,!7IJ2I9-edffaf! XXXIe Verslag over het mededingingsbeleid. Europese Commissie



Vergelijkbare documenten
Het Europese mededingingsbeleid

Integraal mededingingsrecht

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Europese Commissie XXXIIe Verslag over het mededingingsbeleid 2002

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

XXIXe Verslag over het mededingingsbeleid 1999

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

MEDEDINGINGSBELEID RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN

EUROPESE CENTRALE BANK

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 in verband met de invoering van de euro in Litouwen

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDINGINGSBELEID RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

,!7IJ2J8-eaiehh! over het mededingingsbeleid. XXXe Verslag over het mededingingsbeleid. Europese Commissie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

13390/02 ld 1 DG C I

NOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 157/ 87. RICHTLIJN 2004/74/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004

MEDEDELING AAN DE LEDEN

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

BIJLAGE. bij het Gewijzigd voorstel. voor een Besluit van de Raad

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC 9703/1/10 REV 1

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Mededingingsrecht. Beginselen van Europees en Nederlands Mededingingsrecht mr. J.F. Appeldoorn, mr. H.H.B. Vedder

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

*** ONTWERPAANBEVELING

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Transcriptie:

ISSN 1606-2957 8 6 1 KD-AC-02-001-NL-C 2001 XXXIe Verslag over het mededingingsbeleid Europese Commissie XXXIe Verslag over het mededingingsbeleid 2001 (gepubliceerd in samenhang met het Algemeen Verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie 2001) Prijs in Luxemburg (exclusief BTW): 20 EUR BUREAU VOOR OFFICIËLE PUBLICATIES DER EUROPESE GEMEENSCHAPPEN L-2985 Luxembourg ISBN 92-894-3550-X,!7IJ2I9-edffaf! NL

Europese Commissie XXXIe Verslag over het mededingingsbeleid 2001 (gepubliceerd in samenhang met het Algemeen Verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie 2001) Brussel Luxemburg, 2002

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op Internet via de Europaserver (http://europa.eu.int). Bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie. Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 2002 ISBN 92-894-3550-X Europese Gemeenschappen, 2002 Overneming met bronvermelding toegestaan. Printed in Belgium GEDRUKT OP CHLOORVRIJ GEBLEEKT PAPIER

VOORWOORD VAN MARIO MONTI Lid van de Commissie belast met het mededingingsbeleid 2001 werd gekenmerkt door een intense activiteit in de drie gebieden van het mededingingsbeleid, meer bepaald het antitrustbeleid, de controle op concentraties en de steunmaatregelen van de staten. In verscheidene zaken kregen de beslissingen van de Commissie heel wat belangstelling van het publiek hetzij wegens de bijzonder hoge geldboeten of de ermee gemoeide steunbedragen, hetzij wegens de omvang van de fusies die uiteindelijk niet werden goedgekeurd, dan wel wegens belangrijke schikkingen in antitrustzaken die met sport verband houden (de transfers van voetbalspelers, Formule I). De activiteit op het gebied van de concentraties bleef zeer aanzienlijk hoewel het aantal aangemelde concentraties die leidden tot een verbodsbeschikking zeer gering bleef. De Commissie keurde een groenboek over de herziening van de concentratieverordening goed teneinde een gedachtewisseling op gang te brengen over de wijze waarop de huidige controle op concentraties in de Europese Unie verbeterd kan worden. Er werd eveneens belangrijke vooruitgang geboekt inzake het staatssteunbeleid. De Europese Raad van Stockholm verzocht alle lidstaten de staatssteun af te bouwen en de steun te richten op horizontale doelstellingen van gemeenschappelijk belang. De toegenomen transparantie die een gevolg is van het nieuwe staatssteunregister en het scorebord voor staatssteun, biedt de mogelijkheid toezicht te houden op de vooruitgang die door de lidstaten wordt geboekt. Onder meer onze voorstellen om een einde te maken aan de overheidsgaranties voor overheidsbanken in Duitsland, het lanceren van een breed onderzoek naar de gevolgen van steun in de vorm van fiscale maatregelen en onze beslissingen inzake gestrande kosten in de elektriciteitssector waren belangrijk en baanbrekend. In het licht van deze ontwikkelingen is het voor mij als commissaris bevoegd voor concurrentie bijzonder belangrijk de voordelen van het concurrentiebeleid en de desbetreffende activiteiten van de Europese Commissie toe te lichten. Dit jaarverslag is een goede kans om een kritische blik te werpen op onze verwezenlijkingen, conclusies te trekken voor toekomstig optreden en na te gaan of ons optreden in overeenstemming is met onze doelstelling. Wij streven ernaar te garanderen dat de concurrentie ongestoord kan functioneren teneinde de consumenten een bredere keuze te bieden alsook technologische innovatie en prijsconcurrentie veilig te stellen. Dit wordt bereikt wanneer ondernemingen elkaar beconcurreren eerder dan onderling heimelijke afspraken te maken en wanneer geen misbruik van marktmacht wordt gemaakt. In een concurrentiële omgeving streven producenten ernaar klanten te werven door hen een lagere prijs, een hogere kwaliteit of een betere dienstverlening te bieden dan hun concurrenten. Met andere woorden wij verbinden ons ertoe te werken ten voordele van de Europese burger. Aan de hand van de voorbeelden die in dit verslag worden genoemd, kan worden nagegaan of deze doelstelling werd bereikt. Het verslag biedt een breed overzicht over de wijze waarop de Europese Commissie haar taak, die erin bestaat toezicht te houden op de goede werking van de mededinging in de interne markt, heeft vervuld. Ik wens hierbij de aandacht te vestigen op twee punten waarop in 2001 belangrijke vooruitgang is geboekt: de bestrijding van kartels en de internationale en multilaterale samenwerking (inclusief de uitbreiding).

