agendapunt 3.a.4 924014 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden TAAKOVERDRACHT BESTRIJDING MUSKUSRATTEN VAN PROVINCIE AAN WATERSCHAPPEN Portefeuillehouder Bom - Lemstra, A.W. Datum 4 januari 2011 Aard bespreking Besluitvormend Afstemming Bijlagen 3 Zaaknummer 21007 Gremia Datum Aard Advies/ Parafering besluit PFO Bom 27-12-2010 - - D&H 4-1-2011 Conform Geparafeerd door: Heijloo, R.W.N. Gevraagd besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 4-1-2011 I. In te stemmen met het voorstel dat - conform het PWC-model - het hoogheemraadschap van Delfland de zorg voor de muskusrattenbestrijding voor haar gebied onderbrengt in de bestrijdingsorganisatie van het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. Onder de ontbindende voorwaarde dat alle deelnemende waterschappen elk voor zich instemmen met het gezamenlijk bestuursvoorstel uit bijlage 1(beschreven als fase 1) en dat in de uitgeschreven businesscase voor de betrokken partijen een aanvaardbaar resultaat biedt. II. In te stemmen met het voorstel dat de projectuitvoering van de overdracht van de muskusratten bestrijding van het hoogheemraadschap Delfland in handen komt van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. III. In te stemmen met het opstarten van fase 2 (concrete uitwerking overdracht, conform het PWC-model). IV. Het beschikbaar stellen van maximaal 20.000 als bijdrage in de kosten voor de uitwerking van deze overdracht. (te dekken uit begroting 2011) V. Hoogheemraad mevrouw A.Bom te mandateren om de Delflandse belangen in het proces van de overdracht van de muskusrattenbestrijding te behartigen. Besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 4-1-2011
Taakoverdracht bestrijding muskusratten van Provincie aan waterschappen 1. Probleemstelling - context De muskusrattenbestrijding is op dit moment een taak van de provincies. In de Waterwet wordt mede middels een spoedwet - vastgelegd dat de muskusrattenbestrijding begin 2011 een verantwoordelijkheid wordt van de waterschappen. Aandachtspunt is dat via een amendement in de spoedwet is opgenomen dat gelijk met de inwerkingtreding van deze wet de provinciale muskusrattenbestrijders van rechtswege in dienst komen van de waterschappen, met dezelfde salarispositie en rechtstoestand als bij de provincies.( zie bijlage 3 met het genoemde amendement) Context De overdracht van de muskusrattenbestrijding naar de waterschappen vraagt om grote zorgvuldigheid, omdat deze een aanzienlijke impact voor alle partijen heeft met name in personele, organisatorische en financiële zin. Een gedragen aanpak en door alle partijen onderschreven resultaten zijn bepalend voor het succesvol afronden van de overdracht en hierop aansluitend de taakuitvoering. Voordat met de daadwerkelijke overdracht kan worden gestart, dient er eerst bestuurlijk commitment van alle betrokken waterschappen te worden verkregen. Kern van deze fase is de beantwoording van de vraag hoe de toekomstige bestrijdingsorganisaties er bij voorkeur uit moeten komen te zien. Daartoe dient dit voorstel. Afgelopen half jaar is er tussen de betrokken waterschappen zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau intensief overlegd. In het bestuurlijk overleg van 6 oktober 2010 ( zie bijlage 2 ) is door de betrokken waterschapsbestuurders geconcludeerd dat de huidige muskusrattenbestrijdingsorganisaties van de provincies Noord- en Zuid-Holland conform het zogenaamde PWC-model (stroomgebiedsbenadering) bij voorkeur worden ingeplaatst bij de bestaande bestrijdingsorganisaties van het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en het waterschap Rivierenland. Hoofdreden hiervoor is dat dit model het beste voldoet aan de uitgangspunten zoals gedefinieerd in het PriceWaterHouseCoopers advies dat in 2009 in opdracht van de Unie van Waterschappen is opgesteld. Ander groot voordeel is dat er geen nieuwe bestrijdingsorganisatie hoeft te worden opgebouwd en het aantal bestrijdingsorganisaties in West- Nederland daarmee afneemt van 4 naar 2. PWC-model, zie bijlage voor een overzichtskaart. Bestrijdingsorganisatie Rivierenland Bestrijdingsorganisatie HDSR Waterschap Waterschap Rivierenland Stichtse Rijnlanden Rijn en IJssel Schieland Veluwe Delfland Gebied Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Rijnland Vallei en Eem Hollands Noorderkwartier Hollandse Delta Amstel, Gooi en Vecht Expliciet is aangegeven dat voordat de onderhandelingen met de provincies worden gestart er een gedegen plan moet komen waarin enerzijds het inrichten van een adequate en efficiënte bestrijdingsorganisaties wordt gegarandeerd en anderzijds de randvoorwaarden voor de overdracht (oa. mensen en middelen) zijn vastgelegd. Betreffend plan vormt een blauwdruk (businesscase) van de nieuwe bestrijdingsorganisaties en vormt daarmee een belangrijk bestuurlijk beslismoment.
