Jaarverslag Dierenwelzijn 2015



Vergelijkbare documenten
Jaarverslag Dierenwelzijn 2014

Jaarverslag Dierenwelzijn 2016

Nationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal

10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Jaarverslag Stichting Dierenhulpencentrum 2014

Broedvogelinventarisatie. Wijchens Meer-west,Wijchen. Hans Hollander, 2008

Nieuwsbrief Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren Oostende januari 2006

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Tuinvogels. Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught

Jaarverslag Stichting Dierenhulpencentrum 2015

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

Vogelexcursie Maasplassen

BMP rapport Gat van Pinte 2013

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Dieren in de vrije natuur in het Park Berg en Bos door Henk Otto

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

De weg eist zijn tol: 10 jaar verkeersslachtoffers op de Nijmeegsebaan in Groesbeek

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

extremadura 25 maart - 2 april 2011 een fotoverslag van Jeannet & René van Rossum Trujillo, Extremadura, Spanje, 26 maart 2011 (Jeannet Keijzer)

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Beleidsplan DAW Beleidsplan van Stichting Dierenambulance Woudenberg e.o.

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Datum: Zondag 30 juni Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim

Broedvogelinventarisatie woonwijk De Ziep, Didam in 2007

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

BMP rapport Gat van Pinte 2012

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken

BMP rapport. Gat van Pinte 2017

Stadsvogelbalans 2009

Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014

Broedvogels Landgoederen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen

10 jaar MUS Meetnet Urbane Soorten. Vogeltelling ook geschikt voor meten kwaliteit van je leefomgeving?

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

Verslag Broedvogel Monitoring Project. Vorstenbosch Leeghandse Weg 2013 SOVON Vogelonderzoek Nederland BMP plot nummer 6833

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld.

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Datum: Donderdag 4 april Excursie: Naardermeer ochtendexcursie. Gids: Pim

AMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS

MUS - rapportage Meetnet Urbane Soorten. Den Haag en omstreken

Inhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5

KNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

De stad als leefgebied

Overzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels.

Resultaten van vijf jaar Meetnet Urbane Soorten in Wijchen-Zuid ( )

Datum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Datum: 13 mei Excursie: Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

L E I D S E H O U T : S U M M E R J A Z Z E N W E R F P O P

NATIONALE TUINVOGELTELLING

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Vereniging Centraal Wonen Driebergen (ECWD) S.W. de Groot De Kievit PL DRIEBERGEN

Gemeente Amstelveen Afdeling RO & Projecten T.a.v.: P.J.M. van den Bergh Postbus BA AMSTELVEEN

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Datum: Vrijdag 14 juni Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Bosmuseum Gerhagen Zavelberg Tessenderlo

Nationale vogeltelling voor golfbanen in samenwerking met de NGF en Golf- & Countryclub Liemeer

BROEDVOGELS VAN HET HEILIGENBERGERBEEKDAL IN AMERSFOORT IN 2003

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Datum: Maandag 21 mei Excursie: Zuid-Kennemerland, Duinen & Polder. Gids: Pim

Broedvogels van het Landgoed Dorth in 2006

MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken. Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio

Handleiding Vogel Wintertuintelling IVN Zeewolde. Vogelwerkgroep Oriolus

Nieuwsbrief PTT December 2013

MUS-rapportage Meetnet Urbane Soorten Den Haag en omstreken. Samensteller: Tom Loorij, coördinator Sovon voor de Haagse regio

H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel (HB) en Adviesbureau Haver Droeze (HD) Beopublicatie: December 2012

Verslag Broedvogel Monitoring Project. Bedafse Bergen NW 2014 SOVON Vogelonderzoek Nederland BMP plot nummer 7069

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Broedvogelinventarisatie in de Koppenwaard te Lathum 2016

Meetnet Urbane Soorten (MUS)

FLORA- EN FAUNASCAN Zoekgebied fietsenstalling Strawinskylaan

Transcriptie:

www.utrecht.nl Milieu & Mobiliteit Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 rapport van Milieu & Mobiliteit april 2016

Colofon uitgave Milieu & Mobiliteit Gemeente Utrecht 030-286 00 00 info@utrecht.nl in opdracht van Milieu & Mobiliteit Gemeente Utrecht internet www.utrecht.nl rapportage Wilma Breijer Foto s Dierenbescherming Regio Utrecht Stichting Stichts Asyl voor Dieren Stichting Dierenambulance Utrecht Stichting Vogelopvang Utrecht Maarten Gilbert Gitty Korsuize Wilma Breijer informatie Wilma Breijer 030-28 64257 maart 2016 Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 2/25

