Summary & Samenvatting



Vergelijkbare documenten
samenvatting Samenvatting

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven

Het Effect van Voortgangsfeedback aan Behandelaars op de Uitkomsten van Psychologische Behandelingen; een Pilot Onderzoek

Summary 136

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Master thesis. Naam student: S. Friederichs Studentnummer: Afstudeerrichting: Klinische Psychologie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Het Effect van een Mindfulnesstraining gericht op Informeel Oefenen en Lopen

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

The extremely resorbed mandible: a comparative, prospective study of three treatment strategies

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

Adherence aan HWO en meer bewegen

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

Summary 124

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias

Cognitieve Bias Modificatie van Interpretatiebias bij Faalangstige Studenten

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

De Effecten van Lichaamsgerichte Interventies op. Lichaamsbeleving, Hyperarousal, Vermijding en Herbeleving bij

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken?

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

Chapter 11. Niet uitneembare implantaat gedragen constructies in de edentate onderkaak. Samenvatting en conclusies

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1. Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Validatie van de Nederlandstalige. Mindful Attention Awareness Scale. Validation of the Dutch

Het Effect van de Kanker Nazorg Wijzer* op Werkgerelateerde Problematiek en Kwaliteit. van Leven bij Werkende Ex-Kankerpatiënten

Mindfulness als Aanvullende Hulpbron bij het JD R model voor het. Verklaren van Bevlogenheid bij Werknemers uit het Bankwezen in.

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Invloed van Bewegen op Depressieve Klachten in de. Fysiotherapie Praktijk. Influence of Movement on Depression in the. Physiotherapy Practice

LinkedIn Profiles and personality

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

Downloaded from ijn.iums.ac.ir at 18:16 IRST on Monday September 23rd 2019

(Hoofdstuk 2-5) (Hoofdstuk 6-9) 151

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA

nociception in offspring exposed to perinatal maternal stress and/or developmental anti depressant medications.

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

Citation for published version (APA): Tymstra, N. (2010). Effects of dental implants on hard and soft tissues Groningen: s.n.

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

Laboratory report. Independent testing of material surfaces. Analysis of leaching substances in treated wood samples conform guide line EU 10/2011

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

Abstract. Keywords. Foot and Ankle Outcome Score (FAOS), Ankle, PROM, Validity, Reliability, Dutch translation

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Transcriptie:

8 Summary & Samenvatting 8 141

Summary In the aesthetic zone, the tendency to place single-tooth dental implants immediately after extraction of a failing tooth, preferably combined with immediate provisionalization, is growing. This tendency is probably related to evolving society factors, with more demanding patients and a wish for direct result. Chapter 1 describes the background of immediate dental implant placement in a fresh extraction socket in the aesthetic zone and the shift towards the peri-implant hard and soft tissues instead of implant survival as outcome measure. The general aim of the research described in this thesis was to assess the treatment outcome of immediate dental implant placement in the aesthetic zone. The treatment outcome included outcome measures as changes in the hard and soft tissue peri-implant tissues, implant survival, aesthetic evaluation and patient reported outcome with a 1-year follow-up. A systematic review was performed to systematically assess the clinical outcome of immediately placed implants in the aesthetic zone (Chapter 2) after one year. Based on 43 studies reporting on immediate placement of single tooth implants in the aesthetic zone, a pooled analysis was done. Survival of immediately placed implants was excellent, being 97% after at least one year follow-up. A mean Marginal Bone Level (MBL) of 0.81±0.48 mm loss was reported for the peri-implant hard tissues. For the peri-implant soft tissues, a loss of Interproximal Mucosa Level (IML) 0.38±0.23 mm and a loss of Midfacial Mucosa Level (MML) of 0.54±0.39 mm were reported. Overall, immediate placement with immediate provisionalization of dental implants in the aesthetic zone results in excellent short-term treatment outcome in terms of implant survival and minimal change of peri-implant hard and soft tissue dimensions. A randomized clinical trial is described in Chapter 3 assessing the outcome of single-tooth implants in the aesthetic zone in bony defects of <5 mm. In this study 40 patients with a failing tooth in the aesthetic zone were randomly assigned for immediate placement with immediate provisionalization (n=20) or immediate implant placement with delayed provisionalization (n=20). Follow-up was at 1 month and after 1 year after placement of the definitive crown. The primary outcome measure was MBL change. Apart from MBL, survival, soft tissue peri-implant parameters, aesthetic indexes and patient satisfaction were assessed. A MBL change after one year of 0.75±0.69 mm mesially and 0.68±0.65 mm distally for the immediate group and 0.70±0.64 mm and 0.68±0.64 mm for the delayed group were found. Both study groups had a 100% survival rate. Recession of the peri-implant tissues for the immediate group were clinically acceptable after one year (IML of 1.00±0.58 mm and MML 0.95±0.62 mm). This randomized clinical trial showed that immediate placement and immediate provisionalization was non-inferior regarding MBL to immediate placement with delayed provisionalization. In addition no clinically relevant differences in other outcomes were observed. In Chapter 4 a randomized clinical trial is described assessing the outcome of single-tooth implants in the aesthetic zone in bony defects of 5 mm. In this study 40 patients with a failing tooth in the aesthetic zone were randomly assigned for immediate implant placement with delayed provisionalization (n=20) or delayed implant placement with delayed provisionalization (n=20). Follow-up was at 1 month and after 1 year after placement of the definitive crown. The primary outcome measure was MBL change. Other 142

