Van Sente Paula der weduwen van Roemen



Vergelijkbare documenten

[C5v] Hoe Floris metten korve vol bloemen opten toren ghedraghen wert. [6]

hertaling Albert Verwey (soms iets herschikt) [of een eigen variante] Hadewijch s 7e visioen

Die legende des heileghen bisscops Sinte Nyclaes

tekst: Mariken van Nieumeghen fragment: Hoe Emmeken haer sondich leven een luttel beclaecht

Die coninc vraecht: Hoe comt dat men wint gevoelt ende niene sien en mach?

1. Van enen brueder in welkes hande die kroemen verwandelt weren in peerlen

Fragment III. UniversiteitsBibliotheekAmsterdam, Fragment I A 24-c. Een fragment van Die Rose van Heinric bestaande uit twee hele stroken.

.vij xiiij A iij b c xi d PETRONILLE virgine.vij

Het oudste het oudste Hofje binnen Leiden.

Pelgrimagie der menscherliker natueren

Hs. Stockholm KB A 159 (26vb-28ra) Hs. Amsterdam Universiteitsbibliotheek VI B 14 (40rb-42rb) Vanden onnoselen kinderen. Wat de name bediet

Wat de name bediet. Donnosel 1

Niclaes Peeters. Editie J.G.R. Acquoy

Van Pylatus. Hoe Pylatus doot sloeg des conincs soen van Vrancrijck. 1. Doesborch 1528: spelden

MATHIAS die apostel ons heren wert gecoren in [-een] stede

De oudste preken in het Nederlands

33054 vogel sijn vlucht gedaen heeft also dat men daer gheen teyken en siet daer die vogelen gheulogen hebben ende het wer-

Vanden sacramente van Aemsterdam.

'i' ontstaan, een verschijnsel dat vooral in het Brabants voorkomt (Van Loey 1980b, 15b).

3,2. Boekverslag door P woorden 25 juni keer beoordeeld. Toneelstuk, Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1500 Nederlands.

Diplomatische editie bezorgd door Mike Kestemont en Willem Kuiper

Göttingen, theol. 160 proloog, Cant. 1,

STILTE, TOON, ZANG, GERUCHT. Spreken en zwijgen over, tot en in het Onzegbare

DE TIEN GEBODEN, Provinciale Bibliotheek van Friesland, HANDSCHRIFT. Gr. W. VAN BoRSSÜM WAÄLKES, NAAR EEN UIT DE BEWERKT DOOR

Wat die mensche es, ende vander bitterheyt der hellen, ende vander zuetecheyt des hemelrijcs. Cap. 43.

2 Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had:

Valentijn ende Oursson,

De jeeste van Walewein

O Mdat het verhaal vergeten is

Het was een maged uitverkoren

Een nieuw lied, op de wonderlijke lotgevallen van een Haarlemsch weesmeisje in de Oost-Indiën.

Ponthus ende die schoone Sydonie

Een nieuw lied op de zeven hooftzonden: en op ieder zonden haar exempel, zeer stigtig voor de

Boekverslag Nederlands Elckerlijc door Onbekend

Esmoreit. editie P. Leendertz Jr.

Het Gruuthuse Manuscript. Middeleeuwse liedjes. Het Gruuthuse Manuscript Adellijke cultuur Hoofse literatuur

J. van Mierlo Jr., S. J. Strophische Gedichten

Dander Martijn. De tweede Martijn.

Ende quam my tegen te gemoete, Al lesende sijn gebede. My docht recht aen sijn zede Off hi al goet tot my woude. Ende recht als ic hem liden soude In

Tekst I. Hoe GROET ALEXANDER geboren wort ende voert regneerde.

