MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID



Vergelijkbare documenten
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Partij(en) te ener zijde: Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca);

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ECLI:NL:RVS:2013:BZ9044

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

CAO-PARTUEN SCHILDERS

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Casus 3 Het zal je werk maar zijn

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer mr. A.J. de Geus Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer De Geus,

Cao s en ander (on)gemak. Peter van der Sluis (AWVN) Peter de Waal (PLP) Steven Palm (PLP)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

CONVENANT. aangaande dispensatie van bepalingen uit de cao PO ten behoeve van het reformatorisch onderwijs

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht?

ABU leden Een uitzendbureau dat lid is van de ABU ondervindt per 5 november 2017 geen veranderingen als

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring

Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Is jouw uitzendbureau lid van brancheorganisatie ABU of de NBBU?

Aan partijen betrokken bij de Stichting << Adressering>> << Straat>> <<Huisnummer>> <<toevoeging>> <<Postcode>> <<PLAATS>>

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Transcriptie:

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 1 DECEMBER 2003 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR UITZENDKRACHTEN AI Nr. 10027 Bijvoegsel Stcrt d.d. 03-12-2003, nr. 234 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van 13 mei 2003 van Algemene Bond Uitzendondernemingen mede namens de overige partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij(en) te ener zijde: Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU); Partij(en) te andere zijde: FNV Bondgenoten; Dienstenbond CNV en De Unie. Naar aanleiding van het AVV verzoek zijn schriftelijke bedenkingen ingebracht o.a. door: Groustra & van Gremberghen Advocaten namens Collectieve Freelance & Flex Payroll Services B.V. (C.F.& F. Payroll Services B.V.) en Event Security & Transport Payroll Services B.V. (E.S.& T. Payroll Services B.V.); Vervolgens zijn de bedenkingen die tegen een eerder AVV-verzoek van de collectieve arbeidsovereenkomst voor uitzendkrachten (ABU-CAO), conform het bepaalde in het Toetsingskader AVV 6.2 meegenomen als zijnde bedenkingen tegen het eerder genomen onderhavige besluit: Please, de personeel lease company B.V.; Van der Noordt, personeelsdiensten B.V.; Van der Noordt, Payrolling Plus B.V.; Van der Noordt, Payrolling Basic B.V.; Van der Noordt, Project Payrolling B.V. en Werknemersvereniging Van der Noordt. Partijen bij de ABU-CAO hebben bij brief van 25 juni 2003 commentaar geleverd op de bedenkingen en het verzoek om dispensatie. In hun Sdu Uitgevers, s-gravenhage 2003 CAO2484 CAO100272003 1

commentaar hebben zij echter de onafhankelijkheid van de bij hiervoor genoemde CAO s betrokken werknemersverenigingen gemotiveerd in twijfel getrokken. Dit is voor de minister aanleiding geweest een onderzoek in te stellen naar betrokken werknemersverenigingen bij eerdergenoemde CAO s en deze CAO s bij besluit van 14 juli 2003 (Stcrt. d.d. 18-07-2003, nr. 136) voorwaardelijk en tot nader besluit te dispenseren. Overwegende ten aanzien van de bedenkingen en het commentaar van partijen: De wet AVV biedt de minister de mogelijkheid om op het besluit tot algemeen verbindend verklaring (AVV-besluit) van CAO-bepalingen uitzonderingen te maken. De minister heeft in deze beleidsvrijheid. Op grond van het Toetsingskader AVV(onderdeel 6.2) wordt op schriftelijke mededeling van bedenkingen tegen AVV dispensatie verleend van het AVV-besluit aan werkgevers die direct (niet door AVV) gebonden zijn aan een andere rechtsgeldige CAO. Hiermee kunnen ondernemingen of subsectoren in staat worden gesteld arbeidsvoorwaarden overeen te komen en toe te passen die toegesneden zijn op de desbetreffende onderneming of subsector. Een weging van afzonderlijke arbeidsvoorwaardenpakketten vindt overigens niet plaats. Wel dienen daarbij de doelstellingen van de Wet AVV in ogenschouw te worden genomen. De Wet AVV is immers bedoeld om de stabiliteit van de arbeidsverhoudingen te bevorderen door concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen. Daarbij wordt, tevens door de mogelijkheid van het verlenen van dispensatie, het recht op collectief onderhandelen c.q het CAO-overleg zo veel mogelijk ondersteund. Het is echter wel van belang dat ook bij de uitzondering van het AVV-besluit een adequate collectieve belangenbehartiging ten behoeve van de werknemers voldoende is gewaarborgd. Daarom dienen werkgevers en werknemers conform het bepaalde in het Toetsingskader AVV onderdeel 4.2 onder andere onafhankelijk van elkaar te zijn. Dit geldt niet alleen voor partijen die verzoeken om een algemeen verbindend verklaring, maar ook voor CAO-partijen die dispensatie verzoeken van de voor AVV voorliggende CAO-bepalingen. Hierbij wordt aangesloten bij Verdrag 98 (artikel 2) van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Daarin is vastgelegd dat verenigingen van werkgevers en werknemers vrij dienen te zijn van inmenging van de één in de zaken van de ander bij de oprichting, de uitoefening van werkzaamheden en het beheer van hun organisaties. Hoewel de IAO van mening is dat de overheid grote terughoudendheid moet betrachten met betrekking tot de interne zaken van werknemersverenigingen, vindt zij maatregelen van de overheid geoorloofd als blijkt dat vakbonden onvoldoende beschermd zijn tegen inmenging van de werkgever(s), of als er sprake is van daadwerkelijke ongeoorloofde inmenging. 2

