Gedragsregels bestendig beheer. In het kader van de gedragscode Flora- en faunawet Bestendig beheer groenvoorzieningen



Vergelijkbare documenten
Gedragsregels ruimtelijke ontwikkelingen. In het kader van de gedragscode Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkeling en inrichting

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

Busbaan langs de Kruisvaart

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Flora- en faunawet. Gedragscode Bestendig beheer groenvoorziening

Bureauonderzoek Flora en fauna

CERTIFICERING ZORGVULDIG HANDELEN FLORA & FAUNA, WET NATUURBESCHERMING NIVEAU 1, 2 EN 3 AOC KEURMERK

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen

Gedragscode Flora en Faunawet. Bestendig Beheer Groenvoorzieningen

Leidraad Flora- en faunawet gemeente Zundert. Het beheer van de openbare ruimte. Mei 2011

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Examen Flora en Fauna

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

AMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Ecologisch werkprotocol

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben

Plan van Aanpak. Flora & faunawet. Bestemd voor verbouwing/nieuwbouw Loonbedrijf J.P. van Nieuwkoop Goudseweg 172a Haastrecht

Beheer- en onderhoudsplan

Onderzoek flora en fauna

6 Flora- en fauna quickscan

Quickscan DWL-De esch

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

L E I D S E H O U T : S U M M E R J A Z Z E N W E R F P O P

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Flora- en fauna-inspectie locatie Heerweg-Berkenstraat te Blitterswijck door: ir. H. Hovens en ir. G. Hovens in opdracht van: Venterra

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

/ Stadhuisplein, Veghel

Gemeente Noordwijk t.a.v. dhr. M. van Veen Postbus AG Noordwijk

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Werkprotocollen Baggeren HDSR. Versie 1.1

NOTITIE buro Dhr. W. Noom Utrechtseweg 29 A 3811 NA Amersfoort

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Werkprotocollen gemeente Buren Werkprotocollen behorende bij de natuurwaardenkaart gemeente Buren

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

NOTITIE ECOLOGISCHE QUICKSAN

Bijenorchis (Ophrys apifera)

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH)

: Mevrouw M. Snellen : Postbus : 5280 DA Boxtel

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189.

Ecologisch werkprotocol Corio Glana Highlight 9

SCHOOLTUINEN MAHLERLAAN AMSTERDAM

Notitie flora en fauna

Veldverslag Flora-en fauna-inspectie Putteringvaart Waddinxveen

Bijlage 1 Bureauonderzoek flora en fauna

Figuur 1 Ligging plangebied (rood omcirkeld) Centrumplan (ondergrond: Data by OpenStreetMap.org contributors under CC BY-SA 2.0 license).

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Ordito Gilze B.V. t.a.v. dhr. C. van Kuijk Postbus ZH GILZE

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie quickscan Flora en fauna

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Bureauonderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

NATUURWAARDENONDERZOEK LOCATIE THEATER EINDRAPPORTAGE GEMEENTE SCHIJNDEL. 28 oktober /CE4/OKO/ & ARCAD1S

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

memo datum: 22 juli 2011

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

NOTITIE Gemeente 's-hertogenbosch T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

Ecologische beoordeling masterplan. Erasmusveld-Leywegzone

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Natuurtoets Kop Zuidas

Flora- en Fauna onderzoeken - Baerdijk Oisterwijk. Flora en Fauna Onderzoek (2005)

Ecologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda

Dieren in de vrije natuur in het Park Berg en Bos door Henk Otto


orpskern, Zoeterwoude

Gemeente Maastricht Veiligheid en Leefbaarheid. Behoort bij besluit van B&W d.d

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren)

Gedragscode bestendig beheer en onderhoud van de Gemeente Dordrecht en de Gemeente Zwijndrecht

Quickscan natuur Eikenlaan Sleeuwijk 27 februari 2013

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland

Ecologisch Werkprotocol

De Flora- en faunawet maakt onderscheid in drie categorieën van beschermde soorten, te weten:

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

In onderstaand schema zijn de mogelijkheden tot vrijstelling van de ontheffingsplicht weergegeven.

