... 26 6.2.2 Automatische calibratie... 26 6.3 Vul-debietmeter... 27 6.3.1 Manueel... 27 6.3.2 Automatisch... 27 6.4 Druksensor.... 28 6.4.1 Automatische calibratie van het 0 bar referentiesignaal.... 28 6.4.2 Automatische calibratie van de maximumdruk... 28

7 Printer-optie.... 29 8 Ingebouwde testmogelijkheden.... 30

1 Gewoon gebruik 1.1 Schermen, indicaties 1.1.1 Scherm Druk Snelheid 2.0 200 7.6 0000 Ha Gewenste dosis Gemeten dosis Multi-functionele uitlezing Het display geeft tegelijkertijd 4 gegevens weer. Drie gegevens zijn vast op het scherm (druk, dosis, en snelheid), een vierde wordt gekozen door de functietoetsen (zie 1.3 Bijkomende functietoetsen) De standaard-uitlezing, die aan het data-scherm gekoppeld is, is de bewerkte oppervlakte (ha) en het verspoten volume (vol). Daarnaast geeft het symbool onderaan het display weer welk type dop gebruikt is. 1.1.2 Sensor LEDs. Voor iedere mogelijke sensor is een LED voorzien die de juiste werking van de sensor weergeeft. Van links naar rechts: debietmeter, tank-inhoudssensor (druk of debietmeter), druksensor, wielsensor, slip-indicatie, radarsensor en optioneel de luchtdruksensor in geval van HTA/AirJet. Indien de sensor-led oplicht, duidt dit op een goede werking van de sensor. Indien de LED uit is, duidt dit op een niet-aangesloten sensor of een slecht werkende sensor. 1.1.3 Alarm-LEDS De alarm-leds zijn onder normale omstandigheden uit. Indien een of meerdere alarm-leds oplichten, dan duidt dit op een probleem bij het spuiten. In volgorde hebben we: Vertragen of versnellen ( regelkraan is einde koers of werkt niet ); Druk te laag of druk te hoog ( zie 1.2.1 Minimale en maximale druk); Spuitprobleem ( verstopte doppen, of doppen niet overeenkomstig de geselecteerde, teveel drukverliezen ) Wanneer een alarm optreedt, treedt het geluidssignaal in werking. Om het geluidssignaal te stoppen drukt men op een willekeurige toets. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 3 van 32

1.2 Speciale functies tijdens het regelproces. 1.2.1 Minimale en maximale druk. De computer gaat er steeds voor zorgen dat de werkdruk zich tussen de door de constructeur geprogrammeerde minimum- en maximum druk bevindt. Wanneer een van deze limieten overschreden wordt, wordt de overeenkomstige alarm-led aangestuurd, en wordt een geluidssignaal gegeven. 1.2.2 Minimum-snelheid. Wanneer de gemeten rijsnelheid kleiner wordt of gelijk aan de door de constructeur ingeprogrammeerde waarde, stopt de automatische regeling en gaat de hoofdkraan dicht. Van zodra de snelheid weer binnen het normale werkingsgebied valt, herneemt de regeling. 1.2.3 Over-en onderdosering. Gedurende gewone werking is het mogelijk om de gewenste dosis tijdelijk te verhogen of te verlagen met de toetsen + of in stappen van 10%. Scherm: 2.0 200 7.6 02.55 Ha Na een eerste druk op + of scherm Verklaring: verschijnt de gewenste dosis op het UP 220 10 02.55 Ha Iedere volgende druk op + of verandert de gewenste dosis in stappen van x%, gedefinieerd door de constructeur. 2.0 220 7.6 02.55 Ha Gedurende 3 seconden wordt de gewenste dosis (tijdelijk aangepaste waarde) weergegeven. Het bijhorend symbool op het scherm knippert. De geïntegreerde LEDs in de toetsen + of geven weer of de dosis onder- of over-gedoseerd is. Door op CLR te drukken komt men terug naar de stadaard-instelling. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 4 van 32

1.3 Bijkomende functietoetsen. 1.3.1 Tankinhoud/Pomp-toerental (optie). Door op deze toets te drukken wordt de actuele tankinhoud weergegeven in liters (i.c.m. Tankcontrol). Optioneel kan er een pomp toerental weergegeven worden. Wanneer men deze toets ingedrukt houdt, komt men in de programmeerstap waar het aantal pulsen per omwenteling (=22,9) van de sensor ingeprogrammeerd wordt (zie H.4 Fabrieksinstellingen; aftakas-sensor). 1.3.2 Bewerkte oppervlakte. Door op deze toets te drukken wordt de bewerkte oppervlakte van het huidig perceel weergegeven. 1.3.3 Verspoten volume. Door op deze toets te drukken wordt het verspoten volume van het huidig perceel weergegeven. 1.3.4 Afgelegde afstand. Door op deze toets te drukken wordt de afgelegde afstand van het huidig perceel weergegeven. 1.3.5 Nog resterende oppervlakte. Door op deze toets te drukken wordt de nog resterende oppervlakte van het huidig perceel weergegeven. Deze waarde is gebaseerd op de actuele dosis (l/ha), de actuele werkbreedte, en de actuele tankinhoud. 1.3.6 Resterende tankinhoud. Door op deze toets te drukken wordt de resterende tankinhoud weergegeven (berekende waarde, of gemeten waarde i.c.m. Tankmatic). Wanneer men deze toets ingedrukt houdt, gaat men naar de vulfunctie (zie H.3 Vulfunctie). 1.3.7 Nog resterende af te leggen weg. Door op deze toets te drukken wordt de nog resterende af te leggen weg voor het huidig perceel weergegeven. Deze waarde is gebaseerd op de actuele dosis (l/ha), de actuele werkbreedte en de actuele tankinhoud. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 5 van 32