outcome measures were survival, soft tissue peri-implant parameters, aesthetic indexes and patient satisfaction. One year after definitive crown placement, MBL level loss was 0.49±0.46 mm mesially and 0.49±0.46 mm distally mm for the immediate group and 0.45±0.41 mm and 0.68±0.64 mm for the delayed group. Recession of the peri-implant tissues was clinically acceptable after one year in both groups (IML 0.15±0.16 versus 0.21±0.27 mm and MML 0.15±0.16 versus 0.34±0.55 mm). This randomized clinical trial showed that immediate placement with delayed provisionalization was non-inferior to delayed placement with delayed provisionalization in labial bony defects of 5 mm. In addition, no clinically relevant differences in other outcomes were observed. The aim of the study described in Chapter 5 was to develop a method for reliable, reproducible buccal bone thickness (BBT) measurements on cone beam computed tomography (CBCT)-scans. A novelty is that this program, regularly used pre-operatively, was employed to measure the BBT (in mm), after implant surgery. Inter- and intra-observer reproducibility was assessed by repeated measurements by two examiners on 10 CBCTs at 6 positions along the implant axis. Mean BBT measured by observers one and two was 2.42±0.50 mm and 2.41±0.47 mm, respectively. Interobserver intraclass correlation coefficient was 0.96 (95%CI 0.93-0.98) and an intraobserver intraclass correlation coefficient of 0.93 (95%CI 0.88-0.96) for observer one and an intraobserver intraclass correlation coefficient of 0.96 (95%CI 0.93-0.97) for observer two, respectively. From this study it can be concluded that CBCTs are suitable for reliable and reproducible measurements of buccal bone thickness at implants. 1 year after definitive crown placement, BBT at dental implants in the aesthetic zone measured on CBCT s appears to be stable for immediate and delayed placed implants in the aesthetic zone, independent of the size of buccal bone defect prior to implant insertion and timing of provisionalization. The purpose of the study described in Chapter 6 was to assess BBT using CBCTs and relate it to immediate and delayed placed implants in the aesthetic zone after 1 month and 1 year follow-up after definitive crown placement. BBT was measured with the approach described in chapter 5 on CBCTs of 80 patients divided in 4 study groups according to the bony defect (<5 or 5 mm) and timing of implant placement (immediate or delayed). For the purpose of this study, the area of interest in the aesthetic zone was the upper 5 mm section buccal of the implant, beginning at the neck of the implant towards the apical direction and measured in steps of 1mm along the axis of the implant. BBT 1 year after placement of the definitive crown, varied for the immediate placed implants of study group 1 from 1.52±0.89 to 2.04±0.77 mm (i.e., at the level of the upper 5 mm of the implant); for study group 2 from 1.08±0.55 to 1.44±±0.72 mm and for study group 3 from 1.00±0.47 to 1.29±0.72mm. BBT varied from 0.71±0.28 to 0.92±0.57 mm for the delayed placed implants in study group 4. BBT at dental implants in the aesthetic zone measured on CBCTs, appears to be stable for immediate and delayed placed implants after placement of the definitive crown, independent of the size of buccal bone defect prior to implant insertion and timing of provisionalization. Chapter 7 includes the discussion and conclusion of the outcomes of the research performed in this thesis. The main conclusion is that immediate placement of dental implants in the aesthetic zone results in an excellent short-term treatment outcome in terms of survival, clinical outcome, aesthetic indexes and patient satisfaction. There is a need for long-term prospective studies with a follow-up of more >1 year. 143 8

