ONTWERP 34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

Vergelijkbare documenten
34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

BIJLAGE A. Algemene Plaatselijke Verordening

Aan de Raad, Heerhugowaard, 12 december 2006

Vervallen: opgenomen onder de evenementenbepaling (artikelen en 2.2.2)

Jaar: 2009 Nummer: 107 Besluit: B&W 24 november 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGEL AANPAK ILLEGAAL PLAKKEN HELMOND 2009

GEVELRECLAME-UITINGEN

STICHTING KINDERVAKANTIEWERK TILBURG Uittreksel uit de algemene plaatselijke verordening v.d. Gemeente Tilburg.

Reclamewetgeving en beleid gemeente Amersfoort Juli 2017

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

Beleidsregel uitstallingen en voorwerpen op of aan de weg.

hbeeld Zwolle Reclameregels in Zwolle Minder regels, duidelijk beleid

Dit beleid geeft aan welke reclame op grond van de APV wanneer en waar is toegestaan.

Besluit vergunningsvrije en meldingsplichtige voorwerpen op de openbare plaats of een gedeelte daarvan en daaraan verbonden nadere regels

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Artikel 2:5. Burgemeester en wethouders van Gouda. Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten:

Datum bekendmaking: Projectomschrijving: Registratienummer: Besluit tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Groningen 2009

Verordening op de heffing en de invordering van Redamebelasting

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

Regels uitstallingen en losse reclameborden Leeuwarden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen; gelezen het voorstel van afdeling Bestuurszaken d.d.1 juni 2016, nummer 1918;

Parkeerverordening 2013

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECLAME- BELASTING 2012.

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Binnenstad 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Verordening reclamebelasting centrum Wijhe 2018

Regels en criteria voor reclame-uitingen in de binnenstad van Goes d.d. 21 november 2016

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting 2014

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Binnenstad Haarlem 2015

Beleidsregels reclame- en standplaatsenbeleid Inverdan Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Zaanstad

APV nadere regels reclame

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2010

Notitie uitstallingen bij winkels in de gemeente Hellevoetsluis. Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d.

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel Algemene Plaatselijke Verordening)

Gemeente Zwolle, wijziging beleidsregel Reclame.

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017.

Landschapsverordening provincie Noord Brabant (2002),

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017 in het centrum van Enschede

Parkeerverordening. C!! emborg

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2017

INHOUDSOPGAVE. 1 Inleiding 2

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2011;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

1 Algemene bepalingen

Verordening Reclamebelasting Valkenburg aan de Geul gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2018;

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent reclame Nadere regels reclame Maasgouw 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 september 2010;

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting 2018 (Leidschendam Centrum en Oud-Voorburg)

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2015, Delft

Reclamebeleid gemeente Montferland

hmooi Zwolle Beleidsregel Reclame Minder regels, duidelijk beleid

Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

Landschapsverordening

Gemeente Leidschendam-Voorburg Verordening reclamebelasting 2017

Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting centrum Boxmeer (Verordening reclamebelasting centrum Boxmeer 2013).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder:

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting bedrijventerreinen Tiel 2019.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 september 2012;

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2018; Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2019

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Gorredijk 2016

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Boxtel 1996; Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Nadere regels tijdelijke reclameborden Schagen 2018

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2012/25

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2018

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

Beleidsplan gemeente Staphorst

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING RECLAMEBELASTING 2017.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen

uitstallingen, reclameborden, speeltoestellen en overige objecten gemeente Almere

Beleidsregel Tijdelijke Reclame. Aankondigings-, sandwich- en driehoeksborden en spandoeken. Gemeente Neder-Betuwe

Bijlage 1 behorende tot de raadsnota (raadsvergadering 26 september 2011)

Verordening reclamebelasting 2017 gemeente Amersfoort

Besluitenlijst burgemeester en wethouders, nr. 25, 21 juni 2011

OVERZICHT TE WIJZIGEN ARTIKELEN

Verordening precariobelasting 2019

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019

Verordening naamgeving en nummering (adressen) De raad van de gemeente Bergambacht;

Terrassen in de Gemeente Losser Nadere regels terrassen gemeente Losser 2011

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Onderwerp: Tarieven gemeentelijke belastingen en heffingen 2012 (parkeerbelasting) Registratienummer: GF

Verordening Reclamebelasting Olst Centrum 2019

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Gezien het Convenant stichting promotie Winsum, zoals overeengekomen tussen de gemeente Winsum en de Stichting Promotie Winsum;

Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen

CONCEPT HANDELSRECLAMEVERORDENING

Concept. Algemene regels reclame-uitingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Artikel 3 Regels voor het plaatsen van reclameborden en uitstallingen

