SAMENVATTING HARDOP KIJKEN VAN AD VISSER Kunstbeschouwing is ondergeschikt aan kunstgeschiedenis maar de relatie is echter groot en beiden behoren tot de theorie de kunsten. Hoe we naar kunst kijken: Enerzijds hebben we ICONOGRAFISCH en anderszijds MORFOLOGISCH. ICONOGRAFIE Houdt de betekenis van het beeld in, wat het voorstelt. Het heeft een literair gehalte en stelt hoge eisen aan kennis van literatuur, filosofie, godsdienst, wetenschap, leefwijzen en politiek, enz. MORFOLOGIE richt zich op de vorm, uiterlijk, compositie, kleur, licht en ruimte. Het oppositiemodel en begrippenparen Heinrich Wolfflin had voor onderzoek in 1915 een model gevormd gebaseerd op n 5-tal tegenstellingen. tectonisch - atectonisch lineair - picturaal plastisch - ruimtelijk veelheid - eenheid absolute onduidelijkheid - relatieve onduidelijkheid Het gaat om de tegenstellingen, iets lichts, lijkt lichter naast iets donkers, iets recht lijkt extra recht naast een kromme, een bewegelijke vorm wordt extra dynamisch naast een statisch vorm. In deze samenvatting vormt het model van Wolfflin de rode draad, eerst worden materialen en technieken besproken. In de context van het geschreven stuk waarvan deze samenvatting gemaakt is betekent ordening niets anders dan onderlinge samenhang. Relativerend kunnen we stellen dat er altijd sprake is van ordening. Moderne kunstenaars zoeken maar wat graag chaos op om aan de ordening te proberen te ontsnappen. Contouren - contouren / lijnen kunnen worden gevormd in een diffuus beeld door verschillende technieken te hanteren, vlakke, zachte of harde structuren. Scherpe en vage contouren.
Centrale compositie - Wanneer de verticale en de horizontale assen elkaar kruisen, ontstaat er een duideklijke concentratie naar het midden. Asymmetrische compositie - kan in een werk ontstaan door intuitief handelen van de artiest of gebaseerd zijn op de gulden snede verhouding (grof verhandeld / globaal hanteerbaar model is 5:8 of 8:13) Het dateert van ± 300 jr.v.chr. van de uit Alexandrië afkomstige wiskundige Euclides.
Geometrie - is wanneer een meetbaar ritme/karakter ontstaat bij het registreren van het lijnenspel wat toont in een werk. Diagonale compositie - wanneer hoofdzakelijk schuine lijnen te ontdekken zijn in het geheel, westerse perceptie laat een opwaardse lijn ervaren wanneer van links onder naar rechts boven een lijn loopt (leesrichting)
Piramidale compositie - wanneer duidelijk een 3-hoek te herkennen is, leidt ook tot vorming van een tectonisch beeldkarakter Bewegings-compositie - ontstaat bij een lijnenspel dat gezamelijk binnen het werk een beweging suggereert.
Over-all-compositie - wanneer het geheel wordt gevuld door patroon of een hiërarchie ontbreekt. Dark Blue Cup: Sam Francis Ruimtelijke ordening Ordonnantie Betekent schikken. Manier van ruimte scheppen op het platte vlak. De bekendste methode is overlapping, voor of achter elkaar plaatsen. Graduele ordonnantie: ordening in zig-zag graduele ordonnantie: Dichtbij en veraf naast elkaar contrapuntische ordonnantie: Mengvorm van beide De term komt uit het Latijn, van punctus contra punctum, noot tegen noot. Het is ontleend aan de muziek, en betekend tegenstem. Binnen de kunst betekend het dat er twee beeldelementen geen geleidelijk verloop hebben maar het direct naast elkaar staan van het meest nabije en het meest verre punt, hierdoor ontstaan een sterke ruimtelijke werking.
