Repertorium van Nederlandse gemeenten vanaf 1812 waaraan toegevoegd de Amsterdamse code



Vergelijkbare documenten
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Beknopte geschiedenis van Reeuwijk en Driebruggen

Van vijfendertig naar acht

Correspondentieadres: Hollandseweg CB Oudenhoorn Tel

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bevolkingsgroei,

Indicator 5 Gezondheid

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Uitslagen stemmingen buitengewone ALV VNG 17 november 2014 Account Gemeente Agenda Item Uitslag Aa en Hunze 4. Invulling vacatures in bestuur

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio's

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Bundeling werken in nationale bundelingsgebieden,

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio s. Regio s

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Ontwikkeling leerlingaantallen

Leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland Postbus AB LELYSTAD. Geachte leden van de Provinciale Staten Provincie Flevoland,

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Bijlage 1 Gemeenten die (nog) niet deelnemen aan LAA peildatum: mei 2017

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

B Baarle Nassau mhz 6875 kbd QAM-64

Eerste Kamer der Staten-Generaal

CRITERIA PRODUCTRATING INBOEDELVERZEKERING PRIJS

De Kiesraad. Organisatie en taken

Wat is een constitutie?

Inwonertal Brabant groeit met ruim 9000

Wat is een constitutie?

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Neimed Krimpbericht. Ontgroening in Limburg. Maart 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

CRITERIA PRODUCTRATING OPSTALVERZEKERING PRIJS

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Bevolkingsontwikkeling; regio per maand

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BAROMETER KRIMP 14 augustus 2015 Actuele bevolkingsontwikkeling in regio s met (structurele) bevolkingsdaling

thema 1 Nederland en het water topografie

BESTUURLIJKE VERNIEUWING?

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 2: Huishoudensgrootte

De opkomst van structurele bevolkingsdaling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uit huis gaan van jongeren

Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad,

In de kolom "SWS" ziet u of stemmen in een willekeurig stemlokaal (SWS) van toepassing is in de betreffende gemeente.

Onderstaand overzicht behoort tot het project Waddenarchieven, dat wordt gefaciliteerd door de Waddenacademie (

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het regeerakkoord 31 oktober 2012

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Betreft: Herindelingsontwerp samenvoeging provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

Eerste Kamer der Staten-Generaal

GESCHIEDENIS SO3 TV

Toelichting op inhoudelijke tekstwijzigingen van de ontwerp-gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Totaal

Totaal

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2014

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2015

Statenvoorstel. Vaststellen wijziging reglement van bestuur Hoogheemraadschap van Delfland. Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Noordhoff Uitgevers bv

Indicator 10 Lucht. ) en fijnstof (PM 10

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Kiwanis International

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overijssel FRYSLÂN DRENTHE FLEVO- LAND DUITSLAND. Zwolle GELDERLAND. Steenwijk* Giethoorn* Hardenberg* Kampen* Vecht* Ommen* Nijverdal* Almelo

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kiwanis International

PROVINCIAAL BLAD. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 18 september 2018, met het besluitnummer ;

Achtervangsoort Limiet einddatum A Gemeente Alblasserdam Limiet op tijd en naam Gemeente Alkmaar. Limiet op bedrag en naam

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Bijlage HAVO. aardrijkskunde Compex. tijdvak 1. Bronnenboekje b

2) Instemmen met de benoeming van de voorgedragen leden van de Raad van Toezicht van de Stichting openbaar onderwijs Marenland;

Pagina 1 van 5. Memorie van toelichting A. ALGEMENE TOELICHTING. 1. Samenvatting

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Voordracht voor de collegevergadering van 6 juli 2010

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt.

Drenthe, Friesland en Groningen. Landelijke marktontwikkelingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STADSARCHIEF S-HERTOGENBOSCH

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004.

Leden GV Centric 2016 Belastingsamenwerking Rivierenland De Fryske Mârren Dienst Dommelvallei Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn

Urbanisatie en de-urbanisatie in Nederland

Lemsterland Gaasterlân-Sleat Noordoostpolder Zwartewaterland Zeevang Kampen. 44.

NOTITIE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Sociale media geland bij gemeenten Door: Niels Loeffen (HowAboutYou), Ewoud de Voogd (HowAboutYou) en David Kok

Bereikbaarheid van winkelvoorzieningen voor senioren op het platteland onder druk

Erratum Report LEI

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Chronologie van de Burgerlijke Stand in de Nederlanden Op

Transcriptie:

Repertorium van Nederlandse gemeenten vanaf 1812 waaraan toegevoegd de Amsterdamse code Ad van der Meer en Onno Boonstra 2e editie, maart 2011 Ad van der Meer Weerribben 29 1112 JK Diemen Onno Boonstra Roemer Visscherstraat 11 6824 MT Arnhem

Voorwoord [bij de eerste editie] Het Repertorium van Nederlandse gemeenten 1812-2006 is tot stand gekomen in het kader van het project Historisch ografisch Informatiesysteem van Nederland (HGIN), dat is in de jaren 2004-2006 is uitgevoerd in opdracht van het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI). Het NIWI, onderdeel van de Koninklijke Academie van Wetenschappen (KNAW) is medio 2005 opgeheven en voor een gedeelte opgegaan in DANS ( Data Archiving and Network Services ). We zijn DANS erkentelijk dat ze als uitgever van dit repertorium heeft willen optreden. De opheffing van het NIWI, en het daarbij behorend proces van desorganisatie en reïntegratie, heeft de medewerkers, en dus ook de medewerkers aan het HGIN-project, niet onberoerd gelaten. Door moeten werken aan een eindig project in een eindige werkomgeving is geen eenvoudige opgave. Degenen die, ondanks alle acties die de afgrijselijke acroniemen boven hun hoofden uitvoerden, hun steentje hebben bijgedragen om tot deze uitgave te komen, verdienen het om in dit voorwoord met name genoemd te worden. We bedanken daarom in het bijzonder Annelies van Nispen, Henk Laloli en Luuk Schreven voor hun inzet ten tijde van onzekerheid over overgang of ontslag. Diemen/Arnhem, mei 2006 Ad van der Meer en Onno Boonstra Voorwoord bij de tweede editie Tot ons grote genoegen is het Repertorium inmiddels goed bekend geraakt. Het tempo waarmee gemeentelijk wordt geherindeeld blijft echter hoog, waardoor een geactualiseerde versie van dit werk wenselijk is geworden. Verder hebben aandachtige gebruikers enkele onjuistheden geconstateerd, en voorts zijn enkele kleinere correcties nodig gebleken. Daarom hebben we een tweede editie samengesteld die is bijgewerkt tot en met 1 januari 2011. De belangrijkste inhoudelijke verbeteringen betreffen de samenvoegingen Ewijk/Beuningen, Heumen/Overasselt, Boxmeer/Sambeek/Vierlingsbeek, en Brunssum/Schinnen/Amstenrade. Tevens is een korte toelichting nodig gebleken over de voormalige (euwsvlaamse-oostvlaamse) gemeente Watervliet. Met het oog op toekomstige edities hebben we de naam enigszins veranderd in Repertorium van Nederlandse gemeenten vanaf 1812. Deze editie zal niet in druk verschijnen, de downloadmogelijkheid via DANS achten wij vooralsnog afdoende. Diemen/Arnhem, mei 2011 Ad van der Meer en Onno Boonstra Pagina 5