1.3.8 Debiet. Door op deze toets te drukken wordt het actuele gemeten debiet (l/min) weergegeven. Wanneer men de toets 3 sec ingedrukt houdt, gaat men naar de calibratie-mode van de debietmeter. FLO cal pls 52.3 Scherm: Verklaring: Waarde: Druk op+ of - om de waarde aan te passen. Druk op. Om de waarde op te slaan en p/liter naar de gewone werking te gaan. NB: Voor de calibratie van de debietmeter zie 6.2 Spuit debietmeter. flo lo 8.0 sens Lage limiet voor de debietmeter. Druk op + of - om de waarde aan te passen. Druk op. Om de waarde op te slaan en naar de gewone werking te gaan. l/min. flo 400 hi sens Hoge limiet voor de debietmeter. Druk op + of - om de waarde aan te passen. Druk op. Om de waarde op te slaan en naar de gewone werking te gaan. l/min. 1.3.9 Werkbreedte. Druk op deze toets om de werkbreedte weer te geven. Om een verkorte werkbreedte in te geven drukt men 3 sec. op deze toets 28.0 Gebruik + of - om de waarde aan te passen, of gebruik de nummertoetsen. Druk op om de waarde op te slaan en naar de normale mode terug te keren. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 6 van 32

1.3.10 Hoogte van de spuitboom. (toekomstige optie, nog niet actief) 1.3.11 Luchtdruk Druk op deze toets om de gemeten HTA/AirJet druk weer te geven. Enkel mogelijk indien er een Luchtdruk sensor gemonteerd is (b.v. i.c.m. AirMatic). 1.3.12 Chronometer. Druk op deze toets om de uitlezing van de chronometer te activeren. Deze uitlezing is verbonden met de oppervlakte- en de verspoten liter-tellers. Uitlezing: minuten. 1.3.13 Wielslip. Druk op deze toets om de uitlezing van de wielslip te activeren. Dit is enkel mogelijk indien zowel een radarsensor en een wielsensor geïnstalleerd zijn. 1.3.14 Keuze tussen wielsensor en radarsensor Door op deze toets te drukken kan men kiezen tussen een van de 3 mogelijke wielpuls parameters en de radarsensor. De Agrifac zelfrijdende spuitmachines gebruiken standaard de Radar ingang voor de wielsensor. reg sel reg sel Scherm: Verklaring: Waarde: Kies de gewenste snelheidssensor. Met Pul1, pul2 & pul3 kiest men een wielsensorparameter ( met 3 verschillende calibraties ) ; radr is de parameter voor de radarsensor. spd Pul1 spd Pul1 Gebruik + of - om de waarde aan te passen. Druk op Pro. Om de waarde op te slaan en naar gewone werking terug te keren. Kies de gewenste wielsensor waarmee de wielslip berekend wordt indien op radarsnelheid geregeld wordt. Met Pul1, pul2 & pul3 kiest men 1 van de 3 voorgeprogrammeerde wiel-parameters. Gebruik + of - om de waarde aan te passen. Druk op Pro. Om de waarde op te slaan en naar gewone werking terug te keren. Wanneer men deze toets ingedrukt houdt, gaat men naar de calibratie van de snelheidssensor. ( zie 6.1). 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 7 van 32

1.3.15 Circulatie Door op deze toets te drukken kan het type van recirculatie ingesteld worden voor de op dit moment gekozen dop. Om de waarde van de gecalibreerde plaatjes aan te passen blijft men op deze toets drukken (3 sec). 1.3.16 Verhoogde densiteit (kunstmest) Door op deze toets te drukken kan men een densiteit verschillend van 1 selecteren. Om de waarde aan te passen houdt men de toets 3 sec ingedrukt. D Scherm: Verklaring: Waarde: Gebruik + of - om de waarde aan te passen. 1.28 dens Druk op Pro. Om de waarde op te slaan en naar de gewone werkingsmode terug te keren. 1.3.17 Windsnelheidsmeter (optie) Wanneer men op deze toets drukt, start men een meting van de gemiddelde windsnelheid. Deze functie is alleen actief wanneer de hoofdkraan uitgeschakeld is en wanneer de snelheid 0 is. win 30 Scherm: Verklaring: Waarde: Dit scherm wordt weergegeven zolang de windmeting snelheden opmeet. bsy win spd 3.2 mps Na afloop van de meting wordt de gemiddelde windsnelheid weergegeven. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 8 van 32

1.3.18 Simulatiesnelheid. Druk op deze toets om de simulatiesnelheid te activeren. Vanaf nu gebruikt de computer de laagste waarde als basis om de regeling uit te voeren (LO). Druk nogmaals op dezelfde toets om over te gaan naar de hoge waarde (HIGH). De overgang van de lage naar de hoge waarde gebeurt geleidelijk en heeft hetzelfde effect als een acceleratie met de machine. Door nogmaals op de toets te drukken keert de computer geleidelijk terug naar de lage waarde. Door de toets 3 sec ingedrukt te houden gaat de computer naar de programmeerstap waar de 2 snelheden aangepast kunnen worden. Scherm: Verklaring: Waarde: Hoge waarde simulatiesnelheid. km/h Gebruik + of - om de waarde aan te passen. spd sim 9.0 high spd sim 6.0 lo Druk kort op Pro om naar de lage waarde te gaan, of hou Pro ingedrukt gedurende 3 sec om de programmering te verlaten. Lage waarde simulatiesnelheid. Gebruik + of - om de waarde aan te passen. Druk kort op Pro om naar de hoge waarde te gaan, of hou Pro ingedrukt gedurende 3 sec om de programmering te verlaten. km/h 1.3.19 Geheugens. Waneer geheugens actief zijn, geeft een druk op deze toets toegang tot de geheugens. Voorwaarde is dat de hoofdschakelaar uitgeschakeld is. Scherm: mem tot 1.34 Ha Verklaring: Druk verschillende keren op Pro totdat de gewenste geheugenlocatie geselecteerd is. mem 1 1.34 Ha Druk op + m de actuele waarden in het geselecteerde geheugen op te slaan. Druk op CLR om de geheugenlocatie te wissen. Indien met dit niet doet, worden de actuele waarden opgeteld bij de waarden die reeds in het geheugen aanwezig zijn. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 9 van 32

