BRL 9935 Deel 00. Beoordelingsrichtlijn. Algemeen deel. kritiekversie d.d. 2016-01-15



Vergelijkbare documenten
BRL 9935 Deel 01. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 01: kritiekversie d.d

BRL 9935 Deel 03. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 03: Kritiekversie d.d

BRL 9935 Deel 00. Beoordelingsrichtlijn. Algemeen deel. 8 september 2017

BRL 9935 Deel 00. Vastgesteld door het College van Deskundigen Dakbeveiliging d.d

BRL 9935 Deel 01. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 01: Ontwerp. 8 september 2017

BRL 9935 Deel 03. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 03: Controleren en onderhouden. 8 september 2017

Wijzigingsblad BRL 4702

BRL 9935 Deel 02. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 02: Aanbrengen. 8 september 2017

Wijzigingsblad BRL

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d

BRL 9600 Nationale Beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad BRL 0501

Wijzigingsblad BRL 3201

BRL Beoordelingsrichtlijn. kritiekversie d.d voor het KOMO -attest-met-productcertificaat voor. Dakbeveiligingssystemen

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR HET TOEPASSEN VAN SPECIALISTISCHE INSTANDHOUDINGTECHNIEKEN VOOR BETONCONSTRUCTIES

Wijzigingsblad BRL 5060

Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014

Wijzigingsblad BRL 0503

Wijzigingsblad BRL 5023 d.d

Wijzigingsblad BRL

Rapport. Risico-inventarisatie & -evaluatie daken. Gymzaal

Beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad BRL 2813

Wijzigingsblad BRL 0703

Wijzigingsblad BRL 2502

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PRODUCTCERTIFICAAT VOOR PLATEN VAN POLYURETHAANSCHUIM (PU) VOOR THERMISCHE ISOLATIE

Nationale beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad BRL 5212

Datum Oktober 2017 GASTEC QA ALGEMENE EISEN

Beoordelingsrichtlijn

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR DE KOMO KWALITEITSVERKLARING VOOR RONDHOUTPALEN VAN EUROPEES NAALDHOUT

VOOR DE AFGIFTE VAN EEN

BEOORDELINGSRICHTLIJN WIJZIGINGSBLAD

Wijzigingsblad BRL 2815

Beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad BRL 0511 Verankeringen voor betonnen sandwichconstructies

Wijzigingsblad BRL 9161

BRL 9600 Nationale Beoo rdelingsrichtlijn

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR HOUTEN HEIPALEN VAN EUROPEES NAALDHOUT. Vastgesteld door het College van Deskundigen van SKH op

KOMO productcertificaat

Nationale Beoordelingsrichtlijn

attest-met-productcertificaat

Wijzigingsblad d.d behorende bij de BRL 1101 Spaanplaat d.d Vastgesteld door het College van Deskundigen SKH d.d.

SKH-RICHTLIJN 7531 AANSLUITING BOUWBESLUIT Voor afgifte van erkende BB-aansluitdocumenten voor PREFAB METERKASTEN

Nationale beoordelingsrichtlijn

KOMO attest-met-productcertificaat

Loofhoutsoorten (m.u.v. populierenhout) vallen niet onder de NEN-EN

Nationale Beoordelingsrichtlijn

Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO PROCESCERTIFICAAT voor het uitvoeren van luchtdichtheidsmetingen

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR MONTAGE VAN HOUTEN EN HOUTACHTIGE BOUWDELEN

Beoordelingsprogramma CCV-certificatieschema Installeren Brandmeldinstallaties

Wijzigingsblad BRL

KvINL. Wijzigingsblad d.d. 1 augustus 2015 bij BRL 9500, deel 00 ENERGIEPRESTATIEADVISERING, ALGEMEEN DEEL

Kwaliteitsverklaringen, afgegeven op basis van BRL 3300 Vloerluiken d.d behouden hun geldigheid tot

Wijzigingsblad BRL

Bijlage 12. Format Risico Inventarisatie en Evaluatie Veilig Werken op Hoogte. Gebruiker Adres Plaats. Foto van object invoegen

Vervang de inhoud van de volgende paragrafen in de BRL door de aangegeven tekst.

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PRODUCTCERTIFICAAT VOOR PLATEN VAN FENOLSCHUIM (PF) VOOR THERMISCHE ISOLATIE

SKH-Publicatie d.d

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

Wijzigingsblad BRL K905/02

RABB 7524 d.d

KOMO. Dakbedekkingsbedrijf Elro. procescertificaat. Uitvoering van dakbedekkingsconstructies met gesloten dakbedekkingssystemen

Omschrijving van de wijziging

Wijzigingsblad BRL

attest-met-productcertificaat Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO PROCESCERTIFICAAT voor het uitvoeren van luchtdichtheidsmetingen en thermografische opnamen

Algemene sterkte van de bouwconstructie , 2.3 en 2.4, lid 1a en 1b Sterkte bij brand en 2.11

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. betreffende het. KOMO-attest. voor CEMENT VOOR TOEPASSING IN BETON

Kwaliteitsverklaringen, afgegeven op basis van BRL 5065 Mineraal gebonden houtwolplaten d.d behouden hun geldigheid tot

Beoordelingsprogramma REOB Onderhoudsbedrijf CCV-certificatieschema Onderhoud Blusmiddelen versie 4.0

Wijzigingsblad BRL

STEK-CERTIFICAAT CONTROLEMETHODIEK. Onderdeel van het STEK-certificaat. 14 november STEK, Postbus 5135, 1410AC Naarden

Beoordelingsrichtlijn

KOMO productcertificaat

Beoordelingsrichtlijn

BRL 9500 Deel

Wijzigingsblad BRL 9101

STEK-CERTIFICAAT CONTROLEMETHODIEK. Onderdeel van het STEK-certificaat. 1 oktober STEK, Postbus 5135, 1410AC Naarden

Nationale Beoordelingsrichtlijn

Opleveringskeuring valbeveiliging

SKH RICHTLIJN AANSLUITING BOUWBESLUIT Voor afgifte van erkende BB-aansluitdocumenten voor HOUTEN BUITENBERGINGEN

RISICO INVENTARISATIE- EN EVALUATIE

Rgd. Dichtheid. Voor het aspect dichtheid van bouwconstructies wordt onderscheid gemaakt in:

SKH-RICHTLIJN 7532 AANSLUITING BOUWBESLUIT Voor afgifte van erkende BB-aansluitdocumenten voor VLOERLUIKEN

Reglement Erkenning Kluskeur-bedrijven d.d

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR EEN KOMO-KWALITEITSVERKLARING SPEELTOESTELLEN; PLAATSING, AANLEG ONDERGROND, CONTROLE EN ONDERHOUD

Geldigheid kwaliteitsverklaringen De productcertificaten die op basis van de BRL 9903 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

1. Voor welke deelregelingen wilt u zich certificeren?

Algemeen Vervang in het document Nationale Beoordelingsrichtlijn voor Beoordelingsrichtlijn.

Geldigheid productcertificaten De productcertificaten die op basis van de BRL 9901 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

Beoordelingsrichtlijn

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR AANBRENGEN VAN GEVELBEPLATINGEN MET BEHULP VAN LIJMSYSTEMEN

Wijzigingsblad BRL 3121 KOMO attest-met-productcertificaat voor Metalen lateien en metalen metselwerkondersteuningen in metselwerkconstructies

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR "LIJMEN VOOR DRAGENDE HOUTEN BOUWCONSTRUCTIES" van de Stichting Bouwkwaliteit

Beoordelingsrichtlijn. voor een KOMO procescertificaat voor. Het constructief repareren en versterken van beton

INLEIDING. Factoren waarmee rekening moet worden gehouden. Valbeschermingsmethodes. Assortiment mobiele valbeveiliging VALBEVEILIGING

Transcriptie:

BRL 9935 Deel 00 kritiekversie d.d. 2016-01-15 Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO -procescertificaat voor het ontwerpen, aanbrengen en inspecteren en onderhouden van voorzieningen tegen valgevaar op daken Algemeen deel Techniekgebied INST: Installaties. Vastgesteld door het College van Deskundigen Dakbeveiliging d.d. datum Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d.datum Bindend verklaard door SGS INTRON Certificatie B.V. d.d. datum Uitgave: SGS INTRON Certificatie B.V. Nadruk verboden