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Quickscan natuurwetgeving percelen Mortiere. Quickscan natuurwetgeving ontwikkeling percelen nieuwbouwwijk Mortiere Middelburg

Toets flora en fauna Doonheide 34-34a te Gemert

Postbus RK Utrecht

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Interne mededeling. Quick scan

Versie: Definitief Datum: 31 juli 2014 project: Implementatie gedragscode Provinciale Infrastructuur (224105)

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Memo Doel van deze memo Wettelijke achtergrond Veldbezoek

Transcriptie:

Gedragsregels bestendig beheer In het kader van de gedragscode Flora- en faunawet Bestendig beheer groenvoorzieningen

GEDRAGSREGELS BESTENDIG BEHEER IN HET KADER VAN DE GEDRAGSCODE FLORA- EN FAUNAWET BESTENDIG BEHEER GROENVOORZIENINGEN GEMEENTE AALBURG Defi nitief d.d. 24 februari 2012 3

Colofon Oisterwijk, 24 februari 2012 Opgesteld door Opdrachtgever BTL Advies BV. Parklaan 1 5061 JV Oisterwijk Postbus 385 5060 AJ OISTERWIJK t 013 52 99 555 f 013 52 99 550 e advies@btl.nl Gemeente Aalburg Projectnummer 221312 Status Defi nitief Copyright 2012 BTL Advies B.V.: Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze opgave mag met commerciële doeleinden worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautoriseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere wijze zonder voorafgaande toestemming van BTL Advies. 4

Inhoud Toelichting 5 Bomen in gazon/verharding 6 Bomen in beplanting 8 Houtachtige vegetatie 10 Sierbeplanting 12 Kruidachtigen extensief 14 Kruidachtigen intensief 16 Watervegetatie 18 Natuurwaardenkaart Babylonienbroek 23 Natuurwaardenkaart Drongelen 24 Natuurwaardenkaart Eethen 25 Natuurwaardenkaart Genderen 26 Natuurwaardenkaart Meeuwen 27 Natuurwaardenkaart Veen 28 Natuurwaardenkaart Wijk en Aalburg 29 Legenda natuurwaardenkaart 30 Lijst beschermde soorten Aalburg 31 5

Toelichting Dit boekje vormt de praktische uitwerking van de integrale leidraad gedragscodes Flora- en faunawet van de gemeente Aalburg voor de uitvoering van bestendig beheer. Met behulp van de informatie in dit boekje kan tijdens het uitvoeren van beheerwerkzaamheden (zoals het maaien van een berm/het snoeien van een bomenlaan) op praktische wijze rekening worden gehouden met beschermde planten en dieren. Per beheercategorie zijn concrete gedragsregels voorgeschreven die tijdens de werkzaamheden toegepast kunnen worden. Afhankelijk van de situatie (o.a. ligging/periode van uitvoering), het type beheermaatregel en het voorkomen van beschermde soorten op de werklocatie, zijn deze gedragsregels van toepassing. Aan de hand van de natuurwaardebkaarten achterin dit boekje kan ingeschat worden met welke soorten tijdens de werkzaamheden rekening moet worden gehouden. Per situatie moet daarom door de Teamleider gemeentewerken en/of Werkleider groenvoorziening of werkvoorbereider (externe partij) bepaald worden welke van onderstaande gedragsregels nageleefd moeten worden tijdens het werk. De relevante gedragsregels worden vervolgens locatie-/projectspecifiek in een beknopte omschrijving/werkinstructie vastgelegd. Door dit boekje op de werklocatie beschikbaar te hebben kunnen de benodigde maatregelen nog eens nagelezen worden. Opbouw gedragsregels In dit boekje worden zes verschillende beheercategorieën beschreven. Alle bestendig beheerwerkzaamheden vallen binnen één van deze categorieën. Per categorie is onder het kopje toepassing omschreven om welk type beheerwerkzaamheden en -groepen het gaat. Vervolgens zijn de risico s per soort(groep) bepaald en zijn de meest risicovolle locaties benoemd. Ten slotte is in gedragsregels omschreven hoe op verantwoorde wijze met beschermde planten en dieren wordt omgegaan. Door deze regels na te leven wordt schade en/of verstoring van beschermde soorten voorkomen. Teamleider/Werkleider of werkvoorbereider bepaalt welke gedragsregels nodig zijn Figuur 1 Samenvatting stappen Beknopte werkinstructie met vermelding van welke soorten en welke gedragsregels Raadpleeg voorafgaand aan werk de gedragsregels in dit boekje 6