Is Jezus God? De namen van God de Vader en God de Zoon

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

Tussen hemel en hel. Sterven in de middeleeuwen


Pinksteren Handelingen 2 : 1 t/m 47

Sigle: Le Aufbewahrungsort: Universiteit Leiden Bibliotheken Signatur: Hs. Ltk. 226


Dit es den register vanden boucken die Joncfrauwe borluuts heeft ghegeuen den beghijnhoue vander hoyen. 1

DIE DESTRUCTIE VAN JHERUSALEM

Het nieuwe christelyk en geestelyk uur-slag

Verhaal: Jozef en Maria

Ro 8:37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad

Bijlage I: Parafrase en analyse van relevante passages uit boek VI van Van den proprieteyten der dinghen (VDPDD)

Hier begint die legende vander weerdiger maget Sunte cesilien Ende ten eersten een prologus

7.10 Aanbesteding herbouw van spits in 1714

De jeugd is als een bloem die wordt afgesneden

Goede vrijdag Zie Het Lam!

Boekverslag Nederlands Karel ende Elegast door Onbekend

[houtsnede 1: Raymondijn ziet Meluzine in bad zitten]

Sigle: Le Aufbewahrungsort: Universiteit Leiden Bibliotheken Signatur: LTK 226

[A1r] Van Floris ende Blancefleur. T Antwerpen op de Lombaerde Veste in De Gulden Pellicaen by Guillaem van Parijs

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Van Sunte EUSTACHIUS

Vindplaats: Toonkunstbibliotheek Amsterdam, 212 E 20, Gulde-iaers Feest-Dagen, 1635 I.S.V.W. Pagina 1157, Microfilm: UB Amsterdam

Amsterdamse Studentenekklesia

4.9. Boekverslag door een scholier 2127 woorden 2 juli keer beoordeeld. Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1300 Nederlands

Paasfeest een traditie?

Octroij verleent aen M(eeste)r Sijmon Douw op sijne inventie. gedurende den tijt van eenentwintich jaren.

Vanden winter ende vanden somer

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

(uit: Der Nature Bloeme - Jacob van Maerlant (ca. 1270), vertaling Peter Burger) Afbeeldingen uit het originele werk:

L E S E R. [485] T O T D E N

exemplaar Huis Bergh, Hs. 4.

Rouw-klagt over het droevig afsterven van de wel edele vrouwe mevrouwe Margareta Rosa, weduwe

oe Namels van Bavier hoorde [162] Karels redene ende sine woorde wart hi van herten seere gram.

Verspreide sermoenen

naar God Verlangen Thema: juni welkom in de open deur dienst voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan

ORDE VAN DIENST ZONDAG 21 APRIL 2019 MARTINIKERK PASEN. Muziek van chr.muz.ver.harmonie

Liturgie middagdienst Woensdag 25 december Gezang 139 vers 1, 2en 3

editie J.G. Heymans 2012 dbnl Zie voor verantwoording: i.s.m.

Zondag 21 oktober Zuiderkerk. Voorganger: ds Harmen Jansen Organist: E. Bremer. Orgelspel. Welkom. Zingen: lied 217 vers 1, 3, 4 en 5

Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 3

DE MANNEN DIE NIET WILDEN BUIGEN

Omme dat die mensche na der scrifturen coninc es der creaturen, es dus van hem mijn beghin.

3,4. Boekverslag door A woorden 20 december keer beoordeeld. Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1400 Nederlands

I n den salighen name Marie, [90]

Cort verhael van die ghesciedenisse ende belegeringhe der stat Alcmaer anno 1573

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Bruylofs-gedicht, ter eeren van den E. Gosuinus de Wit, ende joffr. Elizabeth de l'homell

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus.

Spiegel der monniken

Tien tiden dat si waren daer, ghenas die maghet sonder vaer ende sonder wonde ende sonder pine van haren oudsten cnapeline. Niet dat soe enech h

DE DOOD VAN MARIA. Heidi de Wit VT1A

U wordt verzocht in het middenvak plaats te nemen. Stilte. Gebed van de witte donderdag

DE FAMILIE-AANTEKENINGEN VAN ADRIAEN CLAESZ. [VAN ADRICHEM] TE DELFT ( )

Wat die name bedudet. Van sunte Sebastiaen

Boekverslag Nederlands Karel ende Elegast door Onbekend

Transcriptie:

