Het onderkennen en signaleren van slachtoffers van mensenhandel in de vertrekprocedure.



Vergelijkbare documenten
Tijdige en juiste behandeling van last - minute aanvragen voor verblijf in Nederland

E3 Vertrek onder medische reisvoorwaarden, waaronder medische escorts

F1 Vertrek alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV s)

Beschrijven van het ambtshalve signaleren op schrijnendheid gedurende de vertrekprocedure

C7 Vertrek op (geldige) reisdocumenten of identiteitsbewijzen

(sr) administratief medewerker, (sr) regievoerder (bijzonder) vertrek, (sr) medewerker feitelijk vertrek,(sr) adviseur, procesdirecteur

K5 Vreemdelingen op wie artikel 1F Vluchtelingenverdrag van toepassing is en hun gezinsleden

Procesprotocol. C6.1 Aanvraag vormen en beoordelen

Uit de opgemaakte removal order blijkt door welke vervoerder en met welke maatschappij of reder de vreemdeling is aangevoerd.

Procesprotocol. B2 Verzamelproces plannen en registreren vertrekgesprekken. Het voorbereiden, voeren en afhandelen van vertrekgesprekken.

C3 Verordening (EG) 343/2003 (vh Overeenkomst van Dublin)

G1 Ontv, beh en teruggave en verzending van een origineel document van vreemdelingen

B3 procesprotocol Aanvullend (identiteits-)onderzoek in binnen- en buitenland

Gedurende de bedenktijd wordt het vertrek van het vermoedelijke slachtoffer van mensenhandel uit Nederland opgeschort.

B17. Slachtoffers van vrouwenhandell

IND-werkinstructie nr. 2006/17

Tweede Kamer der Staten-Generaal

C6.2 Aanvraag indienen/presenteren/in behandeling bij diplomatieke vertegenwoordiging/antwoord

Vreemdelingencirculaire 2000 Deel A Modellen

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Vreemdelingenpolitie van het regionale politiekorps Gelderland-Midden uit Zevenaar.

Vc 2000 B9 per

d.d. 7 augustus Aan Klantdirecteuren IND Directeur Procesvertegenwoordiging Van Hoofddirecteur IND

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000

Interne instructie Werken aan terugkeer definitieve regeling langdurig verblijvende kinderen

Datum 27 november 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht kansloze aangiftes bij mensenhandel

Vreemdelingencirculaire 2000 (B) Deel 9 Slachtoffers en getuige-aangevers van mensenhandel/b9

Werkinstructie 2015/6 (AUA)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 12 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

5 B9 en voortgezet verblijf (B16/7)

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 9 december: Rapportnummer: 2013/191

Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire

Beschrijving van de werkwijze van de DT&V t.a.v. vreemdelingen in de strafrechtketen (VRIS)

B16 / Deel B16 Voortgezet verblijf

Het onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft.

1. Beschikbare capaciteit bij de Nationale Politie voor de aanpak van mensenhandel 2. De Kabinetsreactie op het AMV rapport

Positie van slachtoffers van mensenhandel 1e trendrapportage 2006

WBV B9. Hoofdstuk B9 - Mensenhandel

Waarom krijg je deze folder?

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht

Datum 28 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht "Meer migranten claimen slachtoffer van mensenhandel te zijn"

Bijlage 2: Klachten regelement Klachten regelement Autstekend

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Verzoeker heeft in juni 2007 bij het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland aangifte gedaan van mensenhandel. Hij klaagt erover dat:

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Stichting O.V.O. Tiel (RSG Lingecollege)

Resultaten van het IND-dossieronderzoek

Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2008/09)

Procedure signaalgestuurdtoezicht

Als u niet (helemaal) tevreden bent. Alle informatie over de klachtenprocedure bij Kiddoozz. Meer dan 20 locaties -

Huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, mensenhandel, achterlating en uw verblijfsvergunning