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 2 ALGEMENE INFORMATIE Deze Beoordelingsrichtlijn (BRL) is opgesteld door SGS INTRON Certificatie B.V. in opdracht van de Stichting Nivoh en in overleg met de begeleidingscommissie Dakbeveiligingssystemen en vastgesteld door het College van Deskundigen "Dakbeveiliging", waarin belanghebbende partijen zijn vertegenwoordigd. 2015 Copyright, SGS INTRON Certificatie B.V. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Onverminderd de aanvaarding van de Beoordelingsrichtlijn door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit als Beoordelingsrichtlijn berusten alle rechten bij SGS INTRON Certificatie. Het gebruik van deze Beoordelingsrichtlijn door derden, voor welk doel dan ook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met SGS INTRON Certificatie is gesloten waarin het gebruiksrecht is geregeld. SGS INTRON Certificatie B.V. Venusstraat 2 Postbus 267 4100 AG Culemborg Telefoon +31 345 58 07 33 Telefax +31 345 58 02 08 Internet www.sgs.com/intron e-mail nl.intron.roofsandinsulation@sgs.com

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 3 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. INLEIDING... 5 1.1. Onderwerp... 5 1.2. Toepassingsgebied... 5 1.3. Eisen aan de certificatie-instelling... 5 1.4. Acceptatie van door de certificaathouder geleverde onderzoeks- en/of inspectierapporten... 6 1.5. Procescertificaat... 6 2. TERMINOLOGIE... 7 2.1 Valbeveiligingssysteem... 7 2.2 Afzetting... 7 2.3 Kwaliteitsverklaring... 7 2.4 Collectieve valbeveiliging... 7 2.5 Dak... 7 2.6 Persoonlijke beschermingsmiddelen t.b.v. valbeveiliging... 8 2.7 Klimvoorziening... 8 2.8 Markering... 8 2.8 Materialen... 8 2.9 Inspecteren en onderhouden... 8 2.10 Permanent aanwezige voorziening tegen valgevaar op daken (valbeveiliging)... 9 2.11 Procescertificaat... 9 2.12 Productcertificaat... 9 3. PROCEDURE VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN KWALITEITSVERKLARING...10 3.1. Algemeen...10 3.2. Start...10 3.3. Toelatingsonderzoek...10 3.4. Verlening van het KOMO procescertificaat...10 3.4 Periodieke beoordelingen...10 4. BOUWBESLUIT GERELATEERDE EISEN EN BEPALINGSMETHODEN...11 4.1 Algemeen...11 4.2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid; Bouwbesluit hoofdstuk 3..11 4.3 Voorschriften inzake installaties, Bouwbesluit hoofdstuk 6...12 5. OVERIGE EISEN INZAKE ARBOWET...14 5.1 Veilig onderhoud gebouwen, bestaande bouw....14 6. EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES...15 6.1. Algemeen...15 6.2. Beoordeling aanvraag...15 6.3 Acceptatie aanvraag...16 6.4 Acceptatie opdracht...16 6.5 Uitvoering van het ontwerp...16 6.6 Plannen t.b.v. de uitvoering...16 6.7 Uit te voeren keuringen voor aanvang van de werkzaamheden...16 6.8 Inkoop...16 6.9 Opslag, transport, en verwerken van materialen...17 6.10 Naspeurbaarheid verwerkte materialen...17

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 4 6.11 Keuringen gedurende het uitvoeringsproces...17 6.12 Eindkeuring...17 6.13 Oplevering...17 6.14 Archivering...17 7. EISEN AAN HET KWALITEITSSYSTEEM...18 7.1 Organisatie...18 7.2 Intern Kwaliteit Bewakingsschema...18 7.3 Document- en gegevensbeheer...18 7.4 Eisen aan medewerkers...18 7.5 Keurings-, beproevings- en meetmiddelen...18 7.6 Uitbesteding en inkoop...19 7.7 Beheersing van tekortkomingen en afwijkingen...19 7.8 Materieel...19 7.9 Klachtenbehandeling...19 8. OVERIGE VERPLICHTINGEN...20 8.1 Algemeen...20 8.2 Werkzaamheden...20 8.3 Melding van projecten...20 9. BEOORDELINGEN DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING...21 9.1 Toelatingsonderzoek...21 9.2 Periodieke beoordelingen...21 10. EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICATIE-INSTELLING...23 10.1 Kwalificatie certificatiepersoneel...23 11. LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN...25 11.1 Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regelgeving...25 11.2 Normen...26 BIJLAGE 1 OVERZICHT PRODUCTEN EN EISEN...28

