ONTRUIMINGSPLAN BASISSCHOOL DE VENEN REEUWIJK -1-
Ontruimingsplan voor Basisschool de Venen Hooiweide 2 2811 JE Reeuwijk 0182 393873-2-
INHOUDSOPGAVE: 1.0 Ontruimingsprocedure 1.1 Algemeen 1.2 Alarmering 1.2.1 Alarmering extern 1.2.2 Alarmering intern 1.3 Verzamelplaats 1.4 Opvang na ontruiming 1.5 Vluchtroute geblokkeerd 1.6 Beëindiging alarmtoestand 2.0 Instructies 2.1 Directie 2.2 Ontruimingsploeg 2.3 Medewerkers 3.0 Oefenen 4.0 Naamlijst 4.1 Directie 4.2 Ontruimingsgebieden 5.0 Opmerkingen 6.0 Waar zijn blusmiddelen -3-
1.0 Ontruimingsprocedure 1.1 Algemeen Het gebouw bestaat uit: - directiekantoor - IB-ruimte - RT-ruimte boven directiekantoor - T-ruimte zonder raam - 15 lokalen - kleuterspeelzaal - 9 magazijnen - lerarenkamer - aula Onze school bevindt zich in een multifunctioneel gebouw met twee andere scholen, een naschoolse opvang, een consultatiebureau en een kinderdagopvang. Achter het gebouw bevindt zich een schoolplein. Aan de voorkant is een parkeerterrein. Stroommeters bevinden zich in de meterkast in de hal aan de voorzijde van het gebouw. De gasmeter bevindt zich in de meterkast in de hal aan de voorzijde van het gebouw. Om de ontvluchting van de medewerkers en de bezoekers in het gebouw zo snel en veilig mogelijk te laten verlopen, wordt in dit ontruimingsplan een aantal procedures vastgelegd, die men dient op te volgen bij een eventuele calamiteit. Bij het horen van het ontruimingsalarm dienen alle medewerkers, leerlingen en bezoekers het pand te verlaten. -4-
1.2 Alarmering Er kunnen vele redenen zijn om tot een ontruiming over te gaan. Bijvoorbeeld brand, wateroverlast, een ongeval met gevaarlijke stoffen, een bommelding, een gaslek, spanningsuitval, blikseminslag of een dreiging van buiten zoals een gaswolk. 1.2.1 Alarmering extern Bij een calamiteit moet onmiddellijk de brandweer worden gewaarschuwd. Alarmnummer 112 1.2.2 Alarmering intern Het alarmsysteem zal vanzelf in werking treden met een alarmbel. 1.3 Verzamelplaats De verzamelplaats voor de groepen 1/2a, 1/2b, 5/6, 6, 7A, 8A, 7/8, RT1, RT2, IB en personeelskamer alsmede voor bezoekers is het parkeerterrein aan de voorkant van de school. Hoofd ontruiming: Ellen De verzamelplaats voor de groepen 1/2c, 1/2d, 3A, 3/4, 4A, 5a en eventueel het extra lokaal op de benedenverdieping is het schoolplein achter de school. Hoofd ontruiming: Ron Teamleden controleren hun afdelingen en geven vermissingen door aan de directie (= hoofd ontruiming). Ellen en Ron hebben vervolgens contact of iedereen ter plaatse is. Niemand verlaat de verzamelplaats voordat de directie hier opdracht voor heeft gegeven! -5-
1.4 Opvang na ontruiming De medewerkers, leerlingen en bezoekers die het pand hebben verlaten, begeven zich zo snel mogelijk naar de verzamelplaats. Alle teamleden melden zich bij het hoofd ontruiming op de verzamelplaats. Het hoofd ontruiming geeft zo snel mogelijk door aan de bevelvoerder van de brandweer of er zich nog personen in het pand bevinden, en op welke plaats. Het hoofd ontruiming beslist, in overleg met de brandweer, of de medewerkers, leerlingen en bezoekers de verzamelplaats kunnen verlaten. 1.5 Vluchtroute geblokkeerd Is het gebruik van de toegewezen vluchtweg niet meer mogelijk, dan moet worden gekozen voor een alternatieve vluchtweg. Indien alle vluchtwegen afgesloten zijn, dan blijven de medewerkers, leerlingen en bezoekers in de betreffende afdeling tot er redding komt. Ga hierbij naar een locatie die het verst van het gevaar verwijderd is en voor redding het best bereikbaar is. Houd ramen en deuren zoveel mogelijk gesloten, behalve de ramen in de ruimte waar op de brandweer wordt gewacht. Via één van de geopende ramen kan de brandweer worden gewaarschuwd en komt er meer zuurstof voor de aanwezige personen in de ruimte. 1.6 Beëindiging alarmtoestand Indien het gebouw is ontruimd en het pand door de brandweer veilig is verklaard, wordt door de directie aan de medewerkers meegedeeld dat men het pand weer kan betreden. -6-
