Enkele problemen in verband met de komende onderhandelingen over de toetreding van Engeland en andere "anden tot de Europese Gemeenschappen.



Vergelijkbare documenten
'S-G R AVE N H AG E. 9 k APR iqc"7 /J 4 i*^7 Datum: </~&'

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

TRACTATENBLAD VAN HET

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 266

MINISTERIE 'S-GRAVENHAGE. ' *f'

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992

5307/10 VP/mm DG H 2 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 94

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. 13 (1957) Nr. 5. JAARGANG 1976 Nr. 78

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 213

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

TRACTATENBLAD VAN HET

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

GECONSOLIDEERDE VERSIE

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 166

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 212

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

(Mededelingen) EUROPEES PARLEMENT

TRACTATENBLAD VAN HET

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

SLOTAKTE. FA/TR/EU/HR/nl 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

PUBLIC. Brussel, 10 december 2002 (12.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 15171/02 LIMITE ELARG 405 CAB 22

13581/17 WST/sht/bb DGD 2

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2003 Nr. 16

Conclusies van de Coördinatie Commissie voor Europese. De Coördinatie Commissie h e e f t op 29 maart de v o l g e n de onderwerpen "behandeld:

ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 165

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

Huishoudelijk reglement van de Vereniging Internationale Organisatie van Zionistische Vrouwen in Nederland WIZO-Nederland.

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

995 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 15 Änderungsprotokoll in niederländischer Sprache-NL (Normativer Teil) 1 von 8

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87)

SAMENVATTING SYLLABUS

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit

Transcriptie:

Van: Aan/ DIX Oaderwerjj, ' augustus T Via I 196 I M E M O R A N D U M Enkele problemen in verband met de komende onderhandelingen over de toetreding van Engeland en andere "anden tot de Europese Gemeenschappen. 4? _âs No. H16/61.' ~G?Z/POAD DRW De tot nu toe ontvangen verzoeken om toetreding tot de EEG van Engeland en Ierland, de nog verder te verwachten verzoeken om toetreding en de te verwachten verzoeken om associatie van een aantal landen werpen een groot aantal problemen op. Het meest urgente van deze problemen is, dat van de wijze waarop zal worden gereageerd op deze verzoeken en hoe de onderhandelingen hierover zouden moeten verlopen. Aangezien zowel in Brussel als ook uiteraard in de verschillende hoofdsteden over deze problemen uitvoerig zal worden gesproken en nagedacht, moge ik U hieronder enkele van de hier op ambtelijk niveau levende gedachten voorleggen. Tevens zou ik U willen vragen of ü dezer dagen gelegenheid heeft over deze nota nog met mij van gedachten te wisselen. Ik zou de problemen in drieën willen verdelen, t.w. a. de procedures in verband met de verschillende verzoeken om toetreding tot de EEG; b. de wijze van behandeling van de verzoeken om associatie; c. enkele directe consequenties voor Nederland. 1 1^) L Ad a: 1 In de loop van de maand september zullen de Zes het eens moeten worden over hun antwoord aan de toetredingscandidaten en over de wijze waarop zij menen dat de onderhandelingen gevoerd zouden moeten worden. Zoals hieronder zal blijken, komt het voor, dat er voldoende belangrijke punten besproken en geregeld moeten worden om een speciale bijeenkomst van de Raad op Ministerieel niveau te vragen. De Raadszitting eind september lijkt zeer laat; bovendien zijn de Ministers dan in New York. Het beste lijkt een Raadszitting begin september. Het eerste dat besloten moet worden, is of positief gereageerd zal worden op alle verzoeken voor toetreding en associatie. Ik neem aan, dat dit zal geschieden. Spanje zou natuurlijk een moeilijk geval kunnen zijn. Maar ook hier lijkt een eventuele weigering niet waarschijnlijk. Vervolgens moet een besluit worden genomen over de redactie van de beantwoordingsbrieven. Hierop wordt thans reeds in Brussel gestudeerd. Het is niet mogelijk onmiddellijk zonder meer "ja graag" op de brieven te antwoorden, omdat art. 237 (het toetredingsartikel) een - besluit - I 2 I 9 II - 59