7

Bomen in gazon/verharding (houtige boombegroeiingen met gazon of verharding als ondergrond zoals in gedragscode) Toepassing Het betreft het snoeien/verzorgen van solitaire bomen, bomen met bijzondere vorm, boomgroepen, lanen, rijbeplantingen, zowel in gazon als verharding. Risico s Beschermde soort(groep) Risicovolle locaties Tabel FFW Kans op aantreffen in beheercategorie Vogels (vb. houtduif, roek, kraai) nesten in boomkronen, (spechten)holtes 2 groot Zoogdieren (bunzing) holten in oudere bomen 1 klein Vleermuizen (vb. rosse vleermuis, watervleermuis) oudere bomen met holten en spleten, loshangende bast of schorsplaten 3 gemiddeld Gedragsregels 1. Uitvoerder (niveau 2) markeert te beschermen locaties en stelt beschermingszones in: a. Beschermingszone rondom holle bomen in gebruik door vogels (bijv. spechten en uilen), vleermuizen en bunzing, bomen met in gebruik zijnde vogelnesten, bomen met jaarrond beschermde vogelnesten; b. Stel beschermingszone in met behulp van bijvoorbeeld afschermlinten, piketten of pylonnen; 2. Jaarrond beschermde vogelnesten (kolonies van roek en blauwe reiger, roofvogels) en verblijfplaatsen van vleermuizen moeten altijd gespaard blijven, werkzaamheden in de buurt van deze nesten/verblijfplaatsen uitvoeren buiten de ingestelde beschermingszone; 3. Werkrichting aanpassen bij in gebruik zijnde vogelnesten: werk van drukke kant naar rustige kant. Bijv. voer werkzaamheden eerst aan de wegzijde van een boom uit zodat de vogel de veilige kant op vlucht. 4. Beperk schrikreacties van dieren en laat gewenning optreden door materieel op afstand te starten. Bijv. door kettingzaag op 20 meter afstand te starten van een in gebruik zijnd houtduivennest, om vervolgens de nabij staande boom te snoeien. 5. Voor het dunnen van bomen in een bomengroep of -laan wordt verwezen naar de gedragsregels in het boekje gedragsregels ruimtelijke ontwikkelingen houtige beplanting en begroeiing. 8

Werkperioden 6. Voor afstemming van werkperioden onderstaande risicokalender gebruiken: Risicokalender 7. Als in gebruik zijnde vogelnesten aanwezig zijn gefaseerd werken, door werkzaamheden aan bomen met nesten uit te stellen totdat de betreffende vogel is uitgebroed en de jongen zijn grootgebracht; 8. Houd rekening met vogels die buiten het indicatieve broedseizoen broeden (15 maart 15 juli): - Blauwe reiger, bosuil en roek kunnen al broeden in de maanden januari en februari; - Houtduif kan tot in het najaar (november) broeden. 9. Voorkom verstoring van verblijfplaatsen van vleermuizen in holten en spleten van oude bomen, door werkzaamheden aan deze bomen plaats te laten vinden in de periode dat deze niet in gebruik is. Beperk verstoring door met daglicht te werken en geen gebruik te maken van verlichting. 9

