Vergelijkbare documenten
HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

1 Kussen over mijn hoofd

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

Marlies Verhelst. Geraakt

De boekenbeer Module dans groep 1-2

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt.

Charles den Tex VERDWIJNING

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.


Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Arie van der Veer & Ellen Laninga. Luister maar. Met illustraties van Rike Janssen. Boekencentrum


1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

Rana, het regenboogkind. Esther Bohte-de Wilde

Maya s moeder kijkt verbaasd naar de dichte deur. Ze hoort haar dochter snikken. Nou, zo erg is het toch niet, denkt ze.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Door het raam ziet ze Bea, de benedenbuurvrouw. Ze veegt de sneeuw weg van het pad voor de flat. Uitslover, denkt Alice.

wat is dat eigenlijk? Denk mee over acht grote vragen

Alleen in een groot spookhuis. Duncan Neijenhuis Groep 7

Naar de bovenste verdieping

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

ZOEK HET UIT! KinderBijbelKeet-week Grote Kerk Hilversum. 28 tot en met 31 augustus. dit boekje is van:.

Ga zitten of liggen zodat je je hand op je buik kan leggen, ter hoogte van je navel.

3e Statie: Jezus valt voor de 1e maal onder het kruis.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

HANDIG EEN BIJTEND KONIJN

Ik ga je wat vertellen, je hoeft alleen maar te volgen wat ik zeg, mijn stem is nu het enige wat voor jou belangrijk is om te volgen.

2. Het kistje. Joost weet niet wat hij hoort. Geadopteerd. Hij!

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

Tekening voorkant: Tara van Veen. Tekeningen binnenin: Alette Straathof. Leeftijd: jaar AVI: E3 M4. Lettertype: Dyslexie

duurde het wel een uur om ze weer naar buiten te krijgen. Zijn ze bang? vraagt Jasmijn. Weer haalt Kirsten haar schouders op. Daar is geen directe

Het kasteel van Dracula

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

veeg de tranen van me weg. Ik kijk nog eens rond en er valt een hoop spanning van me af. Er komt zelfs een kleine glimlach op me gezicht terug.

De tocht door het land van rouw

Vlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI

De Boomhut Module muziek groep 3-4

januari 2015 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Ik huppel - BVP Hint Music 2015

Herman gaat met zijn dochter Lies naar de dierentuin. Joppie de hond gaat ook mee. Ze gaan gelijk naar de apen, die dicht bij de ingang zijn.

Thom de dino vriend. Lize Ippel

INHOUD. 3 Inleiding 4 Kiezen voor het leven DRIE GOUDEN TIPS OM VOLUIT TE LEVEN

Samen met Jezus op weg

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Paul van Loon. Weerwolfnachtbaan. Tekeningen Hugo van Look. Leopold / Amsterdam

De stervensfase. Beter voor elkaar

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Schaapje Schaap woont op de weide samen met Nina en Osto.

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

Wat is hij nou onhandig! Eindelijk krijgt hij een lucifer aan.

HANDIG DE TAAL VAN EEN HOND

O-KAARTJES EXP 8B.indd :56:1

D e P r a a l b l o e m

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

Lieve mensen van de Hofkerk, gasten, gemeente van Jezus Christus

4e zondag van Pasen - De Goede Herder.

Waarom zijn er ongelukkige mensen?

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

15 februari: Ik ben het brood dat leven geeft (Johannes 6:32-40)

Oud wit Prins de Vos. Ik wil je.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Verhaal: Jozef en Maria

OPDRACHT 1 : SCRIPT EN INTERACTIEVE VERSIE VAK : SCHRIJVEN --LOIS VEHOF--

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Kom jij ook uit een ei?

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

In de ene hand draagt hij een koffer, in de andere een kistje. Bok is de nieuwe buurman van Kip. Hij is een professor, zegt Kat. Iemand die heel veel

7-12 jaar Scharrelavontuur jaar Scharrelavontuur

Pannenkoeken met stroop

WEEK 1. we zetten de deur open voor onze vrienden. sleutel van. gastvrijheid. Godsdienst OV 1 - advent LC

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

ik heb t! Gerard van Midden Noëlle Smit

Er vaart een boot op het grote meer

Noah(een kerstverhaal)

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Kom erbij Tekst: Ron Schröder & Marianne Busser Muziek: Marcel & Lydia Zimmer 2013 Celmar Music / Schröder & Busser

De Sneeuwmachine Module Dans Groep 7-8

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

De bruiloft van Simson

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Bijlage 6: Schetsbordverhaal Zacheüs

Miauw! Miauw!

Voorwoord. Rome en de Romeinen

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

In de Hema. O, zegt Kiia. Dat heb ik niet gehoord. Nee, dat blijkt, lacht de vrouw.