4 VOORWOORD VAN MARIO MONTI Kartels Recordbedrag geldboeten Een van de opvallendste feiten van 2001 is ongetwijfeld de activiteit zonder voorgaande die op kartelgebied werd ontplooid. Met tien negatieve beschikkingen tegen 56 ondernemingen, een totaal geldboetenbedrag van meer dan 1 800 miljoen EUR, waarvan bijna de helft in de vitaminenzaak, en de hoogste individuele geldboete die ooit is opgelegd in de zaak zelfkopiërend papier zal 2001 ongetwijfeld een buitengewoon jaar blijven in de geschiedenis van de strijd die de Europese Commissie tegen de kartels voert. Sinds ik mijn functie in september 1999 heb opgenomen, heb ik herhaaldelijk de gelegenheid gehad duidelijk en openbaar aan te geven dat ik kartelpraktijken als een echte kanker beschouw in een open en moderne markteconomie. In tegenstelling tot andere vormen van concurrentieverstorend gedrag, zijn kartels uitsluitend gericht op de beperking of de uitschakeling van de concurrentie zonder dat zij enig gunstig effect voor de economie sorteren, waardoor de balans nooit positief kan zijn. De gevolgen van kartels zijn louter negatief: zij verschralen de keuze van de consumenten, drijven de kosten op en bouwen het concurrentievermogen van de industrie af, vertragen de noodzakelijke aanpassingen van de ondernemingen en belemmeren de innovatie. Dat is de prijs die wordt betaald in een door kartels aangetaste economie. Die prijs is hoog voor de Europese economie. Zoals blijkt uit de dit jaar vastgestelde beschikkingen, zijn de kartels talrijk en actief in talrijke sectoren: van de bancaire diensten tot de industrieproducten en van het luchtvervoer tot gewone consumptieartikelen. Bij kartels zijn zowel ondernemingen van geringe omvang als de grootste ondernemingen ter wereld betrokken en zij tasten zowel de lokale als de wereldmarkten aan. Toegenomen handhavingsinspanningen Bij mijn aantreden als commissaris bevoegd voor concurrentie heb ik het vaste voornemen genomen het optreden van de Commissie op dit gebied te versterken. Het is immers mijn innige overtuiging dat de doelmatigheid van een antitrustbeleid in de eerste plaats en voornamelijk gebouwd is op het vermogen bedrijfsleiders te ontraden zich met dergelijke collusiegedragingen in te laten. Een dergelijke ontrading is slechts doeltreffend wanneer het gevaar voor sancties reëel is en het bedrag ervan voldoende hoog is in vergelijking met de verwachte winsten van een kartel. Deze prioriteit komt sinds twee jaar tot uiting in een versterkt optreden bij de behandeling van dergelijke zaken. Wij hebben de personele en materiële middelen van onze eenheid die in de behandeling van kartelzaken gespecialiseerd is, aanzienlijk opgedreven en wij zullen daarmee doorgaan, in 2002. Wij hebben de prioriteiten van andere operationele antritrusteenheden van het directoraat-generaal Concurrentie geheroriënteerd in de richting van de bestrijding van kartels zowel wat betreft de opsporing, de vervolging en de bestraffing ervan. Wij hebben onze contacten met de collega s bij de nationale mededingingsautoriteiten van de lidstaten geïntensiveerd alsook met de collega s van andere autoriteiten, meer bepaald de Amerikaanse en Canadese autoriteiten, teneinde beter het hoofd te kunnen bieden aan praktijken die wereldomvattend zijn. Wij hebben beheerinstrumenten ingevoerd die een doelmatiger en sneller beheer van kartelzaken mogelijk maken. De markante successen welke in 2001 werden geboekt, zijn de eerste vruchten van die aanpak. Zij stemmen mij met vreugde, maar zijn slechts een etappe.