In dit kader kan de minister overwegen niet tot dispensatie van een AVVbesluit over te gaan, wanneer hij een ernstig vermoeden heeft dat de werkgevers en werknemers betrokken bij een CAO die met een verzoek om dispensatie bij een AVV-besluit voorligt, niet onafhankelijk van elkaar zijn en zij daarmee bij de totstandkoming van de CAO primair tot oogmerk hebben het AVV-besluit te ontgaan. Bovenstaande vormt het kader voor het eerdergenoemde onderzoek. Het onderzoek bestond uit een oriënterend gesprek met betrokken werknemersverenigingen, waarna het gesprek is aangevuld met een schriftelijke toelichting met desgevraagd een accountantsverklaring dan wel andere documenten die het gevraagde konden staven, om uiteindelijk op grond van een gedocumenteerd dossier tot besluitvorming te komen. Tevens is aan betrokken werkgevers als contractpartij de mogelijkheid geboden te worden gehoord omtrent de totstandkoming van de CAO s. Daar waar in het gesprek werd verwezen naar andere werknemersverenigingen als mogelijke contractpartij zijn wanneer dat wenselijk werd geacht deze werknemersverenigingen gehoord. Met het onderzoek is beoogd inzicht te verkrijgen in de organisatie- (structuur) van de betreffende werknemersvereniging en de totstandkoming van de CAO. Daarbij zijn de volgende aspecten aan de orde gekomen: De historie van de werknemersvereniging De lidmaatschapsbasis van de werknemersvereniging Organisatie en structuur van de werknemersvereniging Financiën van de werknemersvereniging Faciliteiten door de werkgever(s) geboden aan bestuurders/leden van de werknemersvereniging (Voor)geschiedenis CAO-onderhandelingen Voor wat betreft de CAO voor C.F.& F. Payroll Services B.V. is uit het onderzoek het volgende gebleken: C.F. & F. Payroll Services B.V. heeft uitsluitend een loonadministratieve functie ten behoeve van de eigen uitzendkrachten. Volgens de CAO houdt C.F.& F. Payroll Services B.V. zich uitdrukkelijk niet bezig met de werving en selectie van opdrachtgevers/ derden en uitzendkrachten. De uitzendkracht dient zelf contact te leggen en afspraken te maken met een derde waarvoor arbeid wordt verricht. Werknemersvereniging C.F.& F. is opgericht 26 september 2001 met het doel een CAO af te sluiten waarmee maximaal van de algemeen verbindend verklaarde ABU-CAO en de Wet Flexibiliteit en Zeker- 3