1 inleiding 1.1 communes in ankrijk; gemeenten in Nederland Wie wel eens in ankrijk op vakantie is geweest, zal het niet zijn ontgaan dat iedere stad en ieder dorp, ja zelfs ieder gehucht, een eigen gemeentehuis heeft. De mairie is soms maar één ochtend in de week open, en het aantal ambtenaren dat dan aanwezig is komt zelden boven de drie uit, maar toch. Minstens één maal per maand stroomt het gebouw vol, want dan is er een vergadering van de gemeenteraad, waarvan de leden, evenals de burgemeester, door de plaatselijke bevolking zijn gekozen. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om besluiten te nemen over zaken die de inwoners van de gemeente direct aangaan, zoals bouwen, wonen en basisonderwijs. De nabijheid van zo n lokale overheid doet weldadig aan, niet alleen vanwege de laagdrempeligheid van de voorziening, maar ook omdat het de wederkerige betrokkenheid tussen natie en inwoners beklemtoont. Natuurlijk zorgt de kleinschaligheid van de municipaliteiten voor organisatorische, financiële en logistieke problemen, maar die worden voor een belangrijk deel opgelost door meerdere gemeenten te laten samenwerken in communes associés. Op dit moment zijn er in ankrijk bijna 37.000 gemeenten (waarvan meer dan 25.000 met minder dan 700 inwoners) die samenwerken in enige duizenden communes associés. Het gemiddeld aantal inwoners per gemeente is 1600, het mediane aantal inwoners slechts 380. Opvallend is dat de gemeenten van nu voor het grootste gedeelte de gemeenten van vroeger zijn. Ongeveer 90 procent van de huidige gemeenten heeft grenzen die identiek zijn aan de grenzen zoals die in 1793 werden vastgesteld. Dat leidt tot de curieuze situatie dat er in gebieden waar het gros van de bevolking naar elders is vertrokken gemeenten voorkomen met nauwelijks inwoners, terwijl enorm geürbaniseerde steden zijn uitgedijd over tientallen afzonderlijke gemeenten. Het verstedelijkte gebied rondom Parijs is op die manier verspreid over 396 afzonderlijke communes. In Nederland is de situatie anders. Om de organisatorische, logistieke en financiële problemen van kleine gemeenten het hoofd te bieden heeft de Rijksoverheid er voor gekozen om ze op te heffen en samen te voegen met andere gemeenten. Daardoor kent ons land momenteel (2011) niet meer dan 418 gemeenten in Nederland-aan-de-Noordzee plus nog de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Het gemiddeld inwoneraantal van de 418 gemeenten is ruim 20 keer hoger dan in ankrijk, namelijk 39.650, en het mediane inwoneraantal ruim 50 keer hoger, namelijk 24.843. De gemeente met het kleinste aantal inwoners is Schiermonnikoog, met 942 inwoners op 1 januari 2010, de gemeente met het grootste aantal Amsterdam, met 767.457 inwoners. Als men de gemeentelijke indeling van Nederland vergelijkt met die van twee eeuwen geleden, zijn er forse verschillen te zien. Het eerste verschil is dat in 1812, toen het anse systeem van gemeenten in ons land werd geïntroduceerd, het aantal gemeenten een stuk groter was, namelijk 1144, en het gemiddeld aantal inwoners een heel stuk kleiner, namelijk circa 1900. Maar de verschillen in gemeentelijke indeling tussen vroeger en nu hebben niet alleen betrekking op het samenvoegen en opheffen van gemeenten. Ook zijn er in het kader van gemeentelijke herindelingen honderden grenswijzigingen aangebracht. Soms ging het om een uiterst beperkte correctie, zoals die op 1 januari 1876 toen 280 vierkante meter grond met 0 inwoners, om precies te zijn de helft van een schuur en het omringende erf, overging van s-gravendeel naar Strijen. Maar soms waren de grenscorrecties aanzienlijk. Dat was bijvoorbeeld het geval op 1 mei 1896, toen het overgrote deel van de gemeente Nieuwer-Amstel bij Amsterdam werd gevoegd, en Nieuwer-Amstel in één klap 28.500 inwoners (meer dan 80 procent van zijn bevolking) verloor. volg van al deze samenvoegingen, opheffingen en wijzigingen is dat er in Nederland, in tegenstelling tot ankrijk, welgeteld nog maar twee gemeenten zijn waarvan de grenzen tussen Pagina 6

1812 en 2006 niet zijn gewijzigd. Dat zijn Beesel, en Mook en Middelaar. Alle andere gemeenten hebben één, maar vaker meerdere keren geografische veranderingen ondergaan. 1.2 historisch onderzoek en de Nederlandse gemeente Voor iedereen die historisch onderzoek wil doen naar het reilen en zeilen van personen en instellingen in de negentiende en twintigste eeuw, vormt het continue proces van gemeentelijke oprichtingen, opheffingen, samenvoegingen en herindelingen een lastig te nemen hindernis. Veranderingen door de tijd heen zijn daardoor soms moeilijk waar te nemen. De geschiedenis van een klein dorp als Cabauw, dat tot 1857 een zelfstandige gemeente was, is na dat jaar veel moeilijker te traceren dan daarvoor. Maar het omgekeerde kan ook voorkomen: zaken die door de tijd heen niet veranderden, kunnen door al die herindelingen de schijn wekken wel aan wijzigingen onderhevig te zijn geweest. Een opvolgende reeks van gemeentelijke herindelingen kan er bijvoorbeeld toe leiden dat iemand die zijn hele leven in zijn geboorteplaats is blijven wonen, toch in drie verschillende gemeenten heeft geleefd. Dat geldt bijvoorbeeld voor iemand die in 1940 in het dorp Dreischor, dat toentertijd een aparte gemeente was, is geboren. Toen hij in 1965 in het huwelijk trad, was Dreischor inmiddels opgeheven en samengevoegd met de gemeente Brouwershaven, zodat het burgerlijk huwelijk op het gemeentehuis van Brouwershaven werd gesloten. En toen hij in 2000 in zijn geboortehuis overleed, stond dat huis inmiddels in de gemeente Schouwen-Duiveland, waarin Brouwershaven in 1997 was opgegaan. Een ander probleem dat een belemmerende werking op historisch onderzoek heeft, is de grote variatie aan namen die sommige gemeenten hebben gekend. Officiële en onofficiële naamswijzigingen en spellingvarianten maken het een onderzoeker moeilijk omdat niet duidelijk is of twee verschillende namen eenzelfde gemeente aanduiden. Ook wordt een opgeheven gemeente(naam) soms na vele jaren opnieuw gebruikt en het is dan maar de vraag of dezelfde vlag wel dezelfde lading dekt. 1.3 doel en opzet van het repertorium Dit repertorium is opgezet om te voorkomen dat historisch onderzoek al te zeer belemmerd wordt door de voortdurende veranderingen van de gemeenten en gemeentenamen in Nederland. We trachten dat doel op drie manieren te bereiken. Allereerst biedt deze publicatie een volledig overzicht van alle gemeenten die tussen 1812 en 2011 hebben bestaan. Een dergelijke volledige lijst is tot op heden nog nooit gepubliceerd. Er zijn wel enige overzichten beschikbaar, maar die zijn of niet geheel volledig, of niet geheel juist. De publicatie van de Demografische databank Nederlandse gemeenten, 1811-1850 ( Beekink en Van Cruyningen, 1995 ) komt dicht in de buurt, maar mist een aantal gemeenten die in het begin van de negentiende eeuw hebben bestaan. Een betrouwbaarder lijst is opgesteld door het CBS. Deze lijst heeft tevens als voordeel dat niet alleen opheffingen, oprichtingen en samenvoegingen er in zijn opgenomen, maar ook alle grenswijzigingen die zich na 1936 tussen gemeenten hebben voorgedaan. 1 De lijst gaat echter niet verder terug dan tot 1830. Hetzelfde geldt voor een 1 Zie Historisch overzicht gemeenten. De CBS lijst vermeldt vanaf 1936 de aantallen inwoners die van de ene naar de andere gemeenten zijn overgegaan, vanaf 1949 de betrokken oppervlakten en vanaf 1985 de aantallen woningen. Pagina 7