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 5 1. INLEIDING 1.1. Onderwerp De in deze beoordelingsrichtlijn (BRL) opgenomen eisen worden door de certificatie- en attesteringsinstellingen, die hiervoor erkend zijn door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag voor c.q. de instandhouding van een KOMO procescertificaat voor het ontwerpen en aanbrengen van voorzieningen tegen valgevaar op daken. De af te geven kwaliteitsverklaring wordt als volgt aangeduid: KOMO procescertificaat. Naast de eisen die in deze beoordelingsrichtlijn zijn vastgelegd, stellen de certificatie- en attesteringsinstellingen aanvullende eisen, in de zin van algemene procedure-eisen van certificatie, zoals vastgelegd in het reglement van de betreffende instelling. De beoordelingsrichtlijn bestaat uit een Algemeen deel en Bijzondere delen. De Bijzondere delen omschrijven specifieke richtlijnen voor de volgende deelgebieden: 01) Ontwerpen van voorzieningen tegen valgevaar op daken. 02) Aanbrengen van voorzieningen tegen valgevaar op daken. 03) Inspecteren en onderhouden van voorzieningen tegen valgevaar op daken. Het Algemeen deel (BRL 9935 Deel 00) bevat richtlijnen die altijd gelden voor het ontwerpen, het aanbrengen en het inspecteren en onderhouden van voorzieningen tegen valgevaar op daken. De Bijzondere delen bevatten richtlijnen die gelden voor het betreffende deelgebied. De hoofdstuknummering van de Bijzondere delen komt in principe overeen met die van het Algemeen deel. Het certificaat heeft betrekking op het Algemeen deel in combinatie met één of meerdere bijzondere delen. 1.2. Toepassingsgebied Deze BRL heeft betrekking op het ontwerpen, het aanbrengen van voorzieningen tegen van valgevaar op platte en hellende daken en hieraan gerelateerde werkplekken, evenals op het inspecteren en onderhouden van deze voorzieningen tegen valgevaar. Wanneer in het verdere document gesproken wordt over daken, worden ook de hieraan gerelateerde werkplekken mee bedoeld. De werkzaamheden kunnen zowel op nieuwbouw als bestaande bouw betrekking hebben. 1.3. Eisen aan de certificatie-instelling De certificatie-instelling moet voor het onderwerp van deze BRL zijn geaccrediteerd door de Raad van Accreditatie op basis van de NEN-EN-ISO/IEC 17065.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 6 1.4. Acceptatie van door de certificaathouder geleverde onderzoeks- en/of inspectierapporten Indien door de certificaathouder rapporten van onderzoekinstellingen of laboratoria worden overlegd om aan te tonen dat aan de eisen van de BRL wordt voldaan, zal moeten worden aangetoond dat deze zijn opgesteld door een instelling die voldoet aan de van toepassing zijnde accreditatienorm, te weten: NEN-EN-ISO/IEC 17025 voor laboratoria. NEN-EN-ISO/IEC 17020 voor inspectie-instellingen. NEN-EN-ISO/IEC 17065 voor certificatie-instellingen die producten certificeren. NEN-EN-ISO/IEC 17021 voor certificatie-instellingen die systemen certificeren. De instelling wordt geacht aan deze criteria te voldoen wanneer een accreditatiecertificaat kan worden overlegd, afgegeven door de Raad voor Accreditatie (RvA) of een accreditatieinstelling waarmee de RvA een overeenkomst van wederzijdse acceptatie heeft gesloten. Deze accreditatie moet betrekking hebben op het voor deze BRL vereiste onderzoek. Indien geen accreditatiecertificaat kan worden overlegd, zal de certificatie-instelling zelf verifiëren of aan de accreditatienorm is voldaan, of het betreffende onderzoek opnieuw zelf (laten) uitvoeren. 1.5. Procescertificaat Op de website van de Stichting KOMO (www.komo.nl) staan de modelkwaliteitsverklaringen vermeld die voor deze beoordelingsrichtlijn van toepassing zijn. De af te geven kwaliteitsverklaring moet hiermee overeenkomen.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 7 2. TERMINOLOGIE 2.1 Valbeveiligingssysteem Een permanente voorziening op het dak in de vorm van ankeringspunten of een kabel-/railsysteem (een serie ankeringspunten met elkaar verbonden door een kabel, rail e.d.). Personen op het dak kunnen, met individuele beschermingsmiddelen, hieraan worden aangelijnd. In deze BRL worden voorzieningen tegen valgevaar op daken, die volgens één van de bovenstaande methoden zijn bevestigd, beschouwd als gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen. 2.2 Afzetting Een fysieke afzetting die de grens van het veilig te betreden gebied aangeeft, indien de afstand tussen het veilig te betreden gebied en de dakrand minstens 2 m 1 bedraagt. 2.3 Kwaliteitsverklaring Een document dat verklaart dat de eigenschappen van een bouwdeel in overeenstemming zijn met de eisen die door opdrachtgevers en/of door de overheid worden gesteld aan bouwwerken, mits het bouwdeel op een voorgeschreven wijze wordt vervaardigd (verwerkingsmethode) met gebruikmaking van producten met voorgeschreven technische specificaties. Het document verklaart tevens dat de aangegeven producten in overeenstemming zijn met bepaalde productspecificaties. 2.4 Collectieve valbeveiliging Permanente voorziening ter plaatse van de dakrand in de vorm van een voldoende hoog hekwerk of borstwering, die alle personen op het dak beschermt tegen valgevaar. 2.5 Dak Uitwendige scheidingsconstructie bestaande uit een onderconstructie, alle zich daarop bevindende lagen (dakbedekkingsysteem, isolatiematerialen), dakdoorbrekingen en aansluitdetails (randen, doorvoeringen etc.): Dakbedekkingsysteem: Een systeem dat is samengesteld uit alle dakbedekkingsmaterialen, onderdelen en hulpstukken die nodig zijn om een waterdichte afwerking te verkrijgen van een dak, inclusief de noodzakelijke details. Onderconstructie: De onderconstructie is het deel van het dak dat als functie heeft om als constructief element zowel permanente als veranderlijke belastingen over te dragen naar de rest van de gebouwconstructie. Opmerking: Deze definities zijn ontleend aan NEN 6707:2011.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 8 2.6 Persoonlijke beschermingsmiddelen t.b.v. valbeveiliging Een (harnas)gordel met een (val)lijn die wordt gedragen door de personen op het dak. Deze (harnas)gordel is voorzien van een lijn die wordt vastgemaakt aan een aanlijnvoorziening op het dak. De volgende systemen worden onderscheiden: Fall restraint of gebiedbegrenzingsysteem De (ingestelde) lengte van de veiligheidslijn, verbonden met de (harnas)gordel, voorkomt dat de persoon over de dakrand valt. Fall arrest of valstopsysteem: De (ingestelde) lengte van de veiligheidslijn, verbonden met de (harnas)gordel, is langer dan de afstand tussen de dakrand en de aanlijnvoorziening, waardoor de persoon over de dakrand kan vallen. De vallijn is voorzien van een valdemper. 2.7 Klimvoorziening Een voorziening om vanaf het maaiveld het dak te bereiken of om een niveauverschil tussen twee naast elkaar gelegen dakvlakken te overbruggen. De volgende voorzieningen worden onderscheiden: Permanente aanwezige ladders (gevel- of kooiladders). Permanente trappen; Tijdelijke ladders, die op een gemarkeerde en hiervoor geschikt gemaakte plaats (met ladderborgingspunt) worden geïnstalleerd. 2.8 Markering Voorzieningen in de vorm van signalering: die de grens van het veilig te betreden gebied aangeven, indien de afstand tussen het veilig te betreden gebied en de dakrand tenminste 4 m 1 bedraagt; die waarschuwen voor obstakels (waarschuwingsborden met pictogrammen); die looproutes markeren; die zones markeren. 2.8 Materialen Onder materialen wordt verstaan alle benodigde materialen, eventueel inclusief de noodzakelijke componenten, om een complete voorziening tegen valgevaar te kunnen aanbrengen. 2.9 Inspecteren en onderhouden Periodieke inspectie en onderhoud ter continuering van de functionaliteit en kwaliteit van de veiligheidsvoorzieningen.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 9 2.10 Permanent aanwezige voorziening tegen valgevaar op daken (valbeveiliging) Materiële voorziening om valgevaar als bedoeld in de Arbowet en het Arbobesluit, artikel 3.16 tegen te gaan. Voorbeelden hiervan zijn genoemd in bijlage I. 2.11 Procescertificaat Een document dat verklaart dat een product (eindresultaat van proces) in overeenstemming is met in de kwaliteitsverklaring vastgelegde productspecificaties en dat het daarvoor benodigde proces in overeenstemming is met de in de kwaliteitsverklaring vastgelegde processpecificaties. 2.12 Productcertificaat Een document dat verklaart dat een product in overeenstemming is met bepaalde productspecificaties, afgegeven door een geaccrediteerde certificatie-instelling.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 10 3. PROCEDURE VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN KWALITEITSVERKLARING 3.1. Algemeen Het certificatiereglement van de betreffende certificatie-instelling bevat de algemene procedure met betrekking tot de aanvraag, de beoordeling en op grond daarvan de verlening en de handhaving van de kwaliteitsverklaring. De ontvangst van een volledig ingevuld en ondertekend contract betekent de start van de procedure. 3.2. Start De aanvrager van het KOMO procescertificaat verstrekt de voor de procedure benodigde gegevens inzake het kwaliteitssysteem. 3.3. Toelatingsonderzoek De certificatie-instelling voert een toelatingsonderzoek uit zoals vastgelegd in hoofdstuk 9.1. 3.4. Verlening van het KOMO procescertificaat Het KOMO procescertificaat wordt conform het certificatiereglement van de betreffende certificatie-instelling afgegeven wanneer het toelatingsonderzoek in positieve zin is afgerond en de aanvrager en de certificatie-instelling een certificatieovereenkomst hebben afgesloten. 3.4 Periodieke beoordelingen De certificatie-instelling voert periodieke beoordelingen uit zoals vastgelegd in hoofdstuk 9.2.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 11 4. BOUWBESLUIT GERELATEERDE EISEN EN BEPALINGSMETHODEN 4.1 Algemeen In dit hoofdstuk zijn de prestatie-eisen opgenomen, die relevant zijn voor voorzieningen tegen van valgevaar op platte en hellende daken. Elke prestatie-eis is afzonderlijk behandeld in een paragraaf, waarbij is aangegeven hoe met de eis wordt omgegaan bij het attesteringsonderzoek en hoe de prestatie behandeld wordt in het attest-met-productcertificaat. Bij de beoordeling van de in onderhavige beoordelingsrichtlijn genoemde publiekrechtelijke eisen is de originele tekst van het Bouwbesluit maatgevend, inclusief de bijbehorende Ministeriële regelingen (MR). In tabel 1 is een overzicht gegeven van de aan het Bouwbesluit ontleende prestatie-eisen. Tabel 1: Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit BRL 9935: Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit Afdeling Artikel Lid Eventueel verder verwijzingspad Wering tegen vocht 3.5 3.21 1 NEN 2778:2001 Veilig onderhoud gebouwen, nieuwbouw 6.12 6.52 6.53 1,2 1,2 Regeling Bouwbesluit paragraaf 1.6, artikel 1.13 Toelichting Artikel 6.52 1. Een te bouwen gebouw is zodanig dat onderhoud aan het gebouw veilig kan worden uitgevoerd. 2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften in deze afdeling en de krachtens die bepalingen gegeven voorschriften Artikel 6.53 1. Indien onderhoud niet veilig kan worden uitgevoerd zonder gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen, heeft een te bouwen gebouw daarvoor voldoende gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen. 2. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over het in het eerste lid bepaalde. 4.2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van gezondheid; Bouwbesluit hoofdstuk 3 4.2.1 Wering van vocht, nieuwbouw; Bouwbesluit afdeling 3.5 Prestatie-eis Voor de wering van vocht van buiten is artikel 3.21 lid 1 van toepassing. Toelichting In het kader van deze beoordelingsrichtlijn is de waterdichtheid van de uitwendige scheidingsconstructie dak relevant en dan met name de aansluiting / inwerking van de dakbeveiligingsmiddelen.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 12 Grenswaarde Een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied, een toiletruimte of een badruimte is, bepaald volgens NEN 2778, waterdicht. Bepalingsmethode De wering van vocht wordt vastgesteld overeenkomstig NEN 2778. Toelichting De waterdichtheid van de aansluiting / inwerking van de voorzieningen tegen valgevaar wordt bepaald volgens NEN 2778. Door te voldoen aan de in paragraaf 6.9 van de Bijzondere delen 02 en 03 van deze BRL gestelde eisen, wordt tevens een duurzame waterdichtheid van de aansluiting / inwerking gerealiseerd. Ten aanzien van de wering van vocht van binnenuit (oppervlakte condensatie) dient de f-factor middels NEN 2778 berekend te worden. 