VOORWOORD VAN MARIO MONTI 5 De geloofwaardigheid van een antitrustbeleid, de ontradingskracht en de doeltreffendheid ervan zijn een zaak van lange adem. De bedrijfsleiders die zich met dergelijke praktijken inlaten, moeten ervan overtuigd zijn dat wij hen geen rust zullen gunnen, dat zij zullen worden opgespoord en dat de sancties hoog zullen zijn. Kortom zij moeten beseffen dat deelname aan een kartel meer gevaren dan winstmogelijkheden inhoudt en dat hun enige mogelijkheid om de financiële gevolgen van hun handelingen te verzachten erin bestaat een einde te maken aan hun deelname en met ons te komen praten in het kader van het programma inzake immuniteit tegen en vermindering van geldboeten. Uitbreiding en concurrentie 2001 was ook een belangrijk jaar voor de toetredingsonderhandelingen op concurrentiegebied. Die onderhandelingen werden begin december voorlopig afgesloten met Estland, Letland, Litouwen en Slovenië. De onderhandelingen worden voortgezet met Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Hongarije, Malta, Slowakije, Polen en Roemenië. Zelfs bij de vier kandidaat-landen waarmee het concurrentiehoofdstuk voorlopig werd afgesloten, zal een continu toezicht van toepassing zijn. De voorlopige afsluiting van de onderhandelingen met vier kandidaat-landen in 2001 geeft aan hoezeer zij belangrijke vooruitgang hebben geboekt bij de invoering en toepassing van het communautair acquis op concurrentiegebied. In de komende maanden zal de Commissie de kandidaat-landen verder bijstand verlenen bij hun hervormingsproces op concurrentiegebied. In die context wens ik de nadruk te leggen op het probleem van de onverenigbare steunmaatregelen van de staten in de kandidaat-landen, inzonderheid de maatregelen die erop gericht zijn buitenlandse directe investeringen aan te trekken. Een gebrek aan discipline op staatssteungebied blijkt immers het voornaamste struikelblok te zijn voor die kandidaatlanden waarmee het concurrentiehoofdstuk nog niet voorlopig werd afgesloten. Aangezien we de integriteit van de interne markt veilig moeten stellen, kan de EU niet aanvaarden dat onrechtmatige steunmaatregelen van de staten in de kandidaat-landen van toepassing zouden blijven na de toetreding. Dit is van cruciaal belang, niet in het minst voor investeerders, die rechtszekerheid wensen. In de praktijk staat de Commissie de kandidaat-landen daadwerkelijk bij om onverenigbare staatssteun vóór de toetreding om te zetten in rechtmatige steunregelingen. Met het oog op een succesvolle integratie in de Unie hebben de kandidaat-landen eveneens behoefte aan een concurrentiecultuur waarin bedrijven geleerd hebben de regels te respecteren en consumenten zich steeds bewuster worden van de voordelen ervan. Dit is van cruciaal belang aangezien bekendheid met de belangrijke rol van het concurrentiebeleid eveneens leidt tot een betere handhaving van de voorschriften. Ondernemingen en particulieren kunnen veel bijdragen aan de handhaving van de voorschriften door concurrentiezaken bij de rechterlijke instanties aanhangig te maken en klachten in te dienen bij de mededingingsautoriteiten. Ik hoop dat dit ook in toenemende mate in de kandidaat-landen zal gebeuren omdat aldus een gezonde concurrentie op de markten verzekerd kan worden en derhalve de overgang van de kandidaat-landen naar goed functionerende markteconomieën kan worden voltooid. Zoals u bekend zijn de moderniseringsvoorstellen van de Commissie op antitrustgebied precies erop toegesneden een dergelijke concurrentiecultuur te helpen bevorderen. Onze hervorming streeft ernaar de antitrusthandhaving nog doeltreffender te maken door alle bestanddelen van onze antitrustvoorschriften direct toepasselijk te maken door nationale rechterlijke instanties en autoriteiten. Bovendien wordt inzonderheid de nadruk gelegd op de verdere verdieping van het netwerk dat de Commissie bij handhavingsactiviteiten met de nationale mededingingsautoriteiten verbindt. Dit is natuurlijk evenzeer van groot belang voor de kandidaat-landen. De potentiële streefdatums voor toetreding van de nieuwe lidstaten en de toepassing van de hervorming van de antitrustregels vallen in hoofdzaak samen. Zodra de