Wanneer men de geheugentoets ingedrukt houdt, kan men de werktijd alsook de daarvoor afgelegde weg aflezen. Scherm: dst met 1140 Verklaring: Aanduiding van de afgelegde weg. Druk op Pro om in een volgend scherm de werktijd weer te geven. tim m.s 12.34 Druk nogmaals op Pro om naar de uitlezing van de afgelegde weg weer te keren. Hou Pro ingedrukt gedurende 3 sec om naar de gewone werking terug te keren. 1.3.20 Op nul zetten van de tellers. De tellers kunnen alleen op 0 gezet worden wanneer de hoofdschakelaar uit is en het DATA-veld op de standaard-uitlezing staat ( ha en vol). Houdt de toets CLR ingedrukt tot de tellers op 0 staan (ong. 3 sec) 1.3.21 Druppelgrootte verkleinen. Indien de AirMatic optie toegepast is kan men met deze toets de druppelgrootte verkleinen. 1.3.22 Druppelgrootte vergroten. Indien de AirMatic optie toegepast is kan men met deze toets de druppelgrootte vergroten. 1.3.23 Manuele druppelgrootte regeling. Druk op deze toets om de automatische druppelgrootte regeling uit te schakelen (alleen van toepassing i.c.m. AirMatic). De regelkraan kan dan bediend door middel van de toetsen + of -. Dit is enkel mogelijk indien ook de Spuitcomputer op manuele regeling ingesteld staat. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 10 van 32

1.3.24 Manuele regeling. Druk op deze toets om de automatische regeling uit te schakelen. De regelkraan wordt nu bediend door middel van de toetsen + of -. Om de snelheid, waarmee de regelkraan draait in manuele mode aan te passen, drukt men 3 sec op deze toets. Hierna kan men een waarde tussen 0.0 ( minimum ) en 12.0 ( maximum ) ingeven, die de draaisnelheid van de klep bepaalt. Deze waarde komt overeen met de gemiddelde spanning op de klep gedurende draaien. Scherm: Verklaring Waarde: Draaisnelheid van de regelkraan in manuele mode. volts 0.0 = minimum ( gestopt ) 12.0 = maximum reg 9.0 man volt Wanneer de computer in manuele mode werkt, kan ook de druppelgrootte (bij gebruik van AirMatic) ook manueel geregeld worden. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 11 van 32

2 Werkvoorbereiding. 2.1 Gebruik. In deze mode kan men enerzijds de gekozen dop alsook de gewenste afgifte instellen; alsook voorbereidende berekeningen maken die een zicht geven op de relatie werkdruk en rijsnelheid voor de gekozen instelling. Om in de werkvoorbereidingsmode te komen drukt men 2 maal na elkaar op de Pro toets. Toegang: Actie: Tijdelijk scherm: Hoofdschakelaar uit 2 Druk 2x P 80 50.0 3.5 1275 user Parameter: Op drukken om naar de volgende parameter te gaan. 1. Dop-selectie. 2. Instellen gewenste dosis. Scherm: 250 2.0 6.2 2 2.0 250 6.2 3 Beschrijving: Kies door middel van, de juiste dop. NB: Wanneer met AirMatic gewerkt wordt, moet de dop P1 gebruikt worden. Bij de andere doppen is AirMatic uitgeschakeld. Kies de gewenste dosis door middel van + of - of geef deze in op de genummerde toetsen. 3. Berekening op basis van de werkdruk. 2.0 250 P Kies een werkdruk door middel van de toetsen + of - RO 6.2 1.29 4. Berekening op basis van de rijsnelheid. 2.0 250 6.2 1.29 ( of door de genummerde toetsen). De overeenkomstige rijsnelheid die u de gevraagde dosering geeft wordt weergegeven. NB: Deze waarden zijn enkel indicatief. Kies een rijsnelheid door middel van de toetsen + of - ( of door de genummerde toetsen). De overeenkomstige werkdruk die u de gevraagde dosering geeft wordt weergegeven. NB: Deze waarden zijn enkel indicatief. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 12 van 32

2.2 Speciale functies. Wanneer men in de werkvoorbereidingsmode op de toets D drukt, wordt de voorgeprogrammeerde densiteit in rekening gebracht. Door nogmaals op D te drukken, wordt weer met densiteit 1 gerekend 2.0 200 6.2 1.29 D 2.0 200 6.2 1.29 Wanneer de gewenste afgifte knippert, en men drukt op CLR, dan geeft de computer de afgifte (l/ha) weer bij een snelheid van 6 km/h voor de gekozen dop. Wanneer de gewenste afgifte knippert, en men drukt op Pro en -, dan wordt de minimale snelheid weergegeven, gebaseerd op de afgifte en de ingeprogrammeerde minimale druk van de gekozen dop. Wanneer de gewenste afgifte knippert, en men drukt op Pro en +, dan wordt de maximale snelheid weergegeven, gebaseerd op de afgifte en de ingeprogrammeerde maximale druk van de gekozen dop. 2.0 200 2.0 190 6.2 1.29 6.0 1.29 2.0 200 1.0 190 6.2 1.29 5.8 1.29 2.0 200 4.0 190 6.2 1.29 11.5 1.29 Om de werkvoorbereidingsmode te verlaten houd de toets 3 seconden ingedrukt. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 13 van 32

3 Vulfunctie. 3.1 Automatisch vullen. Scherm: 2.0 200 7.6 02.55 Ha Houd de toets Verklaring: ingedrukt (3 sec). fil 2000 vol P1 P2 P3 P4 P5 fil bsy 0 vol P1 P2 P3 P4 P5 Geef nu de gewenste tankinhoud in (liters in de tank na het vullen) en druk op Pro. Druk op Clr om de nominale tankinhoud in te geven. Houdt Clr ingedrukt (3 sec) om de waarde op 0 te zetten. Druk op Pro om da automatische vulling te starten. Wanneer de gewenste waarde bereikt is wordt een geluidssignaal gegeven. Druk nogmaals op Pro om naar de gewone werking terug te keren. Door Pro ingedrukt te houden kan men de vul-mode verlaten. 3.2 Manueel vullen. Wanneer de elektronische tank-inhoudssensor niet aanwezig is, kan de tankinhoud ook manueel ingegeven worden. Scherm: 2.0 200 7.6 02.55 Ha Verklaring: Houd Pro ingedrukt en druk op. Geef nu de gewenste tankinhoud in. 0 vol P1 P2 P3 P4 P5 Druk op Clr Om de nominale tankinhoud in te geven. Houd Clr ingedrukt (3 sec) om de tankinhoud te wissen (0). Druk op Pro om de waarde te valideren, en naar de normale werking terug te keren. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 14 van 32