Verzuimbeleid Verzuimbeleid. Status Vastgesteld CD d.d. 16 september 2016 Verlengd MT d.d. 24 mei 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zorgcoordinatie slachtoffers mensenhandel Hollands Midden Offerte SHOP Augustus 2016

Bijlage 7 Terugkeerproces . Activiteiten DT&V in het kader van de Regeling Werkwijze van de DT&V algemeen

De Dienst Terugkeer en Vertrek. De professionele uitvoerder van het terugkeerbeleid

Huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, mensenhandel, achterlating en uw verblijfsvergunning

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

Beoordeling. h2>klacht

Huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, mensenhandel, achterlating en uw verblijfsvergunning

Datum 20 maart 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het terugsturen van kinderen naar Afghanistan

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

OPVANG PERSONEEL BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

Jeugd gezond heids zorg jaar

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Landelijk Bureau. afz. Postbus2894, 1000 CW Amsterdam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

MELDCODE HUISELIJK GEWELD

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

Datum 16 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht van Europol over minstens 10 duizend vermiste vluchtelingenkinderen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Klachtenregeling Stichting Schoolleidersregister PO I. ALGEMENE BEPALINGEN

Vraag 1: Kent u de berichtgeving over het stijgende aantal asielaanvragen van Kosovaren in Nederland? 1)

Protocol Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

Het bevoegd gezag van Stichting Ultiem, gehoord de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, stelt de volgende Klachtenregeling vast.

KLOKKENLUIDERSREGELING LANDELIJK BUREAU VLUCHTELINGENWERK NEDERLAND

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Kwetsbare minderheidsgroep

U vraagt asiel aan in Nederland. Waarom is het belangrijk dat u de brochure goed doorleest?

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Leidraad meldingen. GGD Gelderland-Zuid

Procedure officieel waarschuwen, schorsen en verwijderen

Uitgebreide reactie Nationaal Rapporteur op het rapport van GRETA over Nederland

Ridderkerk, november Klachten- en geschillenprocedure Stichting CommTop

Privacyreglement. CoMensha

Protocol Hulp aan leerling en personeel

Verzuimbeleid Verzuimbeleid. Status Vastgesteld MT 20 juni 2018

Algemene Klachtenregeling IMpact

Datum 9 februari 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het terugsturen van kinderen naar Afghanistan

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Interne Klachtenregeling Verus. Preambule

TOELICHTING ALGEMEEN. Meervoudige afhankelijkheid. Meervoudige afhankelijkheid & persoonlijke vrijheid. Toelichting registratie mensenhandel

Internet versie augustus Protocol schorsing en verwijdering

Procedure Klachtmeldingen

Stroomschema: klachtenroutes bij Ongewenste Omgangsvormen

Protocol Time Out, Schorsen en Verwijderen

Artikel 1. Definities Artikel 2. Klachtrecht Artikel 3. Behoorlijke behandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Transcriptie:

Procesprotocol D9 Slachtoffers mensenhandel Datum 30 augustus 2013 Versie Definitief, versie 3.1 Doel Het onderkennen en signaleren van slachtoffers van mensenhandel in de vertrekprocedure. Afbakening Bedoeld voor Het betreft hier slachtoffers van mensenhandel in de meest brede zin, m.a.w. niet alleen vrouwen maar ook mannen en kinderen (AMV's) kunnen slachtoffer zijn van mensenhandel. (sr) regievoerder vertrek, (sr) medewerker feitelijk vertrek Ingangsdatum 1 januari 2007 Datum herziening Ingangsdatum + 1 jaar Eigenaar procesprotocol Procesbeheer DT&V Pagina 1 van 15