2.0 Instructies 2.1 Instructie directie = hoofd ontruiming HOE TE HANDELEN BIJ HET ONTDEKKEN VAN BRAND Waarschuw de overige medewerkers in uw directe omgeving Breng in gevaar verkerende personen in veiligheid Ga indien mogelijk rechtstreeks naar de plaats van waar het alarm afkomstig is Tracht de brand te blussen met de aanwezige blusmiddelen Meld indien nodig - de brand bij 112 Waarschuw de overige medewerkers van de ontruimingsploeg Start indien noodzakelijk een ontruimingsprocedure op Sluit gas en elektriciteit af HOE TE HANDELEN BIJ ONTRUIMING Geef opdracht tot ontruiming d.m.v. het interne ontruimingssignaal en coördineer de ontruiming Ga naar de verzamelplaats Vang de medewerkers, leerlingen en bezoekers op bij de verzamelplaats Zorg voor bereikbaarheid d.m.v. telefoon, kap niet relevante gesprekken af Neem pen en papier mee Inventariseer of er personen vermist worden Zorg ervoor dat de brandweer wordt opgevangen -7-
2.2 Instructie ontruimingsploeg/team HOE TE HANDELEN BIJ HET ONTDEKKEN VAN BRAND Meld de brand bij de directie Waarschuw overige medewerkers in uw afdeling Breng in gevaar verkerende personen in veiligheid Sluit ramen en deuren, doe verlichting uit Tracht de brand te blussen met de aanwezige blusmiddelen Schakel indien noodzakelijk de ontruimingsalarminstallatie in (Druk op de knop ontruimen. Password 10000 intoetsen) HOE TE HANDELEN BIJ ONTRUIMING U krijgt opdracht voor ontruiming d.m.v. het ontruimingssignaal U zorgt dat de (nood-)uitgangen ook de deuren in de aula - geopend worden zodat de medewerkers, leerlingen en bezoekers het pand veilig en snel kunnen verlaten U maakt een controleronde over de afdeling of iedereen het gebouw heeft verlaten (kijk ook in kasten en onder tafels!) Zet zonodig apparatuur uit (kopieermachine, koffiezetapparaat) Stuur medewerkers die het pand nog niet hebben verlaten naar de verzamelplaats Neem een plattegrond van het gebouw mee naar de verzamelplaats om aan de brandweer te geven Ga naar de verzamelplaats en controleer of iedereen uit de uw afdeling daar aanwezig is, neem een EHBO-koffer mee Meld bij de directie dat de afdeling ontruimd is Houd u voor andere opdrachten gereed bij de verzamelplaats -8-
3.0 Oefenen Tijdens het houden van ontruimingsoefeningen moet de kans op ongevallen zo klein mogelijk gehouden worden. Daarom is het van belang dat het personeel zich kan voorbereiden op de oefening middels verschillende taakbeschrijvingen van de diverse functies. Daarnaast is een opbouw in de oefeningen van groot belang: 1 e fase de medewerkers worden ingelicht omtrent de dag en het tijdstip van de oefening. De leerlingen worden ingelicht. Hiermee worden panieksituaties voorkomen 2 e fase de medewerkers worden ingelicht, de leerlingen worden niet ingelicht. 3 e fase zowel de medewerkers als de leerlingen worden niet ingelicht. -9-
4.0 Naamlijst 4.1 Directie/BHV/hoofd ontruiming NAAM Ron de Bruijn Ellen Haas PLAATS IN GEBOUW Directiekantoor Directiekantoor 4.2 Ontruimingsgebieden NAAM ONTRUIMINGSGEBIED Ineke Spee, Vera Overdam 1/2a, magazijn Alie Wijnberg, Vera Overdam 1/2b, wc-groep kleuters Harriet van Hees, Vera 1/2c, magazijn kleuters Overdam Hanneke Walta, Vera Overdam 1/2d, wc-groep kleuters, gymzaal kleuters, schoonmaakhok Sylvia Barth, Sylvia Valk, 3A, magazijn groep 3, lege Greetje King lokaal, aula, wc-groep kleuters Marianne v.d. Wouden, Sylvia 3/4, wc-groep Valk Elize Meijer 4a, magazijn geluidsapparatuur Margriet Wegstapel, Naomi 5a, wc-groep, IB-ruimte, Frederiks teamkamer, teamtoilet Margreet Zondag, Geke 5/6, magazijn groep 4,5 en 6 Bruinsma Sander Butzelaar, Esther van 6a, wc-groep, rt-ruimte t.o. Dortmont lokaal Marie-Lou Elderenbosch, 7a, IB magazijn, ib-kamer Annemiek van Eijk Susanne Mariette Aben, Esther van 7/8, wc-groep, magazijn groep Dortmont 7 en 8, schoonmaakhok Mariella van de Graaf 8a, magazijn Ellen Haas, Ron de Bruijn Directiekantoor, teamtoilet -10-
5.0 Opmerkingen Vluchtwegen en deuren moeten altijd vrij zijn van obstakels die het vluchten belemmeren en mogen nooit worden geblokkeerd door er bijvoorbeeld dozen of stoelen voor te zetten Mensen gaan over het algemeen via de hen bekende route naar buiten bij een ontruiming. Het is echter van het grootste belang dat iedereen zich houdt aan de van de voren afgesproken route, zodat niet teveel mensen langs één route naar buiten gaan 6.1 Waar zijn blusmiddelen Bij directiekantoor onder trap: waterslang + schuimblusser In aula naast schoonmaakhok: waterslang + schuimblusser 1 e verdieping tussen lokalen Elize en Margriet: waterslang + schuimblusser 1 e verdieping bij trap/kluisjes: waterslang + kooldioxideblusser Naast lokaal groep 7/8: waterslang + schuimblusser -11-