Om een bijdrage te leveren om meer en betere kansen te creëren moeten we extra aandacht besteden aan het volgende:



Vergelijkbare documenten
Doel van de warming-up oefeningen is het trainen van de basistechnieken zoals aannames, passen, lopen met de bal en passeerbewegingen.

Trainingsprogramma C-junioren

1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander

Verbeter Tactische Vaardigheden door Partijvormen

OEFENINGEN HOCKEYPLAN SEIZOEN DEEL 2

Nieuwerkerkse Hockey Club De IJssel. Coach tips Tactische uitgangspunten

SCHC. Zaalhockey seizoen Hockeylijn 6-tallen/m A 9 november 2017

Welkom. Coachavond Zaalhockey 24 november 2016 MHC Forescate

Training 1. zaalhockey: overspelen Doel: warming up, oefenen overspelen Aantal spelers: 3- of 4-tallen Nodig: een bal per 3-tal

2 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 lang smal veld. Vereenvoudigingen. Oefenvormen

D. Aansluiting tussen de linies

Skills. Organisatie. Aandachtspunten. Dribbelen/drijven (domineren) -dribbelen -passeren, uitspelen

groep 2 oefenvorm 2.1 t/m 2.8 d-pupillen

1 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 met 4 doeltjes. Vereenvoudigingen. Oefenvormen

Zaaloefeningen. Inspelen Forehand overspelen (5 min)

groep 1 oefenvorm 1.1 t/m 1.8 d-pupillen

Het creëren van kansen en het scoren. Uiteindelijk moet er gescoord worden. Hoe creëer je kansen en wat is van belang bij het benutten van kansen?

1e periode: positieverkenning. 2e periode: positie en taakgericht voetballen. 3e periode: teamgericht handelen. 4e periode: taakgericht en

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen

Spelhervattingen : De Verdedigende Strafcorner Versie mei 2005 Bron: KNHB / R.Klein / B.Bams

Workshop Zaalhockey. Informatiebijeenkomst 'Hockeyvisie MOP' Zondag 21 februari 2016

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen

Trainingscyclus. verwijzing van alle tekens: - te coachen spelers. - tegenstander. - kaatser. - pion, petje. - bal. - keeper. - balbaan.

Zaaltechnieken Techniek Omschrijving Criteria Veel gemaakte fouten Plaatje Forehand aannamen

Trainingsprogramma B-junioren

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen

C. Het opbouwen van achteruit

zaalhockey. Presentatie Zaalhockey , E jeugd (EM) 1

Doelstelling. Leeftijdscategorie Jeugd Aantal Spelers Ongeveer 12 Oefen/Leerfase

Training 1. 1) Warming-up

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4 tegen 4 lang smal veld vereenvoudigingen Oefenvormen

11 v 11 Uitwerking

groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1, 1.2, 1.4 en 1.6 / partijvorm 1

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4

groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1 t/m 1.7 / partijvorm 1 llen aanva

groep 3 oefenvorm 3.1 t/m 3.8 d-pupillen

Teamorganisatie en basistaken 11 tegen 11 vv Bargeres

Trainingvoorbereiding formulier Trainer Coach Veldvoetbal

HC GEMERT BIJDEHANDJE BEGELEIDING ZAALHOCKEY

Trainingsprogramma 2 e jaars E-pupillen

groep 3 WU 3.1 en 3.4 / oefenvorm 3.1 t/m 3.9 / partijvorm 3 llen aanva

groep 2 WU 2.1 en 2.2 / oefenvorm 2.1, 2.3 en 2.4 / partijvorm 2A en 2B

Het spelen van pressing, verscheidenheid en mogelijkheden

Blok 1. situatie 1. situatie 2. situatie 4. situatie 3

kaatsen en positiespel

Oefening 1. Druk zetten

Coaching - Tempo moet hoog liggen, agressief de kapbeweging uitvoeren - Een schijntrap maken voordat je de bal afkapt

Trainingsprogramma A-junioren

Zaalhockey Bart-Jan Rijlaarsdam

Spelregels Jongste Jeugd. Rijswijksche Hockey Club Seizoen

HET POSITIE- EN PARTIJSPEL

Zaalhockey tactiek, een beknopt overzicht

Spelhervattingen : Uitverdedigen en spelopbouw Versie juni 2006 Bron: KNHB / A. K. Manenschijn / B.Bams

Training van het positiespel

HC Houten, periodisering seizoen : Middenveld aanspelen

1e periode: herhalen van taakgericht en teamgericht. 2e periode: balbezit 3e periode: balbezit en balbezit tegenstander.