Versiebeheer Datum en Opmerking versienummer 20060921 0.1 1e concept 20060927 0.2 2e concept 20061019 0.3 Nummering aangepast 20061212 0.4 3e concept 20070320 0.5 Na overleg met DVB 20070403 0.6 Wijziging mensensmokkel in mensenhandel 20070404 0.7 n.a.v. overleg mensenhandel in Zwolle d.d. 2-4-07 20070822 0.8 N.a.v. cursus mensenhandel van 19 en 20 juni 2007 o.l.v. Expertisecentrum Mensenhandel Mensensmokkel 20070904 0.9 Voorgelegd aan regievoerders/sio-contactpersonen gebruikersgroep. 20070910 0.10 Comm HSIO verwerkt. Wederom voorgelegd aan DVB 20070919 0.11 Comm DVB verwerkt. Voorleggen aan IS-TV 20070921 0.12 IS-TV / Beheer verwerkt 20070924 1.0 Definitief concept op Intranet 20080131 1.1 Aangepast n.a.v. opmerkingen vanuit Directie Bewaring. Geen ISTV consequenties 20080311 1.2 Aangepast n.a.v. reactie Nationaal Rapporteur Mensenhandel d.d. 11 maart 2008 20081008 1.3 Wijzigingen doorgevoerd in de lijst van korpsexperts 20081015 1.4 Def. vastgesteld voor 1e versie op Internet 20081128 1.5 Aanpassingen tbv IS-TV / Bedrijfsvoering verwerkt 20081209 1.6 Hbedrijfsvoering een op- of aanmerkingen. 20090414 1.7 Lijst Landelijke Expertgroep mensenhandel en de DT&V lijst aangepast. 20090520 1.8 Def. vastgesteld voor 2e versie op Internet 20100203 1.9 Procesdiagram toegevoegd aan het procesprotocol, voorgelegd aan HSIO 20100212 2.0 Aangepast nav op- en aanmerkingen HSIO. Plaatsing op intranet. 20100315 2.1 Def. Vastgesteld voor 3e versie op Internet 20100602 2.2 Aangepast nav wijziging scancodes 20100602 2.3 Def. Vastgesteld voor 4e versie op Internet 20110107 2.4 Aangepast n.a.v. hyperlink per activiteit 20110421 2.5 Def. Vastgesteld voor 5e versie op Internet Pagina 2 van 15

20111231 2.6 Def. Vastgesteld voor 6e versie op Internet 20110421 2.7 Def. Vastgesteld voor 7e versie op Internet 20121113 2.8 Aanpassingen nav overleg tussen AD DT&V en FairWork en na overleg met de nieuwe contactpersonen mensenhandel 20121129 2.9 Procesdiagram aangepast nav wijzigingen en voorgelegd aan de gebruikersgroep 20130103 3.0 Opmerkingen gebruikersgroep verwerkt en procesprotocol geplaatst op intranet 20130830 3.1 Def. Vastgesteld voor 8e versie op Internet incl aanpassing verwijzing Vc Goedkeuring Datum Functie 20070924 Directeur Staf Procesprotocol -Inhoudsopgave Pagina Nr. Activiteit/processtap 3 Inhoudsopgave 4 Administratieve afhandeling /Legenda procesdiagram 5 0 Algemeen 7 1 Onderkennen en signaleren van slachtoffers mensenhandel in vertrekgesprek: Vreemdelingenbewaring 11 2 Onderkennen en signaleren van slachtoffers mensenhandel in vertrekgesprek: Niet in vreemdelingenbewaring 14 Toelichting activiteiten 15 Bijlagen: Landelijke expertgroep mensenhandel DT&V-contactpersonen Functionaris (sr) regievoerder vertrek, (sr) medewerker feitelijk vertrek (sr) regievoerder vertrek Pagina 3 van 15

Administratieve afhandeling Voor elk procesprotocol geldt dat de gebruikelijke administratieve handelingen, zoals vastgelegd in de procesprotocollen A1 t/m A5 + L2, uitgevoerd worden. Algemeen: 1. Het digitale en het fysieke dossier lopen één op één. 2. Alle vreemdeling gerelateerde documenten worden digitaal vastgelegd in Decos. Documenten die digitaal worden aangeleverd hoeven niet meer opnieuw digitaal vastgelegd te worden (zie procesprotocol L2 Scannen). 3. Er wordt een postregistratie beheerd in Decos (zie procesprotocol A1 Registratie vreemdeling gerelateerd document.) Legenda procesdiagram Pagina 4 van 15