6 VOORWOORD VAN MARIO MONTI huidige kandidaat-landen lidstaten worden, maken hun mededingingsautoriteiten een integrerend deel uit van het meer gedecentraliseerde, actievere antitrusthandhavingsnetwerk. Vanuit dit perspectief is de huidige pretoetredingsfase van bijzonder belang. In het licht van de reeds geboekte vooruitgang en de regelmatige contacten welke zijn gelegd tussen de Commissie en de mededingingsautoriteiten van de kandidaat-landen, kunnen we de toekomst evenwel met vertrouwen tegemoet zien. Internationale en multilaterale samenwerking In tijden van mondialisering mag de internationale samenwerking niet beperkt blijven tot de kandidaatlanden. We moeten middelen vinden om mededingingsautoriteiten maar ook concepten van mededingingsbeleid op mondiaal niveau op elkaar af te stemmen. In 2001 werd vooruitgang geboekt bij twee vormen van multilaterale samenwerking waarbij de Commissie het voortouw heeft genomen. WTO Handel en concurrentiebeleid Een eerste relevant forum is de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Sinds 1996 hebben we de gedachte naar voren geschoven om een multilaterale overeenkomst inzake handel en concurrentie tot stand te brengen. Op de vierde WTO-ministersbijeenkomst, die van 9 tot en met 14 november te Doha (Qatar) plaatsvond, werd een verklaring goedgekeurd betreffende de Interactie tussen handel en concurrentiebeleid. De verklaring is een belangrijke stap in onze inspanningen voor de totstandkoming van multilaterale concurrentievoorschriften in de WTO aangezien voor het eerst wordt erkend dat er voor de WTO voldoende grond is om onderhandelingen te voeren met het oog op het sluiten van een multilaterale overeenkomst inzake handel en concurrentie. Tot recentelijk was zelfs het beginsel van een dergelijke overeenkomst op het niveau van de WTO eerder controversieel. De erkenning van het belang van de ontwikkeling van een dergelijk kader en van de relevantie ervan voor de internationale handel en ontwikkeling zal bijdragen tot de invoering en de efficiëntere toepassing van binnenlandse mededingingsrechtelijke stelsels en de verbruikers in de hele wereld aanzienlijke voordelen opleveren. Zelfs indien de voorstanders van multilaterale concurrentievoorschriften zullen moeten wachten tot de vijfde WTO-ministersbijeenkomst om de formele onderhandelingsfase van de multilaterale overeenkomst aan te vatten, er is thans een duidelijke verbintenis om dergelijke onderhandelingen aan te vatten op een bepaalde datum en de kwestie zal in één overeenkomst worden opgenomen. Voor alle praktische doelstellingen zijn we thans in een voorbereidende fase getreden waarin we veel nuttig werk kunnen verrichten om met onze partners uit de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden duidelijk af te bakenen welke elementen in een dergelijke overeenkomst moeten worden opgenomen. De voorstellen van de Europese Unie over de basiselementen van een dergelijke overeenkomst zijn algemeen aanvaard in Doha. De verklaring is immers gericht op de elementen waarop de Europese Unie de aandacht had gevestigd als punten die in de eerste plaats moeten worden verduidelijkt (de kernbeginselen van het mededingingsbeleid zoals transparantie, niet-discriminatie, eerlijke procedures, een verbintenis om hardcore-kartels uit te bannen, de toepassingsvoorwaarden voor vrijwillige samenwerking tussen mededingingsautoriteiten). Ten slotte biedt de verklaring ruimte voor meer specifieke technische bijstand en het opbouwen van kennis die de opkomende en ontwikkelingseconomieën zullen helpen het belang van deze kwesties beter te begrijpen en te waarderen. Internationaal concurrentienetwerk Op informele basis werd in oktober het Internationale Concurrentienetwerk (ICN) gelanceerd. Het is het resultaat van intensieve gedachtewisselingen welke op gang werden gebracht in de herfst van 2000. Het is de eerste keer dat mededingingsautoriteiten wereldwijd een autonoom initiatief nemen dat erop gericht