Inhoud 1. Inleiding... 4 2. Dieren in de stad... 5 3. Opvang honden en katten... 11 4. Opvang knaagdieren, wilde dieren en volièrevogels... 14 5. Vogelopvang... 17 6. Dierenvervoer... 19 7. Diversen... 21 Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 3/25

1. Inleiding De meest betrouwbare graadmeter voor de menslievendheid bij een volk en een mens is, hoe zij met dieren omgaan en ze behandelen. Berthold Auerbach (1812 1882) Dit is het tweede Jaarverslag Dierenwelzijn. In deze rapportage zijn gegevens te vinden over de flora en fauna in onze stad, de opvang van diverse dieren, het vervoer van gewonde of zwervende dieren over het jaar 2015. Deze gegevens over opvang en vervoer zijn verstrekt door onze partners hiervoor: Stichting Stichts Asyl voor Dieren, de Dierenambulance Utrecht, de Dierenbescherming Regio Utrecht en de Stichting Vogelopvang Utrecht. Bij de bespreking(en) van het Jaarverslag Dierenwelzijn 2014 in de raadscommissie zijn diverse verzoeken en suggesties gedaan om het jaarverslag uit te breiden. Het Jaarverslag is ten opzichte van het vorige uitgebreid met: informatie over de aanwezigheid van vleermuis, huismus en gierzwaluw in de stad; resultaat bijeninventarisatie; cijfers m.b.t. de opvang van honden en katten; extra cijfers van de vogelopvang; cijfers vervoer van dieren voor Utrecht; cijfers over dieren in de Steedes en gesubsidieerde dierenweides; informatie over verkeersslachtoffers; evenementen met dieren; financiën. De gevraagde cijfers over dierenmishandeling en dieren die betrokken zijn bij o.a. huisuitzettingen blijken niet beschikbaar te zijn. Ook via het meldpunt 144 (red een dier) zijn geen cijfers voor de gemeente Utrecht te verkrijgen. Atalanta: trekvlinder vanuit Zuid-Europa Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 4/25

2. Dieren in de stad Diervriendelijk bouwen In 2015 zijn stappen gezet ten behoeve van een gebiedsgerichte ontheffing Flora en faunawet: het diervriendelijk bouwen. Om gebiedsgericht ontheffing te kunnen geven, moet bekend zijn welke beschermde soorten op welke plekken in de stad, voorkomen. Voor de belangrijkste gebouwbewonende soorten, te weten: gewone dwergvleermuis, huismus en gierzwaluw is hiervoor in 2015 het onderzoek afgerond. De resultaten hiervan zijn verwerkt in het Soortenmanagementplan. Naast de gebouwbewonende soorten zijn er uiteraard vele andere soorten dieren die in onze stad voorkomen. Dit is al eerder in beeld gebracht. In onze parken, landgoederen en begraafplaatsen zijn de dieren volop vertegenwoordigd, bijvoorbeeld: roofvogels, uilen, spechten, zangvogels en egels. In het oostelijk deel van de stad zijn naast de eerder genoemde dieren eekhoorns en kleine marterachtige (hermelijn, bunzing) te vinden. Op de landgoederen zijn naast deze dieren ook reeën en dassen aanwezig. De oostelijke faunapassages zijn dan ook erg belangrijk voor de uitwisseling tussen de oostkant van de stad en het buitengebied. Vleermuizen Vleermuizen verplaatsen zich door het jaar heen naar meerdere verblijfplaatsen, waarbij zij in winterslaap gaan om het gebrek aan voedsel te kunnen overleven. De winterslaap van de gewone dwergvleermuis vindt plaats in groepen in gebouwen. Als dit een grote groep vleermuizen betreft, heet dit een massa-overwinteringsplaats. Landelijk gezien is de Inktpot de grootste binnenstedelijke massa-winterverblijfplaats voor de gewone dwergvleermuizen. Een andere grote winterverblijfplaats is het Ziekenhuis Overvecht. Na het overwinteren, verzamelen de vrouwtjes zich in groepen de zogenaamde kraamgroepen. In deze groepen worden de jongen geboren en gezoogd. De moeders krijgen hierbij hulp van oma, tantes en zussen. Kraamgroepen wisselen regelmatig van gebouw. De mannetjes verblijven in deze periode in kleinere groepen of eenzaam in gebouwen (zomerverblijfplaatsen). Nadat de jongen zijn uitgevlogen volgt in het najaar de zwermperiode waarbij vleermuizen elkaar ontmoeten bij de overwinteringsgebouwen. Ze inspecteren of er komend jaar ook overwinterd kan worden en ontmoeten een partner voor de paring. Paring vindt plaats in vele kleine paarverblijfplaatsen die verspreid door de stad voorkomen. Roepende mannetjes trachten vrouwtjes naar hun paarplek te lokken. Alle gebouwen waarin de vleermuis één of meer periodes huist, hebben een jaarronde juridische bescherming. Dit houdt in dat deze verblijfsplekken niet aangetast mogen worden, ook als er geen dieren in verblijven. In 2014 en 2015 is onderzocht in welke gebouwen de grotere groepen gewone dwergvleermuizen overdag huizen. De kraamgroepen huizen vaak in gebouwen in de randen van de stad, dicht bij het voedselrijke buitengebied. In Haarzuilens is de grootste kraamgroepen gevonden met 129 individuen. Zomerverblijfplaatsen worden door de hele stad gevonden, meestal in de buurt van parken of water. Tijdens het onderzoek zijn overwinteringslocaties vooral ontdekt in de binnenstad, Kanaleneiland en wijk West. Deze locaties lijken gebruikt te worden door minder grote groepen dan het massaoverwinteringsplaats in de Inktpot. Het aantal overwinterende vleermuizen in een gebouw is echter lastig te bepalen, omdat we niet in een spouwmuur kunnen kijken hoeveel er zitten. Er is geen stadsbreed onderzoek gedaan naar paarverblijfplaatsen in de Utrecht, gezien de hoge kosten die dit met zich mee zou brengen. Het onderzoek naar vleermuis verblijfplaatsen was mogelijk dankzij de hulp van vele vrijwilligers. Komend jaar hopen we met hun hulp nadere informatie over de verblijfplaatsen te verzamelen. Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 5/25