Procesprotocol Activiteiten 0 Algemeen Dit procesprotocol heeft betrekking op alle vormen van mensenhandel en uitbuiting, inclusief kinderhandel. Dit procesprotocol ziet op de behandeling van slachtoffers van mensenhandel, nadat een vreemdeling de DT&V (ontvangst overdrachtsdossier na plaatsing in een bewaringslocatie/ ontvangst overdrachtsdossier na eerste negatief asiel) is ingestroomd en er op dat moment nog geen indicaties inzake mensenhandel zijn onderkend dan wel er nog geen actie op is ondernomen. In het geval dat er eventueel sprake is van een slachtoffer van mensenhandel dan wel kinderhandel heeft de DT&V louter een signalerende functie richting de relevante autoriteiten, te weten de VP. Voortraject: In het geval van instroom vanuit de IND i.v.m. een asielaanvraag zal reeds bij de behandeling van de asielaanvraag een toets hebben plaatsgevonden of er sprake is van mensenhandel. Bij het invreemdelingenbewaring stellen zal door de VP of de KMar een eerste toets plaatsvinden dan wel een signaal aanwezig is of er sprake is mensenhandel. Reeds het de geringste signaal dat er sprake is van mensenhandel, dient de IND/politie/KMar de vreemdeling te wijzen op de verblijfsregeling mensenhandel (voorheen B9-regeling). De regeling voor slachtoffers en getuige-aangevers van mensenhandel is neergelegd in de Vc2000 deel B hoofddstuk 8 paragraaf 3. Betrokkene kan onverwijld aangifte doen. Betrokkene kan er ook voor kiezen gebruik te maken van de bedenktijd. Er wordt dan aan betrokkene een bedenktijd van maximaal drie maanden gegeven waarbinnen hij/zij een beslissing moet nemen of hij/zij aangifte wil doen van mensenhandel. De bedenktijdfase is eenmalig en wordt niet verlengd. Gedurende de bedenktijdfase wordt de verwijdering opgeschort en de vreemdelingenbewaring opgeheven. De politie meldt het slachtoffer aan bij COMENSHA (voorheen STV: Stichting tegen Vrouwenhandel). Door COMENSHA wordt onderdak geregeld. De politie meldt onverwijld aan de contactpersoon mensenhandel van de betreffende IND-locatie én aan de helpdesk van de COMENSHA dat betrokkene gebruik wenst te maken van de bedenktijdfase of reeds aangifte heeft gedaan. De Korpschef onder wiens verantwoordelijkheid het vermoedelijke slachtoffer bedenktijd krijgt, de staandehoudende dienst dus, blijft gedurende de gehele verdere procedure administratief verantwoordelijk. De hierboven beschreven situatie zal zich met name voordoen in de periode dat de vreemdeling nog niet is overgedragen aan de DT&V en betrokkene dus evenmin bekend is bij de DT&V en waar de DT&V op dat moment geen bemoeienis mee heeft. Bij het procesprotocol is een lijst gevoegd van de contactpersoon mensenhandel binnen de locaties van DT&V. Zij beschikken over een lijst van namen en adressen van de contactpersonen mensenhandel binnen de verschillende politiekorpsen. Deze personen worden telefonisch of per e-mail door de contactpersoon mensenhandel DT&V benaderd om onderzoeken naar mensenhandel op te starten, na een indicatie daarvan door de regievoerder. De in dit procesprotocol beschreven procedure maakt onderdeel uit van een integrale aanpak om mensenhandel te bestrijden, een uitdrukkelijke prioriteit van politie en Justitie. Het delict is strafbaar gesteld in art. 273f WvS. Dit artikel ziet op mensenhandel in het algemeen, daaraan gerelateerde vormen van uitbuiting en het trekken van profijt daaruit. Hoewel het merendeel van de slachtoffers van mensenhandel vrouw is, is in dit procesprotocol afgezien van de meer gangbare term 'vrouwenhandel'. Dit om eventuele verwarring te voorkomen omdat ook mannen en minderjarigen een beroep kunnen doen op de procedure die hier is beschreven. Pagina 5 van 15