vergelijkbare lijst die door de provincie Zuid-Holland wordt onderhouden. 2 In al deze bronnen ontbreken bovendien veelal de feitelijke ingangsdata van de veranderingen. Het tweede doel van deze publicatie is om inzicht te geven in de continuïteit van gemeenten. Dat gebeurt door aan te geven uit welke gemeenten een nieuwe gemeente is gevormd, of in welke gemeente een oude gemeente is opgegaan. De continuïteit van een gemeente wordt benadrukt door een nieuwe gemeentecode, de Amsterdamse code, te introduceren die, anders dan de codes die momenteel in gebruik zijn, onveranderd blijft bij grens- en naamswijzigingen. Een minimaal variërende code als de Amsterdamse code is daardoor maximaal bruikbaar voor historisch onderzoek. Het derde doel is de functie van gazetteer, waarin zowel officiële als onofficiële naam- en spellingvarianten van gemeenten zijn opgenomen. Een dergelijke lijst is evenmin eerder gepubliceerd en deze geeft dit boek eveneens een nieuwe waarde. Kern van het boek is hoofdstuk 4, dat een alfabetisch repertorium bevat van alle officiële gemeentenamen, met daaraan toegevoegd gegevens over het moment van oprichting en opheffing. Wanneer de oprichting na 1812 plaats vond, is vermeld uit welke gemeente(n) de nieuwe gemeente is ontstaan; wanneer een gemeente is opgeheven, staat vermeld in welke gemeente(n) de betreffende gemeente is opgegaan. Deze gegevens zijn aangevuld met de nieuwe Amsterdamse code en de veelgebruikte, maar minder goed bruikbare CBS-code. Ten slotte bevat het repertorium bij elke gemeentenaam de officiële en de eventuele onofficiële namen waaronder de gemeente in de loop der tijd bekend heeft gestaan. Deze lijst van gemeentenamen wordt voorafgegaan door twee hoofdstukken. Hoofdstuk 2 biedt een kort historisch overzicht van de mate en de manier waarop de Nederlandse gemeenten zich in de loop van de afgelopen twee eeuwen hebben ontwikkeld; hoofdstuk 3 geeft een introductie van de nieuwe Amsterdamse code. Om het zoeken en vinden van informatie in het repertorium te vergemakkelijken wordt hoofdstuk 4 gevolgd door drie bijlagen. Daarachteraan zijn nog twee andere bijlagen toegevoegd die informatie verschaffen over de departementale indeling van ons land in de periode 1812-1815 en de provinciale naams- en indelingswijzigingen. 2 Zie meentelijke herindelingen in Nederland. De lijst vermeldt vanaf ca. 1880 de aantallen inwoners die van de ene naar de andere gemeenten zijn overgegaan, vanaf ca. 1950 de betrokken oppervlakten en vanaf ca. 1990 de aantallen woningen. Pagina 8

2 gemeenten 2.1 het ontstaan van de gemeentelijke indeling De gemeenten zoals we die nu kennen - uniforme bestuurseenheden die de onderste laag van het openbaar bestuur vormen - zijn een product van de anse tijd. Vóór 1795 was de bestuurlijke organisatie binnen Nederland divers en gefragmenteerd. De Republiek der Verenigde Nederlanden bestond uit zeven zeer zelfstandige provincies die alleen gezamenlijk optraden als dat strikt nodig was. Centrale wet- en regelgeving ontbrak vrijwel geheel. Binnen de provincies was er meestal geen sprake van een homogene structuur van het plaatselijke bestuur. Er bestonden allerlei soorten eenheden naast en door elkaar, met verschillende privileges, taken en bevoegdheden. Een algemeen kenmerk van al die eenheden was wel dat er geen scheiding bestond tussen administratief gezag en rechterlijke macht; voorts werden ook vele notariële functies door de lokale bestuurders uitgeoefend. Op plaatselijk niveau was er een duidelijke scheiding tussen de steden en het platteland. De steden (waarvan er in 1795 ongeveer 80 waren) hadden elk in de loop der eeuwen hun eigen privileges verworven en hielden daar uiteraard strikt aan vast. waren daardoor in het algemeen zeer onafhankelijk van de provinciale besturen. Zij hadden een eigen bestuur dat belast was met het regelen van de stedelijke voorzieningen, en dat verantwoording moest afleggen aan de eigen burgers. In dat opzicht leken ze al op de latere gemeentebesturen. Dat was op het platteland bepaald niet het geval. Belangrijke delen van het platteland waren feitelijk particulier bezit, de zogenaamde heerlijkheden. De privileges (de heerlijke rechten ) van de eigenaar (de heer ) waren voor iedere heerlijkheid verschillend, maar de eigenaar had in ieder geval het alleenrecht op belastingheffing, rechtspraak en benoeming van bestuurders in zijn gebied. Heerlijke rechten waren ook erfelijk. Waar geen heerlijkheden bestonden was de belangrijkste indeling van het platteland van rechterlijke aard, de ambachten. 3 Het hoofd daarvan, de schout, was zowel rechter, politieman als notaris. Het kwam overigens ook regelmatig voor dat ambachten bepaalde belastingen hieven. De scheiding met heerlijkheden was dan ook niet altijd even strikt. Sommige heerlijkheden waren laag, wat inhield dat de heer slechts beperkt mocht rechtspreken. De hogere rechtspraak kon onder een hoge heerlijkheid vallen, maar ook onder een ambacht met hogere rechtsbevoegdheid. Omgekeerd kon een ambacht ook onder de hogere rechtspraak van een heerlijkheid vallen. Naast de heerlijkheden en de ambachten waren er nog andere instellingen met taken die later bij de gemeenten zijn ondergebracht. Paden en wegen waren veelal een zorg van polders of waterschappen. Het bijhouden van doop-, trouw- en overlijdensregisters gebeurde meestal door parochies of kerspelen, die vaak ook (enig) onderwijs verzorgden en de armenzorg regelden. Soms was het kerspel tevens een soort dorpsbestuur, soms bestond er naast het kerspel nog een afzonderlijk orgaan dat zich met de plaatselijke belangen bezighield. In Oost- en Noord- Nederland bestonden er marken die zeggenschap hadden over de (gemeenschappelijke) gronden van een dorp en veelal ook een soort dorpsbestuur vormden. Kerspelen, dorpsbesturen en marken waren doorgaans wel ondergeschikt aan de ambachten en heerlijkheden, al was het maar omdat ze geen rechtsprekende en notariële bevoegdheden bezaten, maar een duidelijke hiërarchie bestond er desondanks niet. Al deze typen gebieden kenden een verschillende 3 De naam ambacht komt het meeste voor, maar vergelijkbare eenheden staan ook bekend onder namen als (schout)ambt, scholtambt, richterambt, gerecht, redgerecht, grietenij en bannerij. Pagina 9