VOORWOORD VAN MARIO MONTI 7 is hen in staat te stellen ervaringen te delen en standpunten uit te wisselen over concurrentiekwesties welke voortvloeien uit de steeds toenemende mondialisering van de wereldeconomie. Het ICN zal een projectgericht, op consensus gebaseerd netwerk zijn dat bestaat uit antitrustagentschappen van de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden. Het zal zich bezighouden met antitrusthandhaving en beleidskwesties van gemeenschappelijk belang en voorstellen voor formele en materiële convergentie formuleren via een resultaatgerichte agenda en structuur. Het zal tevens de verspreiding van antitrustervaring en beste praktijken aanmoedigen, de voortrekkersrol van antitrustagentschappen bevorderen en de internationale samenwerking trachten te vergemakkelijken. Het ICN zal zijn inspanningen toespitsen op internationale antitrustkwesties die moeilijk zijn maar waarvoor toch een oplossing kan worden gevonden. Aanvankelijk zal het ICN werk maken van twee belangrijke antitrustkwesties: de controle op concentraties waarbij meerdere jurisdicties betrokken zijn en de concurrentiebevorderende rol van antitrustagentschappen. Deze agenda zal later worden uitgebreid met kwesties van bijzonder belang voor overgangs- en ontwikkelingseconomieën. * * * Tevens wil ik van de gelegenheid gebruik maken om het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité te bedanken. Beide hebben het concurrentiebeleid van de Commissie consequent gesteund. In 2001 hebben zij onze voorstellen voor een modernisering van de antitrustprocedure gesteund waarvan ik hoop dat zij uiteindelijk door de Raad zullen worden goedgekeurd in 2002. De feedback van de vertegenwoordigers van de Europese burgers en de economische en sociale kringen is een uiterst belangrijke toets van ons beleid. Hun steun en constructieve kritiek helpen ons onze werkzaamheden te sturen. Het jaarverslag biedt mij gewoonlijk een goede kans om in beide instellingen een breed debat te voeren over alle actuele punten van het mededingingsbeleid. Die gedachtewisselingen zijn nuttig omdat zij niet beperkt blijven tot een beoordeling van de voorbije activiteiten van de Commissie maar ook raken aan de verdere ontwikkeling van ons beleid. Ik verheug mij erop deze uitwisseling van standpunten op grond van dit verslag te kunnen voortzetten.

Inhoud Deel een XXXIe Verslag over het mededingingsbeleid 2001 13 INLEIDING 19 I Antitrust: artikelen 81 en 82; staatsmonopolies en monopolierechten; artikelen 31 en 86 25 A Modernisering van de wettelijke en interpretatieve bepalingen 25 B Toepassing van de artikelen 81, 82 en 86 32 C Sectorale ontwikkelingen op mededingingsgebied 43 D Statistieken 81 II Concentratiecontrole 83 A Algemeen beleid en nieuwe ontwikkelingen 83 B Statistisch overzicht 109 III Staatssteun 111 A Algemeen beleid 111 B Begrip staatssteun 121 C Onderzoek naar de verenigbaarheid van steun met de gemeenschappelijke markt 125 D Procedures 146 E Statistieken 151 IV Diensten van algemeen belang 153 V Internationale activiteiten 159 A Uitbreiding 159 B Bilaterale samenwerking 164 C Multilaterale samenwerking 167 VI Vooruitzichten voor 2002 173 BIJLAGE IN HET VERSLAG ONDERZOCHTE ZAKEN 177

