131 MEI 2009 INFO Sumicidin Super in de akkerbouw De toenemende problemen met virus in zowel de pootaardappel- als de bloembollenteelt geven aan dat er geen concessies aan de werkzaamheid van de middelen mag worden gedaan. Nieuwe inzichten in de virusproblematiek van de pootaardappelteelt maken het ook noodzakelijk dat de telers het maximaal mogelijke aan virusbeperking doen. Naast het steeds maar later doodmaken van de gewassen heeft de opkomst van nieuwe virusstammen (PVY ntn en PVY n W) voor grote verrassingen gezorgd. Vooral bij de rassen die voorheen bekend stonden als niet Y n gevoelig blijken toch rassen te zijn die wel gevoelig zijn voor de nieuwe Y-stammen. Er zullen dus veel meer rassen komen die virusgevoelig zijn, en zolang de gevoeligheid voor de nieuwe virusstammen niet bekend is, zal al het mogelijke gedaan moeten worden om de risico s te minimaliseren. Het inzetten van Sumicidin Super met minerale olie is één van de maatregelen die genomen moeten worden om de kans op virusinfecties te minimaliseren. Sumicidin Super in het kort Beste pyrethroïde voor virusbestrijding Luisdodend Sterkste repellentwerking Tegen veel insecten effectief Weinig milieubelastingspunten Toegelaten in bloeiende gewassen! Recent onderzoek heeft aangetoond dat de werking van Sumicidin Super zowel in het laboratorium als in de kas nog steeds ongeëvenaard is. Vanwege enkele milieukritische eigenschappen is het niet makkelijk de toelating van pyrethroïden zonder beperkingen te handhaven. Het streven van BASF is dan ook om in het belang van de virusbestrijding geen concessies te doen aan de dosering en dus de werkzaamheid.
Bladluizen Repellentwerking De repellent (= afwerende) werking zorgt ervoor dat bladluizen gedesoriënteerd raken en niet meer in staat zijn om voldoende voedsel te vinden in behandelde gewassen. Het gewas wordt onaantrekkelijk voor insecten. Om het repellent effect zo volledig mogelijk te benutten, is het starten van de bespuitingen bij een lage insectendruk in het gewas aan te bevelen. De afwerende werking is meteen na toepassing effectief. Laboratoriumonderzoek heeft aangetoond dat als een luis de keus heeft, deze liever niet een behandelde plant bezoekt, maar voor de onbehandelde kiest. Dit in tegenstelling tot middelen uit bijvoorbeeld de groep van de neonicotiniden of organische fosfor-esters wat wel zeer goede luisdoders zijn, maar juist geen afwerende werking hebben. Ter illustratie van repellentwerking zijn de resultaten van een repellent proef uit 2006 weergegeven in figuur 1. Sumicidin Super Sumicidin Super is een insecticide uit de groep van de synthetische pyrethroïden. De werkzame stof esfenvaleraat (25 g/i) is geformuleerd als een emulsie concentraat (EC). Sumicidin Super onderscheidt zich door de zeer lage hoeveelheid werkzame stof per ha, de uitstekende luisdodende werking en de sterk afwerende eigenschappen welke vooral voor de virusbestrijding van belang zijn. Naast luizen worden ook andere insecten bestreden. Sumicidin Super werkt op een tweetal manieren: Contactwerking Repellent werking Contactwerking De contactwerking zorgt voor de doding van de aanwezige luizen of andere insecten. De insecten dienen wel direct met het middel in contact te komen, aangezien Sumicidin Super niet systemisch wordt opgenomen door de plant. Insecten kunnen het middel opnemen door contact tijdens de bespuiting of via residu op het gewas door opname in het maagdarmkanaal bij vretende/zuigende insecten. Het middel dient goed over het te beschermen gewas verdeeld te worden. De dodende werking is enkele dagen na toepassing waarneembaar. Sumicidin Figuur 1: Repellentwerking van Sumicidin Super in vergelijking met luisdoders en onbehandeld. 2 DIVISIE AGRO