Om tot vervolging te kunnen overgaan is aangifte geen absolute voorwaarde. Desalniettemin is het voor opsporing- en vervolgingsonderzoek van groot belang dat zowel slachtoffers als getuigen die aangifte doen gedurende langere tijd ter beschikking blijven van het OM om de bewijsvorming te kunnen afronden. Dit rechtvaardigt de opschorting van de uitzetting dan wel het verlenen van een tijdelijke verblijfsvergunning. Pagina 6 van 15

1 Onderkennen en signaleren van slachtoffers mensenhandel in vertrekgesprek: Vreemdelingenbewaring 1.1 De regievoerder herkent/onderkent signalen (zie toelichting) van betrokken vreemdeling dan wel van derden, waaruit zou kunnen blijken dat betrokkene slachtoffer zou kunnen zijn van mensenhandel. 1.2 De regievoerder bespreekt de signalen met relevante derde partijen. Onder 'derden' kan hier worden verstaan in bewaringslocaties aanwezige terugkeerfunctionarissen van DJI, geestelijk verzorgers, medische dienst en/of medewerkers van Fairwork (voorheen BlinN, Bonded Labour in Netherlands: organisatie die zich inzet voor het signaleren en ondersteunen van slachtoffers van mensenhandel in bewaringslocaties). 1.3 De regievoerder maakt het proces D9.1 Slachtoffer Mensenhandel aan in IS-TV en vult deze in. In het vertrekplan wordt vastgelegd of er al dan niet een indicatie aanwezig is van mensenhandel. 1.4 De regievoerder deelt deze signalen met betrokken vreemdeling. De regievoerder wijst de betrokken vreemdeling in het gesprek op nadere informatie omtrent de procedure verblijfsregeling mensenhandel. De regievoerder informeert de vreemdeling ondermeer via het overhandigen van een folder van COMENSHA in een (indien beschikbaar) voor de vreemdeling begrijpelijke taal. Deze folder is beschikbaar via de Kennisbank Toetsingsmomenten op intranet. 1.5 Van het gesprek wordt een verslag gemaakt, zie procesprotocol B2 (vertrek-)gesprek. 1.6 Indien er signalen zijn dat er sprake kan zijn van mensenhandel, legt de regievoerder de zaak voor aan de contactpersoon Mensenhandel binnen de desbetreffende afdeling DT&V (zie bijgevoegde lijst). 1.7 Deze contactpersoon legt de zaak voor aan de regionale contactpersoon van de Landelijke Expertgroep Mensenhandel van het in Pagina 7 van 15

vreemdelingenbewaringstellende politiekorps verzocht een nader onderzoek in te stellen in het kader van mensenhandel. NB: Het gaat hier in eerste instantie om het korps dat de vreemdeling in bewaring heeft gesteld en niet het korps waar de locatie van de DT&V onder valt. Bij de inbewaringstelling heeft/had de politie al moeten onderkennen of er eventueel sprake is van een slachtoffer van mensenhandel. Pagina 8 van 15