10 INHOUD Deel twee Verslag over de toepassing van de mededingingsregels in de Europese Unie 183 I Antitrust: artikelen 81, 82 en 86 van het EG-verdrag Artikel 65 van het EGKS-Verdrag 189 A Samenvatting van zaken 189 B Nieuwe wet- en regelgeving en bekendmakingen die door de Commissie zijn vastgesteld of ingediend 232 C Formele beschikkingen op grond van de artikelen 81, 82 en 86 van het EG-Verdrag 233 D Bij administratieve brief in 2001 afgesloten zaken 234 E Bekendmakingen op grond van de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag 237 F Persberichten 238 G Arresten en beschikkingen van de communautaire rechtscolleges 242 II Concentratiecontrole: Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad en artikel 66 van het EGKS-Verdrag 245 A Samenvatting van beschikkingen op grond van artikel 6, lid 1, onder b, en artikel 6, lid 2, waarin de betrokken ondernemingen verbintenissen zijn aangegaan 245 B Beknopt overzicht van beschikkingen op grond van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad 251 C Beschikkingen op grond van artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening (zaken betreffende gemeenschappelijke ondernemingen) 266 D Samenvattingen van verwijzingsbeschikkingen op grond van artikel 9 van de concentratieverordening 268 E Samenvatting van arresten van het Gerecht van eerste aanleg 271 F Beschikkingen van de Commissie 272 G Persberichten 280 H Arresten van de rechterlijke instanties van de Gemeenschap 288 III Steunmaatregelen van de staten 289 A Samenvatting van zaken 289 B Nieuwe wet- en regelgevende teksten en bekendmakingen die door de Commissie zijn vastgesteld of ingediend 322 C Lijst van de steunmaatregelen van de staten in andere sectoren dan de landbouw, de visserij en de steenkoolindustrie 322 D Lijst van steunmaatregelen van de staten in andere sectoren 342 E Arresten van de rechterlijke instanties van de Gemeenschap 357 F Tenuitvoerlegging van beschikkingen van de Commissie betreffende de terugvordering van steun 359 IV Internationaal 365 V Toepassing van de mededingingsregels in de lidstaten 379 A Ontwikkelingen inzake wetgeving 379 B Toepassing van de communautaire mededingingsvoorschriften door de nationale autoriteiten 387

INHOUD 11 C Toepassing van de communautaire mededingingsvoorschriften door de nationale rechterlijke instanties 394 D Toepassing van de bekendmaking van 1993 inzake de samenwerking tussen de Commissie en de nationale rechterlijke instanties 404 VI Statistieken 411 A Artikelen 81, 82 en 86 van het EG-Verdrag en artikel 65 van het EGKS-Verdrag 411 B Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen 413 C Steunmaatregelen van de staten 414 VII Studies 417 VIII Reacties op het XXXe Verslag 419 A Europees Parlement 419 B Economisch en Sociaal Comité 426