Tabel 1: Aantal gevonden gebouwen met een vleermuisverblijfplaats Type vleermuisverblijfplaats Massa winterverblijfplaats 3 Winterverblijfplaats 61 Vermoedelijke winterverblijfplaats 69 Kraamverblijfplaats 22 Zomerverblijfplaats, mogelijke kraamverblijfplaats 13 Zomerverblijfplaats 127 Vermoedelijke zomerverblijfplaats 32 Totaal 327 Bron: gemeente Utrecht Aantal gebouwen Reptielen In Utrecht komen twee soorten reptielen voor: de ringslang en de muurhagedis. De muurhagedis komt alleen voor in de Botanische Tuinen van Utrecht op fort Hoofddijk (hier is hij uitgezet) De ringslang komt voor in de oostrand en het noorden van de stad. Sinds 2011 worden er in de stadsrand van Utrecht ringslangbroedhopen opgebouwd om de voortplanting van deze beschermde soort te stimuleren. De gemeente ondersteunt vrijwilligers met de levering van bladeren, takken en paardenmest. De meest succesvolle broedhopen liggen in het Noorderpark (gebied van Staatsbosbeheer), maar ook binnen de stadsgrenzen zijn successen geboekt, vooral op de volkstuincomplexen. Gezien het aantal broedhopen en het aantal eierschalen kunnen we stellen dat het project een succes is voor de ringslang en de vrijwilligers. Tabel 2: Overzicht van de resultaten van het project sinds de start in 2010. Jaar Aantal broedhopen Aantal succesvolle broedhopen 2011 17 n.v.t. n.v.t. 2012 19 2 108 2013 21 4 901 2014 16 4 646 2015 20 6 919 Bron: ringslangcoördinator Hedzer Ferweda Aantal eierschalen in broedhopen Amfibieën In 2012 zijn bijna alle poelen in Utrecht onderzocht op het voorkomen van amfibieën. Op vier poelen na zijn in alle poelen kikkers, padden en salamanders gevonden. N.a.v. dit onderzoek zijn er 2 nieuwe poelen in Haarzuilens aangelegd. In het nieuwe recreatiegebied De Rivier (onder Haarzuilens) en in het buitengebied nabij Slot Zuilen worden nog twee nieuwe poelen aangelegd ter versterking van het poelennetwerk. In Amelisweerd is de kamsalamander aangetroffen. Het leefgebied van de zeldzame amfibie willen we versterken met een extra poel in dit gebied (zoals ook in het poelenonderzoek geadviseerd is). Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 6/25