Bomen in beplanting (houtige boombegroeiingen met ondergroei zoals in gedragscode) Toepassing Het betreft het snoeien/verzorgen van houtwallen, singels, bos en bomen in beplanting, in heestervak of in ruw gras/ruigte. Risico s Beschermde soort(groep) Risicovolle locaties Tabel FFW Kans op aantreffen in beheercategorie Vogels (vb. houtduif, kraai, nesten in zowel de bomen als in ondergroei 2 groot roek) holtes in bomen Amfibieën (vb. bruine kikker, struwelen, takkenrillen, opgaande kruiden, ruw gras in de buurt 1,3 gemiddeld gewone pad, heikikker) van watergangen en -partijen onder dood hout/strooisel omgeving van het Pompveld Zoogdieren (vb. bunzing, holten in oudere bomen 1 gemiddeld rosse woelmuis) schuilmogelijkheden in de vorm van struiken, dood hout, ruigte Vleermuizen (vb. rosse vleermuis, watervleermuis) holten en spleten in oudere bomen loshangende bast of schorsplaten 3 gemiddeld Gedragsregels 1. Uitvoerder (niveau 2) markeert te beschermen locaties en stelt beschermingszones in: a. Beschermingszone rondom holle bomen in gebruik door vogels/vleermuizen/bunzing, bomen en beplanting met in gebruikzijnde vogelnesten, bomen met jaarrond beschermde vogelnesten, takkenrillen waar amfibieën of kleine zoogdieren (zoals egels) onder schuilen; b.stel beschermingszone in met behulp van bijvoorbeeld afschermlinten en/of piketten; 2. Werkrichting aanpassen: werk van drukke kant naar rustige kant om te voorkomen dat vogels, zoogdieren of amfibieën de onveilige kant op vluchten (bv. werkzaamheden eerst aan de wegzijde, daarna aan de bermzijde); 3. Voer de werkzaamheden uit in één werkrichting zodat fysieke aanwezigheid beperkt wordt; 4. Beperk schrikreacties bij fauna en laat gewenning optreden door materieel op afstand te starten. Bijv. door kettingzaag op 20 meter afstand te starten van een in gebruik zijnd houtduivennest. 10

5. Voor het dunnen van bomen wordt verwezen naar de gedragsregels in het boekje gedragsregels ruimtelijke ontwikkelingen houtige beplanting en begroeiing. Werkperioden 6. Voor afstemming van werkperioden onderstaande risicokalender gebruiken: Risicokalender 6. In gebruik zijnde vogelnesten en verblijfplaatsen van zoogdieren en amfibieën sparen door gefaseerd te werken. Bijvoorbeeld door: a. Werkzaamheden aan bomen met in gebruik zijnde nesten uit te stellen tot na de broedperiode; b. Voorkom verstoring van overwinterende egels en amfibieën in de winterperiode door strooiselhopen, takkenrillen, stapels dood hout met rust te laten; 7. Houd rekening met vogels die buiten het indicatieve broedseizoen broeden (15 maart 15 juli): - Houtduif kan tot in het najaar (november) broeden. 11

Houtachtige vegetatie (houtige struweelbegroeiingen zoals in gedragscode) Toepassing Het betreft het snoeien/verzorgen van griend/hakhout, hakhoutwal, bosplantsoen. Risico s Beschermde soort(groep) Risicovolle locaties Tabel FFW Kans op aantreffen in beheercategorie Vogels (vb. houtduif, merel, roodborst) nesten in opgaande beplantingen 2 groot Amfibieën (vb. bruine kikker, gewone locaties in de buurt van watergangen en 1,3 gemiddeld pad, heikikker) -partijen onder dood hout/strooisel (landhabitat) omgeving van het Pompveld Zoogdieren (vb. rosse woelmuis, konijn, bunzing) schuilmogelijkheden in de vorm van struiken, dood hout holen in bodem/wal 1 gemiddeld Gedragsregels 1. Uitvoerder (niveau 2) markeert te beschermen locaties en stelt beschermingszones in: a. Beschermingszone rondom bomen en struiken met in gebruikzijnde nesten, bomen en struiken met jaarrond beschermde nesten, holen van bunzing/konijn, takkenrillen waar zoogdieren en amfibieën onder schuilen; b. Burchten en bouwen van vos dienen van een rustzone te worden voorzien; c. Stel beschermingszone in met behulp van bijvoorbeeld afschermlinten of piketten; 2. Werkrichting aanpassen bij in gebruik zijnde vogelnesten: werk van drukke kant naar rustige kant. Op deze manier wordt voorkomen dat een struweelvogel zoals merel bijvoorbeeld de weg op vliegt; 3. Voer de werkzaamheden uit in één werkrichting zodat fysieke aanwezigheid beperkt wordt; 4. Beperk schrikreacties bij fauna en laat gewenning optreden door materieel op afstand te starten; 12