4.3 Voorschriften inzake installaties, Bouwbesluit hoofdstuk 6 4.3.1 Veilig onderhoud gebouwen, nieuwbouw; Bouwbesluit afdeling 6.12 Prestatie-eis Voor veilig onderhoud aan gebouwen zijn de artikelen 6.52 lid 1, 2 en 6.53 lid 1, 2 van toepassing. Toelichting De prestatie-eis heeft hier betrekking op daken. Bij ingrijpende wijzigingen van bestaande daken conform de omschrijving in artikel 1.12 van het Bouwbesluit dienen de voorzieningen tegen valgevaar van hoogten te voldoen aan bovengenoemde prestatie-eis. Grenswaarde Het te bouwen gebouw heeft voldoende gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen om onderhoud aan en op daken veilig uit te kunnen voeren. Toelichting De voorzieningen tegen valgevaar zijn bedoeld voor die situaties waar een te bouwen gebouw gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen nodig heeft om onderhoud aan en op daken veilig te kunnen uitvoeren. Bepalingsmethode Om de gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen te beoordelen wordt gebruikgemaakt van de Checklist Veilig Onderhoud op en aan gebouwen 2012. Toelichting Aan de hand van de Checklist Veilig Onderhoud op en aan gebouwen wordt vastgesteld welke gebouwgebonden veiligheidsvoorziening noodzakelijk zijn. De veiligheidsvoorzieningen in de checklist hebben nadrukkelijk een rangorde: de bovenste in de lijst hebben de voorkeur. Het is toegestaan om een alternatieve veiligheidsvoorziening toe te passen, mits deze eenzelfde veiligheid oplevert als de in de Checklist benoemde voorzieningen. De desbetreffende alternatieve oplossing moet eveneens op het formulier worden toegelicht. De ingevulde checklist moet ten slotte samenhangen met de tekeningen van gevels, dakplattegronden en doorsneden. Dit wil zeggen: hetgeen is ingevuld in de checklist moet zijn verwerkt in het ontwerp van het gebouw. De checklist behoort tot de indieningvereisten die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen moet worden aangeleverd.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 13 Ook kan gebruik worden gemaakt van een Risico Inventarisatie en Evaluatie van de gehele of gedeelten van de gebouwschil. Om aan te tonen dat een valbeveiligingssysteem voldoet aan de sterkte-eis, moet worden aangetoond dat het systeem voldoet aan de normen zoals genoemd in bijlage I. Toelichting: De ankeringspunten, aanlijnsystemen, ladders en kooiladders moeten deugdelijk aan de ondergrond worden bevestigd, in geval van ankers en verkleving. Geballaste systemen moeten voldoende ballast hebben. Verplaatsbare ladders moeten worden geplaatst in ladderborgingspunten. Ook deze moeten deugdelijk aan de ondergrond zijn bevestigd. De wijze waarop dit moet worden geborgd moet nog worden vastgesteld. Dit is namelijk grotendeels afhankelijk van omstandigheden ter plaatse (opbouw van de constructie). Signaleringen moeten wat betreft uiterlijk, vormgeving en pictogrammen voldoen aan NEN- EN-ISO 7010, NEN 3011 en aan de Arbo-regeling.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 14 5. OVERIGE EISEN INZAKE ARBOWET 5.1 Veilig onderhoud gebouwen, bestaande bouw. Prestatie-eis Voor veilig onderhoud aan gebouwen zijn de Arbocatalogus Platte daken, RI&E voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche, het A-blad Hellende daken en Bijzondere Richtlijnen en Voorschriften Monumentenwacht van toepassing. Toelichting De prestatie-eis heeft hier betrekking op daken en gevels. Grenswaarde Het gebouw heeft voldoende gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen om onderhoud aan en op daken veilig uit te kunnen voeren. Bepalingsmethode Om de gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen te beoordelen wordt gebruikgemaakt van de Arbocatalogus Platte daken, RI&E voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche en het A-blad Hellende daken. Toelichting Het Bouwbesluit stelt geen eisen voor veilig onderhoud aan bestaande gebouwen. Aangezien deze BRL wel betrekking heeft op ook bestaande gebouwen, is dit hoofdstuk opgenomen. Opgemerkt moet worden dat het veilig werken op hoogten wel aan wettelijke eisen gebonden is.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 15 6. EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES 6.1. Algemeen In dit hoofdstuk zijn de algemeen geldende eisen opgenomen waaraan het ontwerpen, aanbrengen en inspecteren en onderhouden van voorzieningen tegen valgevaar t.b.v. platte en hellende daken en hieraan gerelateerde werkplekken moeten voldoen. De drie Bijzondere delen van deze BRL leiden tot verschillende processen: Het proces ontwerpen van voorzieningen tegen valgevaar bestaat uit documenten, bijvoorbeeld vastleggen van de nulsituatie in een inspectierapport en/of vastleggen van het ontwerp in een rapport en/of tekeningen. Het proces inrichten en monteren bestaat uit de voorzieningen tegen valgevaar, gemonteerd op de platte en hellende daken en de hieraan gerelateerde werkplekken. Het proces inspecteren en onderhouden bestaat uit: - documenten (bijvoorbeeld een beheerplan of een inspectierapport) en/of; - onderhouden, aanpassen en/of vervangen van voorzieningen tegen valgevaar. Het bedrijf moet tijdens het proces kunnen aantonen dat het eindresultaat van het proces kan gaan voldoen of voldoet aan de gespecificeerde eisen zoals die: zijn vermeld in hoofdstuk 4 of 5 van deze BRL en; zijn vermeld in het Bijzondere deel dat voor het certificaat van toepassing is en; zijn overeengekomen met de opdrachtgever. 6.1.1 Eisen aan het ontwerp Zie het Bijzondere deel 01 Ontwerp van voorzieningen tegen valgevaar. 6.1.2 Eisen aan het aanbrengen Zie het Bijzondere deel 02 Aanbrengen van voorzieningen tegen valgevaar. 6.1.3 Eisen aan het inspecteren en onderhouden Zie het Bijzondere deel 03 Inspecteren en onderhouden van voorzieningen tegen valgevaar. 6.2. Beoordeling aanvraag Het uitvoerend bedrijf moet iedere aanvraag beoordelen. De beoordeling moet uitgevoerd worden door een gekwalificeerde medewerker, zoals bedoeld in paragraaf 7.4 binnen het uitvoerend bedrijf. De beoordeling omvat minimaal een beoordeling of aan de gestelde prestatie-eisen voldaan kan worden. Van de toetsing moeten registraties aanwezig zijn. Indien negatieve resultaten volgen uit de toetsing, moet de opdrachtgever hiervan schriftelijk in kennis worden gesteld. Bij het uitvoeren van de bovengenoemde toetsing wordt geen onderscheid gemaakt tussen uitvoerende bedrijven die zelf ontwerpen of adviezen vervaardigen en valideren en uitvoerende bedrijven die ontwerpen of uitvoeringsadviezen van externe partijen valideren. Indien uit de analyse van de beschikbaar gestelde gegevens blijkt dat op onderdelen moet worden afgeweken of zal worden afgeweken, moet hierover overeenstemming worden bereikt met de opdrachtgever. Het bereiken van deze overeenstemming moet het uitvoerend bedrijf aantoonbaar maken.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 16 In de overeenkomst met de opdrachtgever dienen de prestatie-eisen van de uitgevoerde werkzaamheden te zijn overeengekomen. Indien ook de wijze van uitvoering een prestatie-eis is, bijvoorbeeld bouwplaatsinrichting, gedragsregels, materiaalkeuzes, dan dienen deze ook in de overeenkomst te zijn opgenomen. 6.3 Acceptatie aanvraag Het uitvoerend bedrijf moet de aanvraag aan de opdrachtgever bevestigen door inschrijving op een bestek of door middel van een schriftelijke offerte. Afwijkingen, naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag, zijn opgenomen in de bevestiging. 6.4 Acceptatie opdracht De opdracht moet schriftelijk vastliggen met alle bijbehorende voorwaarden. Indien de voorwaarden afwijken van de voorwaarden zoals genoemd in de offerte, dient het uitvoerend bedrijf dit schriftelijk te bevestigen. 6.5 Uitvoering van het ontwerp Indien het ontwerp van de voorzieningen tegen valgevaar op daken onderdeel uitmaakt van de opdracht aan het uitvoerend bedrijf, dient het uitvoerend bedrijf een ontwerp te maken door een hiervoor gekwalificeerd persoon (zie paragraaf 7.4). Het ontwerp dient te voldoen aan de eisen in het Bijzondere deel 01. 6.6 Plannen t.b.v. de uitvoering Zie de betreffende Bijzondere delen. 6.7 Uit te voeren keuringen voor aanvang van de werkzaamheden 6.7.1 Ondergrond Zie de betreffende Bijzondere delen. 6.7.2 Omstandigheden Het uitvoerend bedrijf moet middels een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) vaststellen en registreren of de omstandigheden geschikt zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden. De variabelen die geregistreerd dienen te worden, zijn vastgelegd in het keuringplan. 6.8 Inkoop Projectgebonden inkopen moeten gegevens bevatten die duidelijk het bestelde product omschrijven, onder verwijzing naar specificaties die in overeenstemming zijn met de eisen die in deze BRL worden gesteld.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 17 6.9 Opslag, transport, en verwerken van materialen Zie de betreffende Bijzondere delen. 6.10 Naspeurbaarheid verwerkte materialen Zie de betreffende Bijzondere delen. 6.11 Keuringen gedurende het uitvoeringsproces Zie de betreffende Bijzondere delen. 6.12 Eindkeuring Zie de betreffende Bijzondere delen. 6.13 Oplevering Zie de betreffende Bijzondere delen. 6.14 Archivering Ten behoeve van het project moeten de documenten en registraties worden gearchiveerd door het uitvoerend bedrijf. De documenten en registraties moeten worden gearchiveerd gedurende de afgegeven garantieperiode vermeerderd met een jaar, maar ten minste voor een periode van zeven jaar.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 18 7. EISEN AAN HET KWALITEITSSYSTEEM Het uitvoerend bedrijf moet over een intern kwaliteitssysteem beschikken dat ten minste voldoet aan de in dit hoofdstuk vermelde eisen. 7.1 Organisatie De structuur van het bedrijf moet zijn vastgelegd. Binnen het uitvoerend bedrijf dienen ten minste de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de medewerkers die betrokken zijn bij deze BRL te zijn vastgelegd. Het bedrijf moet een lid van het management benoemen die eindverantwoordelijk is voor de uitvoering van de activiteiten die onder deze BRL vallen. Tevens moet het uitvoerend bedrijf een medewerker benoemen die de verantwoordelijkheid heeft voor het op peil houden van het kwaliteitssysteem. 7.2 Intern Kwaliteit Bewakingsschema Zie de betreffende Bijzondere delen. 7.3 Document- en gegevensbeheer Het bedrijf moet hebben vastgelegd op welke wijze de kwaliteitsdocumenten en andere gegevens die betrekking hebben op het kwaliteitssysteem c.q. deze BRL worden beheerst. Hierin moeten de volgende zaken zijn geregeld: de wijze waarop het kwaliteitssysteem op peil wordt gehouden; werkwijze voor beoordeling en goedkeuring van documenten (handboek, procedures, instructies) door bevoegde medewerkers; een overzichtelijke systematiek voor verspreiding en gebruik van de actuele versie van deze documenten naar betrokkenen bij het kwaliteitssysteem; minimaal 7 jaar archivering van de documenten. Het bedrijf moet zorgdragen voor het beschikbaar zijn van de geldende uitgaven van in deze BRL omschreven normen, beoordelingsrichtlijnen en het certificatiereglement. 7.4 Eisen aan medewerkers Zie de betreffende Bijzondere delen. 7.5 Keurings-, beproevings- en meetmiddelen Het uitvoerend bedrijf moet zorgdragen voor een juist gebruik en een regelmatige controle en kalibratie van de keurings-, meet- en beproevingsmiddelen die bestemd zijn voor het uitvoeren van bepalende metingen.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 19 Hiertoe moeten zijn vastgelegd: de tijdstippen waarop controle en kalibratie plaatsvindt; op welke wijze de kalibratie plaatsvindt; de waarden waarbinnen de gemeten resultaten moeten liggen; een werkinstructie voor bediening van de keurings-, meet- en beproevingsmiddelen; de resultaten van de uitgevoerde controles en kalibratie. Binnen het uitvoerend bedrijf moet een overzicht aanwezig zijn dat inzichtelijk maakt welke middelen gekalibreerd dienen te worden. 7.6 Uitbesteding en inkoop Indien het uitvoerend bedrijf werkzaamheden uitbesteed waarvoor het uitvoerend bedrijf gecertificeerd is, moet het uitvoerend bedrijf zeker stellen dat de werkzaamheden overeenkomstig de eisen uit deze BRL worden uitgevoerd. Als voldoende bewijs kan worden beschouwd: een certificaat dat afgegeven is op basis van deze BRL voor het betreffende toepassinggebied; een beoordeling bij voortduring, door of namens het uitvoerend bedrijf, overeenkomstig de eisen uit deze BRL. Daar waar de BRL eisen stelt aan vakbekwaamheid dient het bedrijf, waaraan de werkzaamheden zijn uitbesteed, te voldoen aan deze eisen. 7.7 Beheersing van tekortkomingen en afwijkingen Het uitvoerend bedrijf moet een procedure hebben, waarin de werkwijze ten aanzien van tekortkomingen en afwijkingen tijdens de uitvoering van het project zijn vastgelegd. De procedure geeft de werkwijze weer met betrekking tot het registreren van de tekortkoming en/of afwijking, de noodzaak tot het nemen van maatregelen, het doorvoeren van maatregelen en beoordeling inzake de effectiviteit van de maatregel. 7.8 Materieel Geschikt materieel, afgestemd op de verwerkingsvoorschriften van het te verwerken materiaal, moet bij de uitvoering voorhanden zijn om een dienst te kunnen leveren welke overeenkomt met de eisen gesteld in deze BRL. 7.9 Klachtenbehandeling Het uitvoerend bedrijf moet een procedure hanteren, waarin is vastgelegd op welke wijze klachten over de geleverde producten c.q. diensten worden behandeld. Deze procedure moet ten minste de volgende punten omvatten: de bij het uitvoerend bedrijf verantwoordelijke functionaris voor de klachtenbehandeling; de registratie van klachten; terugkoppeling van klachten naar de medewerkers en de kwaliteitsfunctionaris; het schriftelijk vastleggen van de uit de klachten voortvloeiende maatregelen; de terugkoppeling naar de opdrachtgever van corrigerende maatregelen; de wijze waarop maatregelen worden voorgesteld, vastgesteld en doorgevoerd om herhaling van de afwijkingen te voorkomen (preventiemaatregelen).