- 2 - besluit van de Raad eist, te nemen na advies van de Europese Commissie. Het lijkt derhalve nodig -è* toetredingsverzoeken onmiddellijk ter advies aan de Commissie te zenden en de Commissie daarbij te doen weten, dat de Raad gaarne tijdig haar advies zou willen hebben. Iets ingewikkelder ligt de situatie bij het _SG-verir_g, waar de Hoge Autoriteit een zwaardere rol heeft. Dit kan echter wellicht in een iets later stadium worden afgedaan. Mocht blijken dat Engeland om toetreding tot alle drie Gemeenschappen vraagt, dan moet de Raadszitting een gezamenlijke zitting van de drie Raden van Ldinisters zijn, dus EEG, Euratom en EGKS, in presentie van de drie executieven. Een volgende beslissing is wanneer en met wie de onderhandelingen zullen worden geopend. Tijdens de laatste WEU-zitting is gesproken over October. Dit lijkt inderdaad aangewezen. Moet men beginnen te onderhandelen alleen met Engeland of moet van meet af aan een conferentie met alle toetredingscandidaten plaatsvinden. Hierover bestaan momenteel nog uiteenlopende meningen. Enerzijds zijn er overwegingen te besluiten van meet af aan te onderhandelen met alle candidaatleden gezamenlijk. Een belangrijk argument hiervoor is, dat alle verdragswijzigingen, en met name bijv. de te herziene bepalingen over de samenstelling en de werkwijze van de instituten, steeds de goedkeuring vereisen van alle oude en nieuwe leden. Het lijkt tijdverspilling daarover eerst met Engeland te praten en vervolgens met andere landen-r Voorts zullen ook leden als Denemarken en Ierland belang hebben bij de door Engeland gewenste protocollen en aanvullingen; zij zullen die zelfs officieel moeten goedkeuren. Ook dit pleit voor gezamenlijke onderhandelingen. Een andere opvatting is, dat eerst met de Engelsen wordt onderhandeld. Eén overweging hiervoor is, dat Ieren en Denen immers pas zullen willen toetreden indien het zeker is dat ook Engeland toetreedt. Een andere overweging is, dat het van groot belang lijkt de onderhandelingen zo spoedig mogelijk te beginnen en ook zo spoedig mogelijk te beëindigen. Nu kan het zeer wel zijn, dat sommige leden van de EFTA, zoals bijv. Noorwegen, nog niet in staat zijn om vóór 1 October definitief te besluiten of zij nu willen toetreden of zich willen associëren. Moeten wij hierop wachten? Indien wij vast met Engeland beginnen, dan hebben Noren, Zweden en anderen nog weer enige weken, wellicht maanden de tijd zich terzake te beraden. Slaagt het akkoord met Engeland, dan zal dit wellicht zelfs een extra stimulans

- 3-4M zijn voor de andere om ook maar toe te treden en niet de ingewikkelde en duistere figuur van de associatie te proberen. Een stellig standpunt zou ik op dit ogenblik ook nog niet willen innemen. Misschien is het het verstandigste daarover eerst eens separaat met de Engelsen te overleggen. Hoe moet de onderhandelingsconferentie worden georganiseerd? Eerst zal overeenstemming moeten worden bereikt met de nieuwe candidaatieden. Is de toetreding eenmaal geregeld, dan kan gezamenlijk het probleem van de associatie-candidaten worden aangepakt. Wij zullen dus in de eerste plaats worden geconfronteerd met_onderha njìe^ing e nojver^ toetreding. Overeenkomstig art. 237 Ê_Gr zullen dit onderhandelingen zijn tussen de regeringen van de zes huidige Lid-staten en de regeringen die het verzoek tot lidmaatschap indienen. D_e Europese Commissie zal dus niet onderhandelen. De Commissie is hoogstens adviseur van de Zes. Het lijkt dat geen bezwaar gemaakt zou behoeven te worden tegen hun aanwezigheid tijdens de onderhandelingen. De meest geëigende plaats voor de lijkt mij Brussel. conferentie Van belang lijkt het, dat de conferentie een vaste voorzitter heeft en dat het voorzitterschap niet rouleert. Een Franse, Engelse of Duitse voorzitter lijkt niet aantrekkelijk. De meest voor d^jaajid^^gende_ figuur is dan ook de heer~spaak, die bovendien reeds ervaring van dit sóórt conferenties heeft en die zeker ook over de gave beschikt ssa dergelijke onderhandelingen met kracht te pousseren en tot een eind te brengen. Ik zou U willen voorstellen, dat wij op korte termijn Brussel doen weten, dat wij gaarne de heer Spaak als voorzitter zouden zien en hem machtiging vragen zijn candidatuur als zodanig te poneren. Het secretariaat van de conferentie ware op te dragen aan de heer Calmes en zijn apparaat. Hij kan dan daarvoor enkele functionarissen aanwijzen, die uiteraard aangevuld moeten worden met vertegenwoordigers van de toetredende landen. De conferentie zal uiteraard slechts bij uitzondering bijeenkomen op Ministerieel niveau. Het gebruikelijke niveau zal zijn dat van Staatssecretarissen of of Ambassadeurs. Aantrekkelijk lijkt, dat de vaste voorzitter - in onze gedachtengang de heer Spaak - tevens voorzitter zou zijn van de conferentie op Ambassadeursniveau. Dit is in analogie met de gang van zaken bij de EEG-onderhandelingen. De plenaire vergadering zou dan commissies kunnen instellen voor de specifieke - problemen -