Van Sente Paula der weduwen van Roemen Paula was een edel vrouwe van Roemen. Haer leven bescreef Ieronimus in desen woerden: Waert dat al mijn leden worden verwandelt in tongen ende alle mijn lede spraeken, soe en soude ic niet mogen seggen die werdicheit van Paulen doechden. Si was edel van geslechte, mer si was edelre van heilicheden. Si was wilen eer machtich van rijcheden, maer si was nu machtige in Cristus aermoede. Want ic roepe Ihesus te orconde ende sijn heilege engelen ende sonderlinge den ingel, die behoedere was van desen heilegen wive, dat ic niet in gracien noch niet en segge inder prisen der mont, mer dat ic seggen sal tot haerre orcontscap, dattet minre is dan haer verdiente. Die cortelijk weten wilt haer duechden: si bleeff aermer dan al hoer 1 armen die si leet. Ende gelijc dat onder velen gemmen een al te duerbaeren steen blict, ende als die scijm vander sonnen, die clein vierige scijn vanden sterren verdonckert ende uut doet, alsoe ghinc si boven allen menscen duechden ende cracht met oetmoedicheit 2. Ende si was die minste onder allen menschen om dat si boven allen menscen groot weerden soude. Ende soe si haer meer neder werp, zoe si God meer verhief. Si vloe glorie, nochtan vant sie glorie ende si volchde den duechden na gelijc den scheeme. Ende si liet die ghene die haer volchden, ende volchde 3 den gheenen diese versmaeden. Doen dese Paula vijf kindere gebaert hadde, dat was Blesillan, van welker doot dat icse troeste te Roemen; ende Paulinum ende Palmachium, den goeden heilegen man, die proefft was van horen goede ende die si erfgenoet liet der af, ende op Paula doot, so seinden wi hem een clein boec. Ende Eustochium, hoer dochter, die nu een duerbaer spang 4 is van suverheden int heilege lant. Ende Rufinam ende Dorotheum. Ende der 5 na en 6 gebaerde si niet meer, datmen verstaen mach, dat si der echten nimmermeer niet begeerten en begeerde te dienen, mer haers mans wille te voldoene, die altois begeerde kinder te winnen. Na dien dat hoer man doot was, zoe beweende si hem alsoe zeere, dat si bina oec doot was. Mer doen bekeerde si hoer tot gods dienste weert, dattet sceen dat sij sinen doot begeert 1 Hoer: haar 2 Oetmoedicheit: nederigheid, ondergeschiktheid 3 Handschrift: volgden 4 Spang: broche 5 Daer 6 Handschrift: oorspronkelijk ende, abbreviatuur is geschrapt

hadde. Want soude ic besegghen, hoe si alle die rijcheeden den aermen deelde, van haren groten edelen huise, dat wilen eer alte vol was. Si wort ontsteken met Paulinus duechden des bisscops van Anthiochien, ende Ephiphanij, die doen te Romen waeren, ende peinsede onderwilen haer lant te laeten. Hier na ginc si ter haven weert 7, daer si scepen soude. Ende haer volchde haer mage 8 ende haer kinder. Ende si ginc te scepe. Ende die cleine Dorothens, haer zoen, leide vriendelijc zijn hande te gader ter moeder wert, ende Rufina, die te hiliken was, ende baden van haer opt lant, dat si ontbeiden woude ment 9 si gehiliket waere, met weenenden ogen al swigende. Si vor wech altoes die ogen te hemel wert hebbende, mer si en mercte op die kindere niet, mer si hopede in gods goedertierenheit. Zi en wiste niet, dat si moeder was, om dat sij proeven woude dat si Cristus joncwijf was. Haer herte wort gequelt gelijc ofmen een let toge vanden anderen met anxte mer si vacht met rechte der natueren met vollen geloeve. Si doechde niet dat begeerde haer verblidende wille ende si versmaede die minne hoere kindere om gods minne. Ende si nam haer zolaes alleene in Eustochi[um] 10 die haer gesellinne was in meiningen ende in pelgrim[aedse] 11. Dat scep vor vast dor de zee wech ende alle die mede int scep waeren zagen te l[an] 12 de weert. Mer si hielt ha[er] 13 ogen zoe dat si niet zien [en] 14 soude dat si zonder rouwe niet zien en mochte. Doen si ten heilegen lande comen was, zoe sende de baliu vanden Palestinen knapen datmen haer herberge bereiden zoude. Want hi kende haer gesinde wel. Maer si coes een celle. Ende omginc met groter begerten al die steden. Zoe en hadde zi haer niet gehaest vander een 15 eenre ter andere men hadse vander ierster stad niet mogen brengen. Si viel lanx vor ons heeren cruce of si hem hadde zien hangen ant cruce also aenbeden si. Ende als si int graf quam, soe custe si den steen die den dengel vanden grave hadde gedaen ende die stad daer ons heere in lach als of si metten monde gelict hadde water daer haer lange na ghedorst hadde. 7 Weert: naar, in de richting van 8 Mage: familieleden 9 Ment, lees went: totdat (vgl. Groenendaal) 10 Gereconstrueerd omdat niet duidelijk leesbaar in de vouw van het blad 11 Gereconstrueerd omdat niet duidelijk leesbaar in de vouw van het blad 12 Gereconstrueerd omdat niet duidelijk leesbaar in de vouw van het blad 13 Gereconstrueerd omdat niet duidelijk leesbaar in de vouw van het blad 14 Gereconstrueerd omdat niet duidelijk leesbaar in de vouw van het blad 15 Fout: een is een dittografie