1 Onderkennen en signaleren van slachtoffers mensenhandel in vertrekgesprek: Vreemdelingenbewaring 1.8 De politie hoort de vreemdeling en handelt een mogelijke aangifte van betrokken vreemdeling verder zelfstandig af. Doet de vreemdeling nog geen aangifte dan gunt het politiekorps - in overleg met het OM - aan betrokkene bedenktijd en wordt de vreemdelingenbewaring opgeheven, zie 1.10. 1.9 Als de politie - in overleg met het OM - aan betrokkene geen bedenktijd gunt, wordt de vreemdelingenbewaring niet opgeheven. In IS-TV wordt geregistreerd dat er geen bedenktijd is en wordt verder gegaan met het vertrekplan, zie procesprotocol B1 opstellen, onderhoud en afsluiten vertrekplan. 1.10 De regievoerder vult in ISTV het proces D9 aan met de datum van het gesprek met politie. Als de vreemdeling na het gesprek met de politie besluit aangifte te doen wordt de datum in proces D9 bijgewerkt. 1.11 De contactpersoon Mensenhandel DT&V en de regievoerder ontvangen bericht van de politie die het onderzoek naar mensenhandel heeft verricht over de gegeven bedenktijd. Dit politiekorps neemt contact op met de HOvJ van de bewaringslocatie en verzoekt aan hem de vreemdelingenbewaring op te heffen. 1.12 De regievoerder ontvangt de melding hiervan van de HovJ, zie procesprotocol H1 Heabas Corpus. 1.13 Het verantwoordelijke politiekorps draagt zorg voor onderdak en verdere ondersteuning van betrokken vreemdeling via COMENSHA. 1.14 Gedurende de periode van (maximaal) 3 maanden bedenktijd blijft het vertrekdossier onder handen van de oorspronkelijke regievoerder. De vreemdeling is in een voor de DT&V onbekend adres opgevangen. De vreemdeling stroomt nog niet de DT&V uit. Het dossier blijft op de oorspronkelijke DT&V locatie. Pagina 9 van 15

1 Onderkennen en signaleren van slachtoffers mensenhandel in vertrekgesprek: Vreemdelingenbewaring 1.15 Indien de vreemdeling binnen de gestelde 3 maanden een beroep doet op de verblijfsregeling mensenhandel kan de betrokken vreemdeling door de IND in het bezit gesteld worden van een verblijfsvergunning op tijdelijke humanitaire gronden. IS-TV wordt aangevuld met het verzoekt tot het verlenen van een verblijfsvergunning op tijdelijke humanitaire gronden. 1.16 De vertrekprocedure wordt afgesloten, zie tevens procesprotocol A4 Dossierverkeer, afsluiten en fiatteren vertrekprocedure en archiefhandelingen. 1.17 Indien betrokken vreemdeling tijdens de bedenktijd van (maximaal) 3 maanden besluit om geen beroep te doen op de verblijfsregeling mensenhandel, dan verneemt de contactpersoon mensenhandel DT&V dit van het verantwoordelijke politiekorps. Het kan ook zijn dat er geen vervolging plaatsvindt en dat betrokkene niet in het bezit wordt gesteld van een verblijfsvergunning 1.18 Op dat moment dient te worden beoordeeld op welke wijze het vertrek uit Nederland verder gestalte zal krijgen. Een nieuwe inbewaringstelling is in de regel niet aan de orde. Het dossier wordt overgedragen aan de directie Voorbereiden Vertrek, zie tevens procesprotocol A4 Dossierverkeer, afsluiten en fiatteren vertrekprocedure en archiefhandelingen. Zie tevens Toelichting activiteiten. Bij het vertrek is een belangrijke rol weggelegd voor de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). De IOM heeft speciale terugkeerprogramma s voor slachtoffers van mensenhandel. Betrokken vreemdeling dient hier expliciet op gewezen te worden. Pagina 10 van 15