- 4 - I2I9 - II - 59 problemen welke worden opgeworpen door de verschillende candidaatleden, alsmede een speciale commissie van institutionele deskundigen c.q. juristen voor de verschillende noodzakelijke aanpassingen van de Verdragen. Tenslotte nog de vraag of het nodig is, dat de Zes steeds met een gemeenschappelijke woordvoerder optreden. Na de ervaringen met de vrijhandelszone lijkt dit niet aantrekkelijk. Het zou de gang van zaken bijzonder vertragen. De praktische werkwijze zal moeten zijn, dat de heer Spaak, in zijn kwaliteit van voorzitter op bepaalde ogenblikken steeds in staat moet zijn de vertegenwoordigers van de Zes bij elkaar te roepen wanneer dit noodzakelijk zou zijn. In deze gedachtengang zou hij ook zo nu en dan namens de Zes informeel met de Engelse delegatieleider overleg kunnen plegen of op andere wijze kleine informele ad hoe bijeenkomsten kunnen beleggen. 5. Een ander belangrijk punt is, dat door de Zes van meet af aan wordt gesteld dat Engeland - en de andere toetreders - aan alle drie Gemeenschappen moet deelnemen. De heer Heath heeft dit reeds in beginsel geaccepteerd voor Engeland tijdens de laatste WEU-ra ad. 6. Het valt te verwachten, dat noch de Engelsen, noch de anderen bereid zullen zijn om zonder meer hun handtekening onder het huidige verdrag te zetten na wijziging van al datgene wat technisch gewijzigd moet worden. Terzijde zij opgemerkt, dat alleen al om technische redenen een vrij groot aantal wijzigingen noodzakelijk zijn, bijv. de samenstelling van de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie en het Europees Parlement; de wijze van stemmen en stemmenweging in de Raad en de Commissie; het vraagstuk van de zetel, van de talen. Verwacht mag worden, dat met name Engeland wellicht ook nog andere verdragsartikelen gewijzigd wil hebben of tenminste een aantal aanvullende protocollen \ zal wensen. Het lijkt mij dat de Zes Engeland en de andere gegadigden moet uitnodigen terzake de nodige voorstellen te doen. Voorts is ook intern beraad tussen de Zes reeds nodig over de vraag of wij ook jegens Engeland en de andere landen bepaalde wensen hebben, welke in een verdragswijziging of een speciaal protocol neergelegd zouden moeten worden. 7. Van fundamenteel belang is, dat de onderhandelingen spoedig beginnen en zo kort mogelijk duren. In de eerste plaats is dit om algemeen politiek-psychologische redenen nodig gelet op de ernstige internationale situatie, welke in het eind van het jaar en wellicht begin volgend jaar dreigt. Het is echter ook nodig voor het werk van de Gemeenschappen. De kans, dat allerlei thans in bespreking zijnde voorstellen door deze of gene Lidstaat worden geblokkeerd met een beroep op de nieuwe leden, lijkt groot. Hoe langer de onderhandelingen duren, hoe meer het werk van de Gemeenschappen zal - stagneren. -

Aan: - 5 - stagneren. Om die redened lijkt het gewenst, dat de Zes onmiddellijk de wens uitspreken, dat de nieuwe partners met zo weinig mogelijk wijzigingen en aanvullingen komen. Ook de Zes zelf zouden wat dit betreft de grootst mogelijke terughoudendheid moeten "betrachten. Dit alles is ook mogelijk, omdat zeer veel va a de gevoelige punten voor de nieuwe leden onderwerpen betreffen, waarover binnen de EEG toch nog geen regeling bestaat (de landbouw, associatie Afrika, gemeenschappelijke handelspolitiek). 8. Een volgend probleem is hoe de nieuwe candidaatleden betrokken zullen worden bij de reeds aan de gang zijnde werkzaamheden: a. van de Gemeenschappen in Brussel, b. van de politieke consultaties in Parijs. Op dit punt zijn verschillende modaliteiten denkbaar. Het ene uiterste is, dat men zegt, dat de Engelsen nergens iets mee te maken hebben totdat de toetreding volledig is geregeld, d.w.z. geratificeerd. Een andere extreme opvatting is, dat reeds vanaf de eerste dag de Engelsen en de anderen volledig bij deze werkzaamheden zouden moeten worden betrokken. De Zes moeten besluiten, dat de Engelsen en de anderen in ieder geval vanaf het begin der onderhandelingen volledig op de hoogte worden gehouden van hetgeen gaande is en ook inzage krijgen van de papieren. In een later stadium en wanneer zij zulks zelf wensen zouden zij dan informeel kunnen worden geraadpleegd. yan zeer groot belang lijkt mij, dat de Engelsen zo spoedig mogelijk worden betrokken bij het werk in_ Parijs_. Het zou immers wel zeer kortzichtig en dwaas zijn, wanneer wij onder de huidige moeilijke internationale politieke omstandigheden niet reeds zo snel mogelijk een zo nauw mogelijke samenwerking zouden organiseren. Het lijkt mij, dat van Nederlandse zijde bovendien in Parijs het standpunt zou moeten worden ingenomen, dat noch ten aanzien van de politiek voor Afrika en Latijns-Amerika, noch voor wat betreft het ß/l/ zgn. Europese statuut en de verdergaande culturele samenwerking, beslissingen genomen zouden kunnen worden zonder overeenstemming met de Engelsen. Ad_b: Het lijkt mij, dat de onderhandelingen met de associatie-candidaten eerst zouden moeten beginnen nadat de toetredingen geregeld zijn. Immers, de nieuwe leden moeten wel akkoord gaan met de associatie-regelingen; de nieuwe "associés" hebben echter geen medezeggenschap over de te treffen regeling met de nieuwe leden. - Het -