Hoe si daer weende, hoe si der suchtede, wat rouwen si daer dreef, wiste al Iherusalem ende God weet oec dien si bad. Daer na voer si te Bethleem ende ginc int hol ons heeren ende sach daer der weerder maget Marien everhuus 16. Ende daer ut horde seide si dat si metten ogen haers geloefs sach tkindekijn in doeken gewonden liggen in die cribbe weenen ende dat si die coninge sach comen metter sterre gode aenbeeden ende Marien ende Joseph ende die harden die des nachtes quamen besien dat woert dat ghemaect was. Ende dat si sach hoe Herodes die cleine kinderen doden dede ende hoe Joseph ende Maria in Egipten vloen. Ende si zeide met bliscapen al weenende: God behoede di Bethleem huis des broots daer tbroot dat vanden hemel quam in geboren is. God behoede di Effrata vette lantscap dijn drachticheit 17 is God. Ic onsalege zondersse ben weerdich geacht te cussen daer onse heere weenende in lach ende te beeden inden hole daer die weerde maget in gebarde den gods zone. Dits mijn ruste want het is ons heeren lantscap. Hier sal ic woenen want hi heeftse vercoeren. Daer soe werp si haer neder in soe grooter oetmoedicheit diese sach. Ende die haeren eerliken naeme gekent hadden, zi souden hebben gewaent dat zijs niet geweest en hadde mer dat si hadde gheweest alder andere maget. Want daer si was metten anderen meechden, zoe was si van cleederen, van spraken, van habite ende van allen manieren minre dan die andere. Vander tijt dat haer man doot was tot dat si sterf, zoe en at si nie met man hoe heilich ende hoe hoege dat hi was. Si en baedde niet en si en hadde vreese 18 nergent voere. Hoe siec si was, si en woude op geen saechte bedde liggen mer si lach op die herde erde ende hadde onder haer niet dan haer cleedere. Ende daer ruste si dach ende des nachtes waecte si meest in bedingen. Cleine sonde die beweende si zoe seere als of si met groten sonden hadde gevaen geweest. Als wij haer plaegen te seggen dat si haer ogen spaerde dat si die heilege ewangelie lesen mochte, so seide si: Ic ben sculdich mijn aensicht te verbleeken dat ic dicwile met blancketten 19 ende met anderen dingen scoen heb gemaect. Ic ben oec minen lichaem sculdich te pinen dat soe grot weelde gehad hevet. Ende ic ben sculdich te weenen om dat lachen dat ic 16 Everhuus: varkenstal 17 Drachticheit: vruchtbaarheid 18 Handschrift: vreesee. Hier zit een fout: het tweede e is te veel 19 Blancketten: zilveren ketting