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 20 8. OVERIGE VERPLICHTINGEN 8.1 Algemeen Het uitvoerend bedrijf is verplicht al zijn werkzaamheden die onder het toepassingsgebied van deze BRL vallen overeenkomstig deze BRL uit te voeren. Afwijkingen moeten worden vastgelegd en overeengekomen worden met de opdrachtgever. 8.2 Werkzaamheden Het uitvoerend bedrijf moet zorgen dat zij voldoende competent is en blijft voor de werkzaamheden waarvoor zij een Procescertificaat heeft. Hiervoor gelden de volgende bepalingen: 1. Het uitvoerend bedrijf moet de werkzaamheden waarvoor zij gecertificeerd is met regelmaat uitvoeren; waarbij de diverse technieken, welke door de hiertoe bevoegde functionarissen worden beheerst, op niveau blijven door regelmatige herhaling. 2. Indien in een bepaald kalenderjaar geen medewerkers voldoen aan de in paragraaf vermelde criteria, dan moet hiervan melding worden gemaakt naar de certificerende instelling en wordt de werking van het certificaat voor de betreffende scope opgeschort. 3. De schorsing kan binnen 1 jaar ongedaan worden gemaakt worden middels een verkorte procedure. Dit houdt in dat het uitvoerend bedrijf moet kunnen aantonen dat zij voldoet aan alle operationele eisen zoals gesteld in de BRL. 4. Het certificaat wordt voor de betreffende scope ingetrokken indien een jaar na schorsing geen werkzaamheden binnen het betreffende toepassingsgebied zijn uitgevoerd. Het uitvoerend bedrijf kan opnieuw voor het betreffende toepassingsgebied gecertificeerd worden middels een toelatingsonderzoek. 8.3 Melding van projecten Het uitvoerend bedrijf is verplicht alle projecten onder het toepassingsgebied van deze BRL in een vroegtijdig stadium te melden aan de certificatie-instelling. De melding bevat minimaal de volgende gegevens: aanvangsdatum; einddatum; omschrijving van de werkzaamheden; projectinformatie; contactinformatie. Het uitvoerend bedrijf is verplicht in situaties, waarin bijzondere voorzieningen moeten worden getroffen om effectieve controle door de certificatie-instelling mogelijk te maken, hiervan tijdig schriftelijk mededeling te doen aan de certificatie-instelling. Het uitvoerend bedrijf treft de nodige voorzieningen op verzoek van de certificatie-instelling. Spoedwerkzaamheden dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 dag na aanvang van de werkzaamheden te zijn gemeld aan de certificatie-instelling.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 21 9. BEOORDELINGEN DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING 9.1 Toelatingsonderzoek 9.1.1. Kwaliteitssysteem Het kwaliteitssysteem van het uitvoerend bedrijf moet ten minste 3 maanden operationeel zijn, voordat het door de certificatie-instelling voor de eerste keer (initieel) kan worden beoordeeld. Het toelatingsonderzoek door de certificatie-instelling omvat de vaststelling van de doeltreffendheid en het op de juiste wijze hanteren van een operationeel kwaliteitssysteem van het uitvoerend bedrijf. 9.1.2. Aanvraag Tijdens het toelatingsonderzoek worden minimaal 3 projecten bezocht die in uitvoering zijn. Tijdens de projectbezoeken worden de werkzaamheden en de interne kwaliteitsbewaking beoordeeld. De bezochte projecten dienen representatief te zijn voor het uitvoerend bedrijf. De periode tussen de projectbezoeken mag niet meer dan 2 maanden bedragen. Na uitvoering van de projectbezoeken vindt een bezoek op de bedrijfslocatie plaats, waar een kantooraudit met de duur van 8 uur uitgevoerd wordt. 9.1.3 Kwaliteitsverklaring Bij een positief resultaat van het toelatingsonderzoek wordt het KOMO Procescertificaat voor het ontwerpen, monteren en/of onderhouden van dakbeveiligingssystemen verleend voor onbepaalde tijd. 9.2 Periodieke beoordelingen 9.2.1. Bedrijfsbezoeken Na verlening van het KOMO procescertificaat wordt door de certificatie-instelling periodiek de doeltreffendheid en juiste toepassing van het interne kwaliteitsbewakingssysteem beoordeeld. De frequentie van de beoordeling van het kwaliteitssysteem (bedrijfsbezoeken / kantooraudit) wordt vastgesteld door het College van Deskundigen. Op datum van uitgifte van deze BRL bedraagt de frequentie 1 maal per jaar. Voor de tijdsbesteding van een bedrijfsbezoek wordt verwezen naar de Bijzondere delen. Bij een combinatie van scopeonderdelen zal de tijdsbesteding van een bedrijfsbezoek in alle gevallen totaal 8 uur bedragen. 9.2.2. Projectbezoeken Het aantal projectbezoeken die in uitvoering zijn bedraagt 1 per jaar per scopeonderdeel. Deze kunnen, indien mogelijk, aansluitend aan het bedrijfsbezoek worden uitgevoerd. De tijdsbesteding van een projectbezoek bedraagt 4 uur per bezoek. Tijdens de projectbezoeken worden de werkzaamheden en de interne kwaliteitsbewaking beoordeeld. De bezochte projecten dienen representatief te zijn voor het uitvoerend bedrijf. Binnen de certificatiesystematiek van deze BRL is een sanctiebeleid van toepassing. Deze wordt door het college van deskundigen vastgesteld.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 22 Bij een combinatie van scopeonderdelen wordt jaarlijks per scopeonderdeel 1 projectbezoek met een tijdsbesteding van maximaal 4 uur per bezoek uitgevoerd. 9.2.3. Steekproeven Naast de jaarlijkse projectbezoeken die in uitvoering zijn, zal per scopeonderdeel 1 opgeleverd project per 100 uitgevoerde projecten steekproefsgewijs geïnspecteerd worden, met een minimum van 2 per jaar en een maximum van 5 per jaar. De tijdsbesteding van een steekproef wordt vermeld in de Bijzondere delen. De bezochte projecten dienen representatief te zijn voor het uitvoerend bedrijf. Bij een combinatie van scopeonderdelen zal het totaal aantal steekproeven cumulatief zijn, afhankelijk van het aantal gecertificeerde scopeonderdelen. Eén steekproef kan betrekking hebben op meerdere scopeonderdelen.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 23 10. EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICATIE-INSTELLING De certificatie-instelling moet voldoen aan de in NEN-EN-ISO/IEC 17065 gestelde eisen. Bovendien moet de certificatie-instelling voor het onderwerp van deze BRL zijn geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie of een daaraan gelijkwaardige instelling (een accreditatieinstelling waarmee de Raad voor Accreditatie een overeenkomst van wederzijdse acceptatie heeft gesloten). De certificatie-instelling moet beschikken over een reglement, of een daaraan gelijkwaardig document, waarin de algemene regels zijn vastgelegd die bij certificatie worden gehanteerd. 10.1 Kwalificatie certificatiepersoneel Het bij het onderzoek betrokken certificatiepersoneel moet door de certificatie-instelling gekwalificeerd zijn op basis van de volgende eisen: 10.1.1. Inspecteurs voor projectbezoeken en steekproeven Opleidingsniveau Middelbare technische beroepsopleiding of daaraan gelijkwaardig werk- en denkniveau. Specifieke kennis en vaardigheden Kennis van en inzicht in de BRL 9935, inclusief de normen waarnaar verwezen wordt. Kennis van het in deze BRL beschreven proces, aantoonbaar door een diploma MVK, aangevuld met minimaal VDI+ of gelijkwaardig. Gesprekstechnieken (objectiviteit/integriteit, diepgang, accuratesse, doortastendheid). Sociale vaardigheden (verantwoordelijkheidsgevoel, representativiteit, zelfstandigheid, klantgerichtheid). Rapportagetechnieken (netheid/nauwkeurigheid, taal/spelling). Ervaring Minimaal 5 jaar werkervaring binnen het vakgebied daken. Uitvoering van ten minste 3 projectbezoeken over het afgelopen jaar (eventueel onder begeleiding). 10.1.2. Auditoren voor bedrijfsbezoeken Opleidingsniveau Hogere technische beroepsopleiding of daaraan gelijkwaardig werk- en denkniveau. Specifieke kennis en vaardigheden Kennis van en inzicht in de BRL 9935, inclusief de normen waarnaar verwezen wordt. Kennis van het in deze BRL beschreven proces, aantoonbaar door een diploma MVK, aangevuld met minimaal VDI+ of gelijkwaardig. Cursus met betrekking tot de beoordeling van kwaliteitssystemen. Gesprekstechnieken (objectiviteit/integriteit, diepgang, accuratesse, doortastendheid). Sociale vaardigheden (verantwoordelijkheidsgevoel, representativiteit, zelfstandigheid, klantgerichtheid). Rapportagetechnieken (beoordelingsvermogen, netheid/nauwkeurigheid, taal/spelling).