- 6 - Het lijkt waarschijnlijk, dat Engeland zal wensen, dat de toetredingen en de associaties als één gemeenschappelijk pakket tenslotte worden goedgekeurd en in werking treden. Immers, de toetreding van Engeland impliceert opheffing van de vrijhandelsassociatie en "brengt mede, dat voor alle leden hiervan een bevredigende regeling getroffen moet zijn - tenzij bepaalde EETA-leden geen enkele regeling wensen. Wat de associatie moet inhouden, is op dit ogenblik zeer moeilijk te zien. Ik stel mij voor, dat daarover t.z.t. een nadere aantekening wordt opgesteld. Rest nog de vraag wat er moet gebeuren met het ene reeds geassocieerde land, Griekenland. Het lijkt mij dat de nieuwe leden dit associatie-akkoord mede zullen moeten accepteren. Ik ga er van uit, dat Griekenland geen bezwaren zal of kan maken tegen uitbreiding van de EEG. Doen zij dit wel, dan moeten zij het bestaande associatieakkoord opzeggen. Tenslotte zijn er nog een reeks andere associatiecandidaten. Ik noem Turkije, de Nederlandse Antillen en Suriname en een zestien-tal onafhankelijke staten in Afrika. Wat de Afrikaanse landen betreft neem ik aan, dat over hun binding met de Gemeenschap al spoedig ook met de Engelsen en eventueel de anderen gesproken zal worden. Immers, dit zal voor wat betreft de Afrikaanse Gemenebestlanden wel tevens he-t probleem voor Engeland zijn. - *^ ee Het associatie-gesprek over de Nederlandse Antillen en Suriname moet, dunkt mij, gewoon doorgaan, al zal terzake niet te sterk moeten worden gehoopt op een zeer spoedige oplossing. De onderhandelingen met Turkije zullen zeer waarschijnlijk wel moeten worden getemporiseerd. Wellicht kan Turkije straks tegelijk mee doen met de onderhandelingen met de andereyassociatie-candidaten. Ad c: In Nederland zal in de eerste plaats - en wel op korte termijn - een beslissing moeten worden genomen over het aanwijzen van een hoofd van de Nederlandse onderhandelingsdelegatie. Theoretisch zijn hiervoor drie mogelijkheden, t.w. onze Permanent Vertegenwoordiger bij de Gemeenschappen, de DGES of een speciale Ambassadeur. De samenstelling van de onderhandelingsdelegatie hoeft geen bijzondere moeilijkheden op te leveren; aangenomen mag worden, dat hiervoor deskundigen van de verschillende Departementen als ook uiteraard van dit Departement aangewezen zullen worden. Als vaste secretaris zou een van de ambten aren van DGES kunnen optreden. - In -

- 7 - In de tweede plaats lijkt het verstandig ìe_n.ie-- j^y^n_wee_rgegeven gedachtengang ter kennis te brengen van GNV Brussel en de meest betrokken posten en hun te verzoeken na te gaan wat de ideeën te hunnent zijn en met de machtiging, à titre provisoire, iets te melden over de in Nederland levende gedachte^ Prioriteit zou ik willen geven aan contact met de Belgen, in de eerste plaats voor de candidatuur van"de heer Spaak en voorts ook omdat, wanneer deze voorzitter zou worden, het goed is van meet af aan met deze Beneluxpartner het nauwste contact te onderhouden. 9-8-1961