1 De derde kleur is het 4 de deel van de GRATIS Regenboogschattenjacht van InnerTreasure

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Het lam. Arna van Deelen

Storm op komst. We vinden het belangrijk dat onze kinderen rekening leert te houden met

Transcriptie:

Texas Het is zomer in Texas als de wereldbevolking opgedragen wordt zich daarheen te begeven. Honderden jaren geleden bogen enkele wijze, blanke vrouwen zich over het vraagstuk. Zij hadden hiervoor de beschikking over computers die niet bij machte waren hen in intelligentieniveau te overtreffen. Dit veranderde. De vrouwen bleven blank en wijs. De computers namen aanzienlijk toe in capaciteit. Tot het moment daar was dat het mensenwerk gedaan was en de machines hun berekeningen konden gaan uitvoeren. En nu loopt een negroïde jongen van veertien met zijn familie, op blote voeten door een zompig moeras aan de oostkust van de voorheen Amerikaanse staat Texas. Hij voelt zich prettig in de hitte en tegelijkertijd ongemakkelijk door de hoge luchtvochtigheid. Zijn zusje wijst lachend op de druppels die langs zijn slapen omlaag sijpelen en eindigen in zijn mondhoeken. Het zout bijt in de wondjes die onderweg ontstaan zijn door ongemakkelijke slaapplaatsen op zacht uitziende, maar gemeen scherpe graspollen. Is het toeval dat de honderden mensen om hen heen een vergelijkbare huidskleur hebben? Dezelfde volle lippen, hetzelfde zwarte kroeshaar? Hij vermoedt van niet. Onderweg werd de sliert sloffende Afrikanen langer en langer; de bezoekjes van de altijd glimlachende jongen het lijkt of zijn mond slechts in die stand kan staan aan mensen in de rij die zijn vrolijke bokkensprongen steeds vriendelijk begroetten, beperkten zich al snel tot het voorste deel van de rij reizigers. Teleurgesteld, maar nog steeds met een glimlach, hoorde hij zijn vader aan die hem streng terechtwees. Wat de zoon niet weet, is dat zijn ouders in een martelende spanning doorliepen, bang dat ze hun zoon nu al verloren waren, zoekgeraakt in de mensenmassa. De jongen is zijn vader dankbaar als die besluit dat ze een definitieve geschikte verblijfplaats zullen zoeken. Een warme plek, een stukje aarde waar hun voeten niet in weg zullen zinken. De laatste vierkante meters van hun leven. Honderden kilometers daarvandaan huilt een vrouw om de dode baby in haar armen. Ook al heeft de vader de oogjes gesloten meteen nadat duidelijk was dat het niet meer leefde, toch lijkt het kindje haar verwijtend aan te staren, dwars door de oogleden heen. Is het eigenwijs als je denkt dat je het beter weet dan de grote machines? Haar leven is doordrenkt met confrontaties met haar nietigheid. Iedereen weet wat ze moeten doen. Zij weet het ook. Ze weet dat ze het nooit beter kan weten. En toch is daar een oergevoel. Je bent eigenwijs, zei haar man vlak voor vertrek. Ik zeg je dat we onze zoon hier laten, zei hij en zijn barse toon had perfect alle verwarrende gevoelens gecamoufleerd. Zwijgend had zij het in doeken wikkelen van hun snikkende zoon voortgezet, een koppigheid voorwendend die niet minder dan doodsangst was. Hij had zich boos van zijn vrouw en zoon afgewend. Het was niet eens zo n lange tocht, vergeleken met de rest van de wereld. De hitte en de wind maakten het echter bar. De doeken beschermden het baby tje tegen stofwolken. Ze kwamen ver, maar de vrouw had niet kunnen bedenken dat de droogte en dorst haar borsten zouden doen opdrogen. En dus draagt ze sinds dagen een dood lichaampje in haar armen. Een kindje om wie ze treurt. Ze legt zich neer bij de beslissing van haar partner om niet verder te gaan. De rivier die zich een weg baant door het heuvelachtige landschap zal zorgen voor voldoende water, zo lang dat nog nodig is. De dichtbegroeide takken van de hen omringende bomen geven beschutting tegen de zon. Na een dag of twee, als blijkt dat de temperaturen meevallen en er zelfs al een regenbuitje is gevallen, vertelt de man zijn vrouw dat deze omgeving helemaal zo slecht nog niet is. 1