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten):

Praktijktraining. René Meulensteen Academy

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4(+K) tegen 4(+K) 2 grote doelen vereenvoudigingen Oefenvormen

G. Het verbeteren van het verdedigen

Probleem (tekening en beschrijving) Oplossing (tekening en beschrijving)

SAMENSPELEN/POSITIESPEL

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

H. De samenwerking tussen de linies

Doelverdedigen : De Keeper in de Training Versie augustus 2004 Bron: KNHB / B. van Gaaklen / B.Bams

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Leskaart les 4, inleiding en ronde 1

Presentatie Zaalhockey

Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen

Studiebijeenkomst VVON afd. Rijnmond: Sparta Station Rotterdam, Horvardweg 7 (Spartapark-Noord 1)

Jeugdopleiding VV Holten. Trainingscyclus

Voetbaltraining. 180 praktische oefeningen. Dribbelen Passen Schieten Combinatievormen Partijspelen

Balbezit Balbezit tegenpartij Wisselingen


Warming-Up/Techniekoefeningen

Materialen. Complexiteit

www. voetbaltrainer.be

F. Het verbeteren van het samenspelen

RKSV WEC Aron van Balveren RKSV WEC

1 e Periode: Balcontrole (passen, trappen, dribbelen en aannemen). 2 e Periode: Positieverkenning (verdediging, middenveld en aanvallers).

WEEK 1 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET)

Aan alle trainers van SV Venray afdeling F - E jeugd

Training E-pupillen Woensdag 28 september 2011

Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening

HockeyVISIE Verbeteren van spelvaardigheden bij jeugdspelers met behulp van spelvormen

Zaal: hoe was het ook al weer?

Oefenvormen - Het Oversteekspel

Standaard jaarplanning E pupillen en D jeugd (8-11 jaar)

Coachen : Hockey Terminologie Versie december 2001 Bron: KNHB / R. van Staveren / B. Bams

E-pupillen Circuit-model Training 10

Visie op Spel & Spelontwikkeling. KNHB Academie. Nationaal Hockeycongres Paul de Ruijter

Trainingsprogramma 1 e jaars F-pupillen

We gaan er vanuit dat de B en C junioren een uur training krijgen en op grootveld met keeper spelen. Je training ziet er dan zo uit:

Stick In de zaal is een zaalhockeystick vereist. Dit is een stick die dunner (en lichter) is, dunnere krul.

ZAALHOCKEY MHC GOIRLE Door: Rein van Iersel Trainer/coach Dames 1 Hocheyplan MHC Goirle

vv Bergambacht Technische Commissie Onderbouw

Beter leren voetballen D-E-F pupillen Estria // april 2011

ZAALHOCKEY

Gooische HC ZAALHOCKEY

Transcriptie:

Zaalhockey Verleden jaar heb ik voor de KNHB een 6x2 bijscholingscursus gehouden met als thema zaalhockey. Dit artikel is daarvan een uitvloeisel. Het zal duidelijk zijn dat het onmogelijk is om een complete seizoensplanning in dit bestek aan de orde te laten komen. Zo is in dit artikel helemaal geen aandacht besteed aan de dode momenten, vrije slagen, corners, strafballen. Ook de specifieke keeperstraining zult u niet terugvinden. Wel een suggestie over diverse trainingsitems geschikt voor de aanloop van het zaalhockeyseizoen. In Nederland spelen wij het hockey van oudsher, creatief en offensief getint. Op het veld en in de zaal niet anders. Pas de laatste 15 jaar is er een verandering in denken ontstaan. Er is naast de mooie actie ook meer waardering gekomen voor systematisch, samen een spelletje spelen, waardoor we bijna geen kansen weggeven en daarnaast zelf kansen creëren en afmaken. Channeling en forehand zone pressing zijn hiervan de uitkomsten. We hebben op de laatste Champions Trophy in Keulen gezien, hoe veel nationale ploegen deze vaardigheden toepasten, zelfs bij de Aziatische speelstijlen, sijpelt er hier en daar een vleugje van op deze wijze verdedigend denken door. Onze Oosterburen (Duitsland) zijn ons nog steeds op een aantal aspecten voor, die toch ook bij tophockey horen. Enkele van deze zaken zijn: hun positionele spelopvatting, zo weinig mogelijk risicos nemen, rust in het spel houden, technisch zekere balcontroles en goede passing, goede leads bij de loopacties en tijdige versnellingen. Een sterk collectief, waarbij iedereen van elkaar weet, wat hij van uit de basis wel en niet te doen heeft en wetend dat je op een gezamenlijk systeem kunt terugvallen. Op het veld zien we veel van de zaalhockeyspecifieke skills terug. De manier waarop in Duitsland in de zaal wordt opgebouwd, met bijna altijd een driehoek met de punt naar achteren, de links of de rechtsvoor die zich naar de bal toe aanbiedt meestal vanuit de linkerbalk, geeft veel zekerheid en herkenbaarheid. Van daaruit wordt ook veelal de rechterkant gezocht om over aan te vallen, allemaal stereotypen, die je bij ons veel minder vaak ziet terugkeren. In het moderne zaalhockey is het verdedigen een heel goed ontwikkeld spelonderdeel geworden. Spelers zitten goed laag en hebben hun voeten goed afgeschermd aan de forehand kant, als ook hun backhand kant laag, heel goed dicht zitten. De balken worden goed afgeschermd, evenals de diagonalen. Het team beweegt als geheel heel goed mee in de breedte. De achterste spelers, zorgen dat de balk niet bespeeld kan worden. De spelers channelen en pressen steeds beter. Bovendien zien we een heel scherpe fastbreak. Hierbij zien we goede loop- en afspeellijnen. De lage backhand en forehand verdediging vereist heel wat vaardigheid, kracht en lenigheid van de verdediger om dit uit te voeren. (Zelfs op tempo, laag lopen.). Maar ook van de aanvaller vereist dat nogal wat, om deze verdediging te omzeilen. Vaak zien we one touch passes en het vanzelfsprekende gebruik van de balk om dit te bereiken. Daarom wordt steeds belangrijker, dat we tijd en ruimte winnen door 100% loopacties en dat we de kleine ruimte beter leren bespelen mede door effectieve schijnacties, vaak meerdere achter elkaar; oplossingen vinden, juiste keuzes maken zodat er een rendementsactie kan volgen. Rendementsacties zijn acties waarbij in ieder geval een schietkans of een corner gehaald wordt in aanvallende zin en in opbouwende en verdedigende zin balbezit houden of krijgen. De bewuste zaalhockeyer weet dat balverlies dodelijk kan zijn. Het omschakelen op 100% tempo is in de zaal een vereiste. Weten wat ieders taak is maakt zaalhockey zo interessant.

Bovendien ontstaat hieruit ook een haarscherpe passing. Vaak met nog slechts eenhandige scoringstechnieken bij tipp inns. Op tempo plotselinge richtingsveranderingen na enkele of dubbele schijnacties, de aannames met opendraaien, afrollen na schijnaanname, allemaal trainbare technisch - tactische middelen om onder de goede lage verdediging uit te komen. In defensief opzicht zien we dat de eenhandige shaving en steeling technieken steeds vaker worden toegepast. Het zaalhockey heeft zijn oorsprong in Duitsland. Juist daar zien we dat het verdedigen steeds dominanter wordt. Door het lage verdedigen met de linkerhand aan de grond (In feite het derde steunpunt), door het toestaan met de gepolsterde handschoen op de grond te verdedigen, is het voor de aanvallers moeilijk om er nog langs te komen. Om een bijdrage te leveren om meer en betere kansen te creëren moeten we extra aandacht besteden aan het volgende: I Spelen van de bal (passing) Een goede pass is er een die lekker komt voor de ontvanger, in de juiste richting met de juiste snelheid en de juiste timing. Bij voorkeur moet een pass je medespeler niet meteen in een duel brengen. Vaak is de pass via de balk de uitkomst. De juiste richting en snelheid wordt onder andere bepaald door de lead en vrijloopactie van de ontvanger. De pass moet dan zo gespeeld worden dat de ontvanger niet hoeft te vertragen. Als deze kan een beetje kan versnellen is het nog beter. De pass moet erop gericht zijn dat de ontvanger direct de vervolgactie in kan zetten. Dit is een eerste item om te trainen zodat de passes van goede kwaliteit zijn. Verschillende pass en kaatstechnieken horen hierin uiteraard aan de orde te komen, zowel forehand als backhand. Oefenstofvoorbeelden: a) De rechtsvoor (RV) komt vrijlopen naar achteren, of schuin richting balk, hij wordt aangespeeld en neemt opendraaiend in de forehand aan, wegdraaiend over de forehand of op het puntje, of met schijn via het puntje en dan via de balk. De bal komt van de RA of LA via de balk. De RA kan ook rechtstreeks aanspelen.