ontstaansgeschiedenis, en binnen een groep hadden de afzonderlijke gebieden vaak ook weer een eigen traditie, status en relaties opgebouwd, waardoor het plaatselijke bestuur een complexe aangelegenheid was geworden. In de nasleep van de anse Revolutie van 1789 brak in december 1794 en januari 1795 de Bataafse Revolutie uit: de stadhouder en andere machthebbers werden verjaagd en de macht werd overgenomen door een patriottische regering. De belangrijkste drijfveer was de behoefte aan meer vrijheid en zeggenschap voor het volk. Dat gold niet alleen voor het land als geheel, maar ook in de dorpen en steden. De heerlijke rechten werden afgeschaft en in plaats daarvan probeerden de nieuwe machthebbers een min of meer uniforme regeling voor het openbaar bestuur in te voeren, met democratisch gekozen bestuurders. In de Acte van Staatsregeling van 1798 werd voor het eerst het woord gemeente gebruikt als naam voor de plaatselijke besturen. 4 Dat leidde toen nog niet tot een systematische organisatie van het gemeentewezen, noch tot een systematische indeling van het land: om de paar jaar werden er bestuurlijke veranderingen doorgevoerd (de provinciale/departementale indeling is tussen 1795 en 1811 wel drie keer ingrijpend veranderd), en het duurde nog tot in de loop van 1811 voordat de rechtspraak, de notariële taken, en de waterschapstaken afzonderlijk waren georganiseerd. Pas vanaf dat moment kregen de gemeenten de plaats in het openbaar bestuur die ze ook nu nog hebben al hadden ze heel wat minder taken en nog minder bevoegdheden. Vanaf 1795 zijn gedeelten van het Nederlandse grondgebied door ankrijk geannexeerd. In mei 1795 gebeurde dat met Staats-Vlaanderen en de Nederlandse gedeelten van mburg (Staats- mburg). In april 1810 volgden eland, Staats-Brabant en alle gebieden ten zuiden van de Waal (delen van Zuid-Holland en lderland), en de rest van Nederland in juli 1810. Na de annexaties hebben de ansen hun gemeentelijke bestuursvorm ( commune of mairie ) steeds vrij snel ingevoerd: - in Staats-Vlaanderen in februari 1796; - in zuidelijk mburg (in die tijd onderdeel van het departement Nedermaas) in 1798; - in het latere Noord-mburg in 1798 en 1800 (dat gebied was in 1794 door de ansen op Pruisen veroverd en in 1798 daadwerkelijk geannexeerd); - in het oostelijk deel van Staats-Brabant en Zuid-lderland (het departement van de Monden van de Rijn) in mei 1810; - in het westelijk deel van Staats-Brabant (onderdeel van het departement van de Twee Nethen, hoofdplaats Antwerpen) in november 1810; - in de noordelijke provincies van Nederland bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811, dat op 1 januari 1812 van kracht werd. De ansen hebben de efficiëntie van het bestuur willen bevorderen door in de meeste gevallen een grootschalige gemeentelijke herindeling door te voeren. In Holland en recht werd het aantal gemeenten gehalveerd; daarentegen werden de zeer grote plattelandsgemeenten in iesland en delen van lderland opgedeeld. In de overige provincies waren de veranderingen minder omvangrijk. Omdat voor het grootste deel van Nederland de gemeenten in hun grondvorm pas in 1811 zijn ontstaan, en de eerste systematische indeling per 1 januari 1812 van kracht werd, hanteren we deze datum in dit boek als beginpunt van de overzichten. Nadat Nederland eind 1813 zijn zelfstandigheid had herkregen, werden veel anse maatregelen ongedaan gemaakt. Het onderscheid tussen steden en plattelandsgemeenten kwam weer terug. En ook de heerlijke rechten werden hersteld, zij het in beperktere vorm: de rechtspraak bleef 4 De Acte is vergelijkbaar met een Grondwet. Titel 1, artikel 5, bepaalt: Ieder departement wordt ten spoedigsten verdeeld ( ) in verschillende gemeenten. Pagina 10

onafhankelijk, evenals het notariaat, en de rechten van de eigenaren werden op een aantal punten ingeperkt. Omdat de heerlijke rechten aan gebieden waren gebonden, werd de anse gemeentelijke indeling grotendeels ongedaan gemaakt. Er ontstonden zelfs twee gemeenten die geen inwoners telden 5 - zolang een eigenaar de kosten van het bestuur wilde dragen, was er geen reden om hem zijn gemeente te weigeren. Wijzigingen in de gemeentelijke indeling moesten voortaan bij Koninklijk Besluit plaats vinden. Het ongedaan maken van de anse indeling vond per provincie plaats en wel op verschillende data. Zie daarvoor Tabel 1. Tabel 1. Herstelbesluiten van de gemeentelijke indeling op het platteland, 1816-1821 Provincie KB reglement / verdeling Ingangsdatum verdeling Aantal gem. vóór Verandering als gevolg van reglement verdeling Groningen 24-12-1818, 61 nvt (geen wijzigingen) 62 0 iesland 9-3-1815, 15 1-10-1816 43-48 Drenthe 14-11-1815, 68 13-7-1819 29 +4 Overijssel 24-11-1815, 80 1-7-1818 52 +10 lderland 11-2-1817, 40 1-1-1818 144-22 recht 14-11-1815, 68 1-1-1818 55 +43 Holland (N. ged.) 13-12-1815, 25 1-5-1817 105 +44 Holland (Z. ged.) 7-3-1816, 13 1-4-1817 154 +101 eland 24-11-1815, 80 1-1-1816 135-18 Noord-Brabant 8-5-1819, V2 1-1-1821 189-3 mburg 18-4-1818, 136 1-1-1821 125 +1 : voor de steden zijn afzonderlijke herstelbesluiten uitgevaardigd, maar het aantal stedelijke gemeenten veranderde niet. Die zijn in deze tabel wel meegeteld. Pas in 1848 zijn de heerlijke rechten definitief afgeschaft en werd het onderscheid tussen stad en platteland opgeheven; in 1851 werd met de nieuwe meentewet de grondslag gelegd voor de hedendaagse gemeentelijke organisatie. Deze wet bevatte ook de procedures voor het instellen en opheffen van gemeenten. Deze procedures werden in 1991 deels, en in 2001 geheel, opgenomen in de Wet Algemene Regels Herindeling (wet-arhi). 2.2 naamgeving van de Nederlandse gemeenten Nederland kent geen instantie die de officiële schrijfwijze van aardrijkskundige namen vaststelt. Dat is ook van toepassing op gemeentenamen: er is nimmer een wet of besluit geweest waarin de enige en juiste schrijfwijze van gemeentenamen is vastgelegd. Ook was er lange tijd geen vaste procedure om een geschil over de schrijfwijze tot een goed einde te brengen. 6 Er zijn in de afgelopen twee eeuwen dan ook heel wat gemeentenamen geweest die verschillende schrijfwijzen hebben gekend. Pas sinds 1991 is er een formeel voorschrift voor het wijzigen van gemeentenamen gekomen (zie hierna); maar een officiële lijst van alle namen is er tot op heden niet van gekomen. Er zijn in de loop van de jaren regelmatig lijsten met gemeentenamen verschenen: bij wetten waarin de rechterlijke indeling werd vastgesteld (1828, 1877, 1933), in wetten waarin de indeling in kieskringen werd bepaald (1852, 1858, 1869, 1878, 1896), in gepubliceerde uitkomsten van de 5 Tempel en De Vennip; beide gemeenten zijn pas in 1855 opgeheven. 6 Er zijn wel enkele keren gemeentenamen bij wet gewijzigd. Pagina 11