Deel een XXXIe Verslag over het mededingingsbeleid 2001 SEC(2002) 462 definitief

Inhoud INLEIDING 19 Kader 1: Mededinging en consument De belangrijkste beschikkingen van de Commissie in 2001 21 I Antitrust: artikelen 81 en 82; staatsmonopolies en monopolierechten; artikelen 31 en 86 25 A Modernisering van de wettelijke en interpretatieve bepalingen 25 1. Modernisering van de regels ter uitvoering van de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag 25 2. Herziening van de clementiemededeling 26 3. Evaluatie van de groepsvrijstellingsverordening voor overeenkomsten voor technologieoverdracht 27 Kader 2: Nieuwe de minimis-bekendmaking 28 4. Herziening van procedurele regels: nieuw mandaat van de raadadviseur-auditeur 30 B Toepassing van de artikelen 81, 82 en 86 32 1. Artikel 81 32 2. Artikelen 82 en 86 39 Kader 3: Mededingingsbeleid in de verpakkingsafvalsector 40 C Sectorale ontwikkelingen op mededingingsgebied 43 1. Energie: liberalisering van de elektriciteits- en gassector 43 2. Postdiensten 47 3. Telecommunicatie 50 4. Vervoer 54 5. Media 60 6. Distributie van motorvoertuigen 62 Kader 4: Groen licht voor Covisint de B2B-marktplaats voor automobielbedrijven 65 7. Financiële diensten 67 8. Informatiemaatschappij 72 9. Sport 73 Kader 5: Transfers van voetballers 74 10. Farmaceutische industrie 77 D Statistieken 81 II Concentratiecontrole 83 A Algemeen beleid en nieuwe ontwikkelingen 83 1. Inleiding Algemene ontwikkelingen 83 2. Nationale markten en potentiële mededinging 84 Kader 6: De papier -zaken en collectieve machtspositie 90 3. Concentratiecontrole in de 21e eeuw Groenboek over de herziening van de concentratieverordening 92

16 INHOUD Kader 7: Nevenrestricties Aanpassing van het beleid van de Commissie 94 4. Ontwikkelingen in de toepassing van de failing firm defence 95 Kader 8: Schneider/Legrand 96 5. Corrigerende maatregelen 97 6. Verwijzingen naar lidstaten overeenkomstig artikel 9 Nieuwe ontwikkelingen 104 7. Internationale samenwerking 106 Kader 9: GE/Honeywell 106 B Statistisch overzicht 109 III Staatssteun 111 A Algemeen beleid 111 1. Transparantie 112 2. Modernisering van de controle op de staatssteun 113 Kader 10: Risicokapitaal 114 3. Staatssteun en belastingen 116 4. Gestrande kosten 116 5. Openbare omroep 117 6. Ondersteuning van film- en audiovisuele productie 118 7. Uitbreiding 118 Kader 11: Duitse overheidsbanken (Anstaltslast en Gewährträgerhaftung) 119 B Begrip staatssteun 121 1. Herkomst van de middelen 122 2. Het voordeel voor de onderneming 122 3. Het selectieve karakter van de maatregel 123 4. Beïnvloeding van het handelsverkeer tussen lidstaten 125 C Onderzoek naar de verenigbaarheid van steun met de gemeenschappelijke markt 125 1. Horizontale steun 125 2. Regionale steun 130 3. Sectorale steun 132 D Procedures 146 1. Inleiding van de formele onderzoeksprocedure 146 2. Bestaande steun 148 3. Terugvordering van steun 149 4. Niet-uitvoering van een beschikking van de Commissie 149 E Statistieken 151 IV Diensten van algemeen belang 153 1. Algemene beginselen 153 2. Recente ontwikkelingen 153 3. Antitrust (inclusief liberalisering) 156

INHOUD 17 V Internationale activiteiten 159 A Uitbreiding 159 1. Toetredingsvoorbereiding en -onderhandelingen 159 2. Voortgang in overeenstemming met de mededingingsregels 160 3. Uitvoeringsbepalingen in het kader van de Europaovereenkomsten en het besluit inzake de douane-unie 161 4. Uitbreiding van de status van artikel 87, lid 3, onder a, in het kader van de Europaovereenkomsten en de goedkeuring van regionalesteunkaarten 162 5. Technische bijstand aan de kandidaat-landen 163 6. Westelijke Balkan 163 B Bilaterale samenwerking 164 1. Verenigde Staten 164 2. Canada 165 3. Overige OESO-landen 165 4. Landen van de Middellandse Zee 165 5. Latijns-Amerika 166 6. De Russische Federatie en Oekraïne 167 C Multilaterale samenwerking 167 1. WTO: handels- en mededingingsbeleid 167 Kader 12: Handel en mededinging; van het rapport-van Miert tot Doha 169 2. OESO 170 3. Unctad 170 4. International Competition Network 171 VI Vooruitzichten voor 2002 173 1. Antitrust 173 2. Concentraties 174 3. Staatssteun 175 4. Internationale activiteiten 175 Bijlage In het verslag onderzochte zaken 177 1. Artikelen 81, 82 en 86 177 2. Controle op concentraties 178 3. Steunmaatregelen van de staten 179