Specifieke eigenschappen Sumicidin Super Naast het bekende werkingsmechanisme kent Sumicidin Super nog andere uitzonderlijke eigenschappen: Sumicidin Super is bijzonder zacht voor het gewas. Daarnaast mag Sumicidin Super, als alséén enige van de weinigen pyrethroïde pyrethroïden worden toegepast worden toegepast op bloeiende op bloeiende gewas- gewassen sen en planten, planten, die door die bijen door bijen worden worden bevlogen. bevlogen. De EC-formulering zorgt ervoor dat de actieve stof snel in de waslaag doordringt en wordt vastgelegd. Hierdoor is de regenvastheid zeer goed, ook is de actieve stof op deze wijze snel beschermd tegen schadelijke uv-straling (warme zomers met veel zonlicht). In tegenstelling tot andere pyrethroïden is esfenvaleraat weinig gevoelig voor milieu-invloeden en weersomstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden. Esfenvaleraat is bijvoorbeeld weinig gevoelig voor uv-licht, temperatuur (verdamping) en de ph van de spuitvloeistof. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat Sumicidin Super een effectieve en lange werkingsduur heeft. Verschillende insectensoorten Het werkingsspectrum van Sumicidin Super is zeer breed. Gevoelige insecten zijn onder andere: bladluizen, rupsen, trips, bladrollers, mineerders, kevers, bladvlooien, wantsen, bladwespen, zaagwespen en galmuggen. Gewassen Sumicidin Super heeft een brede toelating in de agrarische sector. Het mag worden toegepast in aardappelen, granen, bieten, graszaad, spruitkool, sluitkool, bloemkool, broccoli, koolrabi, graszoden, weiland, erwten, veldbonen, stamslabonen, bloembollen en sierteelten onder glas. In deze info worden alleen de akkerbouwmatige toepassingen behandeld. Aardappelen In consumptie-, poot- en fabrieksaardappelen spelen diverse luizen, zoals groene perzikbladluis en aardappeltopluis een belangrijke rol in verband met zuigschade en toprol. Uit jarenlange proef- en praktijkervaring blijkt dat de schade van bovengenoemde luizen doelmatig en effectief voorkomen kunnen worden met Sumicidin Super. Sumicidin Super is in aardappelen inzetbaar tegen: De aardappeltopluis, de veroorzaker van toprol; een bespuiting uitvoeren in de eerste helft van juni. De bespuiting een keer herhalen met een interval van 2-3 weken. Overdracht van bladrolvirus door luizen. Overdracht van non-persistente virussen (zie verder: Y n -virus bestrijding pootaardappelen). Ter voorkoming van zuigschade veroorzaakt door luizen. De larven van de coloradokever. Indien Sumicidin Super ingezet wordt op grote bestaande luizenpopulaties, met name vuilboomluis (Aphis frangulae) en wegedoornluis (Aphis nasturtii), verdient het aanbeveling een ander specifiek luisduidend insecticide aan Sumicidin Super toe te voegen. Y n -virus bestrijding in pootaardappelen In pootaardappelen spelen luizen een zeer belangrijke rol in verband met overdracht van persistente (bladrolvirus) en non-persistente virussen. Een non-persistent virus, zoals Y-, A- en M-virus, kan overgebracht worden door vele soorten luizen. De overdracht gebeurt op directe wijze. Wanneer de bladluizen besmette planten (virusbronnen) aanprikken, zal wat plantenvocht met virus aan de monddelen blijven hangen. Zodra de luizen een volgende plant aanprikken wordt deze meteen met dit virus besmet. Omdat de luizen in korte tijd veel planten kunnen bezoeken, kan het virus zich zeer snel verspreiden. Daarom moet worden voorkomen dat luizen in het gewas landen en gaan prikken. Door zijn sterk afwerende werking, kan Sumicidin Super deze wijze van overdracht voorkomen. Dit in tegenstelling Proefresultaten Advies MBP Einde Grafiek 1: Resultaten 2003 Resultaten Virusbestrijding 2003 / BASF / N=2 % virusreductie t.o.v. onbehandeld Alle objecten + 6 l olie, Wekelijkse gewasbespuiting Onbehandeld: 30% Y-virus DIVISIE AGRO 3