Kamsalamander Insecten Utrechters hebben in 2015 geholpen bij het onderzoek naar wilde bijen in Utrecht. Via facebook.nl/utrechtsewildebij en waarneming.nl konden inwoners foto s van bijen in hun tuin insturen. Bewoners vonden 32 verschillende bijensoorten. Wilde bijenexpert Arie Koster vond in de Botanische Tuin bij Fort Hoofddijk nog 12 soorten die niet door bewoners zijn gezien. In totaal zijn 44 soorten wilde bijen in de gemeente Utrecht gevonden. De volgende wilde bijensoorten zijn in 2015 gezien in Utrecht: Aardhommel Akkerhommel Andoornbij Boomhommel - Bruine rouwbij Ereprijszandbij- Gewone behangersbij - Gewone dwergzandbij - Gewone franjegroefbij - Gewone geurgroefbij - Gewone koekoekshommel - Gewone maskerbij - Gewone sachembij - Gewone slobkousbij - Goudpootzandbij Grasbij - Grote bladsnijder - Grote klokjesbij - Grote wolbij - Kattenstaartbij - Kleine klokjesbij Klokjesdikpoot Kruiskruidzandbij Langkopsmaragdgroefbij - Lathyrusbij - Parkbronsgroefbij Roodbuikje Roodgatje - Roodpotige groefbij - Rosse metselbij - Slanke groefbij Steenhommel Tronkenbij Tuinbladsnijder Tuinhommel - Tuinmaskerbij - Tweekleurige zandbij Viltvlekzandbij Vosje Weidehommel Wimperflankzandbij Witbaardzandbij Witkopdwergzandbij Wormkruidbij. Aardhommel Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 7/25

Vogels Vrijwilligers tellen voor SOVON volgens een speciale telmethode (Meetnet Urbane Soorten: MUS) op meerdere momenten op een aantal telpunten, welke vogels zij zien vliegen in de stad. Dit gebeurt sinds 2007. Tabel 3: Trend 2007 tot en met 2015 voor diverse vogelsoorten Vogelsoort Trend Blauwe Reiger Sterke afname Boomkruiper Onzeker Ekster Stabiel Fitis Onzeker Gaai Onzeker Gierzwaluw Matige afname Groenling Stabiel Grote Bonte Specht Onzeker Halsbandparkiet Sterke toename Heggenmus Stabiel Houtduif Stabiel Huismus Matige afname Kauw Matige toename Kleine Mantelmeeuw Sterke toename Kokmeeuw Onzeker Koolmees Matige afname Meerkoet Stabiel Merel Stabiel Nijlgans Onzeker Pimpelmees Stabiel Putter Matige toename Roodborst Matige afname Scholekster Onzeker Soepeend (kruising wilde met witte eend) Sterke afname Spreeuw Matige afname Staartmees Onzeker Stadsduif Matige afname Tjiftjaf Matige toename Turkse Tortel Stabiel Vink Stabiel Waterhoen Onzeker Wilde Eend Stabiel Winterkoning Matige afname Zanglijster Onzeker Zilvermeeuw Matige toename Zwarte Kraai Stabiel Zwartkop Matige toename Bron: Sovon/MUS https://www.sovon.nl/nl/mus verzameld door waarnemers (vrijwilligers) van Sovon. Toelichting bij de totstandkoming van deze tabel De trend, weergegeven in een index, is berekend met Trim een statistisch programma van het CBS. 2007 is daarbij op 100 gezet. Omdat niet alle punten jaarlijks geteld worden, worden sommige gegevens geschat. ''Onzeker'' wil zeggen dat de trend niet betrouwbaar is. Matige toe- of afname wil zeggen <5%/jaar. Sterke toe- of afname wil zeggen >5%/jaar. Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 8/25

Huismus Op landelijk niveau is de populatie van huismussen al circa 10 jaar stabiel, maar volgens het Meetnet Urbane Soorten (MUS) neemt de populatie huismus vanaf 2007 in Utrecht enigszins af. De oorzaken zijn onder andere: de afname van broedgelegenheid onder daken, de afname van groen (vooral heggen en verstening van tuinen), mussen vallen ten prooi aan huiskatten en sperwers. Daarnaast is de kwaliteit van het voedsel voor jonge huismussen afgenomen. Dit komt o.a. door het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Huismussen zijn kolonievogels. Als de kolonie (het bolwerk) te klein wordt, vertrekken de overgebleven vogels naar een ander gebied. Deze grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (BMP). Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 9/25