heid kan worden afgeweken. De CAO is eveneens afgesloten op 26 september 2001. Werknemersvereniging C.F.& F. is een ondernemingsgebonden werknemersvereniging uitsluitend bedoeld voor werknemers van C.F.& F. Payroll Services B.V.. Voor de werknemers geldt een verplicht lidmaatschap, tenzij men kan aantonen dat men van een andere vakvereniging lid is. Werknemersvereniging C.F.& F. is opgericht met uitsluitend als doel het afsluiten van de CAO. Er zijn geen aanwijzingen dat zij vooralsnog andere activiteiten verricht als belangenbehartigende organisatie. Werknemersvereniging CF&F heeft geen eigen inkomsten. Het lidmaatschap is gratis. Zij is financieel afhankelijk van C.F.& F. Payroll Services B.V.. C.F.& F. Payroll Services B.V. staat garant voor de kosten. Werknemersvereniging C.F.& F. heeft geen stakingskas en/of een stakingsreglement. Werknemersvereniging C.F.& F. is afhankelijk van de faciliteiten die C.F.& F. Payroll Services B.V. de vereniging biedt. Werknemersvereniging C.F.& F. heeft geen ervaring met CAOonderhandelingen. Bij de totstandkoming van de CAO is naar eigen zeggen geen sprake geweest van onderhandelingen maar van een goedkeuren van de gekozen constructie, hetgeen zich ook verhoudt met het in materieel opzicht onbepaalde karakter van de CAO. Onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden vinden feitelijk op individueel niveau plaats. Conclusie: Vorenstaande feiten hebben in totaliteit en in onderling samenhang met elkaar tot het ernstige vermoeden geleid dat de ondernemingsgebonden Werknemersvereniging C.F.& F. niet onafhankelijk is van de werkgever en daarmee tevens onvoldoende is beschermd tegen inmenging van de werkgever. Voorts bestaat het ernstige vermoeden dat met het afsluiten van deze CAO met de betreffende ondernemingsgebonden werknemersvereniging oneigenlijk gebruik is gemaakt van het CAO-instrument, dat is bedoeld voor collectieve arbeidsvoorwaardenvorming. Deze ernstige vermoedens leiden tot de conclusie dat men primair tot oogmerk heeft gehad het AVV-besluit van de ABU-CAO te ontgaan. Derhalve zal de voorwaardelijke dispensatie van het AVV-besluit van de ABU-CAO voor C.F.& F. Payroll Services B.V. niet worden omgezet in een definitieve dispensatie van het voornoemde AVV-besluit. Voor wat betreft de CAO voor E.S.& T. Payroll Services B.V. is uit het onderzoek het volgende gebleken: E.S. & T. Payroll Services B.V. heeft uitsluitend een loonadministratieve functie ten behoeve van de eigen uitzendkrachten. Volgens de CAO houdt E.S.& T. Payroll Services B.V. zich uitdrukkelijk niet bezig met de werving en selectie van opdrachtgevers/ derden en uitzendkrachten. De uitzendkracht dient zelf contact te 4

leggen en afspraken te maken met een derde waarvoor arbeid wordt verricht. Werknemersvereniging E.S.& T. is opgericht 18 oktober 2000 met het doel een CAO af te sluiten waarmee maximaal van de algemeen verbindend verklaarde ABU-CAO en de Wet Flexibiliteit en Zekerheid kan worden afgeweken. De CAO is afgesloten op 20 oktober 2000. Werknemersvereniging E.S.& T. is een ondernemingsgebonden werknemersvereniging, uitsluitend bedoeld voor werknemers van ES&T. Voor de werknemers geldt een welhaast automatisch en daarmee verplicht lidmaatschap. Werknemersvereniging E.S.& T. is opgericht met uitsluitend als doel het afsluiten van de CAO. Er zijn geen directe aanwijzingen dat zij vooralsnog andere activiteiten verricht als belangenbehartigende organisatie. Werknemersvereniging E.S.& T. heeft geen eigen inkomsten. Het lidmaatschap is gratis. Zij is financieel afhankelijk van E.S.& T. Payroll Services B.V.. E.S.& T. Payroll Services B.V. staat garant voor de kosten. Werknemersvereniging E.S.& T. heeft geen stakingskas en/of een stakingsreglement. Werknemersvereniging E.S.& T. is afhankelijk van de faciliteiten die E.S.& T. Payroll Services B.V. de vereniging biedt. Werknemersvereniging E.S.& T. heeft geen ervaring met CAOonderhandelingen. Bij de totstandkoming van de CAO is naar eigen zeggen geen sprake geweest van onderhandelingen maar van een goedkeuren van de gekozen constructie, hetgeen zich ook verhoudt met het in materieel opzicht onbepaalde karakter van de CAO. Onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden vinden feitelijk op individueel niveau plaats. Conclusie: Vorenstaande feiten hebben in totaliteit en in onderling samenhang met elkaar tot het ernstige vermoeden geleid dat de ondernemingsgebonden Werknemersvereniging E.S.& T. niet onafhankelijk is van de werkgever en daarmee tevens onvoldoende is beschermd tegen inmenging van de werkgever. Voorts bestaat het ernstige vermoeden dat met het afsluiten van deze CAO met de betreffende ondernemingsgebonden werknemersvereniging oneigenlijk gebruik is gemaakt van het CAO-instrument, dat is bedoeld voor collectieve arbeidsvoorwaardenvorming. Deze ernstige vermoedens leiden tot de conclusie dat men primair tot oogmerk heeft gehad het AVV-besluit van de ABU-CAO te ontgaan. Derhalve zal de voorwaardelijke dispensatie van het AVV-besluit van de 5