Partijen nemen kennis van het voorbehoud van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard bij dit besluit zoals gemaakt in het bestuurlijk overleg van 6 oktober 2010.( zie bijlage) De overdracht van de muskusrattenbestrijding is in het bijgaande concept gezamenlijk bestuursvoorstel overdracht muskusratten bestrijding versie 4, - dat in goed overleg met de -betrokken waterschappen is opgesteld opgeknipt in 4 fases. Thans is / wordt dit concept ter besluitvorming aan de betrokken waterschappen voorgelegd Het is de bedoeling, dat op basis van dit voorstel de nieuw te vormen organisatie(s) per 1-1- 2012 of zoveel eerder als mogelijk in werking kan treden. Voorgesteld wordt het resultaat van de Businescase fase 1 vanuit ons hoogheemraadschap minimaal te toetsen op de volgende aspecten: Invloed vanuit de waterschappen op begroting en beleid. Heldere kostenverdeling tussen de waterschappen. Efficiënte bestrijdingsorganisatie opgebouwd vanuit de vraag. Borgen van de gebiedskennis uit de huidige organisatie Aansluiten op de richtlijnen van de LCCM beleid en vangstmethodes Samenwerking met andere bestrijdingsorganisaties Diervriendelijke en innovatieve bestrijdingsmethodes Organisatie zo inrichten dat er geen onnodige BTW moet worden afgedragen Waar mogelijk synergie optreedt gebruik maken van de infrastructuur van de aangesloten waterschappen. Mogelijkheid om personeel van de bestrijdingsdienst in periodes van leegloop bij de waterschappen in te zetten. ( bv gladheid bestrijding) Door de besluitvorming van de eerder genoemde spoedwet ontstaat er na bekrachtiging van de spoedwet tijdelijk een nieuwe situatie. Het bestrijdingspersoneel komt daarmee vermoedelijk in het 1 e kwartaal 2011 van rechtswege in dienst bij o.a het hoogheemraadschap van Delfland. Voor de periode van de inwerkingtreding van de spoedwet tot 1-1-2012 dient naast de zorg voor de bestrijding van de muskusratten, het betrokken personeel te zijn. Voorgesteld wordt om deze periode door een contract tussen de provincie en de betrokken waterschappen te overbruggen. Het contract wordt in goed overleg tussen de betrokken waterschappen en de provincie voorbereid. Hierover zal - u zo spoedig mogelijke een separaat voorstel worden gedaan. Deze complicerende factor zal extra zorg vragen binnen onze organisatie ( harmonisering van rechtspositie overleg met OR en GO). 2. Beoogd effect Het beoogd effect is om, in goede samenwerking met de betrokken waterschappen, de taakuitvoering van de muskusrattenbestrijding en de personele zorg voor het - betrokken personeel op korte en lange termijn te borgen. Hierin worden 2 sporen onderscheiden. 1. De overgangsperiode -voor het jaar 2011 (vanaf de besluitvorming 1 e kamer) 2. De definitieve organisatie vanaf -1-1-2012 2
3. Kernboodschap Het omzetten van de huidige provinciale muskusrattenbestrijding in een doelmatige en efficiënte - muskusrattenbestrijding die volledig onder de directe verantwoordelijkheid van de belanghebbende waterschappen valt. Hierbij wordt het aantal bestrijdingsorganisaties in West- Nederland van 4 naar 2 gereduceerd 4. Historie - eerdere besluitvorming In de afgelopen heeft er veel ambtelijke en bestuurlijk overleg plaatsgevonden over de overdracht van de muskusrattenbestrijding en de opbouw van de nieuwe organisatie. Het bijgevoegde verslag van het bestuurlijke overleg van 6 oktober 2010 is het eindresultaat van het overleg in deze periode en is de basis waarop dit bestuursvoorstel verder bouwt. 5. Beleid Het huidige voorstel past in het beleid (behoudens tijdsaspect) zoals verwoord in het waterbeheerplan 2010-2015. ( blz71 kopje muskusratten) 6. Financiën De begroting 2011 is 1.003.500 (50850/480/430925) voor de muskusrattenbestrijding opgenomen. In de begroting is 2011 is rekening gehouden met het wegvallen van de bijdrage van de provincie Zuid-Holland. De extra externe kosten voor de noodzakelijke herpositionering zijn voorzien. De extra interne personeelskosten zijn in beperkte mate voorzien. Indien dit noodzakelijk blijkt zal daarbij bij Burap 1 2011 op worden teruggekomen. 