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 24 Ervaring Minimaal 5 jaar werkervaring. Kennis/ervaring op het gebied van dakveiligheid Uitvoering van ten minste 3 audits over het afgelopen jaar voor het toepassingsgebied van deze BRL(eventueel onder begeleiding). 10.1.3 Beoordelaar Opleidingsniveau Hogere beroepsopleiding of daaraan gelijkwaardig werk- en denkniveau. Specifieke kennis en vaardigheden Kennis van en inzicht in de BRL 9935. Cursus met betrekking tot de beoordeling van kwaliteitssystemen. Ervaring Minimaal 3 jaar werkervaring op het gebied van bouwpraktijk, bouwmaterialen en/of industriële productie, waarvan minimaal 1 jaar op het gebied van certificatie of (kwaliteits)management.

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 25 11. LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN De onderstaande lijst bevat de documenten waar in de BRL (het Algemeen deel deel 00 en de Bijzondere delen deel 01, deel 02 en deel 03) naar wordt verwezen. 11.1 Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regelgeving 11.1.1 Arbowet Arbeidsomstandighedenwet 1998, Stb 1999 450, Stb 2001, 595, 481, 621, 685, Stb 2002, 603, 651, Stb 2004, 182, 478, Stb 2005, 66, 298, 619, 711, Stb 2006, 275, Stb. 2007, 552, Stb. 2008, 304, Stb. 2009, 135, 266, 319, Stb. 2011, 55, 619, Stb. 2012, 498, 657, Stb. 2013, 287, Stb. 2014, 516 11.1.2 Arbobesluit Arbeidsomstandighedenbesluit, Stb. 1997, 263, 295, 454, Stb 1998, 589, 623, 691, Stb 1999, 105, 305, 450, Stb 2000, 210, 211, 327, Stb 2001, 339, Stb 2002, 114, 190, 652, 582, 652, Stb 2003, 37, 268, 268, 339, Stb 2004, 69, 387, 486, 741, Stb 2005, 98, 298, 372, Stb 2004, 387, Stb 2006, 56, 87, 142, Stb 2004 279, Stb 2006, 348, 417, 715, 675, Stb 2007, 386, 525, 552, Stb 2008, 160, 367, 502, Stb 2009, 266, 569, 379, Stb 2010, 103, Stb 2009, 605, Stb 2010, 231, 252, Stb 2011, 55, 169, 313, 429, 399, Stb 2012, 125, 127, 270, 531, 615, Stb 2013, 203, 287, Stb 2014, 217, Stb 2015, 169, 167, 232 11.1.3 Arboregeling Arbeidsomstandighedenregeling, Stb 1997, 263, Stcrt Suppl 1997, 63, Stcrt 1997, 249, Stcrt. 1998, 6, Stcrt. 1998, 62, 111, 126, 134, 143, Stcrt. 1999, 64, 133, Stcrt. Suppl. 1997, 63, Stb. 1999, 450, Stcrt. Suppl. 1999, 239, Stcrt. 1999, 245, Stcrt. 2000, 125, 137, 171, 216, Stcrt. 2001, 99, 243, Stcrt, 2000, 171, Stb. 2000, 216, Stcrt. 2001, 206, Stcrt. Suppl. 2001, 214, Stcrt. 2002, 40, Stb. 2002, 114, 190, Stcrt. 2000, 171, Stb. 2002, 114, Stcrt. 2002, 238, 247, Stcrt, 2003, 128, 139, Stb. 2003, 339, Stcrt. 2003, 157, 252, Stb. 2004, 69, Stct. 2004, 3, 55, 73, 134, 232, 239, 233, 246, Stb. 2004, 69, Stcrt. 2005, 44, 90, 120, Stb. 2006, 87, Stcrt. 2006 51, 81, 94, 55, 176, 232, 240, Stb. 2006, 715, Stcrt. 2006, 252, Stcrt. 2007, 69, 192, 201, 42, Stb. 2007, 552, Stcrt. 2008, 36, 57, 101, 120, 139, 78, 242, Stcrt. 2009, 4, 266, Stb. 2010, 231, Stcrt. 2010, 15279, 17575, Stcrt. 2011, 3058, 10255, 18269, 21798, 22513, 18269, Stcrt. 2012, 4230, 12044, 15581, 4230, 24958, 23022, Stcrt. 2013, 19316, 28074, 35483, Stcrt. 2014, 17996, 20139, 27134, 36339, 36338, Stcrt. 2015, 8497, Stcrt. 2010, 15279, Stcrt. 2014, 36339. 11.1.4 Arbocatalogi Arbocatalogus Platte Daken 11.1.5 A-bladen A-blad Hellende daken 11.1.6 Bouwbesluit Bouwbesluit 2012 Stb. 2011, 416, 676; 2012, 441 en 2013, 75 11.1.7 Regeling Bouwbesluit Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 december 2011 tot vaststelling van nadere voorschriften voor bouwwerken (Regeling Bouwbesluit 2012, Staatscourant 2011, 23914), zoals deze luidt na de wijzigingen gepubliceerd in Staatscourant 2012, 13245 en Staatscourant 2013, 5457).