b) MM maakt ruimte voor de pass op LV c) De 3 voorste spelers spelen in een doordraaisysteem, in het geval dat de MM oversteekt van de linkerbalk naar de rechterbalk en de pass nog niet gegeven kan worden. (LV kan ook de andere kant opdraaien naar de RV).

d) Pass breed van de RA naar de LA, MM komt inlopen voor de pionnen neemt aan en gaat van links oversteken naar de rechterkant. De RV maakt de hoek vrij en loopt naar de eerste paal om vervolgens op kop cirkel loodrecht op de lijn met de balbezitter zich aan te bieden. LA sluit bij aan de linkerpaal. MM legt terug op de RV of speelt naar de LV bij de linkerpaal, uiteraard buiten bereik van de keeper. e) 3-1+ Keeper.

f) Om het passen echt te kunnen verbeteren moet je met een duidelijke dosering van de druk en met overtal oefenen en moet je door de regels in te voeren het passen verplichten c.q. bevorderen. * 1-1 aan de balk met 70% druk. Speler 1 die 5m van de balk afstaat speelt speler 2 aan die op 1m van de balk afstaat. Deze controleert de bal dynamisch, die wijkt uit al of niet met schijn(niet uitspelen) en speelt de bal naar de medespeler aan de andere balk die zich voor de verdediger heeft aangeboden. Vandaar gaat het weer andersom. Secuur aanspelen, na iedere beurt wisselen 1 en 2 van functie en plek. * 3 1; in een vierkant van 10x10 staan 1 aanvaller en 1 verdediger. Speler 1 staat met de bal rechts van het vierkant en speler 3 links van het vierkant. Speler 1 speelt speler 2 aan in het vierkant, speler 2 heeft meerdere opties, zoals dynamisch uitdraaien naar links of rechts en 3 aanspelen. Hij kan ook een kaats maken met 1 en zich weer in een van de 4 hoeken aanbieden. 1 doet dan weer een poging om 2 aan te spelen of hij speelt de bal zelf op 3. variaties hierop; a. in de breedte van het veld b. als 3 aangespeeld wordt nog een keer 2 aanspelen voordat er functie wissel. * Poolse break 3 1, met 2 keer aanraken. Hierbij er op letten dat de spelers die er in moeten, ballen hebben klaar liggen en snel genoeg instappen, geen slapers! Inzetten van de fast break naar de andere kant bij een overtreding, balverlies, bal achter of bij een doelpunt etc. * Vierkantje met 5, 6, 7, of 8 spelers. de eerste vorm met een vijftal en een vierkant van 10 bij 10m. Bij iedere pion staat 1 speler klaar. Alleen waar de bal is staan er twee, nl. de balbezitter en de ontvangende speler bij die pion. Bij de volgende pion staat een speler die de bal toegespeeld krijgt en met een kaats terugspeelt naar de speler die aangepast heeft, vervolgens loopt de kaatser door naar de volgende pion en terwijl hij dit doet speelt de passer met een kaats de naar de volgende pion lopende speler aan, die vervolgens weer hetzelfde doet als de passer vanaf de eerste pion. De kunst is het om dit foutloos in een zo hoog mogelijk tempo te kunnen uitvoeren. Met grotere groepen kunnen we ook met een dubbele bezetting per pion werken, en aldus deze oefening met 6,7,8 of 9 spelers doen. Een variatie hierop is het laten passen en lopen door 2 groepen in een vierkant, en dan in een soort estafette vorm laten werken. Inhaalbal spelen. Alles in een one touch tempo. * 5 tegen 3 met een keeper per speelhelft. Hierbij speel je 5 tot 8 passes, al naar gelang je afspreekt. Je mag niet twee keer naar dezelfde speler terugspelen. Na 5-8 passes volgt een tempo aanval op het doel aan de andere kant van het veld, 3 verdedigers verdedigen maximaal hierbij. Hierbij mogen de balbezitters alleen maar aannemen en spelen of als het al goed gaat

