VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN TECHNISCHE GEGEVENS VOOR HET HOUTONDERWIJS Deze veiligheidsinstructies en technische gegevens mogen enkel voor pedagogische doeleinden en in hun geheel vrij gekopieerd worden Alle gegevens zijn louter informatief. De uitgever kan nooit verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele onnauwkeurigheden of wijzigingen in de wetgeving..
DOELSTELLINGEN H02-1 MINIMUM DOELSTELLINGEN GERICHT OP HET VEILIG WERKEN MET DE LINTZAAG COGNITIEVE DOELSTELLINGEN De onderdelen van een lintzaagmachine KUNNEN BENOEMEN. Van de samenstellende delen de functie KUNNEN TOELICHTEN. De bewerkingen KUNNEN OPSOMMEN die met de lintzaagmachine worden uitgevoerd. De snijsnelheid van de zaag, het toerental van het zaagwiel en de voedingssnelheid KUNNEN BEPALEN en/of BEREKENEN. De draaizin van het zaaglint KUNNEN AANTONEN. Uit verschillende zaaglinten het juiste zaaglint KUNNEN KIEZEN voor een bepaald werk. Van afwijkende vaststellingen de oorzaak KUNNEN BEPALEN. De juiste zaagvolgorde KUNNEN AANGEVEN. Het onderscheid tussen snijdend en een bot zaaglint KUNNEN AANTONEN. De juiste middelen KUNNEN BEPALEN die het breken van het zaaglint moeten voorkomen. De loop en de spanning van het zaaglint KUNNEN UITLEGGEN. De zaagdikte in functie van de wieldiameter KUNNEN VERKLAREN. PSYCHOMOTORISCHE DOELSTELLINGEN De zaaggeleiders en veiligheidsapparatuur juist KUNNEN INSTELLEN. De veiligheidsapparatuur efficiënt KUNNEN GEBRUIKEN. Het zaaglint met behulp van het span- en richtmechanisme oordeelkundig KUNNEN PLAATSEN. Stukken hout in de lengterichting, methodisch KUNNEN DOORZAGEN, zowel langs de geleider als langs de lijn. Bij het zagen een verfijnde oog-handcoördinatie KUNNEN ONTWIKKELEN. AFFECTIEVE DOELSTELLINGEN Bij het zagen SPONTAAN de veiligheidsmaatregelen IN ACHT NEMEN. SPONTAAN niet gebruikte zaaglinten veilig WEGBERGEN. De lintzaagmachine regelmatig ONDERHOUDEN. Een flinke en juiste houding KUNNEN AANNEMEN tijdens het zagen. Ordelijkheid en netheid rond de lintzaagmachine KUNNEN WAARBORGEN. Gedisciplineerd KUNNEN WERKEN. OOG HEBBEN om de lintzaagmachine na het werk bedrijfsklaar achter te laten. Een KRITISCHE HOUDING KUNNEN AANNEMEN m.b.t. de veiligheid van de lintzaagmachine.
SPECIFICATIES H02-2 FIRMA: TYPE: BOUWJAAR: Toerental zaagwiel:n1 = Snijsnelheid zaag: v = n ( motor) d = d1 π d2 n1 = 60 VERSPANING......(20 tot 30 m/s) Voedingssnelheid: (1 à 40 m/min). Grote voedingssnelheid = grote tandsteek. De tandsteek bepaalt voedingssnelheid en zuivere zaagsnede. ZAAGLINT VOORBEELD Lengte: 2 x L + omtrek vliegwiel. Breedte: van 5 tot 40 mm. Dikte: ± 1/1000 wieldiameter (vb.: dikte 0,7 mm. voor 800 mm Ø zaagwiel) Snijhoek: zacht hout: tot 30 hard hout: 0 tot 5 diversen: ± 15 Zaagspanning: ± 10 N/mm² lintzaagdoorsnede.