Een clubje van de kudde afgedwaalde bizons zorgt voor onrust onder een groep Aziaten die hun kamp op een stukje prairie hebben opgeslagen. Lila bloemetjes omringen de verrassend stevige tenten die op platgedrukt gras staan. Intensief overleg verdeelt de voorheen stabiele leiding in twee vijandig tegenover elkaar staande kleine groepjes mannen. Ineens weet iedereen het beter, lijkt men het sluiten van compromissen, het rekening houden met elkaar zat te zijn. Diverse mannen roepen door elkaar. De één heeft het over het respecteren van het leven van alle dieren in Texas, dieren die uiteindelijk tezamen met de wereldbevolking ten onder zullen gaan. Een volgende over de strategie hoe één van de bizons te vangen en een derde over het belang van zelfbeheersing. Helaas maakt een felle man een ondoordachte, nijdige snijbeweging met de zijkant van zijn hand langs zijn keel. Een vechtpartij volgt. Onzekere tienermeisjes vragen zich verdrietig af hoe het al die tijd goed heeft kunnen gaan en er uitgerekend nu bij het bereiken van het reisdoel ruzie gemaakt moet worden. Wanhopig stort een klein, mager meisje zich in de kluwen mannen, gillend dat ze moeten stoppen. Het is een dwaze poging tot bemiddeling; een poging die tien minuten te laat komt. Een gestrekt been raakt haar hoofd. Stil blijft ze liggen, terwijl het vechten om haar heen doorgaat. De huilende stem van haar moeder doet de mannen tot bedaren komen. Beschermend buigt de vrouw zich over haar dochter, omarmt het gewonde lichaam. Diverse tentdoeken liggen kriskras op het gras. De bizons zijn verdwenen. In plaats daarvan meldt zich een rij honderden weldoorvoede, bleke mensen. Zij laten zich gelaten op de paarse bloemen neerzakken en vervolgen hun discussie over de betekenis van alles. Een jonge vrouw roept verontwaardigd dat het niet kan zijn dat computers beslissen over mensen. Oudere mannen die haar vader hadden kunnen zijn, schudden meewarig hun hoofd en leggen nogmaals uit hoe het gegaan is. Maar de jonge vrouw het meisje wendt zich teleurgesteld af. Plukken bruin haar vallen naar voren als ze haar hoofd buigt. Het zijn computers, godverdomme, zegt ze tussen opeengeklemde kaken door. Tranen van verontwaardiging branden in haar ogen. Haar zusje knijpt zachtjes in haar hand, schurkt tegen haar aan. Ze begrijpen elkaar. Ze zien hoe in de verte een coyote verstrikt raakt in de mensenmassa. Hij wil het op een lopen zetten, een rustige en veilige plek zoeken, maar hij komt niet verder dan een verwarde mengeling van korte sprintjes en botsingen, van rechtdoor lopen en wanhopig weer draaien. Uiteindelijk overmeestert een groepje jongens hem. En ook al weet iedereen dat er uiteindelijk hoe lang dat nog zal duren, weet niemand geen plaats zal zijn voor welk landdier dan ook, toch wenden velen zich af als ze zien hoe het beest genadeloos wordt neergeknuppeld en ruw wordt ontdaan van zijn grijsbruine vacht. Al snel buitelen de jongste kinderen lachend en spelend over elkaar heen, zwaaiend met een bloederige tong en een dikke, pluizige staart. Een gesprek tussen een vrouw en een man van het Europese vasteland verloopt als volgt. Kun je me al zeggen of je je erbij neer wil leggen? Vraagt hij haar. Ja. Dat kan ik. Nu we er zijn. Het antwoord is: ja. Ik wil het. Ik weet alleen niet of ik het kan. Daarvoor hebben we elkaar. Hoe zullen de laatste uren zijn? Of de laatste dagen? Er zijn nu al zo veel mensen. We zorgen dat we genoeg eten op onze vierkante meter hebben. Genoeg water. Maar uiteindelijk Ja. Uiteindelijk. Wanneer geven we op? We geven nooit op. Juist door te accepteren blijven we standvastig. 2

Omdat dat onze eigen keuze is? Ja. Maar. Ja. Is het wel onze keuze als de machines het hebben besloten. De input was van de wijze vrouwen. Honderden jaren zijn zij en de computer bezig geweest, op verzoek van ons allen. Dus ja. Indirect is het onze eigen keuze. En dan is het lang stil. Tot de vrouw aarzelend fluistert dat ze zich er misschien toch niet bij wil neerleggen. De verplaatsing over de aarde heeft desastreuze gevolgen voor alle bebouwing en beplanting. Bestaande wegen zijn niet voldoende om de mensenmassa s te kunnen verwerken en er ontstaan vele nieuwe paden, die al snel breder worden en zich uiteindelijk met recht weg kunnen noemen. Op de wateren varen boten en bootjes. Nietsontziend banen grote schepen zich een weg over de kleinere vaartuigen. Velen vinden de dood. Een prettige, vroege verdrinkingsdood. Veel te veel mensen bezetten huizen, boerderijen, kerken en allerlei andere gebouwen. Op de een of andere manier maakt deze bebouwing het slechtste in mensen los: het zijn de enige plekken waar stevig gevochten wordt om een plekje met een dak boven het hoofd. Er broeien onderhuids vage vermoedens dat deze door mensen gemaakte gebouwen uiteindelijk een reddende vluchtplek zullen zijn. Een klein meisje wordt ziek door het eten van slangenvlees. Eerder die dag was haar vader op het geratel af gegaan en had de slang kunnen overmeesteren. Ondanks de heftige misselijkheid heeft het meisje genoeg kracht om boos te zijn op haar ouders, die haar zachtjes tegen de droge, rotsachtige grond drukken. Haar maag trekt zich woest samen, stuwt het onbekende vlees door een te smalle slokdarm naar buiten. Diezelfde dag terwijl haar broertjes in een vermoeide poging tot spelen van een zandduin afbuitelen sterft het meisje. Omdat er niets anders voorhanden is, omdat ze het reizen moe zijn, omdat het drukker en drukker wordt, omdat het pad waarop ze zich bevinden verschrikkelijk steil is, omdat de wind toeneemt tot stormkracht, omdat ze uiteindelijk toch zullen doodgaan, staat er s avonds wederom slangenvlees op het menu. Vader en moeder overleven het. De andere twee kinderen niet. En dus zijn deze mensen die het einde van deze wereld met hun hele gezin hoopten mee te maken, kinderloos. Naast elkaar gezeten op de richel, staren ze zonder iets te zien naar de horizon. Onder hen in de diepte bevinden zich de lichamen van het meisje en de jongens. Zuid-Amerikanen met beschermende hoeden op hun hoofd, hebben er een gewoonte van gemaakt elkaar ravijnen in te gooien. Totdat één van hen opmerkt dat het geen zin meer heeft, omdat de ruimte in Texas hoe dan ook wordt ingenomen. En dan kan dat beter door een staand levend lichaam zijn, dan een rottend lijk. Een ander werpt tegen dat het einde nog lang op zich kan laten wachten en het lijk tegen die tijd best ontbonden kan zijn. En dus verplaatsen de moorden zich naar het duister van de nacht. Iedereen weet het. Niemand weet wie wanneer aan de beurt is of wie wat doet. Door te zwijgen stemt men toe. De wereldbevolking neemt in hoog tempo af. Uiteraard is deze afname in de berekeningen meegenomen, aangezien er anders onvoldoende plek zou zijn geweest om iedereen in Texas te herbergen. 3