maar 1 keer aanraken. Een doelpunt telt voor 2 punten, een strafcorner of een strafbal voor 1. Vrije slagen onderweg tijdens de aanval of de 5-8 passes snel nemen. Variaties : a. Balbezit verdedigers is stop. Teams veranderen. B. het eerst aanvallende team wordt verdediger en de anderen aanvallers. Hervatten van het spel met een nieuwe serie van 5 passes. C. Spelen van passes op het fluitsignaal van de trainer een snelle aanval inzetten. D. Bij balbezit van de verdedigers kunnen zij een fastbreak op het andere doel maken. Deze vorm zal de motivatie van de verdedigers zeker hoog houden. Deze laatste vormen zijn alleen dan zinvol wanneer ze met een maximum aan inzet en tempo worden gespeeld. Ze zijn conditioneel nogal belastend en je zult dan ook tijdig korte pauzes (+drinken) moeten inlassen. Ze zijn echt wedstrijdspecifiek en zorgen voor de verdedigers als voor de aanvallers voor voldoende omschakelimpulsen. Tijdens de pauzes kun je dan mooi aangeven wat goed gaat en wat anders moet. De uitvoering hangt af van hoe specifiek en expliciet we duidelijk maken wat het trainingsdoel is. Wat willen we zien. Uiteraard hangt bij het 5 tegen 3, 5 keer overspelen op een helft, het slagen hiervan af van de precisie in de passing, van de aanname techniek, maar ook van het dynamisch bezetten van de posities. Een statisch dobbelsteentje van 5 is door 3 verdedigers makkelijk te verdedigen. Bovendien zijn de vision vaardigheden hier vereist, met name de voororiëntatie(prescanning. Ook de schijnaanname, schijnpasses etc. zullen medebepalend zijn voor de goede uitvoering. Na de pass fase zal de aanval met succes afgerond kunnen gaan worden als de aanvallers snel genoeg het speelveld vergroten door diepte en breedte te maken. Zo weinig mogelijk dribbelen met de bal, niet langer dan 2 tellen de bal bij je houden of zelfs one touch als het kan. Het is nog lang niet eenvoudig om je op het hoogste tempo aanspeelbaar te maken, tegelijk een goede coördinatie van de aanval te realiseren, zoals hoeken bezetten, scoringszones in de cirkel te belopen, voor de tip in, zelf aan te nemen en te scoren of door reageren op rebound situaties. II Zuivere balaanname In de beweging, dus door de bal heen lopend; afplakkend; laagzittend; bal meteen klaar voor de vervolg actie; zelfs als de pass hard is. Allerlei vormen als basisoefeningen in het begin van de training het inspelen laten terugkomen, of eventueel als techniek onderdeel aan de orde laten komen. III Accelereren met bal in de passeeractie Accelereren en plotseling van richting veranderen; schijnacties, enkele, dubbele, naar verschillende kanten, op tempo lopen en overzicht houden. Onderwerpen als, passeertechnieken met enkele en dubbele schijn; technisch tactische zaken 1-1, 1-1 + keeper, 2-1 + keeper, 3-1 + k en 4-2 + k, 3-2 + k IV Fast break T.a.v. de fast break kunnen we stellen, dat deze uitgevoerd moeten worden op 100% snelheid en dat vergt veel van de concentratie, alertheid en conditie. Fast break trainen is dan ook zeer intensief. Belangrijk is dat je altijd met een aansluitende 2 e aanvaller bent maar niet op dezelfde lijn. Tevens is er een derde speler mee achter de balbezitter in sommige gevallen zelfs een vierde. Verder is het belangrijk dat je nooit in de hoeken van de zaal uitkomt, want daar zijn de keepers erg sterk. Ga dus eerst naar het midden om ruimte te kunnen maken voor zowel rechts als links zeker in een fast break duel 1 tegen 1 met de keeper. Trainbaar en herkenbaar zijn de situaties van 2 tegen 1+keeper. Eerst komt de balbezitter van links. De meegelopen speler op rechts zonder bal, houdt in en versneld daarna, en loopt desnoods achter de keeper door naar de linkerkant van de cirkel en neemt zo de verdediger mee om ruimte te maken voor de balbezitter. Vervolgens laten we de balbezitter van rechts starten. Ook deze gaat iets naar binnen versneld