volkstellingen, en in aardrijkskundige woordenboeken ( Gosselin, 1817 ; Gosselin, 1826, Aa, van der, 1839-1851, Kramers, 1880-1883, Beekman, Rapp en Muller, 1936, enzovoort). Deze bronnen stemden echter vaak niet overeen. Het komt dus regelmatig voor dat men éénzelfde gemeente onder verschillende namen terugvindt. Zo bestond de schrijfwijze Rhijnsburg naast Rijnsburg, of Beide Katwijken en het Zand naast Katwijk, Rucphen naast Sprundel, of Ooster- en Westerblokker naast Blokker. Het zal vaak wel duidelijk zijn welke gemeente er met een bepaalde naam wordt bedoeld, maar zeker is dat niet: Borssele is een heel andere gemeente dan Borsele. Was de schrijfwijze in veel gevallen vooral toevallig en willekeurig, er zijn wel twee situaties geweest waarin de schrijfwijze systematisch(er) aan de orde is gekomen. a. het tijdperk van de meervoudige namen In de eerste decennia ná de anse Tijd was het gebruikelijk om gemeenten, die uit meerdere dorpen bestonden of die vroeger meerdere bestuurseenheden hadden gekend, met een samengestelde naam aan te duiden. Bijvoorbeeld: - Westwoud, Binnenwijzend en Oudijk (later Westwoud) - Duist, de Haar en venhuizen (later: Duist) - Beide Katwijken het Het Zand (later: Katwijk). Dit verschijnsel kwam vooral voor in Holland, eland en Noord-Brabant, en in wat mindere mate in recht en lderland. Het ging om ongeveer 200 gemeenten. De meeste meervoudige namen verdwenen tussen 1845 en 1850, met name in Holland, eland en recht. In de Volkstelling van 1849 staat vaak nog wel c.a (cum annexis = met bijbehoren), daarna blijken de meeste meervoudige namen tot hun hoofdnaam te zijn teruggebracht. Een besluit hierover hebben we niet kunnen vinden, maar het is wel opvallend dat de meervoudige schrijfwijzen rond 1850, binnen een vrij korte periode, grotendeels zijn verdwenen. In Noord-Brabant gebeurde dat overigens pas in 1896, naar aanleiding van de namentabel die bij de nieuwe Kieswet was uitgegeven. De provincie besloot deze namen als de officiële te erkennen en meldde aan de gemeenten dat ze vanaf nu de officiële schrijfwijze moesten volgen. Er zijn niet veel gemeenten geweest die deze raad gevolgd hebben; Noord-Brabant is tot het einde van de 20 e eeuw de enige provincie geweest waar tientallen gemeenten een meervoudige naam hebben gehouden. In die provincie bestond er zelfs tot 1908 een gemeente met een viervoudige naam: Drongelen, Haagoord, Gansoijen en Doeveren (deze naam werd in dat jaar bij wet veranderd in Drongelen). De schrijfwijze c.a. (soms ook wel c.s.) werd en wordt vaak gebruikt om de namen in lijsten een beetje kort te houden; het is een louter administratieve afkorting, het was nooit onderdeel van de officiële naam van de gemeente. Kollumerland en Nieuwkruisland is de officiële naam van de gemeente die zich voor dagelijks gebruik tooit met de naam Kollumerland c.a.. b. standaardisering van de schrijfwijze vanuit taalkundige invalshoek Vanaf de tweede helft van de 19 e eeuw is er vooral vanuit de taalkundige hoek gepoogd om tot standaardisering van plaats- en gemeentenamen te komen. Al in 1860 verscheen een lijst van Brill ( Brill, 1860 ), die veel vernieuwingen voorstelde maar die massaal werd genegeerd. Vervolgens was er de invoering van de spellingregels van Te Winkel ( Te Winkel, 1865 ) en de publicatie van de bijbehorende woordenlijst door De Vries en Te Winkel een jaar later ( De Vries en Te Winkel, 1866 ). De overheid begon in 1883 met het gebruik van deze nieuwe spelling, en nu die (min of meer) was gestandaardiseerd, moest die ook maar worden Pagina 12

toegepast op aardrijkskundige namen. In het geografisch woordenboek van Kramers ( Kramers, 1880-1883 ) vinden we een eerste lijst, inclusief twee kolommen was - wordt van een aantal plaatsnamen, in 1884 gevolgd door een lijst van het Nederlands Aardrijkskundig nootschap ( Woordenlijst, 1884 ). Vooral in atlassen, en ook in namenlijsten van de daaropvolgende jaren vinden we diverse varianten van nieuwe spelling terug. Het CBS gebruikte vanaf zijn publicatie van de bevolkingscijfers van de Volkstelling van 31 december 1920 een aantal gemoderniseerde schrijfwijzen zoals Zon (Son) en Alfen maar liet andere, zoals Oirschot en Oisterwijk met rust. In de periode tussen de twee wereldoorlogen is met name A.A. Beekman een drijvende kracht geweest achter de uniformering en verbetering van de schrijfwijze. Hij had deels een taalkundige, deels een geografische achtergrond; hij bouwde voort op de eerdere voorstellen. Een sterke stimulans was dat minister Marchant van Onderwijs in 1934 een vernieuwde spelling in het onderwijs invoerde (die overigens niet verplicht was voor de hele overheid, dat kwam pas in 1947). Dit culmineerde in de jst van aardrijkskundige namen van Nederland die de lijst van 1884 moest vervangen en die in 1936 werd uitgegeven door het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig nootschap ( Beekman, Rapp en Muller, 1936 ). Daarin waren meer dan 40.000 namen opgenomen. De lijst was gebaseerd op taalkundige principes, zo nodig met historische herleiding, wat leidde tot namen als Zieriksee, Ouwerschie (Overschie), Adeward (Aduard), Gorkum, Deutekom (Doetinchem) en Goeree (Goedereede). Naast alle spellingwijzigingen werden ook nog eens pardoes alle meervoudige namen vereenvoudigd: Bleskensgraaf en Hofwegen werd Bleskensgraaf, Nieuw- en Sint Joosland werd Sint Joosland, enzovoort, met als enige onderbouwing: Noodig is dit zeker niet daarom zijn in deze lijst de gemeenten slechts door een enkelen naam aangeduid. In onze ogen is het overigens vreemd dat namen als Heerenveen, Heiloo en Anloo niet werden veranderd, en dat als gevolg van de nagestreefde taalkundige systematiek plaatsen met één eind-o ook een dubbele oo kregen: Almeloo, Heinoo, enzovoort. De voorgestelde veranderingen leidden steevast tot veel protest en er zijn in de gemeentelijke vakliteratuur de nodige polemieken over gevoerd. De belangrijkste teneur was dat het schrijftafelvoorstellen waren en dat er geen enkele reden was om de bestaande schrijfwijze te gaan veranderen in die zin is er met de huidige spellingsdiscussie niets nieuws onder de zon. De gemeenten weigerden vrijwel allemaal om zich aan de nieuwe schrijfwijze te conformeren. Andere overheden als CBS, PTT en ministeries deden dat meestal wel al gebruikten ze niet altijd álle wijzigingen maar uiteindelijk hebben ook zij zich neergelegd bij de praktijk en de oude schrijfwijzen opnieuw ingevoerd. Het was overigens opmerkelijk en het zal hun zaak ook geen goed hebben gedaan dat de spellinghervormers zelf geen eenheid in hun voorstellen brachten: zo zien we bijvoorbeeld voor de gemeente Wijchen de varianten Wichen, Wiechen en Wychen, en voor de gemeente Heerewaarden de varianten Heerenwaarden en Herwaarden. In 1947 werd de spelling-marchant ingevoerd voor de hele overheid, met de daarop volgende publicatie van het Groene Boekje in 1954. Bij het invoeringsbesluit kondigde de minister aan dat er een aparte lijst van de spelling van geografische namen zou komen. Die lijst is nooit gemaakt; er kwam wel een Woordenlijstcommissie die een wijzigingsvoorstel deed voor 54 Noord-Brabantse gemeenten. Het voorstel werd echter opnieuw afgewezen en er zijn geen nieuwe meer gevolgd. Een laatste poging tot modernisering van de spelling werd gedaan door de commissie-damsteegt die in 1974 een lijst van herziene aardrijkskundige namen vaststelde. De Kleine Bosatlas, de 55 ste druk, 1 e editie, ( Ormeling, 1974a ), gebruikte deze lijst op de kaarten van Nederland. Maar er kwam heftige kritiek op en de uitgevers waren Pagina 13