4 Fabrieks-instellingen. NB : volgende regels zijn van toepassing voor alle stappen bij het instellen van de fabrieks-instellingen: + of - om getallen aan te passen. Getallen kunnen ook aangepast worden door ze in te geven met de nummer-toetsen. Pro om een ingeprogrammeerde waarde op te slaan en naar de volgende stap over te gaan. Druk op om een stap in de programmatie weer te keren. Houd Pro ingedrukt om de ingeprogrammeerde waarde op te slaan en de fabrieks-instellingen te verlaten. Druk op CLR om de standaard-instelling op te roepen. Houd CLR ingedrukt (3 sec) om een waarde op 0 te zetten. Wanneer van toepassing, houd + en - ingedrukt om een automatische calibratie te starten. Voorwaarden Actie: Scherm: Stop spuiten Houd ingedrukt, Houd + ingedrukt, En druk op, laat los, en druk 3 x op -. OEM Het eerste scherm van de fabrieksinstellingen wordt nu weergegeven. prs no sens 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 15 van 32

Parameter: Scherm: Beschrijving: Standaard waarde 1. Eenheden Kies hier een van de volgende eenheden: SI si SI: metrisch stelsel unit US: US gallons, miles... TrF: Turf: gal/1000 sq feet, miles IMP: imperial gallons, miles 2. Druksensor no PRS sens Kies YES indien een druksensor geïnstalleerd is. Kies NO indien niet. No Uw waarde 3. Radar 4. Wielsensor (indien Radar=YES) rad no spd sens PLS no spd sens Kies YES indien een radarsensor geïnstalleerd is. Kies NO indien niet. Kies YES indien óók een wielsensor geinstalleerd is. Kies NO indien niet. No Zelfrijders: YES No 5. Minimum debiet van de debietmeter 6. Maximum debiet van de debietmeter 7. Aantal secties Flo 8.0 lo sens Flo hi 400 sens nr SEC 15 Het minimum debiet is de laagste waarde waarbij de debietmeter nog betrouwbaar functioneert. NB: Indien ook een druksensor is geïnstalleerd op de machine, schakelt de computer automatisch over naar drukregeling indien het debiet lager is dan de minimumwaarde. Het maximum debiet is de hoogste waarde waarbij de debietmeter nog betrouwbaar functioneert. NB: Indien ook een druksensor is geïnstalleerd op de machine, schakelt de computer automatisch over naar drukregeling indien het debiet hoger is dan de maximum-waarde. Programmeer hier het aantal secties dat op de machine aanwezig is. 8.0 400 15 8. Minimum spanning van de regelklep 9. Dode band van de regeling reg Min 6.0 VOLT reg stp 1.5 band Programmeer hier de laagste spanning waarbij de regelklep nog gegarandeerd draait. Schakel de hoofdschakelaar in, en vergroot de waarde totdat de regelklep gegarandeerd in alle omstandigheden draait. Programmeer hier de dode band van de regeling (in %). Wanneer het verschil tussen de gewenste afgifte en de gemeten afgifte kleiner is dan deze waarde, wordt er niet meer bijgeregeld. 6,0 ZA3400: 3,5 1.5 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 16 van 32

10. Omlooptijd van de regelklep 11. Dode tijd van de regelklep 12. Maximale capaciteit van de regelklep reg SPD 12 sec reg bsh tim 0.00 reg lpm cap 102 Dit is de tijd (in sec) die de klep nodig heeft om van volledig open naar volledig dicht te draaien (of omgekeerd). NB: deze waarde moet gemeten worden met een 12V voeding. Dit is de tijd die verstrijkt alvorens de klep weer draait wanneer de draairichting van de klep omgekeerd is (sec). NB: deze waarde moet gemeten worden met een 12V voeding. Programmeer hier het nominaal aantal l/min waarvoor de regelklep ontworpen is. (in volledig open toestand) 12 0.00 102 13. Anticipatie van de regeling. 14. Rustpositie van de regelklep reg ant 50 fact reg pos 50 dflt Programmeer een waarde tussen 1 en 100 om de anticipatie van de regeling in te stellen. Hoe groter de waarde hoe sterker de aanpassing. Deze waarde, tezamen met de ingeschakelde secties, dosis en gemiddelde snelheid bepaalt de plaats die de regelklep inneemt wanneer de hoofdschakelaar uitschakelt. Een waarde 0 schakelt de functie uit. Wanneer de hoofdschakelaar 10 min. uitgeschakeld is, gaat de regelklep automatisch naar een positie, weergegeven in % opening: 0 = open, 100 = dicht. 50 50 15. Vertraging regeling bij inschakelen hoofdschakelaar 16. Minimum werkdruk 17. Maximum werkdruk 18. Snelheid van de regelklep in manuele mode. reg del 0.5 strt 0.6 reg lo PRS 10.0 reg hi PRS reg 9.0 man volt Tijd, gedurende dewelke de regeling niet werkt onmiddellijk na het inschakelen van de hoofdschakelaar (van 0.0 tot 2.0 sec). Dit is de minimaal toegelaten regeldruk. Indien de gewenste afgifte een lagere druk vereist, wordt de regeling geblokkeerd en blijft de minimale druk gehandhaafd. Wanneer de druk lager is dan de minimale druk gaat de regeling de druk opvoeren tot de minimale druk. Dit is de maximaal toegelaten regeldruk. Indien de gewenste afgifte een hogere druk vereist, wordt de regeling geblokkeerd en blijft de maximale druk gehandhaafd. Wanneer de druk hoger is dan de maximale druk gaat de regeling de druk verlagen tot de maximale druk. Snelheid van de regelklep in manuele mode. 0.0 = minimum ( stilstand ) 12.0 = maximum 0.5 0.6 10.0 9.0 19. Tijdelijke overdosering (Boost mode) Bst 10 step Iedere druk op de + of de toets geeft een aanpassing van de gewenste dosis met de hier geprogrammeerde waarde (in % ) 10 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 17 van 32