De computers en hun begeleiders, die deze laatste ontwikkeling op aarde in gang hebben gezet, bevinden zich in een gebied met een gematigd klimaat. Op dit moment regent het striemend. Buiten de twintig vrouwen is er niemand om hier last van te hebben. Ze bevinden zich in een lichte kantoorruimte op enkele tientallen meters van het computercomplex. Het aluminiumkleurige gebouw heeft de hoogte van een flatgebouw van zo n 20 verdiepingen. Het is honderd meter lang en honderd meter breed. Eén enkel deurtje verstoort de gladheid van de enorme kubus. Feministische neigingen van de ontwerpster hebben ervoor gezorgd dat geen enkel mens boven de 1.80 m zonder zijn hoofd te buigen door de deur naar binnen kan. De laatste keer dat er iemand met bonzend hart door de warme gangen liep, is slechts enkele uren geleden. Ze doet kort verslag: er zijn geen wijzigingen. Betekent dit dat wij de locatie definitief kunnen verlaten, informeert een van de vrouwen plechtig. Iedereen zwijgt. Denkt na. Eén voor één presenteren ze hun gedachten hierover. Vijftien van de negentien antwoorden bevestigend. De andere vier zijn stellig: nee. Hoofden kruipen tegen borsten aan als er afscheid genomen wordt. Ruwe lippen beroeren zachte wangen. Voorzichtige glimlachjes stuiten dan weer op begrip, soms op afkeer. De vijf die overblijven staan in de regen. In de verte zien ze hun vriendinnen verdwijnen. Lichamen worden tengerder en gaan geleidelijk over in de horizon. Niemand huilt, hoewel ze het allen zouden willen. Een meelevende arm om een schouder wordt beslist weg geschud: Raak me niet aan. De vrouw die het teken van medeleven toonde, krimpt in elkaar. Ze is jong, niet ouder dan twintig. Zij zal degene zijn die haar twijfel uit op een moment dat er geen weg terug is. Op elke vierkante kilometer van Texas, uitgezonderd de wateren, het moeras en de moeilijkst bereikbare bergtoppen, zijn inmiddels aardbewoners. Hun aantal neemt gestaag toe. Iedereen weet dat hij of zij één vierkante meter tot zijn beschikking heeft. Dat het daarna een kwestie van wachten is tot alles echt ophoudt. Het Afrikaanse gezin brengt zijn dagen in relatieve rust door. Ze realiseren zich niet hoeveel ruimte ze nu nog hebben. Muggen maken hun avonden en nachten tot een kleine hel door het steken en het jankende gezoem. Een rij opengekrabde bulten doet een bizarre tweede glimlach op een wang van de jongen verschijnen. Zijn moeder gebruikt het vocht van verpulverde bloemen om de jeuk te verlichten. Het helpt nauwelijks. De jongen en zijn zusje spelen en maken nieuwe vrienden met wie ze over beekjes en kreekjes springen, bruggetjes bouwen en takken met zachte bladeren zoeken die als bed kunnen dienen. Met gebarentaal komen ze een heel eind en ook al flitst af en toe een ongemakkelijke vraag door het hoofd van de jongen, hij is nog jong genoeg om pret te hebben en ruzie te maken zoals kinderen dat doen. Zijn moeder brengt haar dagen door met het verkennen van de planten en vruchten die rondom hen groeien en bloeien. Zoete vruchten en scherpe bladeren bungelen voor de neus van haar echtgenoot, die goedkeurend knikt of resoluut met zijn hand richting het weelderige woud wijst. Eén keer lukt het haar een stukje dood hert te bemachtigen. Met ongemakkelijke blikken slobberen de gezinsleden het bij het avondeten op. De dagen volgen elkaar ongemerkt op, steeds minder heeft men weet van tijd, steeds vaker begint men zich af te vragen of het einde in zicht is. Maar nieuwe groepen, lange slierten mensen blijven zich melden. Op een dag beklimmen tientallen mannen met lange, zwarte baarden het steile pad waarop het kinderloze stel hun dagen in apathie doorbrengt. De mannen blijken een dialect van dezelfde taal te spreken en vertellen het volgende: 4