Weergegeven is de jaarlijkse index van de broedpopulatie t.o.v. 1990. Huismus Nederland matige toename Huismus Utrecht matige afname Huismus Amsterdam, Rotterdam, Den Haag matige toename Huismus Amsterdam matige toename Huismus Rotterdam matige afname Huismus Den Haag onzeker Trend huismus 2007-2015 gebaseerd op MUS (bron: Sovon Vogelonderzoek Nederland) In 2013, 2014 en in 2015 zijn huismussenbolwerken geïnventariseerd door studenten. We kennen hierdoor de belangrijke plekken voor huismussen in de stad en deze gegevens kunnen gebruikt worden bij de Utrechtse Aanpak Diervriendelijk Bouwen. Gierzwaluw MUS geeft ook voor de gierzwaluwen aan dat ze in Utrecht achteruit gaan. De trend op landelijk niveau is overigens nog niet betrouwbaar (onvoldoende meetgegevens). De oorzaak van de achteruitgang is nog niet voldoende bekend. Maar analoog aan de huismus is het vermoeden dat de nestgelegenheid onder daken afneemt. Gierzwaluwen zijn veel honkvaster dan huismussen en als een nestgelegenheid verdwijnt, vinden ze niet zo snel een nieuwe plek. In 2014 en 2015 zijn met hulp van vrijwilligers in Utrecht de nestplaatsen op de plekken waar gierzwaluwen gieren (dit zijn de meest kansrijke plekken voor het vinden van nesten) in de stad op adresniveau geïnventariseerd. Daarmee is meer bekend over wat de belangrijke plekken voor de gierzwaluwen in de stad zijn. Gierzwaluw Nederland matige afname Gierzwaluw Utrecht matige afname Gierzwaluw Amsterdam, Rotterdam, Den Haag matige afname Gierzwaluw Amsterdam stabiel Gierzwaluw Rotterdam onzeker Gierzwaluw Den Haag matige afname Trend gierzwaluw 2007 2015 gebaseerd op MUS (bron: Sovon Vogelonderzoek Nederland) Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 10/25

3. Opvang honden en katten De gemeente is verplicht om voor een periode van twee weken de opvang voor hond of kat te regelen. Om deze taak uit te kunnen voeren heeft de gemeente een contract afgesloten met de Stichting Stichts Asyl voor Dieren. Honden en katten die in het asiel terecht komen, worden direct aangemeld bij de instanties die de gevonden dieren weer terug proberen te brengen bij een eventuele eigenaar. De dieren moeten binnen de wettelijke termijn van 5 dagen ingeënt worden en worden in quarantaine verzorgd. Indien nodig wordt ook een medische behandeling ingezet (circa 25% van de binnengekomen dieren heeft een behandeling nodig). Na veertien dagen (wettelijke termijn) draagt de gemeente het dier aan het asiel over. De katten worden gesteriliseerd/gecastreerd. De binnengebrachte dieren worden gechipt om in de toekomst zonodig de eigenaar te kunnen achterhalen. Dit vermindert het aantal aangeboden zwerfdieren. Het asiel zorgt daarna voor plaatsing van de honden en katten. Als mensen om wat voor reden dan ook hun hond of kat niet meer willen of kunnen houden, kunnen zij afstand doen van dit dier. Daarbij gaat het eigendom over naar het asiel. Afstand doen is niet gratis, maar kost voor een hond afhankelijk van de situatie tussen de 20-50 en voor een kat tussen de 20-40. Opvang van honden Tabel 4: overzicht opvang honden in 2015 Maand Aantal inkomende honden Januari 10 5 Februari 20 9 Maart 11 2 April 20 7 Mei 13 4 Juni 17 7 Juli 18 8 Augustus 23 9 September 10 1 Oktober 18 9 November 18 4 December 20 6 Totaal 198 71 Bron: Stichts Asyl voor Dieren Aantal retour eigenaar De gemiddelde verblijfsduur van een hond in het asiel is 40 dagen. Alle honden hebben een nieuwe eigenaar gekregen, echter komt een hond soms weer enige tijd terug in het asiel, omdat hond en nieuwe baas toch niet bij elkaar bleken te passen. Ook die honden worden (uiteraard) opnieuw geplaatst. Van de totaal 198 binnengebrachte honden zijn er 40 afkomstig van mensen die hun hond hebben afgestaan aan het asiel. Er zijn 5 honden overleden. Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 11/25