Werkperioden 5. Voor afstemming van werkperioden onderstaande risicokalender gebruiken: Risicokalender 6.In gebruik zijnde vogelnesten en verblijfplaatsen van zoogdieren en amfibieën sparen door gefaseerd te werken. Bijvoorbeeld door: a. Werkzaamheden aan bomen met in gebruik zijnde nesten uit te stellen tot na de broedperiode; b. Voorkom verstoring van overwinterende egels en amfibieën in de winterperiode door strooiselhopen, takkenrillen, stapels dood hout met rust te laten; 7. Houd rekening met vogels die buiten het indicatieve broedseizoen broeden (15 maart 15 juli): - Houtduif kan tot in het najaar (november) broeden. 13

Sierbeplanting (houtige sierbegroeiingen zoals in gedragscode) Toepassing Het betreft het snoeien/verzorgen van (niet) gesloten opgaande heesters, bodembedekkende heesters, solitaire heesters, hagen en blokhagen, struikrozen, botanische rozen, klimplanten en gevelbegroeiing. Risico s Beschermde soort(groep) Risicovolle locaties Tabel FFW Kans op aantreffen in beheercategorie Vogels (vb. houtduif, merel, nesten in hagen, opgaande heesters, gevelbegroeiing 2 groot roodborst) Amfibieën (vb. bruine kikker, gewone pad, heikikker) aangrenzend aan waterpartijen, dichte heesters zoals bodembedekkers 1,3 klein Zoogdieren (vb. rosse woelmuis) schuilmogelijkheden onder struiken, bodembedekkende heesters 1 klein Gedragsregels 1. Uitvoerder (niveau 2) markeert te beschermen locaties en stelt beschermingszones in: a. Beschermingszone rondom heesters met in gebruikzijnde vogelnesten, verblijfplaatsen van zoogdieren (bv. konijnenhol) en amfibieën; b. Stel beschermingszone in met behulp van bijvoorbeeld afschermlinten of piketten; 2. Werkrichting aanpassen bij in gebruik zijnde vogelnesten: werk van drukke kant naar rustige kant. Op deze manier wordt voorkomen dat een merel bijvoorbeeld de weg op vliegt; 3. Beperk schrikreacties bij broedende vogels en laat gewenning optreden door materieel op afstand te starten, vb. trekker niet naast haag waar vogel in broedt; 14

Werkperioden 4. Voor afstemming van werkperioden onderstaande risicokalender gebruiken: Risicokalender 5. In gebruik zijnde vogelnesten sparen door gefaseerd te werken, bijvoorbeeld door werkzaamheden aan delen van hagen met in gebruik zijnde nesten uit te stellen tot na de broedperiode; 6. Houd rekening met vogels die buiten het indicatieve broedseizoen broeden (15 maart 15 juli): - houtduif kan tot in het najaar (november) broeden. 15

Kruidachtigen extensief (kruidige begroeiingen met jaarlijks extensief onderhoud zoals in gedragscode) Toepassing Het betreft alle reguliere werkzaamheden in gras- en kruidachtige vegetaties. Het gaat daarbij om extensieve bermen, schrale berm, schraal gras, extensief gras, ruw gras, lang gras, ruigte, muurvegetaties. Risico s Beschermde soort(groep) Risicovolle locaties Tabel FFW Kans op aantreffen in beheercategorie Vogels (vb. graspieper, kievit, (vaak rustig gelegen) grotere extensief beheerde en -gebruikte 2 gemiddeld patrijs) gras- en kruidenoppervlakken Amfibieën (vb. bruine kikker, ruigere grasoppervlakken en bermen in de buurt van 1,3 gemiddeld gewone pad, heikikker) watergangen en -partijen Zoogdieren (vb. veldmuis, konijn) structuurrijke bermen en gras/kruiden vegetaties met bos- en struikelementen 1 klein Gedragsregels 1. Uitvoerder (niveau 2) markeert te beschermen locaties en stelt beschermingszones in: a. Bij grotere oppervlakken grasland dienen aanwezige nesten van grondbroedende vogels (zoals kievit, patrijs, graspieper) in kaart te worden gebracht en gemarkeerd, inclusief rustzone. Rustzone is afhankelijk van situatie en soort; 2. Werkrichting aanpassen bij voorkomen van amfibieën of zoogdieren: werk van drukke kant naar rustige kant en van land naar water; 16