Het einde van de wereld is nabij. De schampere glimlach van de echtgenoot wordt niet opgemerkt. Ze vervolgen: De hogere macht die ertoe in staat werd geacht de wereld ten onder te doen gaan, is anders dan we dachten. Dan zwijgen ze en dringen zich zo dicht tegen de man en vrouw aan dat hun adem zich vermengt. Het echtpaar betwijfelt ten zeerste of het wat nieuws gaat horen. Die aarzeling is terecht. Want de conclusie die de leider van de groep trekt is: De macht is geen macht, maar blijkt een computer. De echtgenote antwoordt onmiddellijk: Ja. En de computer is met mensenhanden gemaakt en door mensenhanden aan het denken en rekenen gezet, dus we zijn het zelf die onze ondergang bewerkstelligen. Verontwaardigd mompelend schuifelen de mannen achteruit. Dan gaan ze door, bergop. Eén van hen trekt met moeizame rukjes scherpe grassprieten los, doet drie grote passen naar voren, draait zich om en begint, achteruit lopend, het pad voor zijn medereizigers schoon te vegen. De sneetjes die ontstaan door de scherpte van de sprieten, voegen zich gelaten bij de andere in zijn handpalmen. De vrouw van het stel wrikt onverschillig een cactus open. Ook zij let niet op de wondjes die aan haar handen ontstaan. Om de beurt likken ze wat sap uit het binnenste van de plant. De vrouw met de droge borsten heeft zich intussen ontfermd over een negenbandig gordeldier. Grootte en gewicht van het dier doen haar aan een baby denken. Zijn harde pantser voorkomt de problemen die ze met de baby had. Haar man kijkt machteloos toe hoe het dier probeert te ontsnappen uit de provisorische ren die ze heeft gemaakt. Eerst sprong het gordeldier er probleemloos overheen en werd de man opgedragen het beest terug te brengen, terwijl de vrouw de takken hoger opstapelde. Die avond kruipt ze bij het dier en streelt zachtjes zijn harde pantser. De babyloze vader strekt zich ernaast uit, willoos. Helaas wordt de vrouw ruw uit haar droom gerukt door een drietal mensen dat een plekje in de drukte zoekt en vindt dat de ren te veel plek inneemt. Het gordeldier wordt in beslag genomen, gedood en zo goed en zo kwaad als het gaat van zacht vlees ontdaan. Naast het stel zonder baby bevinden zich voortaan de moordenaars van de surrogaatbaby. De vrouw overweegt zelfmoord en bespreekt dit met haar partner. Deze werpt tegen dat het sowieso snel voorbij zal zijn en slentert onverschillig weg, op zoek naar voedsel. De intensiteit waarmee de computers werken, neemt af. Alle volkeren zijn op pad gestuurd. Degene die het verst van Texas wonen als eerste, de inwoners van omringende staten als laatste. De huidige bewoners van Texas zijn niet ingelicht: ze zijn door de eerste arriverende reizigers onmiddellijk op de hoogte gesteld. Ze hebben weinig keus in het al dan niet toelaten van mensen in hun huizen. Een enkeling is het gelukt zijn woning een paar dagen te barricaderen, maar uiteindelijk zijn allen overstag gegaan. Eén van de vrouwen meldt de stand van zaken: iedereen is op pad, tachtig procent is gearriveerd, over uiterlijk een week zal dit negenennegentig procent zijn. Die ene procent zal Texas nooit bereiken en sterven voor de mensheid als geheel verdwijnt. De jongste vrouw besluit de knuppel in het hoenderhok te gooien. Ze zegt: We kunnen nog terug. De anderen hebben moeite zich in te houden, moeten hun handen wringen om te voorkomen dat ze klappen uitdelen. Maar de jongste is nog niet uitgesproken: We kunnen het proces stoppen. Omkeren. Wij hebben die macht. De computer moet naar ons luisteren. Laten we het stoppen. De boodschap is duidelijk, verder dan dit hoeven we niet te gaan. 5

Haar vriendinnen zuchten diep en wachten op elkaar met antwoorden. De boodschap is duidelijk ja. Maar hij is pas optimaal als het proces voltooid is. Je zou dit moeten snappen. Je bent lang genoeg in ons midden opgenomen, zegt één van hen. Het gaat fout omdat je het als iets negatiefs ziet, iets slechts. Daarom reageer je zo, vult nummer twee aan. Nummer drie kan niet achter blijven, maar is te lief om duidelijk te zijn: Het geeft niet dat je dat even zo voelt. Honderden vrouwen voor jou hebben het in gang gezet. Iedereen heeft hen vertrouwd. Doe dat ook. Het is goed. Ze glimlacht vriendelijk. Maar. De. Mensheid. Gaat. Er. Aan, bijt het jonge meisje haar vriendinnen toe. En het is niet nodig! Het is niet nodig! Ze barst in tranen uit als ze de muur ziet waarop ze stuit. Ik wil niet dood, schiet door haar heen als ze weg beent. Het duurt lang voordat de andere vrouwen doorhebben dat ze door het kleine deurtje het computercomplex is binnengeglipt. Misschien dat de vrouw van het Europese stel mits ze tot de uitverkorenen had gehoord iets vergelijkbaars zou hebben gedaan. Ook zij is iemand die vragen blijft stellen, tot het eind. De twee hebben serieus overwogen te proberen samen een deeltje van een boerderij te bemachtigen, om op zijn minst niet voortdurend te worden blootgesteld aan de wind en opwaaiend stof. Weldoorvoed en slim als ze zijn, zouden ze zeker een kans gemaakt hebben. Uiteindelijk waren ze het snel eens: wat heeft een dak boven je hoofd voor zin als de wereld voor de mensheid ten einde is? Dan toch op zijn minst dit einde buiten ervaren, puur en echt. Meestal zitten ze met hun ruggen tegen elkaar aan; het blijkt de beste manier te zijn om de twee beschikbare vierkante meters te bewaken. Bovendien hebben ze behoefte aan lichamelijk contact, aan het weten dat de ander er nog is. De yucca s die er staan, herinnerden de man aan hun huis, ver weg. Het is hem opgevallen dat de plant in deze omgeving past. Een schamper lachje ontsnapt hem als hij bedenkt dat hij als dit alles voorbij is de yucca s thuis naar dit kale landschap zal brengen. De mensen met de drie dode kinderen kunnen niet meer genieten van de restjes natuur. Vele grassoorten en enkele bloeiende cactussen in diverse kleuren bevinden zich nog om hen heen. Op zijn zoektocht naar vocht passeert de man een plas extreem zout water, waar iedereen tot nu toe van af heeft weten te blijven. De man ziet hoe de verderop gelegen poel met zoet water langzaam opdroogt. Het zal niet lang duren voordat dit zoete water verdwenen zal zijn en mensen zich in een oerreflex op de zoute plas zullen storten. Aangezien niemand er materiaal voor heeft, spaart niemand water op. Men pakt als men nodig heeft, er is geen ruzie. De druk op de ruimte neemt echter toe en zorgt voor irritaties. Gefrustreerd bewaakt de vrouw de paar vierkante meters die ze gemarkeerd heeft met een streep in het zand van het pad. Steeds weer probeert ze indringers duidelijk te maken dat ze hier recht op heeft: ze wijst dan op de lijken van haar kinderen die op de helling enkele meters onder haar liggen te ontbinden. Een Zuid-Amerikaans uitziende man met dikke groeven in zijn bruine gezicht en een inmiddels onwaarschijnlijk oud stukje pruimtabak tussen zijn traag malende kaken, snuift minachtend en plant zijn billen demonstratief binnen de lijnen. Doe iets, sist de vrouw tegen haar man. Die haalt wanhopig zijn schouders op, omdat het hem maar niet lukt zijn partner duidelijk te maken dat alle plekken uiteindelijk hoe dan ook zullen worden ingenomen. Ten einde raad laat hij zich naast de Zuid-Amerikaanse man op de grond zakken en begint in gebrekkig Spaans een praatje over het weer. Met opgetrokken schouders van nijd zakt de vrouw op haar hurken en staart naar beneden, de vallei in. Voordat ze echter de krioelende massa waarneemt, kruist haar blik de lichaampjes van haar gestorven kinderen. 6