genoodzaakt een tweede editie van de 55 ste druk uit te brengen met de klassieke namen ( Ormeling, 1974b ). De lijst-damsteegt is overigens nooit officieel gepubliceerd. In een leesbaar en kritisch artikel over de standaardiseringsneiging ( Molewijk, 1992 ) worden al die pogingen overigens nogal gehekeld met het voornaamste argument dat eigennamen nu eenmaal een gegeven zijn, hoe onlogisch ze ook lijken. Er wordt door enkele geografen en taalkundigen nog steeds wel wat gemopperd over de onduidelijke spelling van aardrijkskundige namen, maar er is feitelijk geen discussie meer over de juiste spelling van geografische namen. De Bosatlas gebruikt vanaf 1955 weer de van oudsher gehanteerde namen. De naamlijsten van het CBS en de namen in wetten en besluiten stemmen al vele jaren vrijwel altijd overeen. Dat wil niet zeggen dat er nooit meer onduidelijkheid is: er zijn enkele raadsbesluiten geweest om definitief de spelling van de gemeentenaam vast te stellen (zie hierna). En soms is men het er binnen één gemeente ook niet over eens (zie Afbeelding 1). Afbeelding 1. Ouder Amstel of Ouder-Amstel? De borden op de linker- en de rechterfoto staan tegenover elkaar aan weerszijden van een weg nabij het station Duivendrecht. De gemeente Ouder-Amstel heeft kennelijk geen vaste voorschriften (of controle?) over de spelling van de gemeentenaam. (foto's januari 2006). naamswijzigingen vóór 1991 Naast de verschillen in schrijfwijze zijn er nog de meer of minder formele naamswijzigingen, waarbij de gemeente als entiteit wel hetzelfde bleef, maar de naam bewust werd veranderd. Zoals gezegd waren daar geen duidelijke regels voor. Naamswijziging gebeurde soms bij wet, soms bij raadsbesluit, soms op verzoek van een gemeentebestuur bij de minister van Binnenlandse Zaken, en soms ook ambtelijk (althans: zonder dat er sporen van een officieel besluit te vinden zijn). Een naamswijziging vond soms op een bepaalde datum plaats, soms was er een zekere overgangstermijn: de naam Oost- en West-Barendrecht is bijvoorbeeld tussen december 1904 en januari 1907 geleidelijk aan vervangen door Barendrecht, en de naam Rozendaal (lderland) kwam tussen half 1932 en januari 1933 in de verschillende stukken bovendrijven als vervanging van Rosendaal. Niet alle wijzigingen werden toegestaan: zo werd in 1956 een raadsbesluit van Edam om de gemeentenaam te veranderen in Edam-Volendam door de Kroon vernietigd omdat het algemeen belang eist dat een zo groot mogelijke stabiliteit en zekerheid bestaat met betrekking tot de namen der gemeenten. Waarom dat argument toen wél relevant Pagina 14

was, en bij andere naamsveranderingen niet, is niet duidelijk. Overigens werd een vergelijkbaar besluit van de Edamse raad in 1973 wel goedgekeurd. Sommige besluiten tot naamswijziging waren overigens niet meer dan een manier om een schrijfwijzediscussie te beëindigen: de gemeente die zowel onder Stavoren als Staveren bekend stond (met de laatste variant sinds circa 1946 als voorkeursvariant) besloot in 1978 dat het toch Stavoren moest zijn. Ook de gemeente Neuzen/Ter Neuzen/Terneuzen heeft daartoe in 1877 en 1940 besluiten genomen. De minister van Binnenlandse Zaken deed dat in 1937 voor onder meer nt/ndt en Heilo(o), terwijl de deputeerde Staten van recht in datzelfde jaar besloten over De Bilt/De Bildt. De afbakening tussen een geleidelijke schrijfwijzeverandering (zoals R(h)ijnsburg) met geleidelijke naamswijziging is trouwens nogal arbitrair. In dit repertorium gaan we er van uit dat naamswijzigingen binnen een relatief korte tijd (maximaal een paar jaar) plaatsvonden; veranderingen van schrijfwijze kenden een langere termijn van overgang. wijziging van de gemeentenaam: voorschrift Arhi / meentewet sinds 1991 In de wet Algemene Regels Herindeling (wet-arhi) van 1991 werd in artikel 53 een bepaling opgenomen die de raad van een nieuwgevormde gemeente het recht geeft om de gemeentenaam te wijzigen. De ingangsdatum van zo n besluit, en dus de feitelijke ingebruikneming van de gewijzigde naam, dient minimaal één jaar na het desbetreffende raadsbesluit te liggen. Dit voorschrift was gekoppeld aan gemeentelijke herindelingen; bij de herziening van de meentewet in 1994 is er een algemeen voorschrift van gemaakt dat alle gemeenten het recht geeft om hun naam te wijzigen, of ze nu bij een herindeling zijn betrokken of niet (artikel 158, thans 159). De tijdsduur tussen besluitdatum en ingangsdatum is hetzelfde gebleven. Soms zijn deze raadsbesluiten niet meer dan verduidelijkingen van de spelling. De in 1994 bij wet vastgestelde naam St. Anthonis is door de gemeenteraad bij besluit van 4-7-1994 veranderd in Sint Anthonis, wat eigenlijk meer een verbetering dan een verandering is. Voorts bepaalde de raad van Bergeijk in 1997 dat de in 1996 bij wet vastgestelde naam Bergeyk moest worden gespeld met een ij. Een verwarrend geval was de naamswijziging Bemmel/Betuwestad/ngewaard. De samenvoeging van Bemmel, Huissen en ndt op 1 januari 2001 kreeg bij wet de naam Bemmel. De raad besloot op 25 januari 2001 om de naam te wijzigen in Betuwestad. Vóórdat die naam daadwerkelijk van kracht werd, ontstond er grote politieke deining over. De naamswijziging werd ongedaan gemaakt (raadsbesluit 4-10-2001) en er werd een nieuwe naam ngewaard gekozen die per 1 januari 2003 van kracht werd. De gemeente zelf heeft tot die datum overigens consequent de naam Bemmel gebruikt. administratieve namen meenten zijn zich de laatste jaren in toenemende mate als bedrijf gaan zien en dat heeft geleid tot het fenomeen administratieve naam. Dat houdt in dat de gemeente als bedrijf er een andere naam op na houdt dan de officiële, wettelijke naam. Het bekendste voorbeeld is Den Haag / s-gravenhage. B&W van die gemeente hebben in april 1990 besloten om de naam Den Haag te gebruiken voor de gemeentelijke organisatie (inclusief de raad) en de naam s-gravenhage alleen nog te gebruiken waar dat wettelijk verplicht is of waar dat traditioneel gezien nodig is. Het fenomeen komt regelmatig voor bij gemeenten die na een herindeling zijn ontstaan en die de in de wet toegekende naam alsnog willen wijzigen. De nieuwe naam kan officieel echter pas Pagina 15

minstens één jaar na het genomen besluit van kracht worden. In de praktijk wordt de toekomstige naam dan al gebruikt in het dagelijkse, bedrijfsmatige verkeer, en de door de wet toegekende naam alleen in officiële situaties (akten, inschrijvingen, enz.). Enkele voorbeelden: - de op 1-1-1997 vergrote gemeente Budel die op 28-1-1997 besloot om zich Cranendonck te gaan noemen en deze naam in de praktijk te gaan gebruiken; de naam Budel bleef echter tot 28-1-1998 de officiële naam. - nadat Holten op 1-1-2001 aan Rijssen werd toegevoegd, besloot de gemeenteraad op 15-3- 2002 om de naam Rijssen te veranderen in Rijssen-Holten, hetgeen in de loop van 2002 in de huisstijl werd ingevoerd. Formeel veranderde de gemeentenaam pas op 15-3-2003. De gemeente Groenlo maakte het helemaal bont. Op 1 januari 2005 ontstond deze gemeente door samenvoeging van Groenlo en chtenvoorde; de wet kende daaraan de naam Groenlo toe. De gemeente heeft van meet af aan als administratieve naam Groenlo-chtenvoorde gehanteerd. In mei 2005 besloot de raad om de wettelijke gemeentenaam Groenlo te wijzigen in Oost lre, die in mei 2006 officieel van kracht zou worden. Vooruitlopend daarop werd in januari 2006 al de nieuwe huisstijl ingevoerd die is gebaseerd op de naam Oost lre. In de periode januari 2005-mei 2006 zijn er dus drie namen voor dezelfde gemeente gebruikt: - januari 2005-december 2005: officieel Groenlo, administratief Groenlo-chtenvoorde - januari 2006-mei 2006: officieel Groenlo, administratief Oost lre - vanaf mei 2006: zowel officieel als administratief: Oost lre. gemeenten met dezelfde naam Behalve dat er in Nederland heel wat gemeenten variaties in de naam hebben gekend, zijn er óók gemeenten geweest die dezelfde naam hebben gedragen als andere gemeenten. In Tabel 2 staan ze vermeld. Medio 2011 zijn er nog twee gemeenten over met dezelfde naam: Bergen. Pagina 16