dicke ghelacht hebbe. Die saechte linden laeken ende die siden ben ic sculdich te wandelen om haeren cleederen. Ic die minen man genoechde in die werelt begere nu Cristum te genoegen. Woude ic seggen die suverheit daer si haer in hielt met desen doechden, ic en souts niet mogen 20 doen. Want soe si te Roemen weerlijc was, zoe was si allen vrouwen exempel. Want si hielt haer alsoe dat geen quaetclapper 21 van haer en mochte versieren te segghen. Doen si alte milde was in te ghevenne, zoe berespte icse en seide hoer dat si niet soe vele en ghave haer en bleve altoes dat si iet te gheven hebben mochte. Mer si antwerde 22 mi met so saechter redenen ende seide dat sijs gode te orconde name om wien dat sijt al gelaten hadde, ende dat si beloeft hadde aerm te sterven. Also dat si haerer dochter enen penninc niet laeten en soude. Ende als si doot waere, dat mense winden soude in een vreemt slapelaken. Ten lesten, seide si, bidde ic, ic zal veel lude vinden die mi geven sullen. Oft ic desen aermen mensce niet en gheve dat ic gheven mach van vreemden goede of hi sterft van wien sal men sijn ziele heiscen. Si en woude haer ghelt niet bestaeden inden steenen deser werelt die metter werelt vergaen sullen, mer si bestadet inden levenden steenen die opter erden wanderen. Dat zijn die goede menscen. Nauwe dede si in haere spise olie zonder 23 op die feestelijc dage. Ende si at meer van eenre spisen wat dat si van wine ende van anderen drancke ende van vissce ende van melcke ende van honige ende van eieren ende van anderen spisen die zuet van smaec zijn seide. Ende hoe luttel dat sijs nam dat laete ic achter. Nochtan duncket vele luden die hier met haeren buic vullen dat si grote penitencie doen. Ic kende eenen clapper die seide dat vele luden dochte dat Paula om die grote heitte van duechden die sij hadde al sot was. Ende si seiden hoer dat si haer hersene vermaken soude, maer si antwerde hem: Wij sijn worden een bescouwen der werelt ende den ingelen ende den menschen. Wij sijn sot om Cristum mer dat gode sot is dat is den menscen alte vroet. Nader mannen cloesteren dien si den mannen bevolen had te berechten, soe deelde si in drie scaren vele maechde, edele ende onedele die si vergadert hadde uut vele landen ende settese 20 Mogen: vermogen, kunnen 21 Quaetclapper: kwaadspreker 22 Antwerde: antwo(o)rde 23 Zonder: behalve