Opvang van katten Tabel 5: overzicht opvang katten in 2015 Maand Aantal inkomende katten Januari 36 6 Februari 39 9 Maart 50 9 April 40 9 Mei 63 15 Juni 53 17 Juli 77 22 Augustus 101 18 September 60 18 Oktober 57 10 November 49 7 December 39 12 Totaal 664 152 Bron: Stichts Asyl voor Dieren Aantal retour eigenaar De gemiddelde verblijfsduur van een kat in het asiel is 30 dagen. Van de totaal 664 binnengekomen katten zijn er 612 geplaatst, 46 katten zijn overleden. Van het totaal zijn 85 katten afkomstig van mensen die hun kat hebben afgestaan aan het asiel. Tabel 6: Overzicht opvang honden en katten periode 2012 2015 Dier/Jaar 2012 2013 2014 2015 Honden 209 171 196 198 Katten 912 816 789 664 Bron: Stichts Asyl voor Dieren Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 12/25

In het asiel worden regelmatig zwangere poezen binnengebracht. Deze poezen worden naar een speciale opvang gebracht om daar hun kitten op de wereld te kunnen zetten. Het asiel heeft voor het totaal van 150 geboren kitten een nieuw huis gezocht en gevonden. Chartreux kitten Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 13/25

4. Opvang knaagdieren, wilde dieren en volièrevogels De opvang van knaagdieren wordt verzorgd door de Dierenbescherming Regio Utrecht. Zij hebben hun onderkomen in Amersfoort. Tevens worden hulpbehoevende wilde zoogdieren uit Utrecht via het Dierenbeschermingscentrum bij professionele opvangcentra ondergebracht. Daarnaast vangt de Dierenbescherming volièrevogels uit Utrecht op. Deze vogels kunnen niet bij de Vogelopvang Utrecht ondergebracht worden. De Vogelopvang vangt wilde vogels op die gewond of ziek zijn. Volièrevogels zouden bij plaatsing bij wilde vogels ziektes kunnen krijgen (denk bijvoorbeeld aan het besmettelijke geel dat bij wilde vogels voorkomt). Konijnen opvang Het aantal binnengebrachte konijnen is iets minder dan vorig jaar. Er zijn daarnaast (niet in deze cijfers) nog 8 konijnen retour eigenaar gegaan. Dit jaar waren er meer drachtige voedsters dan vorige jaren. Een aantal inwoners van de gemeente Utrecht heeft afstand van hun konijn gedaan. De eigenaar moet afhankelijk van de situatie van het dier een bedrag betalen dat tussen de 25 50 ligt. Er zijn dit jaar 23 konijnen afgestaan. Van de 104 konijnen zijn er 90 geplaatst. De gemiddelde verblijfsduur van een konijn in het Dierenbeschermingscentrum is ongeveer twee maanden. Tabel 7: het aantal opgevangen konijnen in de jaren 2013-2015 2013 2014 2015 89 110 104 Bron: Dierenbescherming Regio Utrecht Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 14/25

Tabel 8: Konijnenopvang aantal per maand in 2015 Maand Aantal Januari 3 Februari 1 Maart 14 April 10 Mei 13 Juni 12 Juli 27 Augustus 9 September 4 Oktober 8 November 2 December 1 TOTAAL 104 Bron: Dierenbescherming Regio Utrecht Knaagdierenopvang Opgevangen knaagdieren (niet zijnde konijnen) zijn cavia s, hamster, muizen, chinchilla s, gerbils. Er zijn in totaal 19 knaagdieren binnengekomen, waarvan er 15 een nieuwe eigenaar hebben gekregen. In totaal zijn 9 knaagdieren afgestaan aan het Dierenbeschermingscentrum. Tabel 9: Knaagdierenopvang aantal per maand in 2015 Maand Aantal Januari 5 Februari Maart April Mei Juni Juli 6 Augustus September 2 Oktober 2 November 3 December 1 TOTAAL 19 Bron: Dierenbescherming Regio Utrecht Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 15/25

Overige dieren uit gemeente Utrecht Dit zijn de dieren die binnen onze gemeente worden aangetroffen en die via de Dierenbescherming worden ondergebracht bij gespecialiseerde opvangcentra. Tabel 10: Aantal overige dieren uit Utrecht Dier Aantal Egel 68 Haas 7 Wilde konijnen 5 Tamme rat 1 Hoenders 5 Volièrevogels 40 Waterschildpad 1 Varken 1 TOTAAL 128 Bron: Dierenbescherming Regio Utrecht Het varken en zeven volièrevogels zijn teruggegaan naar hun eigenaar. Grasparkiet Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 16/25