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 26 11.2 Normen EN 131-1 Ladders Deel 1: Termen, typen, functionele afmetingen EN 131-2 Ladders Deel 2: Eisen, beproeven, labeling EN 131-3 Ladders Deel 3: Veiligheidsinstructies en gebruikersinformatie EN 131-4 Ladders Deel 4: Enkele en meervoudige scharnierverbindingsladders NEN-EN 353-1 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Meelopende valbeveiliger met een ankerlijn Deel 1: Meelopende valbeveiliger met starre ankerlijn NEN-EN 353-2 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Deel 2: Meelopende valbeveiliger met flexibele ankerlijn NEN-EN 354 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Veiligheidslijnen NEN-EN 355 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Schokdempers NEN-EN 358 Persoonlijke uitrusting voor werkplekpositionering en ter voorkoming van vallen Gordels voor werkplekpositionering en -behoud en verbindingsmiddelen voor gordels NEN-EN 360 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Valbeveiligers met automatische lijnspanner NEN-EN 361 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Harnasgordels NEN-EN 362 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Koppelingen NEN-EN 363 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Persoonlijke beschermingsuitrusting tegen vallen NEN-EN 364 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Beproevingsmethoden NEN-EN 365 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Algemene eisen voor gebruiksaanwijzingen, onderhoud, periodiek onderzoek, reparatie, merken en verpakking NEN-EN 795 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen Verankeringsvoorzieningen NEN-EN 1004 Rolsteigers opgebouwd uit geprefabriceerde onderdelen Materialen, afmetingen, belastingen, veiligheid en prestatie-eisen NEN-EN 1263-1 Tijdelijke hulpconstructies voor de bouw Veiligheidsnetten Deel 1: Veiligheidseisen, beproevingsmethoden NEN-EN 1873 Vooraf vervaardigde toebehoren voor daken kunststof lichtkoepels met opstanden Productspecificatie en beproevingsmethoden NEN 2484 Draagbaar klimmaterieel Ladders en trappen Termen, definities, eisen, beproevingsmethoden, gebruik en onderhoud NEN 2608 Vlakglas voor gebouwen Eisen en bepalingsmethode NEN 2778 Vochtwering in gebouwen NEN 3011 Veiligheidskleuren en tekens in de werkomgeving en in de openbare ruimte NEN 3509-1 Vaste trappen in gebouwen Deel 1: Algemeen NEN 3509-2 Vaste trappen in gebouwen Deel 2: Woningen en woongebouwen NEN 3569 Vlakglas voor gebouwen Risicobeperking van lichamelijk letsel door brekend en vallend glas Eisen NEN 5096 Inbraakwerendheid Dak- of gevelelementen met deuren, ramen, luiken en vaste vullingen Eisen, classificatie en beproevingsmethoden NEN 6707 Bevestiging van dakbedekkingen Eisen en bepalingsmethoden NEN-EN-ISO 7010 Grafische symbolen Veiligheidskleuren en -tekens Geregistreerde veiligheidstekens (inclusief symbolen) NEN-EN 12810-1 Gevelsteigers vervaardigd van geprefabriceerde onderdelen Deel 1: Product specificaties