Vorm/restvorm figuur/achtergrond In verband met de ordeningsystemen spelen twee begrippenparen een belangrijke rol: vorm/restvorm en figuur en achtergrond. Onder vorm verstaan we de figuur die een dominante plaats inneemt, en hetgeen wat overblijft is de restvorm. Figuur en achtergrond hebben te maken met de ruimtelijkheid. Het verschil van beeldkwaliteit tussen het figuur en de achtergrond wordt meestal bepaald door het feit dat de figuur minder vaag is dan achtergrond. Ruimte Ruimtelijkheid en plasticiteit
Plasticiteit / Ruimtelijk hangt samen met oppervlaktekwaliteit, het betreft de buitenkant of de huid van het kunstwerk. Ruimtelijkheid zegt in principe niks over de huid, maar over de wisselwerking tussen beeld en ruimte. Een stijger is een open beeld en een rotsblok gesloten. Gesloten open plasticiteit ruimtelijk Hier volgen nog vier begrippeen die met ruimte te maken hebben: Massa: zware vormen, massief Volume: iets omvattend, inhoud en is hol. Convex: bol en gesloten, laat weinig of geen ruimte van buitenaf toe. Kracht van binnenuit, is positief Concaaf: negatiefen lijkt druk van buiten te krijgen
Uit een 17e eeuws leerboek centraal perspectief basis van lineair perspectief Ruimte Bij drie dimensionaal werk spreek je van ruimtelijk 2D (schilderij) werkt heeft slechts in hoogte en breedte. maar is te doorbreken doormiddel van het creëren van de illusie van ruimte. Een manier van ruimte scheppen is overlapping / oversnijding: voor en achter elkaar zetten van elementen. Tot aan de 16e eeuw was dit nog lang geen gemeengoed, voor deze tijd plaatst men figuren boven elkaar om ruimte te scheppen. In de renaissance begint men de zichtbare en wetenschappelijke manier te benaderen. Men ging volgens wetenschappelijke regels te werk met wat het centraal perspectief genoemd wordt. Perspectief De perspectiefregels, (Brunelleschi - begin 15e eeuw) kennen de volgende begrippen: horizon, vluchtlijn en vluchtpunt, wijking en verkorting. Perspectief wordt ook wel lineair perspectief genoemd. Diepte sferische ruimte voelbare ruimte
Ruimte diepte en ruimtelijkheid- plasticiteit Vaak kunnen we kunstwerken onderscheiden in lineair-plastisch en picturaal-ruimtelijk. In een picturale opzet kunnen we veelal geen duidelijke contouren aanwijzen, vormen hullen zich in onduidelijkheid. In lineair-plastisch werk is er spraken van scherp omlijnde vormen, welke helderheid en exactheid in hoge maten een tastbare indruk maken. Picturaal-ruimtelijk lineair-plastisch Gradiënten Grootte gradiënt : perspectivische verkorting Textuur gradiënt : korenveld in de voorgrond zie je afzonderlijke are, in de verte een diffuus geheel. Scherpte gradiënt : richting de horizon worden de contouren gaandeweg onscherp Helderheids gradiënt : stapsgewijze kleurverandering, voorgrond warme en heldere kleur en koele vergrijsde kleur in het verschiet. Dit wordt ook wel kleurperspectief genoemd. Combinatie, textuur, scherpte en helderheid gradiënt nadruk op helderheid gradiënt
sacraal The Holy Trinity, 1420s Meester Bertram (1340-1414) Rublev, Andrei Enkele uitzonderlijke ruimte illusies Psychologische ruimte : d.m.v. kleur, rood komt op je af en blauw lijkt te wijken Sacrale ruimte : monochrome kleur vaak blauw en goud, wordt vaak gebruikt bij Gotische en Byzantijnse kunst, goden en heiligen worden door deze kleuren omgeven. Enveloping space : Amerikaanse term, de afmeting van een werk is zo groot dat je er door omgeven wordt. Licht en donker De verschillen tussen zwart en wit en de graduele overgangen in grijswaarde noemen we tonaliteit. Tekenaars en schilders maken gebruik van licht en schaduw om ruimtelijkheid en plasticiteit te creëren. Modelé, de ilusie van volume wekken bij voorwerpen en figuren met gebruik van licht en donker. Schaduwen Eigen schaduw : Grisailles : Slagschaduw : de schaduw is object gebonden en laat eigenschappen van het object zelf zien. worden in één kleur uitgevoerd, ver doorgevoerd gebruik van toonverschillen om de illusie van een fysiek aanwezig beeldhouwwerk op t e roepen. deze lokaliseert het object in een ruimte.
Eigen schaduw grisaille slagschaduwen Extreme vormen van licht en donker noemen we claire obscur of chiaro-scuro Zelfportret Rembrant LICHT Symboliek De symbolische betekenis van licht heeft te maken met cultureel bepaalde contrast, licht-donker, goed-kwaad, dag-nacht, veiligheid- gevaar, en het sacraal gebruikte goddelijke en hemelse licht.
Licht om zichzelf Vermeer
Zonder kleur zien we niets. De kleurencirkel van van Itten is een schema dit alle kleuren om ons heen verklaart. Op de voorgrond donkere voorwerpskleuren, in het midden heldere en warme kleuren, en op de achtergrond koele en vergrijsde kleuren.
Cerebraal, impressief en expressief kleurgebruik Cerebraal kleurgebruik: duidt op het volledig rationeel toepassen van kleur Zelfstandige kleuren Optische kleurmenging Beweging Beweging in de ruimte De beweging autonoom Standpunt en plaatsing Functie en genese Waarneming en abstractie