Transcriptie:

ONTWERP 34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 De raad van de gemeente Groningen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van <datum> gelet op artikel 149 van de Gemeentewet gezien het advies van <raadscommissie / adviesorgaan> (overwegende dat de aanpak van de reclame wordt aangepast ) BESLUIT: vast te stellen de34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 Artikel A. Artikel 2:6wordt gewijzigd als volgt: Bestaande tekst Artikel 2:6 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg 1. Het is verboden zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte te gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan. 2. Het verbod is niet van toepassing op: a. vlaggen, wimpels en vlaggenstokken, indien zij geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt; b. zonneschermen, mits deze zijn aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en mits: - geen onderdeel zich minder dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt; - geen onderdeel van het scherm, in welke stand dat ook staat, zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde Nieuwe tekst Artikel 2:6 vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie van de weg 1 Het is verboden zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. 2 Het college kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor: a. het verbod in het eerste lid niet geldt; b. een melding volstaat. 3 Een vergunning kan worden geweigerd of een melding kan niet worden geaccepteerd: a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, de toegankelijkheid belemmert, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de 1

gedeelte van de weg bevindt; - geen onderdeel verder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt; c. 1. uitstallingen en aanwijsborden in portieken en ruimte achter de gevellijn (gezien op ca. 1 meter hoog), voor zover deze ruimten geen functie hebben voor het openbare verkeer; 2. uitstallingen van koopwaren (geen reclame-uitingen) tot 0,50 meter uit de gevel (met uitzondering van de Grote Markt, de Herestraat, de Guldenstraat, de Waagstraat, de noordzijde van de Vismarkt, de noordzijde van het A kerkhof, de Brugstraat, de A-straat (tot de aan de Westersingel) en de Westerkade); d. het plaatsen van ten hoogste twee planten of boompjes ter markering van de toegangsdeur van winkels (maximaal 0,30 x 0,30 meter, tegen de gevel); e. de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt, dat onmiddel lijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is. Onder weg wordt hier verstaan hetgeen artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat; f. voertuigen; g. voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard; h. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:17; i. reclameobjecten als bedoeld in artikel 5:46. 3. Het is verboden op, aan, over of boven de weg een voorwerp of stof waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, weg; b. indien het beoogde gebruik hetzij op c. in het belang van de voorkoming of de in de nabijheid gelegen onroerende zaak. 4 Het verbod in het eerste lid van het vorige artikel geldt niet voor: a. evenementen als bedoeld in artikel 2:18 APVG; b. terrassen als bedoeld in artikel 2:27 APVG; c. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18 APVG. d. voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard. e. situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement. f. vlaggen, wimpels en vlaggenstokken, indien zij geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt; g. zonneschermen, mits deze zijn aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en mits: geen onderdeel zich minder dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt; geen onderdeel van het scherm, in welke stand dat ook staat, zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt; geen onderdeel verder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt; h. de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten 2

indien: a. deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging schade toebrengen aan de weg, b. gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik van de weg of c. een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg. 4. Voor de toepassing van het derde lid, onder c. wordt onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat. 5. Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg; b. indien het beoogde gebruik hetzij op c. in het belang van de voorkoming of het in de nabijheid gelegen onroerende zaak. 6. a. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement; b. De weigeringgrond van het vijfde lid, onder a, geldt niet voorzover in het daarin artikel 5 van de Wegenverkeerswet; c. De weigering van het vijfde lid, onder b, ervoor zorgt, dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is. Onder weg wordt hier verstaan hetgeen artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat; i. voertuigen 5 De weigeringsgrond van het derde lid onder a is niet van toepassing indien in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet. 6 De weigeringsgrond van het derde lid onder c is niet van toepassing indien in het de Wet milieubeheer. 7 In afwijking van het in het eerste lid bepaalde bestaat een meldingsplicht voor de bij besluit van het college aangewezen objecten, onder voorwaarde dat deze niet langer dan één week worden geplaatst, het gezamenlijke oppervlak ervan niet groter is dan 6m² en het geen terrasmeubilair betreft. 8 Het college kan nadere regels stellen ter uitvoering van het in de leden 1, 2 en 3 gestelde. 3