2 Onderkennen en signaleren van slachtoffers mensenhandel in vertrekgesprek: Niet in vreemdelingenbewaring 2.1 De regievoerder herkent/onderkent signalen van betrokken vreemdeling dan wel van derden, waaruit zou kunnen blijken dat betrokkene slachtoffer kan zijn van mensenhandel. 2.2 De regievoerder bespreekt deze signalen met relevante derde partijen. Onder 'derden' kan hier worden verstaan op terugkeerlocaties aanwezige COA-medewerkers, Vluchtelingenwerk Nederland, NIDOS, Medische opvang en/of anderen. 2.3 De regievoerder maakt het proces D9.1 Slachtoffer Mensenhandel aan in de vertrekprocedure in IS-TV. In het vertrekplan wordt vastgelegd of er al dan niet een signalen aanwezig zijn van mensenhandel. 2.4 De regievoerder deelt deze signalen met betrokken vreemdeling. De regievoerder wijst de betrokken vreemdeling in het gesprek op nadere informatie omtrent de procedure verblijfsregeling mensenhandel. De regievoerder informeert de vreemdeling ondermeer via het overhandigen van een folder van COMENSHA in een (indien beschikbaar) voor de vreemdeling begrijpelijke taal. Deze folder is beschikbaar via de Kennisbank Toetsingsmomenten op intranet. 2.5 Van het gesprek wordt een verslag gemaakt, zie procesprotocol B2 (vertrekgesprek). 2.6 Indien er indicaties zijn dat er sprake kan zijn van mensenhandel, dan legt de regievoerder de zaak voor aan de contactpersoon mensenhandel DT&V binnen de desbetreffende afdeling (zie bijgevoegde lijst). 2.7 Deze contactpersoon legt de zaak voor aan de regionale contactpersoon van de Landelijke Expertgroep mensenhandel. De politie wordt verzocht een nader onderzoek in te stellen in het kader van mensenhandel. Pagina 11 van 15

2 Onderkennen en signaleren van slachtoffers mensenhandel in vertrekgesprek: Niet in vreemdelingenbewaring 2.8 De verantwoordelijke contactpersoon mensenhandel van de politie hoort de vreemdeling en handelt een mogelijke aangifte van betrokken vreemdeling verder af. Doet de vreemdeling nog geen aangifte dan legt de verantwoordelijke contactpersoon mensenhandel van het politiekorps aan de vreemdeling de vraag voor of betrokkene gebruik wenst te maken van de bedenktijd van maximaal 3 maanden om in aanmerking te komen voor de verblijfsregeling mensenhandel. 2.9 Indien de vreemdeling geen gebruik wenst te maken van de bedenktijd wordt dit geregistreerd in IS-TV en er wordt verder gegaan met het vertrekplan, zie procesprotocol B1 opstellen, onderhoud en afsluiten vertrekplan. 2.10 De regievoerder ontvangt van de verantwoordelijke contactpersoon mensenhandel van het politiekorps een bericht dat de vreemdeling gekozen heeft voor de 3 maanden bedenktijd. Dit wordt geregistreerd in IS-TV. Tevens voert de regievoerder in IS-TV in het proces D9 de datum in van het gesprek met de politie. Indien de vreemdeling na het gesprek met de politie besluit aangifte te doen wordt de datum in proces D9 bijgewerkt. 2.11 De regievoerder staakt in afwachting van het antwoord van betrokkene de (voortgang-) vertrekgesprekken. 2.12 Indien bekend geworden is dat betrokken vreemdeling door de IND in het bezit is gesteld van een tijdelijke vergunning tot verblijf in het kader van de verblijfsregeling mensenhandel wordt het vertrekdossier afgesloten en stroomt betrokkene uit. IS-TV wordt aangevuld met de beslissing van het verlenen van een verblijfsvergunning op tijdelijke humanitaire gronden. 2.13 De vertrekprocedure wordt afgesloten, zie tevens procesprotocol A4.De vreemdeling wordt hier expliciet op gewezen. Pagina 12 van 15

2 Onderkennen en signaleren van slachtoffers mensenhandel in vertrekgesprek: Niet in vreemdelingenbewaring 2.14 Indien betrokken vreemdeling tijdens de bedenktijd van (maximaal) 3 maanden besluit om geen aangifte te doen, dan verneemt de regievoerder dit van de contactpersoon mensenhandel van het behandelende politiekorps. De regievoerder vult in IS-TV het proces D9 aan en sluit vervolgens het proces af. 2.15 Op dat moment dient te worden beoordeeld op welke wijze het vertrek uit Nederland verder gestalte zal krijgen. Vertrekgesprekken worden hervat. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor de IOM. De IOM heeft speciale programma's voor slachtoffers van mensenhandel. Pagina 13 van 15