Tabel 2. meenten met gelijke naam, 1812-2011 meentenaam Provincie Begindatum Einddatum Aalst lderland oudsher 1818 Noord-Brabant oudsher 1923 Achttienhoven recht 1818 1954 Zuid-Holland 1817 1855 Alphen lderland oudsher 1818 Zuid-Holland oudsher 1918 Beek lderland oudsher 1818 Noord-Brabant 1942 1951 mburg oudsher heden Bergen Noord-Holland 1812 heden mburg 1812 heden Hengelo Overijssel 1812 heden lderland 1812 2005 Heusden lderland oudsher 1818 Noord-Brabant oudsher heden Hoogeveen Drenthe oudsher heden Zuid-Holland (Delfland) 1817 1833 Zuid-Holland (Rijnland) 1817 1855 Kessel Noord-Brabant oudsher 1821 mburg oudsher 2010 Laren lderland oudsher 1971 Noord-Holland oudsher heden Loenen lderland oudsher 1818 recht oudsher 1820 1817 2011 Middelburg Zuid-Holland 1817 1855 eland oudsher heden Naaldwijk Zuid-Holland (Delfland) oudsher 2004 Zuid-Holland (Alblasserwaard) 1817 1818 Nieuwland Zuid-Holland 1817 1986 eland oudsher 1816 Oosterwolde lderland oudsher 1818 iesland oudsher 1816 Rijswijk Zuid-Holland oudsher heden Noord-Brabant oudsher 1973 Scharwoude Noord-Holland (Langedijk) oudsher 1817 Noord-Holland (bij Hoorn) 1817 1854 Serooskerke eland (Schouwen) oudsher 1961 eland (Walcheren) oudsher 1966 Sloten iesland oudsher 1984 Noord-Holland oudsher 1921 Stein Zuid-Holland 1817 1870 mburg oudsher heden Tienhoven recht oudsher 1957 Zuid-Holland 1817 1986 Valkenburg Zuid-Holland 1817 2006 mburg oudsher 1941 Valkenisse eland (Zuid-Beveland) oudsher 1816 eland (Walcheren) 1966 1997 Velp lderland oudsher 1818 Noord-Brabant oudsher 1942 Zuidbroek Groningen oudsher 1965 Zuid-Holland 1817 1857 Pagina 17

2.3 ontwikkeling van het aantal gemeenten, 1812-2011 Het herstel van de gemeentelijke indeling na de anse Tijd heeft er niet toe geleid dat de indeling voor eens en voor altijd vast is blijven staan. In de loop van de tijd is een enkele maal een nieuwe gemeente opgericht, maar daar staat tegenover dat er honderden malen een gemeente is opgeheven en duizenden malen een gemeentelijke grenswijziging heeft plaats gevonden. Resultaat van dit alles is dat, met uitzondering van een toename in het begin van de negentiende eeuw, het aantal gemeenten in Nederland in de loop van de tijd voortdurend en aanzienlijk is gedaald. In 1820 telde Nederland het maximum van 1249 gemeenten. In 1857 zakte het aantal onder de 1200, in 1924 onder de 1100, in 1960 onder de 1000, in 1967 onder de 900, in 1980 onder de 800, in 1985 onder de 700, in 1997 onder de 600 en in 2002 onder de 500. Zie Figuur 1 en Tabel 3. Figuur 1. Ontwikkeling van het aantal gemeenten in Nederland, 1812-2011 Figuur 1 laat duidelijk zien dat met name sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een enorme versnelling van de daling heeft plaats gevonden. Maar ook al in de jaren daarvoor zijn er perioden geweest waarin sprake was van een flinke afname van het aantal gemeenten. Dat gold bijvoorbeeld voor de periode 1854-1857, en aan het einde van de jaren 30 en het begin van de jaren 40 van de twintigste eeuw. De daling in de periode 1854-1857 was het directe gevolg van Thorbecke s meentewet van 29 juni 1851, waarin aan de gemeente een democratische basis in de vorm van een gekozen gemeenteraad werd gegund. De consequentie was dat, wanneer een gemeente te weinig inwoners telde om fatsoenlijk een gemeenteraad te kunnen kiezen, deze gemeente opgeheven diende te worden. Als minimumgrens werd aangehouden dat er in een gemeente ten minste 25 kiezers moeten wonen. Omdat het begrip kiezers in die tijd uitsluitend betrekking had op volwassen mannen met enig vermogen, betekende dit het einde voor gemeenten met minder dan 200 inwoners. In de jaren 1854-1857 werden dientengevolge 71 gemeenten opgeheven. Pagina 18

Tabel 3. Ontwikkeling van het aantal gemeenten in Nederland, per provincie, 1812-2011 1812 1820 1840 1860 1880 1900 1920 1940 1960 1980 2000 2011 Groningen 62 62 57 57 57 57 57 57 56 50 25 23 iesland 93 43 43 43 43 43 43 42 44 44 31 27 Drenthe 29 33 33 33 33 34 34 34 34 34 12 12 Overijssel 52 62 62 61 61 61 60 54 53 47 44 25 Flevoland -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- 6 6 lderland 136 120 118 116 116 116 115 112 105 95 77 56 recht 56 97 92 72 72 72 72 71 58 48 36 26 Noord-Holland 111 149 147 136 134 134 134 125 119 81 70 58 Zuid-Holland 148 251 241 197 192 188 186 179 169 144 95 72 eland 143 117 116 113 111 109 109 106 101 30 17 13 Noord-Brabant 189 189 185 185 184 184 179 152 141 131 70 67 mburg 125 126 125 125 124 123 121 121 110 104 54 33 Niet provinciaal ingedeeld -- -- -- -- -- -- -- -- -- 2 -- -- Overige lokale besturen *) -- -- -- -- -- -- -- 1 4 1 -- 3 NEDERLAND 1144 1249 1219 1138 1127 1121 1110 1054 994 811 537 421 Noot: de getallen van 1812 zijn die van de departementen waarmee de latere provincies in grote lijn overeenkomen; voor Drenthe en recht zijn arrondissementsgrenzen gebruikt. Alleen voor lderland is daarvan afgeweken: het gebied ten zuiden van de Waal (onderdeel van een ander departement) is hier meegeteld. Zie ook Bijlage D. Stand per 1 januari van het vermelde jaartal. Voor 1812 is het aantal gemeenten geteld dat binnen de provinciegrenzen van mei 1814 ligt. De tellingen zijn per provincie in de begrenzing van het desbetreffende jaar; provinciegrenswijzigingen zijn niet met terugwerkende kracht aangegeven. *) 1940: Openbaar chaam Wieringermeer; 1960: Openbare chamen Noordoostelijke Polder en Zuidelijke IJsselmeerpolders, en de drostambten Elten en Tudderen; 1980: Openbaar chaam Zuidelijke IJsselmeerpolders; 2010: Openbare chamen Bonaire, Saba, Sint Eustatius (niet provinciaal ingedeeld) Een andere periode waarin veel gemeenten werden opgeheven ligt in het tweede kwart van de twintigste eeuw. Het ging daarbij deels om plattelandsgemeenten die aan het areaal van een grote stad werden toegevoegd. In 1920 ging het grondgebied van de gemeenten Buiksloot, Nieuwendam, Ransdorp, Watergraafsmeer en Sloten over naar Amsterdam, tegelijk met gedeelten van de gemeenten Westzaan, Zaandam, Oostzaan, Diemen, Ouder-Amstel en Nieuwer- Amstel. De gemeente Eindhoven werd in 1920 op slag zes maal zo groot qua inwonertal en 60x zo groot qua oppervlakte nadat de gemeenten stel en Blaarthem, Stratum, Strijp, Tongelre en Woensel waren ingelijfd. Elf gemeenten werden in 1941 geheel of gedeeltelijk samengevoegd met de gemeente Rotterdam. Samenvoegingen met Den Haag (in 1923) en de gemeente recht (in 1954) waren van een wat minder substantiële omvang. Naast het uitbreidingsmotief van de grote steden waren bezuinigingsdoelen een belangrijke reden om veel kleinere gemeenten samen te voegen. In totaal werden in de periode 1920-1954 102 gemeenten opgeheven. Toch valt de afname van het aantal gemeenten in bovengenoemde perioden in het niet wanneer ze vergeleken wordt met de afname die gedurende de laatste decennia heeft plaats gevonden. Soms werd de indeling van hele provincies aangepast, zoals in iesland in 1984, in Groningen in 1990 en in Drenthe in 1998, soms ging het om regio s van beperktere omvang. Maar in sommige van die regio s is de indeling zelfs meerdere malen volledig aangepast, zoals op Schouwen- Duiveland, in de regio recht-stad, op Walcheren, en in de Kop van Overijssel. In totaal zijn tussen 1965 en 2005 509 gemeenten verdwenen. Pagina 19