in drie cloesteren soe dat si versceiden waeren in wercken ende in spisen. Mer si vergaderden ter psalmodien ende tot gods love. Ende als si onderlinge streden, soe brochtse Paula weder te peise met saechter redenen. Dat weeldege vleisch vanden jongen joffrouwen bedwanc si met dobbelen vasten want si hadde liever dat si ziec worden inder magen dan int herte. Ende seide dat die suverheit vanden clederen ende vanden lichaem waer in onsuverheit der zielen. Ende datmen onder die weerleke luide clein achte, dat [was] alte groten sonde inden cloestere. Als die ander zieck waeren, soe gaf si hem o[ver] 24 vloielic dat si begeerden ende dede hen oec vleisch e[ten] 25. Mer als zi ziec was, soe en dede si haer selven gheen gemaek mer die goedertierenheit, die si den anderen dede, dat verwandelde si te haers selfs behoef in haerdicheden. Ic zal seggen dat ic proevede. In iulius maent quam Paulen die bernende reden 26 aen, soe datmen waende dat si gestorven soude hebben. Mer doen si vercomen was ende haer die meesters hieten dat si om haer lichaem te vermaken een luttel wijns dronck, dat sijt twater niet laden en soude vanden water dat si dranc ende ic oec al heimelijc den paeus Ephipaninij bat dat hi hoer bevele wijn te drinckene, alsoe hi een wijs man was ende subtile van zinne soe verstont dattet bedriechnisse waere. Ende hi antwoerde mi ende seide dat ic dat dede. Doen die paeus uutgecomen was van Paulen na dien dat hi hoer veel geraden hadde, ende doen hi hem vraeghede wat hi gedaen hadde, soe antwoerde hi mi: Ic heb zoe vele profites gedaen dat si mi vol na geraden heeft dat ic gheenen wijn drincken en zal. In geween was si zeere morru ende si wort seerte tebroken in haere kinder doot. Want doe hoer man ende hor kindere storven, soe was si van rouwen in groter vresen. Die heilege scriftuere behielt si metter herten ende zonderlinge historie want si seide dat dit was tfundament van gods waerheit. Maer si volgede meeste der geestelijcker verstandenissen. Ende hier mede soe stichte si haer ziele in doechden. Ic zal seggen dat machscien enige beniders ongelovich duncken sal: Die hebreeusce taele die ic met groten aerbeide ende nernste van mijnre joncheit geleert hebbe een deel ende ic en laet niet ic en studere altoes in dier talen doen ic van hoer was, zoe woude sise leeren. Ende si vercreech die tale soe dat si die souter 27 in hebreeusch sanc ende dede enich sermoen in hebreeusch zonder enich properheit inden latine te spreken. Ende dat mach men noch sien in haere heileger dochter Eustochia 24 Gereconstrueerd omdat niet duidelijk leesbaar in de vouw van het blad 25 Gereconstrueerd omdat niet duidelijk leesbaar in de vouw van het blad 26 Bernende reden: brandende koorts 27 Souter: psalmboek, psalter

Doe Paula sterven soude, niement en mochte dat gesien met drogen ogen. Si viel in swaere siecheit want si vant dat si sochte dat was dat si ons laeten zoude ende volmaectelijc 28 met onsen heere vaeren. Wat soude ict lange maeken. Dese vroede 29 vrouwe wort gewaer dat die langhe doot quam. Want haeren lichaem begonste cout te worden ende die lede. Ende alleen 30 mochtmen gewaer worden van hetten in haer heilege borst. Ende om dat si tot haeren wort 31 voer ende laeten woude die vreende deser werelt ende versmaeden, zoe begonste si dese veerse te seggen: Heere ic heb gemint die scoenheit dijns huises ende die stad dijnre woeninghen. Ende hoe geminnt zijn dijn woeninghe. Heer der doechden. Ende doen ic haer vraechde waer bi dat si niet en sweech ende waer bi dat si mi niet en antwoerde ende of si pine hadde. Doen antwoerde si in griex 32 dat si niet swaers en hadde. Mer si lach al rustelijc ende stille. Hier na sweech si ende loec doen haer ogen. Ende tot dat si haeren geest gaf, zoe seide si die voerseide veerse zoe dat ic nauwe gehoren conste wat si seide. Doen si doot was, zoe quamen al die moniken uter woestinen ende alle maechden uut haeren heimelijcheden - want die niet geweest en hadde tot Paulen uut leiden, hi achte dat sacralegie. Glos[se] 33 dat is een grote sonde als diefte van heilegen dingen of in heilegen steden te stelen - hent 34 si begraven was bi ons heeren cribben. Die werdege Euthocium en mocht men vander moeder niet trecken doe si doot was. Si cussede der moeder ogen ende omhelsde al haer lichaem ende begeerde met haer begraven te weerdene. Ihesum weet dat Paula hoerre dochter eenen penninnc niet en liet maer een groote vreemde bordene die swair was een grote menichte van broederen ende susteren die scerp waeren te voedenne ende ongenadich te verdriven. 28 Handschrift: oorspronkelijk vomacteijc, de twee l zijn superscript door een andere schrijver 29 Vroede: verstandig, wijs 30 Handschrift: oorspronkelijk allen, de e is superscript 31 Wort: waard (subst.) 32 Handschrift: oorspronkelijk grix, de e is superscript 33 Gereconstrueerd omdat niet duidelijk leesbaar in de vouw van het blad 34 Hent: tot, totdat