5. Vogelopvang Voor de opvang van vogels verleent de gemeente Utrecht subsidie aan de Stichting Vogelopvang Utrecht. In 2015 werden door de vogelopvang 3.533 vogels opgevangen. De meeste vogels (bijna de helft van het totale aantal) zijn binnengebracht door particulieren en kwamen uit Utrecht-stad en omliggende gemeenten. Het betrof vooral kat- en verkeersslachtoffers, vogels die tegen een raam waren gevlogen of jonge vogels (die nog niet voor zichzelf kunnen zorgen). Jonge fuut, binnengebracht bij de Vogelopvang Bron voor de tabellen 11 13: Stichting Vogelopvang Utrecht Tabel 11: aantal vogels per jaar in Vogelopvang JAAR AANTAL VOGELS 2011 3133 2012 3193 2013 2768 2014 3250 2015 3533 Het aantal vogels dat bij de opvang wordt gebracht, is gestegen. De Vogelopvang geeft aan dat dit o.a. komt doordat de mensen de Vogelopvang beter weten te vinden. Tabel 12: aantallen losgelaten, herplaatste, overleden vogels in 2014 en 2015 Jaar 2014 2015 Aantal % Aantal % Los 755 23% 1032 29% Herplaatst 170 5% 284 8% Euthanasie 613 19% 609 17% Dood 1712 53% 1608 46% TOTAAL 3250 100% 3533 100% Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 17/25

Tabel 13: Vogelsoorten in de opvang in 2014 en 2015 Vogelfamilie 2014 2015 Eenden 316 353 Ganzen 39 63 Reigers en aalscholvers 18 43 Futen en rallen 95 110 Zwanen 56 71 Meeuwen en sterns 79 145 Roofvogels 15 46 Uilen 29 27 Duiven 1021 1129 Kraaiachtigen 527 486 Spechten 16 38 Zwaluwen (incl. gierzwaluw) 104 132 Vinken en zangers 58 52 Mussen en mezen 288 293 Merels en lijsters 420 386 Overig inheems 131 119 Pluimvee 16 12 Volièrevogels 22 28 TOTAAL 3250 3533 Voor meer gegevens over de Vogelopvang http://www.vogelopvangutrecht.nl/wpcontent/uploads/2016/03/jaarverslag-vogelopvang-utrecht-2015.pdf Vink (man) Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 18/25

6. Dierenvervoer De Dierenambulance Utrecht (DAU) verzorgt het vervoer en de verzorging (eerste hulp) aan gewonde en zieke dieren. De activiteiten van DAU zijn: EHBO verlenen aan gewonde/zieke dieren; vervoer van gewonde/zieke dieren naar een dierenarts; vervoer van wilde dieren naar bevoegde opvangcentra voor herstel; vervoer zwerfdieren naar het asiel; vangacties (ver)wilde(rde) katten; zorg voor overleden huisdier (naar begraafplaats, crematorium, destructor); informeren/doorverwijzen publiek naar juiste instantie(s). Daarnaast kunnen particulieren een beroep doen op DAU. Als een ziek dier niet door de eigenaar vervoerd kan worden, brengt de Dierenambulance tegen vergoeding het dier naar de medische hulp. DAU-medewerker verlost Buizerd van draden om zijn/haar poten Bron voor tabel 14 en 15: kwartaaloverzichten DAU Tabel 14: aantal dieren in 2015 voor Utrecht Aantal dieren 1 e kwartaal 2 e kwartaal 3 e kwartaal 4 e kwartaal Totaal Zwerfdieren * 101 144 206 115 566 Wilde dieren 22 35 68 64 189 Watervogels 80 172 110 47 409 Stadsvogels 23 74 59 31 187 Kadavers 260 747 761 305 2073 Vangacties 11 5 20 9 45 Totaal 497 1177 1224 571 3469 In bovenstaande tabel zijn niet de zwerfdieren opgenomen die via DAU terug zijn gegaan naar hun eigenaar. Dit waren er 122 (honden, katten, konijn, papegaai, agapornis, schildpad, fret). De Dierenambulance geeft aan dat er meer exoten worden vervoerd dan voorgaande jaren. Mensen schaffen relatief meer bijzondere dieren aan in plaats van de gebruikelijke huisdieren Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 19/25

Tabel 15: aantal ritten in 2015 voor Utrecht Aantal ritten 1 e kwartaal 2 e kwartaal 3 e kwartaal 4 e kwartaal Totaal Zwerfdieren * 99 131 181 110 521 Wilde dieren 22 35 62 62 181 Watervogels 75 114 84 47 320 Stadsvogels 23 73 58 31 185 Kadavers 138 138 136 95 507 Vangacties 4 5 20 9 38 Totaal 361 496 541 354 1752 *Zwerfdieren: dieren met kennelijke eigenaar Niet alle ritten leiden tot het vervoeren van dieren. De redenen hiervoor zijn met name: de eigenaar van het dier bekend is of aanwezig is; het gemelde dier niet te vinden is; het dier niet te vangen is; het dier in de buurt blijkt te wonen; hulpverlening ter plekke kan plaatsvinden; hulpverlening niet nodig blijkt te zijn. Het aantal ritten is een lager dan in 2014. In de cijfers van 2014 waren alle ritten opgenomen, niet alleen die voor Utrecht.. DAU-medewerker bevrijdt gans die in straatkolk is gevallen Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 20/25