Figuur 2. Nederlandse gemeenten, 1 januari 1820 Pagina 20

Figuur 3. Nederlandse gemeenten, 1 januari 1880 Pagina 21

Figuur 4. Nederlandse gemeenten, 1 januari 1950 Pagina 22

Figuur 5. Nederlandse gemeenten, 1 januari 2011 Pagina 23

2.4 gemeenten in soorten en maten Een logisch gevolg van de daling van het aantal gemeenten in Nederland is een toename van de gemiddelde oppervlakten en inwoneraantallen. Van 1812 tot 1962 was Apeldoorn de grootste gemeente van het land, met een oppervlakte van meer dan 36.000 hectare. Sindsdien is de gemeente Noordoostpolder de grootste, met een landoppervlakte van iets meer dan 46.000 hectare. De kleinste gemeenten waren in 1823 Cillaaarshoek (9 ha, opgeheven 1832), Tempel (11 ha, opgeheven 1855) en Egmond aan e (11 ha, vergroot 1865 en 1903, opgeheven 1978), Anno 2011 is de gemeente Schoonhoven de kleinste gemeente van het land met een oppervlakte van 627 hectare. Zie Tabel 4. Tabel 4. meenten met de kleinste en grootste landoppervlakte, 1830 en 2011 (zonder Bonaire, Saba en Sint Eustatius) provincie jaar aantal gemeenten gemeente met de kleinste landoppervlakte (ha) gemeente met de grootste landoppervlakte (ha) Groningen iesland Drenthe Overijssel lderland recht Noord-Holland Zuid-Holland eland Noord-Brabant mburg Flevoland 1830 57 Nieuweschans 773 Vlagtwedde 15.477 2011 23 Appingedam 2.380 Oldambt 22.785 1830 43 Dokkum 32 Opsterland 23.058 2011 27 Harlingen 2.504 Súdwest yslân 43.220 1830 33 Meppel 1.059 Emmen 28.845 2011 12 Meppel 5.566 Midden-Drenthe 34.098 1830 62 Blokzijl 18 Ambt-Ommen 19.119 2011 25 Oldenzaal 2.159 Hardenberg 31.285 1830 119 Hemmen 263 Apeldoorn 33.953 2011 56 Westervoort 709 Apeldoorn 33.987 1830 92 Portengen 87 ist 4.991 2011 26 Renswoude 1.843 rechtse Heuvelrug 13.216 1830 148 Egmond aan e 11 Texel 18.451 2011 58 Bussum 804 Wieringermeer 19.493 1830 249 Cillaarshoek 9 Strijen 5.483 2011 72 Schoonhoven 627 Rotterdam 20.884 1830 117 Veere 156 Wissenkerke 4.494 2011 13 Vlissingen 3.415 Sluis 27.979 1830 185 Ravenstein 41 Deurne 10.329 2011 67 Waalre 2.244 Moerdijk 15.910 1830 123 Valkenburg 42 Venray 14.570 2011 33 Simpelveld 1.603 Horst a.d. Maas 18.860 2011 6 Urk 1.153 Noordoostpolder 46.032 Nederland 1830 1228 Cillaarshoek 9 Apeldoorn 33.953 2011 418 Schoonhoven 627 Noordoostpolder 46.032 Pagina 24

Behalve verschillen in oppervlakte zijn er ook verschillen in inwoneraantal. Het geringst aantal inwoners, dat ooit gemeten is, bedraagt geene. Dat gold voor de gemeenten Tempel en De Vennip (Zuid-Holland), oude heerlijkheden die in 1817 opnieuw tot gemeenten waren verheven, en die pas in 1855 werd samengevoegd met resp. Berkel en Rodenrijs en Hillegom. Dat gold in zekere zin ook voor het eiland Schokland, dat in 1857 vanwege de onveilige toestand van de dijken door de resterende bewoners op een vuurtorenwachter en een toezichthouder na - was verlaten en het jaar daarop, zonder bewoners, werd toegevoegd aan de gemeente Kampen. Op dit moment is Schiermonnikoog de gemeente met het kleinste aantal inwoners. Zie Tabel 5. Tabel 5. meenten met het kleinst aantal inwoners, per provincie, 1815-2010/11*) provincie Jaar aantal gemeenten gemeente met de minste inwoners gemiddeld aantal inwoners per gemeente Groningen iesland Drenthe Overijssel lderland recht 1815 62 Nieuweschans 692 2.188 1849 57 Nieuweschans 967 3.306 1899 57 Oldekerk 1.275 5.256 1947 57 Adorp 1.594 7.892 2011 23 Ten Boer 7.427 25.072 1815 91 Wirdum 895 1.940 1849 43 Stavoren 642 6.033 1899 43 Schiermonnikoog 700 7.913 1947 44 Vlieland 629 10.440 2011 27 Schiermonnikoog 942 23.937 1815 29 Odoorn 650 1.603 1849 33 Oosterhesselen 885 2.507 1899 34 Nijeveen 1.257 4.369 1947 34 Nijeveen 1.562 7.997 2011 12 Westerveld 19.342 40.915 1815 52 Grafhorst 261 2.839 1849 62 Blankenham 329 3.996 1899 61 Blankenham 549 5.465 1947 52 Blankenham 559 12.285 2011 25 Staphorst 16.153 45.214 1815 141 Weurt 283 1.806 1849 118 Loenen 117 3.039 1899 116 Hemmen 214 4.884 1947 112 Hemmen 205 9.180 2011 56 Rozendaal 1.495 35.695 1815 55 Cothen 521 1.958 1849 91 Portengen 58 1.660 1899 72 Laag-Nieuwkoop 402 3.487 1947 67 Tull en t Waal 495 8.202 2011 26 Renswoude 4.602 46.958 Pagina 25

Noord-Holland 1815 105 Vlieland 551 3.400 1849 145 Schardam 41 3.290 1899 134 Katwoude 244 7.245 1947 121 Katwoude 258 14.663 2011 58 Schermer 5.360 46.019 Zuid-Holland eland 1817 166 Wieldrecht 145 2.359 1849 234 Tempel 0 2.408 1899 188 Tienhoven 332 6.087 1947 173 Peursum 370 16.671 2011 72 Zoeterwoude 8.118 48.689 Oost- en 1815 135 Middelzwake 42 834 1849 116 Gapinge 194 1.382 1899 109 Serooskerke (Sch.) 321 1.984 1947 101 Serooskerke (Sch.) 232 2.582 2011 13 Noord-Beveland 7.397 29.339 Noord-Brabant 1815 177 Bokhoven 191 1.654 1849 185 Bokhoven 220 2.143 1899 184 Bokhoven 237 3.873 1947 143 Giessen 619 8.253 2011 67 Baarle-Nassau 6.703 36.480 mburg Flevoland 1815 125 Vaesrade 120 1.243 1849 125 Rijckholt 200 1.624 1899 123 Mesch 244 2.292 1947 111 Bemelen 292 6.163 2011 33 Mook en Middelaar 8.049 34.021 2011 6 Urk 18.310 64.647 Nederland 1815 1.138 Oost- en Middelzwake 42 1.914 1849 1.209 Tempel 0 2.528 1899 1.121 Hemmen 214 4.553 1947 1.016 Bemelen 292 9.474 2011 418 Schiermonnikoog 997 39.653 *) aantal gemeenten naar de stand van 1 januari 2011, bevolkingscijfers van 1 januari 2010 De openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn buiten beschouwing gelaten Pagina 26