Werkperioden 3. Voor afstemming van werkperioden onderstaande risicokalender gebruiken: Risicokalender 4. Maaiwerkzaamheden in de directe omgeving van oppervlaktewater, waar zich amfibieën bevinden, dienen bij voorkeur niet in de periode juli/augustus uitgevoerd te worden. In deze periode trekken de jonge kikkers het land op en bevinden deze zich vaak op de (droge) oever. Op deze manier wordt voorkomen dat een gehele generatie gedood wordt door het maaien. Als alternatief kan gefaseerd gemaaid worden door delen van de droge oever niet te maaien. 17

Kruidachtigen intensief (kruidige begroeiingen met jaarlijks intensief onderhoud zoals in gedragscode) Toepassing Het betreft het maaien/verzorgen van gazon, bollen in gazon, recreatief gras(sportvelden), trapvelden, wisselperken, vaste planten, gras dierenweide. Risico s Beschermde soort(groep) Risicovolle locaties Tabel FFW Kans op aantreffen in beheercategorie Amfibieën (vb. bruine grasoppervlakken in de buurt van watergangen en -partijen 1,3 klein kikker, gewone pad, kamsalamander) Zoogdieren (vb. konijn) graslocaties met aangrenzende struweelbegroeiing 1 klein Gedragsregels 1. Over het algemeen is in deze beheercategorie een verkenning van het werkterrein niet nodig, omdat de kans op het aantreffen van beschermde flora en fauna vanwege het intensieve onderhoud erg klein is. Enkele uitzonderingen: a. Gras- en kruidenvegetaties in de directe omgeving van oppervlaktewater waar amfibieën voorkomen. b. Grasvegetaties met aangrenzende struweelbegroeiing of bosplantsoen waar zich zoogdieren als konijn of egel kunnen bevinden. c. Grasvegetaties op de overgang naar struweel/beplanting of ruigere gras- en kruidenvegetaties. 2. Uitvoerder (niveau 2) stelt een beschermingszone in rond locaties/zones waar het doden van amfibieën en zoogdieren mogelijk het gevolg is. Bijv. met behulp van linten en piketten. 18

Werkperioden 3. Voor afstemming van werkperioden onderstaande risicokalender gebruiken: Risicokalender 4. Maaiwerkzaamheden in de directe omgeving van oppervlaktewater, waar zich amfibieën bevinden, dienen bij voorkeur niet in de periode juli/augustus uitgevoerd te worden. In deze periode trekken de jonge kikkers het land op en bevinden deze zich vaak op de (droge) oever. Op deze manier wordt voorkomen dat een gehele generatie gedood wordt door het maaien. Als alternatief kan gefaseerd gemaaid worden door delen van de droge oever niet te maaien. 19

Watervegetatie (waterbegroeiingen en overgangen land-water zoals in gedragscode) Toepassing Het betreft het maaien van oeverbegroeiing, rietland en moerasvegetatie in watergangen en vijvers/poelen, schonen en uitmaaien van wateren. Risico s Beschermde soort(groep) Risicovolle locaties Tabel FFW Kans op aantreffen in beheercategorie Vogels (vb. kleine karekiet, nesten op/aan de oever, in rietvegetaties, op eilandjes 2 gemiddeld wilde eend) Zoogdieren (vb. uitgebreide oevervegetatie en verlandingszone, met name 3 zeer klein waterspitsmuis) natuurgebieden het Pompveld Amfibieën (vb. bruine kikker, water waar geen of beperkt vis aanwezig is, poelen, 1,3 groot gewone pad, heikikker) opgaande begroeiingen langs water Vaatplanten (zwanenbloem) gevarieerde oeverbegroeiing, moerasvegetatie, 1 gemiddeld verlandingsvegetatie Vissen (vb. kleine- en grote modderkruiper, bittervoorn) paaiplaatsen langs de oever, watergangen met veel wateren oeverplanten 2,3 klein Gedragsregels 1. Uitvoerder (niveau 2) markeert te beschermen locaties en stelt beschermingszones in: a. Beschermingszone rondom aanwezige groeiplaatsen van beschermde planten; b. Markering van één of enkele planten met behulp van piketten (minstens 3), meerdere exemplaren kan door gebruik van zichtbare markeringen als palen en linten; c. Aanwezige nesten van riet- en watervogels (zoals wilde eend, meerkoet, kleine karekiet) dienen in kaart te worden gebracht en gemarkeerd, inclusief rustzone. Rustzone is afhankelijk van situatie en soort; d. Zones waar eieren (eiklompen of strengen) van amfibieën voorzien van een beschermingszone; 20