20. Optie circulatie 21. Optie communicatie (seriële poort) no Circ YES CONN Laat toe de circulatie- werkigsmode te activeren. NO : geen circulatie SEM : semi continu FUL : continu Kies NO indien de computer niet is uitgerust met een seriële poort. Anders: YES. NO yes 22. Optie geheugens 23. Optie tankinhoud Mem 10 cnt Laat toe de geheugens te configureren voor verspoten volume en bewerkte oppervlakte. 0 : geen geheugens. 1 : een geheugen: totaalteller 2 : een totaalteller en een deelgeheugen. 16: een totaalteller en vijftien deelgeheugens (maximum) Hiermee kiest men hoe de tankinhoud bepaald wordt. 10 CALC 24. Maximum tankinhoud CALC CALC: door aftelling met debietmeter meas : door tank-niveaumeting Programmeer hier de maximum tankinhoud. 25. Verkorte werkbreedte nom 4200 vol yes I----I NB: Wanneer de tankniveau-sensor actief is komt deze stap niet voor. Laat toe de verkorte werkbreedte te activeren. YES: verkorte werkbreedte mogelijk NO: geen verkorte werkbreedte yes 26. Calibratiemethode van 3-weg sectiekranen 27. Geluidssignaal 3 sec cal ret aud YES Alrm Laat toe de manier van calibratie van de 3-weg sectiekleppen in te stellen: CAL: spuitdruk blijft dezelfde bij uitschakelen sectie. (calibratie per type dop) VAR: druk afhankelijk van type dop (vaste instelling terugloop) Laat toe een geluidssignaal te geven bij alarm. Cal Yes 28. Instelling spanningsniveau sectieingangen sec lev imp high Laat toe het spanningsniveau van de sectie-ingangen in te stellen: HIGH: sectie open = 12V LO: sectie open = 0V High 29. Windsnelheids-meter win spd pls 1.49 Programmeer hier het aantal pulsen per m/sec windsnelheid. 1.49 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 18 van 32

30. Aftakas-sensor pto cal pls 22.9 Geef het aantal pulsen/omw. Gebruik de toetsen + of - om de waarde te wijzigen, of geef een nieuwe waarde in met de getal-toetsen. 22.9 31. Laag toerental alarm aftakas pto lo 50 Geef hier de waarde in voor het laag toerental alarm van de aftakas. 50 32. Hoog toerental alarm aftakas pto hi 0 Geef hier de waarde in voor het hoog toerental alarm van de aftakas. 0 33. AirMatic air no reg Selecteer hier Yes, wanneer AirMatic druppel grootte regeling gebruikt wordt (optie). NO 34. Indien AirMatic optie YES: keuze restrictor res sel R35 ajet Kies hier de gebruikte restrictor uit de lijst. HTA: R35 AJET R35 ajet 35. Indien AirMatic optie YES: Min. Spanning lucht-regelklep air 3.5 min volt Programmeer hier de laagste spanning waarbij de regelklep nog gegarandeerd draait. Schakel de hoofdschakelaar in, en vergroot de waarde totdat de regelklep gegarandeerd in alle omstandigheden draait. 3,5 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 19 van 32

Hierna worden enkele geregistreerde waarden weergegeven: 36. Maximum geregistreerde snelheid 37. Totaalteller bewerkte oppervlakte spd Km/H 24.7 High tot 1250 ha Hier wordt de hoogste gehaalde snelheid van de machine weergegeven. Hier wordt de totale bewerkte oppervlakte bewaard. 38. Totaalteller spuitwerkzaamheden tim tsp m.s 32.43 Hier wordt de totale spuittijd bewaard. 39. Urenteller machine tim H.m tot 32.43 Hier wordt het totale aantal draaiuren bewaard. 40. Urenteller aftakas tim pto m.s 32.43 Hier worden de draai-uren van de aftakas bewaard. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 20 van 32

5 Machine - instellingen Toegang: Actie: Tijdelijk scherm: Scherm: Hoofdschakelaar uit 2 Druk 2x P 80 50.0 3.5 1275 Houd ingedrukt 1 SYS reg FLO Parameter: Scherm: Beschrijving: Standaardwaarde 1. Pulsen/liter Geef hier het aantal pulsen/liter in. 52.3 debietmeter cal flo Houd + en - ingedrukt om de auto-calibratie te pls 52.3 starten. 2. Keuze snelheidssensor ingang 3. Keuze snelheidssensor parameter 4. Calibratie wielsensor 1 Reg spd sel RAD SPD sel SRC Pul1 spd 1 cal 159 Kies hier de gewenste snelheids-ingang: Pul1, Pul2 en Pul3 : Wielsensor Rad : Radar NB: De Agrifac zelfrijdende spuitmachines gebruiken standaard de Radar ingang (voor de wielsensor). Kies hier de gewenste parameter voor de wielsensor: Pul1, Pul2 of Pul3. NB: Deze parameter is alleen zichtbaar indien Wielpuls én Radar gebruikt zijn. Programeer hier het aantal pulsen per 100 m Houd + en - ingedrukt om de auto-calibratie te starten. Pul1 Zelfrijder: RAD Pul1 159 Uw waarde 5. Calibratie wielsensor 2 spd 2 cal 159 Programeer hier het aantal pulsen per 100 m Houd + en - ingedrukt om de auto-calibratie te starten. 159 6. Calibratie wielsensor 3 spd 3 cal 159 Programeer hier het aantal pulsen per 100 m Houd + en - ingedrukt om de auto-calibratie te starten. 159 7. Calibratie Radar spd RAD cal 1500 Programeer hier het aantal pulsen per 10 m Houd + en - ingedrukt om de auto-calibratie te starten. 1500 8. Dopafstand 50 CM Programmeer hier de afstand tussen de doppen Eenheid : cm 50 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 21 van 32