Samenvatting Bij enkeltandsvervanging in de esthetische zone bestaat de tendens om na extractie van een niet te behouden tand een implantaat te plaatsen in de extractiealveole, bij voorkeur in combinatie met een tijdelijke kroon. Deze tendens past bij het huidige tijdsbeeld: veeleisende patiënten met de wens voor een direct resultaat. In hoofdstuk 1 wordt kort het hoe en waarom van het direct plaatsen van implantaten in de extractiealveole in de esthetische zone beschreven. Ook wordt aandacht geschonken aan de verschuiving in de uitkomstmaat voor het meten van succes van een implantaat, namelijk de verschuiving van het overlevingspercentage van implantaten als voornaamste uitkomstmaat naar de conditie van de periimplantaire harde en zachte weefsels. Het doel van het in dit proefschrift beschreven onderzoek was het evalueren van het behandelresultaat één jaar na het direct plaatsen van implantaten in de extractiealveole van een enkel element in de esthetische zone (enkeltandsvervanging). Als uitkomstmaten werden veranderingen in de harde en zachte weefsel peri-implantaire weefsels, het overlevingspercentage van de implantaten, een objectieve beoordeling van het esthetische resultaat en de beoordeling door de patiënt zelf gebruikt. In hoofdstuk 2 wordt de uitkomst van een systematische literatuurstudie naar de klinische uitkomst van direct geplaatste implantaten in de esthetische zone beschreven. Gebaseerd op 43 aan de kwaliteitscriteria voldoende studies, waarin enkeltandsvervanging met direct geplaatste implantaten in de esthetische zone werd beschreven, werd een gepoolde analyse uitgevoerd. Het overlevingspercentage van de in deze regio direct geplaatste implantaten was uitstekend: 97% na ten minste één jaar follow-up. Het gemiddelde verlies aan Marginaal Bot Niveau (MBN) bedroeg van 0,81 ± 0,48 mm, het gemiddelde verlies van het Interproximale Mucosa Niveau (IMN) bedroeg 0,38 ± 0,23 mm en het gemiddelde verlies van het Midfaciale Mucosa Niveau (MMN) 0,54 ± 0,39 mm. Op basis van de uitkomsten van de systematische literatuurstudie werd geconcludeerd, dat het direct plaatsen bij enkeltandsvervanging in combinatie met een directe tijdelijke kroon in de esthetische zone resulteert in uitstekende kortetermijn resultaten. De resultaten betreffen zowel de conditie van de peri-implantaire harde en zachte weefsel als het overlevingspercentage van de implantaten. De beschikbare gegevens waren onvoldoende om een uitspraak te doen over een objectieve beoordeling van het te bereiken esthetische resultaat en de tevredenheid van de patiënt. In hoofdstuk 3 wordt een gerandomiseerde klinische studie in de esthetische zone beschreven naar het behandelresultaat van enkeltandsvervanging bij direct geplaatste implantaten in botdefecten van <5 mm. In dit onderzoek werden 40 patiënten met een niet te behouden tand in de esthetische zone at random in 2 groepen ingedeeld. Één groep: het direct plaatsen van een implantaat in de extractiealveole met daarop direct een tijdelijke kroon (n=20) of één groep: het direct plaatsen van een implantaat in de extractiealveole met daarop een conventionele tijdelijke voorziening (partiele plaatprothese; n=20). Een veelheid aan uitkomstmaten werd één maand en één jaar na het plaatsen van de definitieve kroon gemeten. De primaire uitkomstmaat was verandering in het MBN. Naast MBN, waren de uitkomstmaten het overlevingspercentage van de implantaten, de conditie van de zachte peri-implantaire weefsels, de 144