ABU-CAO voor E.S.& T. Payroll Services B.V. niet worden omgezet in een definitieve dispensatie van het voornoemde AVV-besluit. Voor wat betreft de CAO van Van der Noordt Personeelsdiensten B.V., en de CAO s van haar werkmaatschappijen Van der Noordt Payrolling Basic B.V., Van der Noordt Payrolling Plus B.V., Van der Noordt Project Payrolling B.V., hierna te noemen (de CAO s van) Van der Noordt, is uit het onderzoek het volgende gebleken: Van der Noordt is een Payroll-bedrijf dat van bedrijven (complete) personeelsbestanden en daarmee het personeelsbeheer overneemt. Vervolgens worden de betreffende werknemers die in dienst zijn gekomen van Van der Noordt ter beschikking gesteld aan de cliënten alwaar de medewerkers reeds werkzaam waren. Naar eigen zeggen is hierbij geen sprake van een allocatieve functie. Werknemersvereniging Van der Noordt is opgericht 13 september 2002, terwijl er nog onderhandelingen gaande waren met andere vakbonden. In kort tijdsbestek zijn er leden geworven met behulp van 1/5 staatslot, gratis lidmaatschap waaruit geen overige verplichtingen zouden voortvloeien. Op 2 december 2002 zijn de CAO s afgesloten. Werknemersvereniging Van der Noordt is een ondernemingsgebonden vakbond. Uitsluitend werknemers van Van der Noordt kunnen lid worden. Werknemersvereniging Van der Noordt is opgericht met uitsluitend als doel het afsluiten van deze CAO s om zodoende naar eigen zeggen te voorkomen dat de algemeen verbindend verklaarde ABU- CAO van toepassing zou zijn. Werknemersvereniging Van der Noordt heeft zeer beperkte middelen. De contributie was bij de oprichting van de vereniging en de totstandkoming van de CAO gratis en zou thans van zeer laag niveau zijn en wordt voor de helft door de werkgever gedragen. Werknemersvereniging Van der Noordt heeft geen stakingskas en/of een stakingsreglement. Werknemersvereniging Van der Noordt is grotendeels afhankelijk van de kantoorfaciliteiten die Van der Noordt biedt. Werknemersvereniging Van der Noordt heeft geen ervaring met CAO-onderhandelingen. Bij de totstandkoming van de CAO is naar eigen zeggen nauwelijks onderhandeld, men heeft zich na ledenraadpleging gecommitteerd aan de door werkgever Van der Noordt voorgelegde structuur. Dit verhoudt zich ook met het marginale karakter van de CAO. Voor het van toepassing zijn van (secundaire) arbeidsvoorwaarden wordt verwezen naar bestaande wetgeving,reeds bestaande arbeidsvoorwaardenregelingen buiten de CAO of arbeidsvoorwaarden zijn eerst van toepassing indien dit op individueel niveau is overeengekomen. Conclusie: Vorenstaande feiten hebben in totaliteit en in onderling samenhang met elkaar tot het ernstige vermoeden geleid dat de ondernemingsgebonden Werknemersvereniging Van der Noordt niet onafhankelijk is van de werkgever en daarmee tevens onvoldoende be- 6