Procesprotocol Toelichting activiteiten 1.1 Algemeen: en De medewerker van de DT&V opereert niet in een vacuüm. Hij kan signalen ontvangen van collega s van andere organisaties werkzaam op de 2.1 locaties die erop zouden kunnen duiden dat er wellicht sprake is van mensenhandel. Deze signalen kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn van een COA-medewerker, een Medewerker vreemdelingenzaken of de medische dienst in een HvB, NIDOS, van de organisatie FairWork (voorheen BlinN, Bonded Labour in the Netherlands) of zelf rechtstreeks van de vreemdeling, bijvoorbeeld tijdens een vertrekgesprek. Indicaties voor mensenhandel kunnen zijn (niet limitatief): De vreemdeling kan of mag geen contact hebben met de buitenwereld De vreemdeling heeft geen beschikking over eigen identiteits/reispapieren De vreemdeling heeft geen beschikking over eigen verdiensten Het werken onder zeer slechte omstandigheden Aantasting van de lichamelijke integriteit (o.m. bedreiging) Chantage of bedreiging van familie Relatie met personen met relevante antecedenten of locaties die geassocieerd worden met mensenhandel Tips van betrouwbaar geachte bekende derden Aangezien het bij de mensenhandel gaat om een ernstig delict, is het noodzaak zo snel als mogelijk de politie in te schakelen. Het is de DT&Vmedewerkers niet toegestaan om een vreemdeling te horen in het kader van een (beginnend) strafrechtelijk onderzoek. De regievoerder en de contactpersoon mensenhandel DT&V worden nadrukkelijk verzocht zo veel mogelijk informatie te overleggen aan het behandelende korps dat kan bijdragen aan het onderzoek. Als de politie besluit de aanvraag niet te behandelen dan wel te seponeren en de regievoerder en derden zijn er van overtuigd dat er wel degelijk sprake is van een vorm van mensenhandel wordt de regievoerder samen met de contactpersoon mensenhandel DT&V verzocht met de politie in gesprek te gaan. 1.12 Het dossier blijft op de bewaringslocatie, waar de vreemdeling verblijf heeft gehad. Het onderdakadres van betrokken vreemdeling is en blijft onbekend voor de DT&V. Er vindt in de periode van bedenktijd geen rechtstreekse communicatie plaats tussen de DT&V (regievoerder) en de vreemdeling, tenzij de vreemdeling zelf dit contact zoekt. Dat zal dan de hem/haar bekende regievoerder zijn. Na de maximaal 3 maanden bedenktijd wordt de regievoerder door de contactpersoon mensenhandel van het behandelende politiekorps op de hoogte gesteld van de keuze van de vreemdeling. Op dat moment vindt de terugkoppeling plaats naar de regievoerder van de DT&V. Bezien dient te worden of er wederom sprake is van inbewaringstelling. Dat zal meestal niet het geval zijn. Eerst nadat bij de regievoerder bewaring bekend is geworden wat het adres en de verblijfplaats van de vreemdeling zijn en er niet is overgegaan tot inbewaringstelling, wordt het dossier overgedragen aan de directie Voorbereiden Vertrek. Door de directie Voorbereiden Vertrek kan de vreemdeling vervolgens worden uitgenodigd voor een vertrekgesprek. Pagina 14 van 15

1.18 De IOM heeft een speciale regeling voor slachtoffers van mensenhandel. Een vreemdeling die toch geen aangifte wenst te doen van en mensenhandel, maar van wie redelijkerwijs vaststaat dat er sprake is van slachtofferschap, kan worden geholpen door de IOM. Betrokkene kan 2.14 recht hebben op REAN en op begeleiding van de IOM en de hulpverlening, bijvoorbeeld in het land van herkomst. De IOM heeft een speciaal informatiebulletin ten behoeve van hulpverleners en partnerorganisaties, die contact hebben met (eventuele) slachtoffers van mensenhandel. Procesprotocol Bijlage contactpersonen D9 slachtoffers mensenhandel.doc Pagina 15 van 15