9. Aantal doppen # Programmeer hier het aantal doppen per sectie. Sec per sectie 0 NB: Deze stap herhaalt zich voor iedere sectie op 1 de machine. Een machine met 9 secties heeft altijd 1,2,3 en 13,14,15 op 0 doppen!! 0 10. Referentiedruk voor de dopafgifte ref prs 2.00 Programmeer hier de referentiedruk (in bar) waarbij de afgifte van de doppen bepaald is. Deze waarde geldt voor alle doppen. 2.00 11. Afgifte van de doppen 2.0 lpm REF 1.29 12. Keuze type sectiekraan 2 sec type Hier kan men de afgifte van de doppen bekijken en aanpassen. Niet aanpassen! NB: Als de waarde afwijkt van standaard, dan knippert + LED of the LED. Maak hier de keuze tussen 2-weg of 3-weg sectiekleppen. 2 13. Snelheid van de re- REG gelklep 12.2 14. Minimum rijsnelheid Act a. Het getal links heeft invloed op de snelle actie van de regelklep NB: 0 zeer traag, 19 is zeer snel. b. Het rechter getal heeft invloed op de fijne regeling. NB: 0 zeer traag, 9 is zeer snel. 12.2 mim SPd Minimum waarde voor de rijsnelheid. 0.0 0.0 15. Vuldebietmeter (pulsen/l) fil flo pls 33.3 Geef hier het aantal pulsen/liter in. Houd + en - ingedrukt om de auto-calibratie te starten 33.3 16. Klep voor automatisch vullen 17. Vervroegde afslag vulklep fil out off dflt fil ofs 0 vol Geeft de toestand weer van de vulklep uitgang tijdens het normale gebruik. OFF : Gesloten On : Open Geef hier het aantal liters in dat nog in de tank stroomt, nadat de vulklep is dichtgedraaid. off 0 18. Niveau uitschakelen agitiatieklep tan lev 0 agi Indien een tankniveausensor gebruikt is kan men de agitatieklep automatisch uitschakelen als de tankinhoud onder deze waarde zakt. NB: dit gebeurt alleen als de hoofdschakelaar uitgeschakeld is. 0 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 22 van 32

19. Printerticket taalkeuze 20. Communicatie 21. Filtering van het l/ha scherm prn sel lan dutc no Com Smo dis 1 rate Hier wordt de taal ingesteld waarmee het ticket afgedrukt wordt: Dutc: Nederlands Ital: Italiaans Engl: Engels Fren: Frans Germ: Duits Geef hier het gebruik van de seriële poort in: - NO COM: geen communicatie - Cnt Prt: ticket printer voor loonwerker (minimum) - Usr Prt : ticket printer voor klant ( compleet ) - GPS : verbinding met GPS systeem - LOG : logging mode (een bericht per seconde) Geef hier het percentage van de filtering van het l/ha display in Dutc No com 1 22. Systeemalarm cal tip 10 lev Dit getal (in %) bepaalt de toegelaten afwijking tussen de gemeten dosis en de berekende dosis. 10 23. Wielslip alarm 24. Densiteit MAX SpD 10 SlIp D 1.00 dens Dit getal (in %) bepaalt de toegelaten afwijking tussen de Wielsensor en de Radar. NB: Alleen indien Wielsensor én Radar gemonteerd is. Gebruik de toetsen + of - om de waarde te wijzigen, of geef een nieuwe waarde in met de getaltoetsen. 10 1.00 25. Tijd voor de windsnelheidsmeting 26. Indien Air- Jet aktief: referentie luchtdruksensor 27. Indien Air- Matic aktief: max. druk luchtdruksensor 28. Indien Air- Matic aktief: snelheid regelklep. win tim 0 sec 0.0 air 4.00 ma phi air 2.50 sens reg spd 10.2 air Gebruik de toetsen + of - om de waarde te wijzigen, of geef een nieuwe waarde in met de getaltoetsen. Indien Sensor gemonteerd: 20 Programmeer hier de stroom die de sensor uitstuurt bij 0 bar druk. Voor automatische calibratie: druk + en - tegelijk om de calibratie te starten Programmeer hier de max. druk van de luchtdruksensor. Dit moet de druk zijn bij een 20 ma signaal van de sensor. a. Het getal links heeft invloed op de snelle actie van de regelklep NB: 0 zeer traag, 19 is zeer snel. b. Het rechter getal heeft invloed op de fijne regeling. NB: 0 zeer traag, 19 is zeer snel. 0 4.00 2.50 10.2 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 23 van 32

6 IJking van de verschillende sensoren. 6.1 Snelheid. 6.1.1 Manueel. Scherm: Verklaring: Waarde: 2.0 200 7.6 02.55 Ha Houd de toets ingedrukt. Houd + en - ingerukt voor automatische calibratie (zie verder) SPd cal 1 250 SPd cal 2 250 SPd cal 3 250 SPd cal rad 1000 Gebruik de toetsen + of - om de waarde te wijzigen, of geef een nieuwe waarde in met de getal-toetsen. Houd Pro ingedrukt om de waarde te bewaren en naar gewone werking terug te keren. Gebruik de toetsen + of - om de waarde te wijzigen, of geef een nieuwe waarde in met de getal-toetsen. Houd Pro ingedrukt om de waarde te bewaren en naar gewone werking terug te keren. Gebruik de toetsen + of - om de waarde te wijzigen, of geef een nieuwe waarde in met de getaltoetsen. Houd Pro ingedrukt om de waarde te bewaren en naar gewone werking terug te keren. Gebruik de toetsen + of - om de waarde te wijzigen, of geef een nieuwe waarde in met de getal-toetsen. Houd Pro ingedrukt om de waarde te bewaren en naar gewone werking terug te keren. NB: Dit zijn pulsen per 10m. p/100m p/100m p/100m p/10m 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 24 van 32