schermd is tegen inmenging van de werkgever. Voorts bestaat het ernstige vermoeden dat met het afsluiten van deze CAO met de betreffende ondernemingsgebonden werknemersvereniging ogenschijnlijk oneigenlijk gebruik is gemaakt van het CAO-instrument, dat is bedoeld voor collectieve arbeidsvoorwaardenvorming. Deze ernstige vermoedens leiden tot de conclusie dat men primair tot oogmerk heeft gehad het AVV-besluit van de ABU-CAO te ontgaan. Derhalve zal de voorwaardelijke dispensatie van het AVV-besluit van de ABU-CAO voor Van der Noordt Personeelsdiensten B.V. en haar werkmaatschappijen Van der Noordt Payrolling Basic B.V., Van der Noordt Payrolling Plus B.V., Van der Noordt Project Payrolling B.V. niet worden omgezet in een definitieve dispensatie van het voornoemde AVV-besluit. Voor wat betreft de CAO P-lease B.V. is uit het onderzoek het volgende gebleken: P-lease B.V. is een Payroll-bedrijf dat van bedrijven (complete) personeelsbestanden en daarmee het personeelsbeheer overneemt. Vervolgens worden de betreffende werknemers die in dienst zijn gekomen van P-lease B.V. ter beschikking gesteld aan de cliënten alwaar de medewerkers reeds werkzaam waren. De Vakbond ABW is onder de naam de Algemene Bond voor Werkers in het Mijnbedrijf (ABWM) opgericht in 1944. De Vakbond ABW heeft zich in de loop van de jaren opengesteld voor alle beroepen. Vakbond ABW heeft een bredere basis dan slechts de werknemers van onderneming P-lease B.V.. De Vakbond ABW had op het moment van totstandkomen van de P-lease CAO leden werkzaam bij P-lease B.V.. De P-lease CAO is op 9 december 2002 afgesloten. Naast CAO-onderhandelingen en individuele rechtsbijstand verzorgt de Vakbond ABW ook kader- en OR-scholing. De Vakbond ABW is in principe voor iedere werknemer en niet-werkende toegankelijk. Er is een naar leeftijd en arbeidsduur (deeltijdkorting) gestaffelde contributieregeling met een minimum en maximum bijdrage. De Vakbond ABW heeft een stakingskas en een stakingsreglement. Vakbond ABW is financieel onafhankelijk van P-lease B.V.. De inkomsten worden bijna geheel bepaald door contributieheffing. Van P-lease B.V. wordt geen werkgeversbijdrage ontvangen. Vakbond ABW is niet afhankelijk van faciliteiten die P-lease B.V. biedt, maar houdt een eigen kantoor. Vakbond ABW heeft ervaring met het afsluiten van CAO s. Zij is voornamelijk betrokken bij ondernemings-cao s, waarvan bij twee (waaronder de P-lease CAO) als enige vakbond. P-lease B.V. heeft de Vakbond ABW benaderd met de vraag een ondernemings-cao af te sluiten. Ofschoon het onderhandelingsresultaat van de P-lease 7

CAO marginaal is, gaat het naar eigen zeggen om een groeimodel dat gaandeweg steeds meer aangekleed moet worden. Conclusie: Vorenstaande feiten hebben in totaliteit en in onderling samenhang met elkaar tot de conclusie geleid dat de Vakbond ABW onafhankelijk is van de werkgever en daarmee tevens voldoende is beschermd tegen inmenging van de werkgever. Voorts zijn er niet voldoende aanwijzingen dat met het afsluiten van deze CAO met de betreffende werknemersvereniging oneigenlijk gebruik is gemaakt van het CAO-instrument, dat is bedoeld voor collectieve arbeidsvoorwaardenvorming. Uit bovenstaande wordt geconcludeerd dat men niet primair tot oogmerk heeft gehad het AVV-besluit van de ABU-CAO te ontgaan. Derhalve zal de voorwaardelijke dispensatie van het AVV-besluit van de ABU-CAO voor P-lease B.V. worden omgezet in een definitieve dispensatie van het voornoemde AVV-besluit. Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Gezien het overleg met de Stichting van de Arbeid; 8

Besluit: Dictum I Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor uitzendkrachten 1 ) wordt met inachtneming van dicta II en III als volgt gewijzigd: Dictum VII wordt als volgt gewijzigd en komt te luiden: Dit besluit is (vanwege het direct gebonden zijn aan een eigen rechtsgeldige CAO) niet van toepassing op P-Lease, de personeel lease company B.V.. Deze dispensatie blijft tot 1 jaar na het verstrijken van de einddatum van de (opvolgende) eigen rechtsgeldige CAO( s) automatisch gelden voor opvolgende besluiten tot AVV van bepalingen van de onderhavige CAO. Dictum II Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht. Dictum III Dit besluit zal in een bijvoegsel bij de Staatscourant worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. s-gravenhage, 1 december 2003 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Namens de Minister: De wnd. Directeur Uitvoeringstaken, Juridische Zaken en Beleids-informatie van de Arbeidsinspectie, mr. M. H. M. van der Goes. 1) Stcrt. d.d. 18-07-2003, nr. 136 9