ONDERDELEN H02-3
BEWERKINGEN H02-4 GEBRUIK AANDACHTSPUNTEN 1. LANGSZAGEN (SCHULPEN) Boolplanken. Gekantrecht hout. Zagen langs geleiding. - duidelijk aflijnen (uitsmetten). - spanningen in de plank opvangen door wig. - planken of balken aflijnen. - controle op vlak- en haaksheid. - gelijke breedten na elkaar. 2. AFKORTEN. 3. KEER- OF DRAAIZAGEN - enkel bij gebrek aan een andere zaag (paneelzaag, pendelzaag...) - breedte van het zaaglint aanpassen aan de straal van de te zagen kromming. - de minimum diameter van de uit te zagen cirkel is 15x de zaaglintbreedte. - steeds al zagend het werkstuk vooruitduwen. IN PRINCIPE ALLEEN MASSIEF HOUT ZAGEN MET DE LINTZAAGMACHINE ABNORMALE VASTSTELLINGEN 1. AFWIJKEN VAN DE LIJN. 2. KAPBEWEGING. 3. SNERPENDE GELUID. 4. TRILLEN VAN HET ZAAGLINT. OORZAKEN - slecht ingestelde zaaggeleiding. - slecht getrokken zaag. - metaalmoeheid - verkeerde tandsteek. - teveel lassen in het zaaglint. - zaaglint vertoont scheurtjes. - vastzitten van het geleidingswieltje. - zaaglint drukt tegen de achterste geleidingsrol. - bot zaaglint. - te weinig spanning op het zaaglint. 5. TE VEEL ZAAGSTOF. - niet ingeschakelde stofafzuiging. - te veel open afzuigmonden. 6. AANGELADEN ZAAGLINT. - slechte opstelling van de borstel. - aard van de houtsoort. - niet passende tandvorm. ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN - Zijn de wielvelgen en het mondstuk nog in goede staat? - Wordt de afvalbak regelmatig geledigd? - Worden de zaaglinten met de tanden naar de muur opgehangen? - Is uw werkkledij en persoonlijke veiligheidsuitrusting in orde?
ZAAGGELEIDERS H02-5
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES H02-6 GEVAREN VOORKOMINGSMAATREGELEN MIDDELEN CONTACT MET DE ZAAG - Beschuttingstoestel gebruiken. - Duwhout gebruiken op het einde van het werkstuk. - Kleine stukjes hout of afval verwijderen. - Beschermkasten enkel openen wanneer de machine volledig tot stilstand gekomen is. - Hoofdschakelaar afzetten alvorens een nieuw zaaglint op te leggen. - Het hout met gesloten vingers aanduwen en geleiden. - De rechterhand steeds rechts en de linkerhand steeds links van de zaag houden. - Machine- of arbeidsmiddelenrichtlijn - Duwhout met handvat. - Met handborstel of latje. - De leraar het opgelegde zaaglint laten nazien. BREKEN VAN DE ZAAG - Gebruik zaaglinten in functie van de bewerkingen, houtsoort en houtdikte. - Tandrichting en- scherpte alsook de spanning van het zaaglint controleren. - De flank- en ruggeleiding van het lint boven en onder het tafelblad controleren. - Bovenste zaaggeleiding ± 3 cm boven het werkstuk instellen. - Vermijd bruusk contact met de zaag en het werkstuk. - Vervang tijdig het houten mondstuk in de zaagtafel. - Begin niet te zagen vooraleer de machine haar maximum toerental heeft bereikt. - Wring niet met het werkstuk en breng het met een gelijkmatige voedingsdruk vooruit. - Ondersteun lange werkstukken achter de tafel. - Aangepaste tandsteek, tandhoek, breedte en dikte van de zaag. - Voedingssnelheid aanpassen volgens de aard van het werk. - Vermijd het zagen met zaaglinten welke reeds meerdere malen werden gelast. - Een nieuw zaaglint na ½ uur gebruik laten afkoelen. - Gebruik een steunrol of een rollenbaan. INADEMEN VAN STOF - Schakel de stofafzuiging in vooraleer de lintzaagmachine in werking te stellen. - Controle op de klep van de individuele afzuigopeningen ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN: - Concentreer U bij uw werk. - Niet gebruikte zaaglinten veilig opbergen. - Controleer het hout vooraleer het te zagen.
VEILIGHEIDSAPPARATUUR H02-7 Het duwhout; is een noodzakelijk hulpmiddel om de veiligheid van de gebruiker te verbeteren. Weggedraaide beschermkast van het bovenste vliegwiel. Let op het metalen skelet en de andere specifieke veiligheidsapparatuur. Enkele voorbeelden van duwhouten
TOETS HO2-8 1. Bereken de lengte van het zaaglint met volgende gegevens: Maximum afstand tussen de assen = 1,84 m. Diameter van de zaagwielen = 0,80 m. 2. Geef drie mogelijke oorzaken die een kapbeweging van het zaaglint voor gevolg hebben. 3. De tandvorm en de tandbreedte zijn twee belangrijke elementen bij zaaglinten. Hoeveel graden bedraagt de spaanhoek, geschikt voor UNIVERSEEL werk? 4. Geen vijf abnormale vaststellingen die zich bij het zagen met de lintzaagmachine kunnen voortdoen. 5. Bij een belasting wordt het zaaglint in de goede baan gehouden door een combinatie van drie regelbare wieltjes. Leg uit hoe die wieltjes ingesteld staan. 6. Geef vijf maatregelen die je in acht zult nemen om het breken van het zaaglint te voorkomen. 7. Duid op de onderstaande tekening de juiste zaagvolgorde aan.