6.1.2 Automatische calibratie. De automatische calibratie is gebaseerd op het tellen van het aantal pulsen over een afstand van 100 m. Plaats 2 markeringen op en afstand van exact 100m. De automatische calibratie moet in het veld gebeuren en niet op de weg, met een tank die ongeveer half vol is, banden op de juiste spanning. De rijsnelheid heeft geen invloed. Stap: Scherm: Verklaring: 1. Uitgangspositie. CAL Rijd tot voor de eerste markering en viseer een referentiepunt op de machine (spatbord, trapje ) P 1 P 2 P 3 P4 P5 2. Start de automatische meting. CAL 0 Druk op + om de meting te starten. P 1 P 2 P 3 P4 P5 3. Automatische meting. CAL 102 P 1 P 2 P 3 P4 P5 Rijd tot aan de volgende markering op 100 m. (let op: gebruik hetzelfde referentiepunt als bij de eerste markering) De computer gaat zelf detecteren of er een wielsensor of een radar aangesloten is op de geselecteerde ingang. In geval van een radar zal het symbool RAD verschijnen. Druk op de toets + om weer te keren naar de manuele calibratie. NB: De calibratie moet steeds opnieuw gedaan worden indien men van banden wisselt of de bandendruk ingrijpend wijzigt. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 25 van 32

6.2 Spuit-debietmeter. 6.2.1 Manueel. Scherm: Verklaring: Waarde: Houd de debietmeter-toets ingedrukt of selecteer de programmeerstap in de machineinstellingen. 2.0 200 7.6 02.55 Ha flo cal pls 650.0 Gebruik de toetsen + of - of de cijfertoetsen om de gewenste waarde in te programmeren. Houd ingedrukt om de waarde op te slaan en naar gewone werking terug te keren. Houd + en - ingedrukt om de automatische calibratie te starten. p/liter 6.2.2 Automatische calibratie Volg hierbij de onderstaande sequentie. Start met spuiten. De computer gaat het aantal gemeten pulsen registreren. Stop met spuiten wanneer de gewenste hoeveelheid is verspoten. Druk op ; Geef nu het aantal verspoten liters in en druk op: de computer gaat nu het juiste pulsgetal uitrekenen en op scherm zetten. Druk op door te gaan naar de volgende stap. Houd ingedrukt om terug te keren naar de gewone werking. & cal + Cal 0 0 lit Cal 6360 7 Cal 5077 Cal 5123 600 lit 1000 lit 12 lit 1000 Debietmeter calibratie. Pulsen/liter flo pls cal 125.1 out 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 26 van 32

6.3 Vul-debietmeter. 6.3.1 Manueel. Scherm: Verklaring: Waarde: Gebruik de toetsen + of - toetsen, of gebruik de cijfertoetsen om de gewenste waarde in te programmeren. p/liter flo fil pls 650.0 6.3.2 Automatisch Houd Pro ingedrukt om de waarde op te slaan en naar gewone werking terug te keren. Houd + en - ingedrukt om de automatische calibratie te starten. Volg hierbij de onderstaande sequentie. Start met vullen. De computer gaat het aantal gemeten pulsen registreren. Stop met vullen wanneer de gewenste hoeveelheid is gevuld. Druk op ; Geef nu het aantal gevulde liters in en druk op: de computer gaat nu het juiste pulsgetal uitrekenen en op scherm zetten. Druk op om terug te keren naar de gewone werking. & cal Cal 0 0 lit Cal 6360 Cal Cal 7 5077 12 5123 600 lit 1000 lit lit 1000 fil pls flo 125.1 Vulmeter calibratie. Pulsen/liter out 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 27 van 32

6.4 Druksensor. 6.4.1 Automatische calibratie van het 0 bar referentiesignaal. 1. Drukloze druksensor! 0.0 4.00 bar ref ma De stroom die de sensor levert bij 0 bar wordt gemeten. Verzeker u ervan dat de sensor ABSOLUUT drukvrij is alvorens de calibratie uit te voeren. Houd + en - om de automatische calibratie te starten. Standaardwaarde: 4.00 Eenheid: ma P1 P2 P3 P 4 P5 2. Automatische 0.0 4.00 bar meting 9 205 De stroom die de sensor levert bij 0 bar wordt gemeten. 205 = digitale waarde 4.00 = stroom in ma 1 10 = 10 opeenvolgende metingen 3. Weergave van het resultaat 0.0 4.00 bar ref ma Het weergegeven resultaat is het gemiddelde van de 10 opeenvolgende metingen. De waarde moet ongeveer 4.0 ma zijn. Keer terug naar gewone werking door op te drukken. P1 P2 P3 P 4 P5 6.4.2 Automatische calibratie van de maximumdruk Om rekening te houden met drukverliezen in de leidingen. 1. Maximumdruk van de druksensor phi 10.0 prs sens Geef de maximumdruk in van de sensor (overeenkomstig met 20 ma) Houd + en - ingedrukt voor automatische calibratie. standaardwaarde: 10 Eenheid : bar 2. Voorbereiding auto- calibratie P1 P2 P3 P4 P5 5.0 4.00 205 De hoofdschakelaar is uitgeschakeld. Kies een referentiedruk met + of - (of geef een waarde in met de getal-toetsen) die zo dicht mogelijk ligt bij de maximale druk van de sensor. Stop spuiten 3. Voorbereiding auto- calibratie Spuiten P1 P2 P3 P4 P5 4.0 10.4 CAL P1 P2 P3 P4 P5 4. Automatische 134 10.4 meting MES 9 Begin met spuiten met alle secties open. Regel met + of - de werkdruk, gemeten met een manometer vlakbij een dop, totdat deze overeenkomt met de hierboven geprogrammeerde druk. Druk op Pro om de automatische meting te starten. De stroom die de sensor levert bij een druk gelijk aan de referentiedruk wordt gemeten. 134 = digitale waarde 10.4 = waarde in ma MES 0 MES 9 = 10 opeenvolgende metingen Keer terug naar gewone werking door op Pro te drukken. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 28 van 32