XXXIe VERSLAG OVER HET MEDEDINGINGSBELEID SEC(2002) 462 DEFINITIEF 19 INLEIDING 1. De toepassing van de mededingingsregels is een van de belangrijkste taken van de Commissie en speelt een centrale rol in de werking van de interne markt op economisch gebied. Nu de slotfase van de invoering van de euro aanving op 1 januari 2002 en de Europese Unie een grotere uitbreiding dan ooit tevoren zal kennen, moeten de antitrustregels alsook de voorschriften inzake concentraties en staatssteun worden gemoderniseerd, zodat de Commissie haar actie op het snel veranderende economische klimaat kan afstemmen. Hierdoor kan men zich richten op die gedragingen van marktdeelnemers die het gevaarlijkst zijn voor een open markteconomie met vrije mededinging, zoals bepaald in het Verdrag. 2. Een reeks in 2001 vastgestelde kartelbeschikkingen belicht de voortdurende inspanningen van de Commissie om op te treden tegen gedragingen van ondernemingen in een groot aantal sectoren, die flagrant in strijd met de mededingingsregels waren. Deze beschikkingen laten zien dat het mededingingsbeleid een rechtstreekse impact op het welzijn van de consument heeft, hetgeen ook geldt voor de beschikkingen die dit jaar werden genomen op het gebied van de automobielindustrie. Daarnaast bleef het openstellen van markten waar nog geen volledige mededinging bestaat, hoog op de agenda van de Commissie staan. Bij deze openstelling dient ervoor te worden gezorgd dat gelijkheid van behandeling is verzekeren dat het verlenen van diensten van algemeen belang wordt gewaarborgd. 3. De actie van de Commissie op het gebied van concentraties vindt plaats tegen de achtergrond van de globalisering en een groeiende complexiteit van de zaken die aanhangig worden gemaakt. Gezien het feit dat mondiale fusies onder verschillende jurisdicties vallen, wordt intensieve internationale samenwerking in verschillende fora, zoals in het International Competition Network (ICN), en krachtens bilaterale overeenkomsten steeds meer noodzakelijk. Om ervoor te zorgen dat het Europese stelsel van concentratiecontrole adequaat wordt uitgerust om de uitdagingen van deze mondiale fusies en van de uitbreiding van de Europese Unie aan te gaan, is de Commissie bezig de concentratieverordening grondig te herzien. In december 2001 werd een overlegdocument (groenboek) over jurisdictiekwesties en procedurele en materiële aangelegenheden gepubliceerd. 4. Wat betreft de staatssteun werden in 2001 op het gebied van de transparantie belangrijke verbeteringen bereikt met de goedkeuring van het scorebord inzake staatssteun en de openstelling voor het publiek van een on line staatssteunregister. De Commissie zette haar beleid inzake de actualisering en modernisering van haar staatssteunregels voort met de goedkeuring van nieuwe regels betreffende staatssteun voor risicokapitaal en de start van drie belangrijke nieuwe beleidsevaluaties aangaande steun voor werkgelegenheid, voor onderzoek en ontwikkeling en voor grote regionale investeringsprojecten. Wat betreft toezicht en handhaving werd bijzondere aandacht geschonken aan de definitieve inwerkingtreding van de beide groepsvrijstellingsverordeningen inzake steun aan kleine en middelgrote ondernemingen en opleidingssteun en de verordening inzake de minimis-steun. 5. Met de goedkeuring op 12 december van de gemeenschappelijke standpunten over het mededingingshoofdstuk werd de eerste fase van de uitbreidingsactiviteiten op staatssteungebied afgerond. De Associatieraad besloot voor vier kandidaat-lidstaten het mededingingshoofdstuk voorlopig te sluiten. 6. De Commissie dient zorgvuldig te kijken naar de mededingingsaspecten van de toekomstige uitbreiding en met de kandidaat-lidstaten samen te werken om ervoor te zorgen dat in een uitgebreide Unie dezelfde regels overal even doeltreffend worden toegepast. 7. In 2001 lag het totale aantal nieuwe zaken op 1 036, waarvan 284 antitrustzaken (die vallen onder de artikelen 81, 82 en 86), 335 concentratiezaken en 417 staatssteunzaken (uitgezonderd klachten). Ter