uitkomst van esthetische indexen en de mate van patiënttevredenheid. Één jaar na het plaatsen van de definitieve kroon werd een MBN verlies van 0,75 ± 0,69 mm mesiaal en 0,68 ± 0,65 mm distaal van het implantaat gemeten in de directe tijdelijke kroon groep en een verlies van 0,70 ± 0,64 mm mesiaal en 0,68 ± 0,64 mm distaal in de groep die eerst was voorzien van een conventionele tijdelijke voorziening. Geen enkel implantaat is in beide groepen verloren gegaan. Ook de mate van recessie van de peri-implantaire weefsels één jaar na het plaatsen van de definitieve kroon bij de directe groep lag op een klinisch aanvaardbaar niveau (IMN 1,00 ± 0,58 mm, MMN 0,95 ± 0,62 mm). Deze gerandomiseerde klinische studie toonde aan, dat het direct plaatsen van een implantaat met daarop direct een tijdelijke kroon niet onderdoet voor de uitkomst van het direct plaatsen van een implantaat met daarop een conventionele tijdelijke voorziening wat betreft verandering in het MBN. Ook in de andere uitkomstmaten werden geen klinisch relevante veranderingen gemeten. In hoofdstuk 4 wordt een gerandomiseerde klinische studie in de esthetische zone beschreven aangaande het behandelresultaat van solitair direct geplaatste implantaten in alveoles met botdefecten 5mm. In dit onderzoek werden 40 patiënten met een niet te behouden tand in de esthetische zone gerandomiseerd in 2 groepen: Of direct plaatsen van een implantaat in de extractiealveole (n=20) of het conventioneel plaatsen van het implantaat na een genezingsperiode van 3 maanden (n=20). Wederom werd een veelheid aan uitkomstmaten één maand en één jaar na het plaatsen van de definitieve kroon bepaald. De primaire uitkomstmaat was verandering in het MBN. Naast MBN, werden als uitkomstmaten het overlevingspercentage van de implantaten, de conditie van de zachte peri-implantaire weefsels, de uitkomst van esthetische indexen en de mate van patiënttevredenheid bepaald. Eén jaar na het plaatsen van de definitieve kroon bedroeg het MBN verlies 0,49 ± 0,46 mm mesiaal en 0,49 ± 0,46 mm distaal voor de directe implantaat groep en 0,45 ± 0,41 mm en 0,68 ± 0,64 mm voor de conventionele implantaat groep. In beide onderzoeksgroepen bleek de mate van recessie van de peri-implantaire weefsels op een klinisch aanvaardbaar niveau te liggen (IMN 0,15 ± 0,16 versus 0,21 ± 0.27 mm en MMN 0,15 ± 0,16 versus 0,34 ± 0.55 mm). In deze gerandomiseerde klinische studie werd aangetoond, dat de uitkomst van het direct plaatsen van een implantaat in een extractie alveole niet onderdoet voor het conventioneel plaatsen van het implantaat in geval van een labiaal botdefect 5 mm. Ook in de andere uitkomstmaten werden geen klinisch relevante verschillen gemeten. 8 Het doel van de in hoofdstuk 5 beschreven studie was het ontwikkelen van een methode om betrouwbaar en reproduceerbaar de buccale botdikte (BBD) te kunnen meten met behulp van zogenaamde cone beam computed tomography (CBCT). Aangetoond werd dat middels het daartoe ontwikkelde computerprogramma inderdaad de BBD (in mm) ter plaatse van het implantaat kan worden gemeten. De inter- en intra-observator reproduceerbaarheid werd bepaald op basis van herhaalde metingen door twee onderzoekers, namelijk op 6 posities buccaal langs de implantaat as op 10 CBCTs. De gemiddelde BBD gemeten door onderzoekers één en twee bedroeg, respectievelijk, 2,42 ± 0,50 mm en 2,41 ± 0,47 mm. De interobserver intraclass correlatiecoëfficiënt bedroeg 0,96 (95% BI 0,93-0,98). De intra-observer intraclass correlatiecoëfficiënt bedroeg 0,93 (95% BI 0,88-0,96) voor onderzoeker één en 0,96 (95% BI 0,93-0,97) 145

voor onderzoeker twee. Uit deze studie werd geconcludeerd dat CBCTs geschikt zijn voor het betrouwbaar en reproduceerbaar meten van de BBD ter plaatse van implantaten. Het doel van de in hoofdstuk 6 beschreven studie was: om de buccale botdikte (BBD) te meten met behulp van CBCTs en de BBD te relateren aan direct en conventioneel geplaatste implantaten in de esthetische zone tijdens één maand en één jaar follow-up. BBD werd gemeten op CBCTs met het in hoofstuk 5 beschreven en geteste softwareprogramma bij 80 patiënten verdeeld in 4 studiegroepen na leiding van het botdefect na extractie(<5 or 5 mm) en het tijdstip van plaatsen (direct of conventioneel). Het aandachtsgebied in de esthetische zone was de eerste 5 mm labiaal van het implantaat, te beginnen bij de hals van het implantaat en werd gemeten met een interval van 1 mm parallel aan de as van het implantaat. BBD (in mm) variëerde voor direct geplaatse implantaten van studiegroep 1 van 1.52±:0.89 tot 2.04±0.74 mm ter plaatse van de bovenste 5 mm van het implantaat; voor studiegroep 2 van 1.08±0.58 tot 1.44±0.72 mm en voor studiegroep 3 van 1.00±:0.47 tot 1.29±:0.72 mm. De BBD variëerde van 0.71±0.28 tot 0.92±0.57 mm voor de conventioneel geplaatste implantaten in studiegroep 4. BBD bij enkeltandsvervanging in de esthetische zone is stabiel voor direct en conventioneel geplaatste implantaten en onafhankelijk van de grootte van het buccale botdefect vóórafgaand aan het implanteren en het tijdstip van de tijdelijke voorziening. De overkoepelende discussie en conclussies uit dit promotieonderzoek worden beschreven in hoofdstuk 7. De belangrijkste conclusie is, dat bij enkeltandsvervanging in de esthetische zone het direct plaatsen van tandheelkundige implantaten in een extractiealveole resulteert in uitstekende kortetermijn resultaten (1-jaars resultaten). Wat betreft het overlevingspercentage van de implantaten, de conditie van de periimplantaire zachte en harde weefsels, de uitkomst van de esthetische indexen en de tevredenheid van de patiënt. Of deze techniek ook op de lange termijn leidt tot goede uitkomsten, moet nog nader worden onderzocht. 146

8 147

148