7 Printer-optie. Om de printer te kunnen gebruiken moet een van de volgende opties gekozen zijn in het menu communicatie: usr prt of cnt prt. Print-toets Print-toets De printer werkt alleen als de hoofdschakelaar uitgeschakeld is (spuiten gestopt) Om de gegevens van de laatste job af te drukken drukt me op de PRINT toets. Om de inhoud van een geheugenlocatie af te drukken brengt men dit eerst op het scherm, en druk vervolgens op de PRINT toets. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 29 van 32

8 Ingebouwde testmogelijkheden. De 860 spuitcomputer heeft een aantal ingebouwde test-mogelijkheden, die de gebruiker toelaten de juiste werking te controleren. De test mode is alleen te gebruiken wanneer de hoofdschakelaar uitgeschakeld is. De test mode wordt gestart door de Pro en MAN toetsen tegelijk in te drukken. Het eerste scherm dat verschijnt is tevens de eerst test die kan uitgevoerd worden. Elke specifieke test heeft een nummer, die geselecteerd kan worden door middel van de + en toetsen. Wanneer de Pro toets ingedrukt wordt, nadat een test geselecteerd is, wordt de test uitgevoerd. De test kan op ieder moment onderbroken worden door op Pro te drukken. Hieronder wordt een lijst weergegeven van de verschillende tests, met een korte verklaring ervan : 1. Display 1 slf Dis TEST Eerst gaan alle segmenten aan. Daarna gaan ze allemaal uit, en worden een voor een weer aangestuurd. Hierdoor kan de goede werking van ieder segment van het display nagegaan worden. 2. LED s 3. Toetsen 4. Wielsensor 5. Radar (= wielsensor bij ZA2700 en ZA3400) 6. Vul-debietmeter 2 slf LED TEST 3 slf BUT TEST 0 BUT 1 2 4 slf SPD TEST SPD OFF 0.0 5 slf 6 slf RAD TEST FIL TEST De LED s op het frontpaneel worden een voor een aangestuurd, te beginnen in de linker-bovenhoek, en eindigend in de rechter-ondrhoek. De 5 LEDs rechts van het display worden laatst aangestuurd. Wanneer de test gestart is, moeten alle toetsen een voor een ingedrukt worden. De waarde in de linker-onderhoek is 1 wanneer geen toets is ingedrukt, en 0 wanneer een toets is ingedrukt. De waarde in de rechter-onderhoek geeft het nummer van de laatst ingedrukte toets weer. Het nummer in de rechter bovenhoek geeft het nummer weer van de toets die op dat moment wordt ingedrukt. De test wordt verlaten door 3 sec op de Pro toets te drukken. De frequentie van het signaal wordt weergegeven in de rechter-onderhoek (pulsen/sec). Zolang deze waarde lager is dan 2, wordt de status van het signaal weergegeven in de rechter- bovenhoek: On = sensor aktief (signaal sensor = laag) Off = sensor niet aktief (signaal sensor = open circuit) De frequentie van het signaal wordt weergegeven in de rechter-onderhoek (pulsen/sec). Zolang deze waarde lager is dan 2, wordt de status van het signaal weergegeven in de rechter- bovenhoek: On = sensor aktief (signaal sensor = hoog) Off = sensor niet aktief (signaal sensor = laag) Zie test 4; Wielsensor. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 30 van 32

7. Spuitdebietmeter 7 slf FLO TEST Zie test 4; Wielsensor. 8. Windmeter 9. Aftakas sensor (Tankcontrol) 10. Druksensor 11. Tankniveau sensor (TankMatic) 12. Sectie ingangen 13. Regelkraan 8 slf WIN TEST 9 slf PTO TEST 10 slf PRS TEST PRS 8.00 405 11 slf TAN TEST 12 slf SEC ON TEST SEC 1 8 13 slf reg REG TEST 50 plus Zie test 4; Wielsensor. Zie test 4; Wielsensor. Indien Tankcontrol gemonteerd is, is dit het signaal van de verbinding met Tankcontrol. De gemeten stroom wordt weergegeven in de rechter bovenhoek. De waarde moet liggen tussen ongeveer 4 en 20 ma. 0 ma is mogelijk indien geen sensor aangesloten is. De waarde in de rechter onderhoek geeft de interne digitale waarde weer, en moet liggen tussen 0 en 1023. Zie test 10; Druksensor. De rechter-bovenhoek geeft OFF weer als de hoofdschakelaar uitgeschakeld is, en ON wanneer de hoofdschakelaar ingeschakeld is. In de linker-onderhoek wordt weergegeven hoeveel secties er ingeschakeld zijn. Wanneer slechts 1 sectie ingeschakeld is, wordt in de rechter-onderhoek weergegeven welke sectie het is. In dit voorbeeld is de hoofklep aan en enkel sectie 8 (middensectie) ingeschakeld. Wanneer de test gestart is, kan de regelklep aangestuurd worden met een sneleheid van 0 tot +100% ( plus ) of van 0 tot 100% ( min ) door op de + of de toets te drukken. In dit voorbeeld wordt de regelkraan aangestuurd met 50% (6V) naar een hogere druk. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 31 van 32

14. Digitale uitgangen 15. Luchtdruk sensor (AirMatic) 16. Luchtdruk regelkraan (AirMatic) 14 slf DIG TEST DIG out 2 15 slf AIR 16 slf TEST ARG TEST Wanneer de test gestart is, kan iedere uitgang aangestuurd worden door op de + of de toets te drukken. De waarde, weergegeven in de rechter-onderhoek geeft weer om welke uitgang het gaat: 0 = geen uitgang aan, 1 = eerste uitgang aan,... 4 = vierde uitgang aan. Zie test 10; Druksensor. Zie test 13; Regelkraan. De test mode kan op ieder moment verlaten worden door gedurende 3s de Pro toets ingedrukt te houden. 860 Manual Dutch v1.10 Pagina 32 van 32