naar rechts en speelt de bal schuin achterwaarts, gecamoufleerd met de forehand naar de kopcirkel voor de inkomende achter zijn verdediger doorkruisende linker niet balbezitter en maakt die bal meteen af. V Scoren (waar alles om begonnen is) De scoringstechnieken 1. push 2. steekpush 3. verkorte flats 4. a.tip in, een -handig b. 2- handig 5. duikend scoren 6. liftjes, forehand en backhand technieken. Toe te passen bij vrije slagen en verder de strafcorner. Ook de strafbal zal een aparte training vergen, temeer daar de afstand groter is dan op het veld en dat het doel kleiner is dan op het veld. VI Spelvormen Spelvormen versterken de motivatie en het plezier in het hockey. Met name in periodes van zware fysieke belasting of in metaal zware periodes. Het doel is erop gericht proberen te scoren hoewel je best accenten mag leggen. Maar zoals gezegd minder zware conditionele en technisch/tactische oefeningen. * 3 3 met twee vaste aanspeelpunten in de hoeken. De spelbedoeling ligt in het uitlokken van veel 1-1 situaties en het scholen van het orienteringsvermogen. Dit wordt gespeeld over een heel veld met keepers in de doelen. De vaste aanspelers in de hoeken. Waar ze niet uit mogen. Ze mogen wel alle 4 worden gebruikt. Bij een te hoge belasting krijgen we vliegende wissels of anders na een bepaalde tijd wisselen. Variatie, probeer zo veel mogelijk passes te spelen. Maak gebruik van de hoekspelers, die passes tellen alleen niet mee. Bij balverlies probeert de andere partij dat aantal te verbeteren. Als het te makkelijk wordt dan kun je het aantal aanrakingen beperken. * 4 tegen 4 op 4 doelen (tekening 7). Een team bestaat uit 4 spelers + keeper. Ieder team verdedigt zijn eigen doel met keeper en de 2 andere doelen met pionnen van 1 meter breedte

aan de balk. Bij de kleine doeltjes moet de bal tegen de balk gedreven worden. * 3 tegen 3 met een neutrale speler op een versmald veld. * 4 tegen 4 op 3 doelen. Scoren op alle drie de doeltjes te weten 2 kleine en 1 groot doel. 2 kleine doeltjes staan op de cirkelrand en zijn 1m breed. In kleine doeltjes kun je scoren als de bal door het doeltje gespeeld ontvangen wordt door een medespeler (zowel van voren als van achteren. In het grote doel kun je pas scoren als de bal over de middenlijn is geweest. Zo ook als de bal achter is geweest of als er een doelpunt is gescoord. * Cirkel bal. Twee teams van 4 tegen 4 of 5 tegen 5 spelen op 1 helft 5 passes naar elkaar geeft recht van aanval. Je mag niet twee keer naar dezelfde speler spelen en 1 van de 5 passes moet worden gespeeld naar een speler die aan de andere kant van de middenlijn staat. Dit team houdt recht van aanval totdat het andere team het recht van aanval heeft verworven of tot dat er is gescoord.

* 4 tegen 4 op 3 doeltjes. Een dubbel doel in het midden van 3 m breed, opgesteld met pionnen. De keeper mag er doorheen lopen. In de cirkels mogen de ploegen scoren op de doelen die verkleind zijn met pionnen of met touwtjes. Veel succes en plezier in het komende zaalhockeyseizoen.