Proefresultaten Advies MBP Einde Resultaten Virusbestrijding 2005 & 2006 / Innoventis / N=2 Proefresultaten Advies MBP Einde Resultaten Virusbestrijding 2007 & 2008 / Innoventis / N=2 % virusreductie t.o.v. onbehandeld % virusreductie t.o.v. onbehandeld Alle objecten + 5 l olie, Wekelijkse gewasbespuiting Onbehandeld: 95% Y-virus Grafiek 2: Resultaten 2005 & 2006 gemiddeld Alle objecten + 5 l olie, Wekelijkse gewasbespuiting, Sumicidin en B+ met 3 x luisdoder Onbehandeld: 8,5-40% Y-virus Grafiek 3: Resultaten 2007 & 2008 gemiddeld tot normale insecticiden, die zich beperken tot directe bestrijding van luizen. Jarenlang onderzoek tot en met afgelopen seizoen toont consequent aan dat Sumicidin Super nog steeds de norm is waaraan de overige pyrethroïde nog steeds niet kunnen tippen. Onder warme en zonnige omstandigheden zoals in 2003 en 2006 (lage luisdruk!) toont Sumicidin Super zijn stabiliteit in werking, wat het tot de betrouwbaarste virusbestrijder maakt. Om dit te illustreren zijn de resultaten van het virusonderzoek van de afgelopen jaren weergegeven in grafiek 2, 3 en 4. Omdat de luisdodende werking van pyrethroïden minder sterk is dan van specifieke luisdoders, is het raadzaam zodra er luizen in een pootgoedperceel worden gevonden een specifieke luisdoder toe te voegen. Uit onderzoek in 2007 en 2008, zie grafiek 3, is gebleken dat het toevoegen van een luisdoder het effect van het pyrethroïdeschema nog iets verbeterd. Tevens past het toevoegen van een luisdoder goed in het resistentiemanagement. Goed resistentiemanagement is van belang om lang van de unieke eigenschappen van pyrethroïden gebruik te kunnen maken. Gebruiksadvies Eerste bespuiting bij 60 tot 90% opkomst. Tweede bespuiting drie tot vier dagen na de eerste bespuiting. Vervolgens wekelijks herhalen tot één week voor loofvernietiging. Bij zeer snelle gewasgroei en extreem warm weer een korter interval aanhouden. Dosering: 0,2 l/ha Sumicidin Super + 2-6 l/ha minerale olie. De dosering minerale olie is afhankelijk van virusdruk, vectordruk, het ras en de geteelde klasse. De betrouwbaarste resultaten worden bereikt in combinatie met de hoogste dosering olie (6 l/ha). Bij daadwerkelijke aanwezigheid van luizen, een luisdoder toevoegen. Granen Ook in granen voorkomt Sumicidin Super schade door bladluizen. Naast de luizen die alleen zuig- en roetdauw veroorzaken, is Sumicidin Super ook effectief tegen de veroorzaker van de gerstevergelingsvirus, de vogelkersluis en het graanhaantje. Een bespuiting dient plaats te vinden zodra de eerste luizen aanwezig zijn en kan goed gecombineerd worden met een Allegro, Comet Duo of Comet Star bespuiting op het vlagblad. Een positief neveneffect is de bestrijding van (aar)galmuggen die invalspoorten voor (aar)fusarium kunnen maken. Indien er sprake is van aantasting met gerstevergelingsvirus (BYDV) kan het verstandig zijn in het vroege voorjaar al een bespuiting uit te voeren om verdere verspreiding door het perceel door ongevleugelde generaties te voorkomen. De grootste schade van gerstevergelingsvirus treedt op als de infecties voor het schieten plaatsvinden. Bieten In suiker- en voederbieten bestrijdt Sumicidin Super trips en de rupsen van de aardappel-stengelboorder. In gebieden waar de aardappel-stengelboorder wordt verwacht, dient vanaf half mei een behandeling te worden uitgevoerd. Herhaal deze bespuiting een keer na zeven dagen. Een bespuiting tegen trips dient uitgevoerd te worden zodra aantasting wordt verwacht. DIVISIE AGRO 4