e. Paaiplaatsen van beschermde vissen (zoals bittervoorn) inclusief beschermingszone markeren met linten en piketten. 2. Werkrichting aanpassen bij voorkomen van amfi bieën: werk van land naar water. Werkrichting voor vissen geld dat er vrije mogelijkheid moet zijn om weg te zwemmen naar onverstoord water; 3. Voorkom onnodige vertroebeling en verstoring van het water; 4. Oeverzones met beschermde planten (zwanenbloem) tijdens de werkzaamheden ontzien of slechts gedeeltelijk maaien (gefaseerd werken). De volgende maaibeurt deze locatie wel maaien en een andere locatie ontzien. 5. Slootmaaisel van nat profi el tijdelijk laten liggen (minimaal 1 dag, maximaal 10 dagen) op de oever zodat waterdieren de mogelijkheid hebben terug naar het water te kruipen; 6. Beperk schrikreacties bij broedende vogels en laat gewenning optreden door materieel op afstand te starten. Afstand afhankelijk van situatie en soort. Werkperioden 7. Voor afstemming van werkperioden onderstaande risicokalender gebruiken: Risicokalender 21

8. Houd rekening met vogels die buiten het indicatieve broedseizoen broeden (15 maart 15 juli): - Watervogels als wilde eend, meerkoet en fuut kunnen tot in september/oktober broeden; - Rietvogels als kleine karekiet en rietgors kunnen tot in augustus/september broeden. 9. Maaiwerkzaamheden in de directe omgeving van oppervlaktewater, waar zich amfibieën bevinden, dienen bij voorkeur niet in de periode juli/augustus uitgevoerd te worden. In deze periode trekken de jonge kikkers het land op en bevinden deze zich vaak op de (droge) oever. Op deze manier wordt voorkomen dat een gehele generatie gedood wordt door het maaien. Als alternatief kan gefaseerd gemaaid worden door delen van de droge oever niet te maaien. 10. Op locaties met (beschermde) vissen werkzaamheden uitvoeren bij een watertemperatuur boven de vorstgrens en onder de 25 graden Celsius; 11. Op plaatsen waar amfibieën voorkomen werkzaamheden in de winter beperken als de temperatuur beneden de 10 graden Celsius daalt. 22

Eendenveld Natuurwaardenkaart Babylonienbroek 46 47 14 42 Het Pompveld 34 15 2 1 5 22 43 Babyloniënbroek 23 Eethen

Babyloniënbroek Natuurwaardenkaart Drongelen 3 9 Gende Eethen 45 39 Meeuwen 41 4 8 35 7 23 17 6 16 51 Drongelen 44 54 50 55 53 48 66 49 24

Natuurwaardenkaart Eethen 5 Babyloniënbroek 3 9 Gen Eethen 45 39 Meeuwen 4 25 Drongelen

Natuurwaardenkaart Genderen Wijk en Aalburg 2 1 65 19 5 52 18 57 Eethen 45 39 3 25 56 24 26 38 33 Genderen 10 4 26 Drongelen

Eethen Dron Natuurwaardenkaart Meeuwen Babyloniënbroek 43 9 Meeuwen 41 8 7 23 17 35 27

Natuurwaardenkaart Veen 28 20 Veen 36 27 29 61 32 67 Spijk 60 31 62 64 28

Natuurwaardenkaart Wijk en Aalburg Andel Veen 20 36 27 29 61 32 67 Spijk 62 31 60 63 30 64 12 15 13 21 Wijk en Aalburg 59 58 37 1 2 11 65 19 5 52 broek 57 18 3 25 38 24 56 Genderen Gedragsregels bestendig beheer, opgesteld door BTL Advies Eethen 26 33 29

Legenda natuurwaardenkaart 30

Lijst beschermde soorten Aalburg 31

32

33