ENERGIEMANAGEMENT ACTIEPLAN code: B1308 3 oktober 2013
datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 3/8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Onderdelen van het energiemanagement actieplan 5 2.1 Wat is waar vastgelegd. 5 3. PLAN 6 3.1 Beleidsdoelstellingen vastleggen en hoe deze te waarborgen 6 4. DO 6 4.1 Verantwoordelijkheden 6 5. CHECK 7 5.1 Toetsing 7 5.2 Monitoring en meting 7 5.3 Ontwikkeling en onderhoud (meet)gegevens 7 5.4 Regelmatige nauwkeurigheidscontroles 7 6. ACT 8 6.1 Periodieke Energie Audit 8 6.2 Directiebeoordeling 8 6.3 Projecten met gunningsvoordeel 8
datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 4/8 1. Inleiding Het doel van het energiemanagement actieplan is het monitoren, opvolgen en continu verbeteren van de energie-efficiëntie. Dit document is besproken en onderschreven door het hoger management in de kwaliteitstuurgroepbespreking d.d. 21 oktober 2013. Verder wordt dit document gecommuniceerd, zowel intern door het plaatsen op de ABT-Wiki, als extern door het plaatsen op de ABT Website. ABT is in het bezit van de ISO 9001 en ISO 14001 certificaat en is hierdoor zeer bekend met de DO- ACT-CHECK-ACT Deming- circle. De Deming-cicle is ook het uitgangspunt van dit energiemanagement actieplan. In de fases van de cyclus zullen de volgende activiteiten worden uitgevoerd:
datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 5/8 2. Onderdelen van het energiemanagement actieplan 2.1 Wat is waar vastgelegd. Het energiemanagement actieplan is opgesteld conform NEN-ISO 50001 en moet voldoen aan de eisen genoemd in de norm. Hieronder zijn deze eisen weergegeven en in welk document aan deze eisen wordt voldaan. Identificatie en beoordeling van energieaspecten Significant energieverbruik, in het bijzonder significante veranderingen, moeten in beeld worden gebracht Een inschatting van het verwachte energieverbruik van de komende periode. Het identificeren van alle personen die werken voor de organisatie wiens acties kunnen leiden tot significante veranderingen in het energieverbruik. Identificatie van mogelijkheden om energie te besparen en het bepalen van de prioriteiten. Intern Energie auditverslag Hfst. 3 Intern Energie auditverslag Intern Energie auditverslag Hfst. 4.2 CO2 Reductie tabel Hfst. 4.2 CO2 Reductie tabel Intern Energie auditverslag Milieubeleidsplan Hfst. 4 Hfst. 2 Opstellen van een referentiekader. Carbon Footprint rapportage Hfst 5.1 Beschrijving van de methode waarmee een verbetering in de Hfst. 3.1 energieprestaties wordt gecontroleerd.. Een beschrijving van de methode waarmee de resultaten worden gecontroleerd. Hst. 5.2 Energie doelstellingen, doelen en programma s Het aanwijzen van verantwoordelijkheden. De middelen en het tijdspad voor het behalen van de verschillende doelen. Intern Energie auditverslag Hfst. 4.1 Hfst. 4.2 CO2 Reductie tabel Bewaken en meten De organisatie maakt en beschrijft de bewaking en de eisen om de gestelde doelen te behalen. Er moet een energie meetplan worden geschreven en geïmplementeerd. De organisatie moet er voor zorgen dat het energieverbruik en bijbehorende energiefactoren op vooraf bepaalde momenten wordt gemeten en gedocumenteerd. De organisatie moet de relatie tussen het energieverbruik en de energiefactoren aangeven. En zal op vooraf bepaalde momenten de werkelijke situatie toetsen met de verwachte situatie. De organisatie moet alle significante afwijking van het verwachte energieverbruik documenteren, inclusief de mogelijke oorzaken. De relatie tussen het energieverbruik en de energiefactoren moeten op een vooraf bepaald tijdstip worden beoordeeld en waar nodig aangepast. De organisatie moet zijn energieverbruik, waar mogelijk, vergelijken met andere, gelijksoortige, organisaties Hst. 5.2 Hst. 5.2+5.3 Hst. 5.2+5.3 Significante afwijkingen hebben zich nog niet voorgedaan, indien dit wel gebeurt, zal dit worden opgenomen in het onderdeel plan in dit document. Hst.5 Hst. 3.1 Afwijkingen, verbeteringsacties en preventieve maatregelen. De organisatie moet afwijkingen identificeren en binnen een vooraf gestelde tijdslijn verbeteringsacties uitvoeren. De organisatie moet alle relevante documentatie bewaren rekening houdend met de wettelijke termijn. Hst. 3.1+5.3+5.4
datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 6/8 3. PLAN 3.1 Beleidsdoelstellingen vastleggen en hoe deze te waarborgen Tijdens de planfase wordt het energie verbruik en de voortgang van de reductiedoelstellingen geanalyseerd. Vanuit deze analyse wordt een doelstelling voor het komend jaar geformuleerd. In de doelstellingen worden de reductiedoelen en maatregelen opgenomen. Om te controleren of de doelstellingen uit 3A en de verwachtingen uit het Intern Energie auditverslag - hfst. 4.2 CO2 Reductie tabel wordt gehaald wordt er jaarlijks getoetst (12 maanden tussenpose). Het eerste toetsmoment is de certificering van de CO2 prestatieladder. Bij het moment van toetsen wordt bekeken of het mogelijk is dat de gegevens van ABT vergeleken kunnen worden met een ander Ingenieursbureau. Hieronder staat een omschrijving van de activiteiten per fase met de bijbehorende documenten. 4. DO 4.1 Verantwoordelijkheden De DO fase is de implementatie en uitvoering van de in de vorige fase omschreven doelstellingen. De genomen reductiemaatregelen worden in deze fase door ABT gecommuniceerd. Er zijn voor de verschillende reductiemaatregelen verantwoordelijke aangewezen maar er is ook takentabel waarin de taken, verantwoordlijkheden en bevoegdheden omschreven worden voor de verschillende onderdelen van de CO2 prestatieladder. De hieronder omschreven acties worden uitgevoerd onder verantwoording van de algemene directie die de werkzaamheden heeft gedelegeerd aan de Manager Kwaliteit (MK). De Manager Kwaliteit is verantwoordelijk voor het kwaliteitssysteem van ABT, wat bestaat uit: - ISO 9001, - ISO 14001, - Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en het CO2 prestatiemanagement Dit is formeel vastgelegd in de reguliere verslagen van de Stuurgroep Kwaliteit (overleg tussen Algemene Directie en MK) MK= Manager Kwaliteit PL = Projectleider BK = adviesgroep Bouwkunde FZ= Facilitaire zaken RI= Raadgevend Ingenieur BFI= adviesgroep Bouwfysica en Installaties Taken, verantwoordlijkheden en bevoegdheden Nr. taken CO2 prestatieladder eindverantwoordelijk (rol) 1 Half jaarlijkse registratie meetgevens voor emisieberekening en het nagaan of de kwaliteit van deze cijfers te verbeteren valt. 2 Opstellen beheren en jaarlijks actualiseren van het Energie audit verslag (Inventarisatie energieverbruikers, initiatieven) MK (onderdeel van interne audit) MK gedelegeerd aan Stafdiensten assistentie FZ 3 Opstellen beheren en jaarlijks actualiseren van het Kwaliteitsmanagementplan 4 Opstellen beheren en jaarlijks actualiseren van de CO2 Footprint rapportage MK 5 Publiceren van de CO 2 Footprint en Energie- en MK PR emissierapportage en overige relevante portfolio documenten 6 Inventariseren van sector- en keteninitiatieven en MK s reductiemogelijkheden 7 Jaarlijks verifiëren van de emissie-inventaris MK KEMA MK FZ FZ diverse PL s
datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 7/8 5. CHECK 5.1 Toetsing Tijdens deze fase wordt bekeken of ABT haar (tussentijdse) reductiedoelstelling heeft behaald. Indien dit niet het geval is zal dit besproken worden in het regulier overleg tussen Algemene directie en MK. Tijdens deze vergadering wordt doorgenomen wat de oorzaak van het niet behalen van de reductiedoelstelling zijn en of er andere maatregelen nodig zijn om de doelstellingen wel te halen. 5.2 Monitoring en meting Op basis van dit energiemanagement actieplan wordt het energiegebruik per jaar beoordeeld. De energiestromen worden in kaart gebracht en geactualiseerd en. In het Intern Energie auditverslag - hfst. 4.2 CO2 Reductie tabel staan de reductiemaatregelen die de komende jaren worden uitgevoerd. Het resultaat van die reductiemaatregelen worden jaarlijks beoordeeld op deze doelstellingen. Dit wordt vastgelegd in de Management Review. Hieronder staat een omschrijving van de activiteiten per fase met de bijbehorende documenten. Activiteit CHECK Document Exacte data Organisatorische grenzen controleren Carbon Footprint rapportage Hfst 2: Documentatie van de organisatiegrenzen Operationele grenzen Carbon Footprint rapportage Hfst. 3 Emissie inventaris controleren Kwantificeringsmethode Carbon Footprint rapportage Hfst. 4: Kwantificering controleren Emissie-inventaris opstellen Emissie inventaris Bijlage bij Carbon Footprint rapportage Voortgang reductiemaatregelen controleren Uitvoeren Intern Energie Audit Verslag Hfst. 4: CO2 Reductie + bijlage 1 (Matrix verbetersuggesties/ CO2 reducerende maatregelen) Uitvoeren externe verificatie van de emissie-inventaris Certificaat uitgegeven door gecertificeerde instelling 5.3 Ontwikkeling en onderhoud (meet)gegevens In de PLAN-ACT-CHECK en DO fasen zijn controle momenten ingebouwd (in combinatie met de periodieke rapportage) met betrekking tot de organisatorische grenzen en de emissiestromen. Deze controlemomenten zorgen ervoor dat het de gegevens t.b.v. het energiemanagement actueel blijft en dat eventuele wijzigingen integraal worden doorgevoerd. Hierdoor is een zorgvuldige opslag en archivering van de emissie-gegevens geborgd. Periodiek zullen de gegevens t.b.v. de emissie berekeningen geëvalueerd worden, om te komen tot een verbeterring van de kwaliteit van deze gegevens. 5.4 Regelmatige nauwkeurigheidscontroles Bij kleine fouten of omissies wordt de fout of omissie direct hersteld in het CO2 - Management systeem. Fouten of omissies met grote gevolgen worden ook gerapporteerd in de periodieke rapportage.
datum: 3 oktober 2013 referentie: lak code: B1308 blad: 8/8 6. ACT Act is de fase waarin de maatregelen komende uit de controle fase daadwerkelijk worden uitgevoerd. Activiteit ACT Directiebeoordeling uitvoeren Document Management Reviews en verslagen Kwaliteitsstuurgroep Energiemanagement actieplan Energiemanagement actieplan actualiseren Energie Audit verslag Energie Audit verslag actualiseren Communicatieplan actualiseren Communicatieplan Milieu beleidsplan actualiseren Milieubeleidsplan 6.1 Periodieke Energie Audit Tijdens de jaarlijks kwaliteitssysteem audit zal ook een Energie Audit worden uitgevoerd. Tijdens deze Energie Audit wordt gecontroleerd of de emissie-inventaris is opgesteld en of de gegevens t.b.v. de emissieberekeningen actueel worden gehouden en of deze van voldoende kwaliteit. De uitkomst van de Energie Audit wordt gerapporteerd in de Management Review. 6.2 Directiebeoordeling Tijdens de directiebeoordeling worden de conclusies van de Energie Audit en de periodieke rapportages die opgenomen zijn in de Management review beoordeeld. De directie beoordeeld de voortgang van de omschreven doelstellingen. Naar aanleiding van de directiebeoordeling kan het zijn dat het Energiemanagement Actieplan en het Communicatieplan aangepast worden. De uitkomst van de directiebeoordeling wordt vastgelegd in een Kwaliteits-stuurgroepverslag. 6.3 Projecten met gunningsvoordeel ABT heeft op dit momenteel geen projecten met gunningsvoordeel. Als ABT een project met gunningvoordeel heeft, dan zal voor dit project de CO2 -uitstoot apart moeten worden bepaald. Voor zover dit niet mogelijk is, zal gebruik worden gemaakt van allocatie om een deel van het energieverbruik toe te kennen aan het project. De gehanteerde berekeningsmethode zal worden vastgelegd in de periodieke rapportage.