Waarom zou ik doorleven? vraagt ze zich af. Tranen verblinden haar als ze haar blik op de blauwe lucht boven zich richt. Voor de natuur, voor die schoonheid had ik het willen volhouden. Maar zelfs die is verdwenen. Ingenomen door een meute mensdieren. Ze werpt een snelle blik naar links en naar rechts, op zoek naar geschikt steil deel van de helling. Een deel waar ze zich zonder aarzelen kan afwerpen, een wisse dood tegemoet. Lake Texoma ontwikkelt zich tot de grootste vochtige begraafplaats op aarde. Het bewonen van een plekje aan de waterrand wint aan populariteit. Het recht van de sterkste geldt. En zo gebeurt het dat kinderen, vrouwen, ouderen en later de tengerste mannen, onontkoombaar de diepte in gedreven worden. Op diverse plekken bevinden zich wijze mensen die zich op grote rotsblokken hebben weten te wurmen. Ze schreeuwen hun kelen schor om uit te leggen dat het geen zin heeft elkaar te doden. Dat er voor iedereen een plekje is en dat we uiteindelijk samen ten onder zullen gaan. Primaire levensdrang blijft echter rondspoken. Oud, jong, man, vrouw, als de dood dreigt, vecht men voor het leven. Door het warme computercomplex sluipt de jonge vrouw, die knarsetandend om zich heen kijkt, op zoek naar de juiste plek om de mensheid van haar ondergang te redden. Het ratelende geluid dat uit sommige machines komt, lijkt op een spottende, gillende lach. Weet deze vrouw dat er geen weg terug is? Begrijpt zij dat ze onmogelijk kan terugdraaien wat honderden jaren is voorbereid? Sterke armen pakken haar van achter vast en dwingen haar een verdieping hoger te klimmen, via een smalle, stalen trap die toegang geeft tot een immense lege ruimte. De betonnen vloer is ruw, maar vlak. Met tranen in haar ogen staart ze naar een wazige vlek in de verte. De handen knijpen harder in haar schouders en duwen haar verder naar voren. Struikelend ze wil niet zien wat daar te zien is begeeft ze zich door het vertrek. Terwijl de benedenverdieping gereserveerd is voor de computers, staat deze grote zaal volledig in het teken van een wandbreed scherm. Zwijgend vervolgen de vrouwen hun weg, de jongste heeft haar ogen dichtgeknepen, ze branden verontwaardigd door deze overdreven maatregel. Kijk voor je, vrouw, sist iemand achter haar. Open je ogen en zie wat er gaat gebeuren. Dit stopt niemand en dit willen we niet stoppen. Een hikkend geluid ontsnapt haar als ze haar ogen opent. Een tornado, ontstaan in Mexico, schudt een honderden kilometers lange strook gevuld met groepen, clans, families en individuen op en laat een bonte, verwarde mengeling van personen en culturen achter, velen stervend. Honger en dorst spelen een hoofdrol op de Staked Plains, waar zich inmiddels meer dode dan levende lichamen bevinden. De stank lijkt een diepe grijsgroene kleur aan te nemen en sommigen slaan vertwijfeld met hun armen om zich heen om hem te verdrijven. Gelatenheid heeft zich echter meester gemaakt van de meeste mensen. Bijna iedereen zit of ligt. Men verplaatst zich hoogstens om een bekende te zoeken. Het geweeklaag om de gestorvenen wordt minder nadrukkelijk. Langzamerhand ontstaan geruchten dat een gigantische muur vanuit de andere staten en vanuit de Golf van Mexico, richting Texas kruipt. Dat de laatste aardbewoners op de wijze vrouwen na in het aangewezen gebied zijn gearriveerd. Dat het niet lang zal duren voordat iedereen zich aan de andere kant van de grens tussen leven en dood zal bevinden. 7