Overzicht toegelaten akkerbouwteelten Teelt Plaag Dosering l/ha Opmerking* Aardappelen Coloradokever 0,2 Bladluizen 0,2 Pootaardappelen Y-virussen 0,2 Bladrol 0,2 max. 5 maal Granen Bladluizen 0,2 Bieten Trips 0,2 max 2 maal Aardappelstengelboorder 0,45 max 2 maal Erwten en bonen Bladrandkever & Trips 0,2 Stamslabonen Trips 0,2 Spruitkool Diverse insecten 0,2 max 6 maal Sluitkool Diverse insecten 0,2 max 3 maal Bloemkool, broccoli & koolrabi Diverse insecten 0,2 max 1 maal Graszaad Larve rouwvlieg 0,3 * Zie ook aandachtspunten voor eventuele voorschriften voor driftbeperking Koolgewassen Sumicidin Super is een krachtig middel tegen rupsen van bijvoorbeeld het grote en kleine koolwitje, koolmot, kooluil, bladrollers, koolgalmuggen en late koolvliegen. Afhankelijk van de weersomstandigheden kunnen de eerste rupsen vanaf half mei in het gewas optreden. Het gewas moet vanaf die tijd steeds kritisch worden beoordeeld op de aanwezigheid van rupsen. Spuit bij voorkeur op het moment dat de eerste eieren of jonge rupsen worden gevonden. Tijdens de teelt van kool kunnen latere generaties van de koolvlieg en koolmot tot ontwikkeling komen. Met name spruitjes van spruitkool moeten het ontgelden. Om dit probleem te voorkomen, geldt het advies Sumicidin Super in combinatie met Nomolt (0,6 I/ha) toepassen, en deze combinatie te blijven herhalen tot de koolvlieg- en koolmotdruk weer weg is. Daarmee worden alle stadia van de late koolvlieg en vooral jonge rupsen van de koolmot aangepakt en wordt een maximale oogstkwaliteit gehaald. Indien Sumicidin Super is gespoten, is de kans op het optreden van melige koolluis zeer klein, dankzij het sterke repellent (= afwerend) effect. Indien melige koolluis al in kolonies aanwezig is, dan kan de bestrijding het beste gecombineerd worden met een systemisch insecticide. De koolgalmug veroorzaakt draaihartigheid in kool. Vooral bloemkool kan er zwaar van te lijden hebben. Voor zover de koolgalmug nog schadelijk optreedt, is Sumicidin Super de oplossing. Begin de behandeling eind mei/begin juni, zodra de eerste eitjes zijn afgezet. Herhaal de bespuiting om de 7-14 dagen tot eind augustus. Het is belangrijk om het hart van de plant goed te raken en voldoende spuitvloeistof te gebruiken. Erwten, veld- en stamslabonen In erwten en bonen kan Sumicidin Super worden ingezet ter bestrijding van trips en bladrandkever. Zodra een aantasting wordt waargenomen, dient een bespuiting uitgevoerd te worden. Aandachtspunten Gebruik bij een preventieve luiswerende bespuiting zoveel water als nodig is voor een goede verdeling en indringing. Gebruik bij overige bespuitingen 600 I/ha spuitvloeistof voor een goede indringing, om de luizen of andere insecten goed te raken. Spuit bij warm weer bij voorkeur s avonds of s ochtends. Bij bestrijding van warmteminnende insecten (o.a. trips) is de (voor)avond aan te raden. Voor overige toepassingen is het resultaat in de (vroege) ochtend vaak beter. Houdt hierbij wel rekening met eventuele dauw. Spuiten vlak na de dauw vergroot de kans op gewasreactie, zeker op zonnige dagen. 5 DIVISIE AGRO
Een gecombineerde bestrijding van luizen (preventieve luiswerende bespuitingen) en phytophthorabestrijding in aardappelen in een tankmix van Sumicidin Super met phytophthoramiddelen, minerale olie of andere middelen is mogelijk. Voor alle toepassingen, met uitzondering van die in granen en grassen, die grenzen aan watergangen zijn extra voorschriften voor driftbeperking van toepassing. Deze dopvoorschriften gelden alleen voor de behandelgang (strook van 14 m) direct naast de watergang. Hier dient een dop uit de driftreductieklasse 75 te worden gebruikt. Teelt Graan Stamslabonen, sluitkool & koolrabi Gras Overige akkerbouw- en groentegewassen Veiligheidstermijn 2 weken 10 dagen 2 weken niet beweiden of maaien als voer 7 dagen Allegro, Comet Duo, Comet Star en Nomolt zijn geregistreerde handelsmerken van BASF Sumicidin Super is een gedeponeerd handelsmerk van Sumitomo Chemical Agro Europe S.A.S. Lees voor het gebruik eerst het etiket BASF Nederland B.V. - Divisie Agro - Postbus 1019-6801 MC ARNHEM - Telefoon (026) 3717271 - www.agro.basf.nl