geldt niet voor bouwwerken; d. De weigeringgrond van het vijfde lid, onder c, geldt niet voorzover in het de Wet milieubeheer. 7. In afwijking van het in het eerste lid bepaalde bestaat een meldingsplicht voor de bij besluit van het college aangewezen objecten, onder voorwaarde dat deze niet langer dan één week worden geplaatst, het gezamenlijke oppervlak ervan niet groter is dan 6 m² en het geen terrasmeubilair betreft. 8. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de bij lid 5 genoemde belangen voor de meldingsplichtige objecten. Artikel B Artikel 4:24 wordt gewijzigd als volgt: Bestaande tekst Artikel 4:24 Vergunningsplicht handelsreclame 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is. 2. Het verbod geldt niet voor onverlichte: a. opschriften, aankondigingen en afbeeldingen in het inwendig gedeelte van een onroerende zaak, die niet kennelijk gericht zijn vanaf de weg; b. opschriften en aankondigingen op of aan onroerende zaken, daartoe aangewezen door de overheid; c. opschriften en aankondigingen kleiner dan 0.50 m2 en de langste zijde korter dan 1 meter die betrekking hebben op: - openbare verkoping of aanbiedingen ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, zulks voor zolang zij Nieuwe tekst Artikel 4:24 Vergunningsplicht handelsreclame aan onroerende zaken 1 Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging, kleur of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is. 2 Het college kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor: a. het verbod in het eerste lid niet geldt; b. een melding volstaat. 3 Een vergunning kan worden geweigerd of een melding kan niet worden geaccepteerd: a. indien het beoogde gebruik hetzij op b. in het belang van de voorkoming of de in de nabijheid gelegen onroerende zaak; c. indien het de veiligheid van het verkeer in 4

feitelijk betekenis hebben; - het beroep, de dienst, of het bedrijf dat in of op de onroerende zaal wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd; d. opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben; e. opschriften en aankondigingen op of aan onroerende zaken dienstbaar aan het openbaar vervoer, indien deze zijn aangebracht ten dienste van dat vervoer. 3. het verbod in het eerste lid geldt niet voor opschriften of aankondigingen van kennelijk tijdelijke aard, voor zover zij feitelijke betekenis hebben, mits: a. van het aanbrengen ervan tevoren schriftelijk kennisgeving is gedaan aan het college; b. het college niet binnen twee weken na ontvangst van die kennisgeving van enig bezwaar heeft doen blijken; c. deze opschriften of aankondigingen of niet langer dan negen weken op de onroerende zaak aanwezig zijn. 4. Het is verboden door een opschrift, aankondiging of afbeelding als bedoeld in het tweede en derde lid de veiligheid van het verkeer in gevaar te brengen of ernstig hinder voor de omgeving te veroorzaken. 5. een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: a. indien de handelsreclame, hetzij op b. in het belang van de verkeersveiligheid; gevaar te brengen; d. indien het ernstig hinder voor de omgeving veroorzaakt. 4 Het verbod in het eerste lid geldt niet voor: a. opschriften en aankondigingen op of aan onroerende zaken, daartoe aangewezen door de overheid b. opschriften en aankondigingen op of aan onroerende zaken dienstbaar aan het openbaar vervoer, indien deze zijn aangebracht ten dienste van dat vervoer. c. opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben; d. voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Provinciale landschapsverordening; e. De weigeringsgrond van het derde lid, onder b en c, geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer. 5 Het college kan nadere regels stellen ter uitvoering van het in de leden 1, 2 en 3 gestelde. 5

c. in het belang van de voorkoming of een in de nabijheid gelegen onroerende zaak. 6. a. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Provinciale landschapsverordening; b. De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken; c. De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder c, geldt niet voorzover in het daarin de Wet milieubeheer. Artikel C Afdeling 11 Reclameobjecten, Artikel 5:44 Reclameobjecten rond lichtmasten komt te vervallen. Artikel D Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking. Aldus besloten in de raadsvergadering van <datum>. De voorzitter, De griffier, Peter den Oudsten Toon Dashorst. 6

Toelichting Artikelsgewijze toelichting Toelichting Artikel 2:6 lid 3 en Artikel 4:24 lid 3 Voor een melding wordt de term geaccepteerd gebruikt. Daarmee wordt bedoeld dat het college de tijd kan nemen om meldingen te beoordelen. Het college kan dan beoordelen of het terecht is dat wordt volstaan met een melding. Bijvoorbeeld als een object wordt geplaatst maar deze de verkeersveiligheid teveel hindert is er geen sprake van een object dat na een melding mag worden geplaatst. Het college kan in de nadere regels een termijn bepalen waarbinnen zij een melder over de strijdigheid met de voorwaarden voor een melding kan informeren. In het geval er na deze termijn wordt geconstateerd dat het object strijdig is met bijvoorbeeld de verkeersveiligheid kan het college nog wel optreden. De gemeente is dan wel verplicht om tevens schadevergoeding aan te beiden aan de melder/eigenaar van het geplaatste object. 7