Van het lijkje van een klein, roestbruin vogeltje dat het zusje van het glimlachende Afrikaanse jongetje al dagenlang koestert, is niet veel meer over dan een hoopje fragiele botjes met wat losse, treurige veertjes eromheen. Vader en kinderen moeder is verdwenen tijdens een zoektocht naar voedsel hebben geen last meer van de muggen. Enkele dagen geleden stopte het jongetje zijn vinger af en toe in de bloemen van de vleesetende planten, met een van opwinding bonzend hart wachtend op het sluiten. Inmiddels zijn deze planten grotendeels opgegeten of aan het verrotten, slap op de grond hangend. De vader van het gezin heeft geen idee hoe zijn vrouw in de rivier is terechtgekomen, waar haar lichaam eensgezind naast dat van een krokodil ronddrijft. Hij zegt niets tegen zijn kinderen. Slaat zijn lange, dunne armen om hen heen en drukt ze tegen zich aan. De muur is honderden meters hoog en werpt een kille, onvriendelijke schaduw. Verlepte, dorre grassprietjes hangen tussen de voegen slap omlaag, verblijf biedend aan een laatste insect, een torretje, een kevertje. Voor mensen die een blik omhoog werpen, zien de brosse sprietjes eruit alsof ze maanden in de blakerende zon hebben gewacht op dit moment. Het bovenste deel van de muur is donker; sommigen die dit zien duiken automatisch in elkaar, bang dat de enorme stapel stenen onder zijn eigen gewicht zal bezwijken. De stenen, rood en grof, doen bijna amateuristisch aan. Het rood bevat een zweem zwart: een duisternis die zich van binnen naar buiten aan het werken is. Er zijn maar weinig mensen die zich afvragen wie deze stenen op elkaar gemetseld heeft. Toch is er niet meer nodig om de bevolking in te sluiten dan deze reusachtige muur. De laatste landdieren zijn gedood, op een enkele vogel of gekko na, en ook de beplanting is bijna verdwenen. De tijd is gekomen. Dat weet ook het meisje dat naar het scherm staart dat weergeeft wat er aan het gebeuren is en wat het resultaat zal zijn. Het is beter zo. Het is beter zo. Het is beter zo. Haar stem beeft als ze zichzelf probeert te overtuigen van het onontkoombare. Gevoel en verstand horen op één lijn te zitten bij de wijze vrouwen. Haar verstand vertelt haar dat alles in orde is. Haar gevoel gilt haar toe dit te stoppen. Ik ben niet wijs, huilt ze. Ze zakt in elkaar op de vloer. Nu omarmen de andere vrouwen haar en elkaar. Niemand kijkt nog naar het scherm, ze weten wat zal volgen, ze begrijpen dat het verdriet ondraaglijk zal zijn. Ze zien ook in dat ze dit zullen doorstaan. Gewoon, omdat ze geen keus hebben. De man van de vrouw die zowel haar baby als een negenbandig gordeldier heeft verloren, sluit zich aan bij een groepje mensen dat een grot in wil proberen te kruipen. De doorgang is smal en niemand weet of de ruimte wijder zal worden, maar de honger overheerst. Hij is sterk genoeg om de tweede te zijn die zich naar binnen perst. Achter hem volgen de anderen: als er geen grot is, zal het onmogelijk zijn terug te keren. Hij zweet en haalt moeizaam adem. Een piep klinkt in zijn hoofd en hij is bang het bewustzijn te verliezen. Een koel windje in zijn gezicht doet hem echter beseffen dat het gepiep van buiten zijn hoofd komt. De groep is aanbeland in een reusachtige grot waarin zich duizenden vleermuizen bevinden. Eén voor één tuimelen ze naar binnen, zo n anderhalve meter lager. Enkele botten kneuzen, breken, maar het wordt niet gevoeld bij het vermoeden van een walhalla van vlees. Armen boven zich uitgestrekt, knieën hoog opgetrokken, rent de man door de duistere, koele grot. Als geesten glijden de vleermuizen langs hem heen. Hij weet dat het er velen zijn, dat hij hiermee dagen vooruit kan. Wat hij niet weet, en de als stuiterballen om hem heen dravende anderen ook niet, is dat deze grot immens is. Het is te donker om te zien. En de vleermuizen zouden wel gek zijn zich te laten vangen door de grijpgrage magere handen. Achter de man volgt de één na de 8