7. Diversen In dit hoofdstuk: gegevens over verkeersslachtoffers de slechtvalkenkast de dieren in onze Steedes de dieren in de vanuit het budget dierenwelzijn gesubsidieerde dierenweides dieren bij evenementen financiën Verkeersslachtoffers In 2015 zijn er 51 dierlijke slachtoffers gemeld via www.waarneming.nl dieren onder de wielen. Slechtvalkenkast Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 21/25

In januari 2015 is een slechtvalkenkast op het Stadskantoor gebouwd en in december 2015 voorzien van een webcam voor het geval dat de regelmatig in het Stationsgebied gesignaleerde slechtvalken hier willen gaan broeden. Slechtvalkenkast op de zuidtoren van het Stadskantoor Beeld webcam: http://www.utrecht.nl/groenbeleid/natuurprojecten/slechtvalkenkast-op-het-stadskantoor/ De dieren in de Steedes Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 22/25

Tabel 16: Aantallen dieren bij de Steedes Dieren Eilandsteed e Gagelsteed e Griftsteede Koppelsteed e Steede Hoge Woerd Agaat 5 0 0 0 0 5 slakken Cavia's 6 8 10 7 7 38 Eenden 0 2 0 24 0 26 Ezels 2 0 0 2 0 4 Ganzen 0 5 0 5 0 10 Geiten 13 12 7 7 7 46 Katten 2 2 4 1 0 9 Kippen 16 18 21 40 57 152 Kleur 12 0 0 0 0 12 muizen Koeien 2 3 2 4 3 14 Konijnen 4 0 10 7 4 25 Pauwen 0 4 2 7 0 13 Pony's 2 2 0 2 3 9 Schapen 15 6 7 20 11 59 Tamme 0 1 4 0 0 5 ratten Varkens 3 2 2 3 3 13 Vissen 15 55 0 4 0 74 Volière 30 19 0 0 60 109 vogels * Wandelend 0 0 20 0 0 20 e takken Totaal 127 139 89 133 155 643 Bron: Stichting Utrecht Natuurlijk * In de volières zitten de volgende vogels: Grasparkieten, Valkparkieten, Kanaries, Japanse meeuwen, kwartels, Mexicaanse roodmus, Diamantduif Totaal Mandarijneend Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 23/25

Dieren in de Dierenweides Het gaat hierbij om de dierenweides die subsidie ontvangen vanuit het budget dierenwelzijn. Tabel 17: Dieren in de Dierenweides Dieren Koeien De Meern Vleuten De Watertoren Julianapark Park Oog in Al Schapen 4 12 7 4 Geiten 9 17 2 4 16 Herten 3 12 12 Varkens 3 Konijnen 2 Kippen 9 25 10 5 4 10 Eenden/ganzen 10 20 2 25 12 Hoenders 3 3 4 Pauwen 3 2 2 Duiven 18 Zwanen 2 3 Volièrevogels x 163 Katten 2 x = exact aantal onbekend Bron: Dierenweides De Meern, Vleuten, Park de Watertoren, Julianapark, Park Oog in Al en Haarzuilens Haarzuilens Evenementen Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 24/25

De volgende evenementen met dieren zijn in 2015 vergund: Circus Herman Renz Magic Circus Circus Werona Dag van het aangespannen paard Open boerderijdag Sinterklaas intocht Kerst: Beleef het Kerstverhaal, Kerstmarkt Leidsche Rijn, Kerstmarkt Molenerf de Ster Financiën Tabel 18: Realisatie versus begroting Instantie Begroot Uitgekeerd/toegekend Vogelopvang 38.000 37.608 Dierenbescherming Regio Utrecht 14.500 14.732 Dierenweides 42.000 24.500 Dierenambulance 45.000 46.617 Stichts Asyl 141.000 151.212 Totaal 280.500 274.669 Bij de dierenweides is niet alle subsidie in 2015 op de juiste wijze aangevraagd/verwerkt. Dit wordt in 2016 gecorrigeerd. Jaarverslag Dierenwelzijn 2015 april 2016 25/25