tegen valgevaar op daken ALGEMEEN DEEL Blad 27 NEN-EN 12811-1 Tijdelijke hulpconstructies voor de bouw Deel 1: Steigers - Prestatie-eisen en algemeen ontwerp NEN-EN 13374 Tijdelijke vloerrandbeveiligingen Productspecificatie, beproevingsmethoden NEN-EN 14122-2 Veiligheid van machines Permanente toegangsmiddelen tot machines Deel 2: Werkbordessen en looppaden NEN-EN 14122-3 Veiligheid van machines Permanente toegangsmiddelen tot machines Deel 3: Trappen, trapladders en leuningen NEN-EN 14122-4 Veiligheid van machines Permanente toegangsmiddelen tot machines Deel 4: Vaste ladders NEN-EN-ISO/IEC 17021 Conformiteitsbeoordeling Eisen voor instellingen die audits en certificatie van managementsystemen uitvoeren NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria NEN-EN-ISO/IEC 17020 Conformiteitsbeoordeling Algemene criteria voor het functioneren van verschillende soorten instellingen die keuringen uitvoeren NEN-EN-ISO/IEC 17065 Conformiteitsbeoordeling Eisen voor certificatie-instellingen die certificaten toekennen aan producten, processen en diensten Richtlijnen Checklist RI&E s Checklist Veilig onderhoud op en aan gebouwen 2012, uitgave Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties (www.rijksoverheid.nl) Risico-inventarisatie en evaluatie voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche

BRL 9935 voor het KOMO procescertificaat voor het ontwerpen en aanbrengen van dakbeveiligingssystemen Blad 28 CONCEPT d.d. 2015-03-25 BIJLAGE 1 OVERZICHT PRODUCTEN EN EISEN Onderwerp Publiekrecht Privaatrecht Normen Risico inventarisatie en evaluatie informatieve documenten Aanvullende standpunten Artikel 5.1 lid 1 t/m 6 / artikel 14 lid 1 en 2 Arbocatalogus platte daken AI blad 15 Basisuitgangspunten zie bijlage II Eisen Dak RI&E Valgevaar Artikel 3.16 voorkomen valgevaar Arbocatalogus platte daken AI blad 15 Toegangsmiddelen Mobiele ladder en opstelplaats artikel 7.0 arbeidsmiddelen / besluit draagbaar klimmaterieel Arbocatalogus platte daken NEN 2484 AI blad 15 Ladderborgingspunt en permanente opstelplaats Arbocatalogus platte daken AI blad 15 Permanente (kooi)ladder Arbocatalogus platte daken NEN-EN-14122-4 AI blad 15 Permanente bordestrap en aankomstniveau Bouwbesluit NEN-EN-14122-3 AI blad 15 Permanente (vlizo)trap Bouwbesluit NEN 3509 Dak- / toegangsluik Bouwbesluit Arbocatalogus en BRL 3301-05 AI blad 15 Raam AI blad 15 Een ladder opstelplaats is dusdanig dat een persoon nooit verder kan vallen dan de voet van de ladder. Een ladderborgingspunt inclusief opstelplaats dient een ladder direct te borgen tegen zowel zijwaarts wegschuiven alsook van onderen wegglijden, dan wel dient de opstelplaats van een borging te zijn voorzien tegen van onderen wegschuiven Uitzonderingen: -kooi start op 2,5 meter conform arbocatalogus - uit- inloophekwerk minstens 2 meter lang Hekwerk op aankomstniveau verplicht uit- inloophekwerk minstens 2 meter lang. Een veilige toetreding via een dakluik voldoet aan een aantal eisen. De dagmaat van de sparing in combinatie met de hellingshoek van het toegangsmiddel dient dusdanig te zijn dat een vrije doorgang doelmatig is. Deur en aankomstniveau Bouwbesluit NEN 5096 AI blad 15 Galerij toetreding AI blad 15 Loopbrug toelichting - De vrije doorgang dient doelmatig te zijn. - Hekwerk op aankomstniveau langs dakrand indien de deur zich binnen 2 meter vanaf de de dakrand bevindt. - Overlengte hekwerk t.o.v. positie persoon of looppad minmaal 2 meter. Dit mag parallel aan dakrand zijn of haaks t.o.v de dakrand. - Bij schuine loopwegen dient het hekwerk een persoon tot minimaal 2 meter vanaf dakrand te leiden. Men mag nooit verder vallen dan de voet van de mobiele ladder. dus indien noodzakelijk aanvullend valschermen op galerij en hekwerken op aankomstniveau - Valscherm minmaal 1 meter doorsteken t.o.v. voet van de ladder en minimaal 1 meter uitsteken boven dakniveau in combinatie met hekwerk van minimaal 2 meter lengte op het dakvlak op aankomstniveau NEN-EN 1004/12810-1/13374-1231/131/2484 In- en uitloophekwerken toepassen lengte minimaal 2 meter

BRL 9935 voor het KOMO procescertificaat voor het ontwerpen en aanbrengen van dakbeveiligingssystemen Blad 29 CONCEPT d.d. 2015-03-25 Onderwerp Publiekrecht Privaatrecht Normen Valbeveiliging Ankerpunten Artikel 3.16 voorkomen valgevaar Arbocatalogus platte daken NEN-EN-795:2012 AI blad 15 Penduleankerpunt Artikel 3.16 voorkomen valgevaar Arbocatalogus platte daken NEN-EN-795:2012 AI blad 15 Staalkabel / railsysteem Artikel 3.16 voorkomen valgevaar Arbocatalogus platte daken NEN-EN-795:2012 AI blad 15 Gebiedsbegrenzende systemen Artikel 3.16 voorkomen valgevaar Arbocatalogus platte daken NEN-EN-795:2012 Hekwerken (tijdelijk) Artikel 3.16 voorkomen valgevaar Arbocatalogus platte daken NEN-EN 13374 AI blad 15 Hekwerken (permanent) / informatieve documenten borstwering en andere bouwkundige Bouwbesluit / Artikel 3.16 voorkomen voorzieningen valgevaar Arbocatalogus platte daken NEN-EN-ISO-14122-4 AI blad 15 Hoogte minimaal 1 meter Vangnetten (permanent) Artikel 3.16 voorkomen valgevaar Arbocatalogus platte daken NEN 1263-1 AI blad 15 Lichtkoepel/straat NEN 2608 / NEN 3569 / NEN 1873 Doorvalbeveiliging (roosters etc over sparingen en koepels Arbocatalogus platte daken NEN 1873 Periodieke inspectie ankerpunten en kabelsystemen en railsystemen test na montage Arbocatalogus platte daken minimaal 1 keer per jaar NEN-EN-795:2012 - Annex A / NEN 365 (is van toepassing maar fabrikant bepaald keuringstermijn) (NEN-EN-795:2012:1996 appendix A) 2012 versie verwijderd Aanvullende standpunten Minimale eisen: - Worden beschouwd als dakrand tenzij doorvabestendigheid aangetoond wordt middels 1200 joule test genoemd in NEN 1873 met als aanvulling testen met 100 kg ipv 50 kilogram. De uitkomst moet zijn dat de koepel eventueel in combinatie met de beveiliging, de val van een persoon weerstaat maar mag wel vervormen. Tevens bij kunststoffen zal een verouderingstest onderdeel moeten zijn ter bepaling hoe lang de sterkte wordt gegarandeerd. - Doorvalveiligheid glas conform NEN-EN 2608 Doorvabestendigheid aantonen middels 1200 joule test genoemd in NEN 1873 met als aanvulling testen met 100 kg ipv 50 kilogram. De uitkomst moet zijn dat de doorvalbeveiliging, de val van een persoon weerstaat maar mag wel vervormen. Tevens zal een verouderingstest onderdeel moeten zijn ter bepaling van hoe lang de sterkte wordt gegarandeerd. Minimale eisen: - Minimaal 1 keer per jaar conform arbocatalogus - het betreft minstens een visuele inspectie van de staat en compleetheid (veilige dakinrichting) van alle onderdelen - toets op functionaliteit van het systeem gebruik en laatste stand der techniek - aanvullende eisen fabrikant Minimale eisen: - Mits het product het toestaat, test conform appendix A NEN 795:2012:1996 - Jaarlijks steekproef minimaal 10 procent van het gehele object zodat na 10 jaar elke ankeringspunt getest is.