ander. Ver buiten de grot, ongewis van haar partner die in het donker achter vliegende schimmen aanrent, staart de echtgenote gefascineerd naar een enkele bloem bovenin een magnolia, als door een wonder gespaard en van een prachtige schoonheid in het kale landschap. De vrouw twijfelt, beoordeelt het kale stammetje van de boom dat onbeklimbaar lijkt. Ondertussen wordt er in haar hoofd een gesprek gevoerd tussen twee stemmetjes, waarvan het ene haar aanraadt de bloem te bemachtigen, haar neus erin te steken en een laatste restje natuur op te snuiven, en het andere haar ertoe probeert te zetten het leven van de bloem te respecteren en te sparen. Even snel als de dialoog is opgekomen, verdwijnt hij. De bloem is een roze vlek geworden in de door tranen vertroebelde blik van de kinderloze vrouw. Het Afrikaanse jongetje is zijn familie kwijtgeraakt. Een vriendelijke oude vrouw heeft zich over hem ontfermd. Hij hangt achterover tegen haar magere, harde lijf en springt regelmatig overeind om om zich heen te staren, op zoek naar zijn vader, moeder of desnoods zusje. Het enige wat hij ziet is lichamen. Ontelbare zittende, staande, liggende, wankelende, hangende, springende, wiebelende lijven. En dus worden de periodes dat hij tegen de inmiddels gestorven vrouw aanhangt, steeds langer. Onder zich voelt hij de grond trillen. Zachtjes, maar duidelijk. Zijn glimlach is eindelijk verdwenen. Een deel van Texas bevindt zich in de schaduw van de muur, die degenen die zich nog op zijn pad bevonden achteloos heeft geplet. Buiten deze grens is de aarde op de groep wijze vrouwen en vele dieren na leeg. Alle levenden bevinden zich in de staat Texas, omgeven door de muur die voorkomt dat iemand van gedachten verandert. Toch was deze afscheiding niet nodig geweest. Het vertrouwen in de wijze vrouwen, en daarmee in de computer, was en is enorm: de mensheid zal ophouden te bestaan en plaatsmaken voor andere, nieuwe levensvormen, die zich zullen ontwikkelen nu de ruimte hiervoor beschikbaar is. Althans, dat is wat met denkt. Door de steeds heviger schuddende grond, is de moeder van de kinderen die door het eten van slangenvlees zijn gestorven, op een onverwacht moment de afgrond in geduikeld, bovenop andere mensen. Haar lichaam wordt onverschillig op de grond geduwd. Bij gebrek aan plek, staat er al snel een paar voeten op haar. De eigenaar hoort haar gekreun niet. In kleine, schuddende vlekjes blauwe lucht denkt ze haar man te zien, die van het pad ver boven haar naar beneden glijdt. Het pad blijkt te steil te zijn om de zich steeds heftiger bewegende aarde te weerstaan. Honderden kilometers hier vandaan beseft de vrouw zonder gordeldier dat het fijn zal zijn als het voorbij is. Haar magere heupen drukken pijnlijk tegen de harde, droge grond, die bezaaid is met dode takken en sprieten gras. Met in haar hand de knokige hand van de eenzame man naast haar geklemd, wacht ze het einde met bonzend hart af. Het lukt de man en vrouw van het Europese vasteland niet zo n twee-eenheid te bereiken. De vrouw bevindt zich in een voortdurende staat van paniek, omdat ze steeds sterker weigert zich neer te leggen bij het einde der mensheid. Haar vriend is gestopt erover te discussiëren en zit met zijn handen tegen zijn oren gedrukt op de grond, zijn lichaam van haar afgewend. Blauwe plekken verraden de kneuzingen die de vrouw opliep toen ze hysterisch probeerde weg te rennen, op zoek naar de grens van Texas, op zoek naar redding. In plaats van zicht op het einde van de staat, ontwaarde ze aan de horizon een donkere streep. De muur is echt, weet ze. En dus is er definitief geen weg terug. Het zit niet in haar aard zich neer te leggen bij zaken. Hardop pratend ze verwacht niet eens meer een antwoord blijft ze mogelijkheden bedenken die een ander einde dan de dood tot gevolg zullen hebben. 9

Van de groep Zuid-Amerikanen die elkaar één voor één de diepte in hebben geworpen is de sterkste en slimste overgebleven. Hij is degene die de meeste moorden heeft gepleegd. Om hem heen blijven mensen sneuvelen. Zijn armen lijken niet anders te kunnen doen dan wat ze de afgelopen weken steeds deden: mensen die even niet opletten doden. Omdat er al snel geen plek meer was om lichamen de afgrond in te storten, is hij begonnen mensen te wurgen, neer te slaan of nekken met één forse ruk te breken. Mensen zijn te vermoeid hem te stoppen, krachteloosheid straalt van vele gezichten af, het lijkt niemand meer iets te kunnen schelen. En zo kan de Zuid- Amerikaanse man doorgaan met wat hij moet doen, totdat ook hij gestopt wordt door het ruwe schudden van de aardbodem en ook hij neervalt, eenzaam en alleen, geen familie of vrienden over. Van de hele nog levende bevolking die zich in Texas bevindt, heeft nog ongeveer veertig procent een bekende bij zich. De rest is of alleen, of heeft zich vastgeklampt aan een andere eenling. Het is onduidelijk waarom juist het Afrikaanse jongetje, achterover hangend tegen een dode blanke oude vrouw, op het scherm bij de wijze vrouwen verschijnt. Verbijsterd staren ze naar zijn opeengeklemde lippen, tanden verbergend die bij zo n jongetje op die leeftijd eigenlijk zichtbaar zouden moeten zijn. Geen van hen weet van de twijfel van de anderen. Niemand heeft in de gaten dat ze allemaal op het punt staan het proces te keren, ook al is dat onmogelijk. Ze zwijgen en ze kijken. Een onaardse stilte daalt neer als de grond plotseling, van het een op het andere moment, stopt met beven. Er is geen geschreeuw meer, geen gepraat, geen gehuil. Geen gejammer, geen gezucht, geen gesteun. De laatste lach is gelachen. Het is stil. En dan opent de aarde zich onder de mensheid. Slokt iedereen kalmpjes op. Een nieuwe wereld begint. 10