7. Organisatorische en personele consequenties De organisatorische en personele consequenties worden tijdens het overname proces inzichtelijk. Het 1 e spoor zal helder worden als het overeenkomst voor de bedrijfsvoering voor het overgangsjaar 2011 ter besluitvorming wordt aangeboden. In de loop van 2011 zullen ook de organisatorische en personele consequenties 8. OR/GO De Provincie is vooralsnog verantwoordelijk voor de personeelszorg van de huidige bestrijdingsorganisatie. De provincie gaat daar zorgvuldig mee om en organiseert daartoe oa personeelsbijeenkomsten. Het betrokken personeel (de bestrijders) zal waarschijnlijk conform nog te nemen besluitvorming in de 1 e kamer begin 2011 van rechtswege in dienst komen bij het hoogheemraadschap. Na de besluitvorming over de definitieve organisatie vorm zal het personeel waarschijnlijk per 1-1-2012 ( of zoveel eerder als kan) in de uiteindelijke organisatie worden ondergebracht. Nadat het personeel bij Delfland in dienst is zal ook de OR haar rol in dit proces hebben. Daarom zal de OR worden geïnformeerd over de ontstane situatie. 9. Risico- en beheersmaatregelen De rattenbestrijders die in ons werkgebied werken komen binnenkort ( na de besluitvorming door de 1 e kamer.) van rechtswege van de provincie over zonder dat duidelijk is hoe er vorm kan worden gegeven aan de taak en personeelszorg geen goede ontvangst en onvoldoende sturing op de taken kan worden geboden. Er wordt getracht dit risico te beheersen door voor het jaar 2011 een contract tussen de provincie en de betrokken waterschappen op te stellen waarin de voortgang van de muskusrattenbestrijding is geborgd. 3
10. Communicatie (in- en extern) Interne en externe communicatie is in het voorstel voorzien. De externe communicatie is vooral van belang bij de mijlpalen. De interne communicatie vooral rond de personele zaken vraagt zorg lopende het gehele proces 11. Bevoegd orgaan Dit besluit kan worden beschouwd als een voorbereidingsbesluit voor een in een later stadium door de VV te nemen besluit. Op grond van de art 84 WsW is D en H nu bevoegd. 12. Toelichting Bij het advies is het concept gezamenlijk bestuursvoorstel voor de overdracht van de muskusrattenbestrijding opgenomen dat ter besluitvorming aan de betrokken alle betrokken besturen is/ wordt voorgelegd. Hierdoor ontstaat er een hier en daar een dubbeling in tekst met de oplegnotitie 4
Alleen in te vullen indien het een VV-voorstel betreft Kenmerk VV:... (in te vullen door team Bestuur) Vergaderdatum:...... (in te vullen Beleidsveld:... Agendapunt: door team Bestuur) De Verenigde Vergadering van Delfland, gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van (datum van de VV-vergadering), kenmerk... (kenmerk van het voorliggend VV-voorstel; dit betreft een voorstel van D&H aan VV); gelezen het positieve/negatieve (bij ondertekening doorstrepen wat niet van toepassing is) advies van de commissie(s)... (commissie noemen); overwegende dat -... -... (motiveer het besluit, waarom wordt dit besluit genomen). Gelet op: - artikel 84 van de Waterschapswet (bij D&H-voostellen); - artikel 77 van de Waterschapswet (bij VV-voorstellen); - alle andere wetgeving (zoals KRW, NBW, verordening Zuid-Holland, delegatiebesluit etc.; Besluit: Dit moet in overeenstemming zijn met het ontwerpbesluit (ontwerpbesluit kopiëren). Aldus besloten in de openbare vergadering van (datum) De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris, de Voorzitter,... mr. M.A.P. van Haersma Buma