: MT-SZ/Staf SZ : Hanneke Melles Datum : 8 maart 2013 Betreft : Projectopzet pilot Tegenprestatie



Vergelijkbare documenten
Tegenprestatie naar Vermogen

Thema-workshop Tegenprestatie

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Notitie. Tegenprestatie naar vermogen

Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst

Beleidsnota Tegenprestatie naar vermogen. Gemeente Borne

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Beleidsnota 'Tegenprestatie naar vermogen' gemeente Borne

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/003186

Agendapuntnr.: Renswoude, 27 oktober Nr.: Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 december 2014,

besluit vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Veenendaal 2015.

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2014;

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet BMWE 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Verordening tegenprestatie Sociale Zekerheid 2015, gemeente Drimmelen

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/6

Datum 30 januari 2017 Behandeld door Pauline Scheffers

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

Verordening tegenprestatie Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015;

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Rozendaal. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2 Beleid

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Renkum 2015

*Z03EB5947C3* Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus AA MIDDELHARNIS. Geachte raad,

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening Tegenprestatie Participatiewet gemeente Bergen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer:. ;

TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Renkum 2015

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

Raadsinformatiebrief

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Vragen ex artikel 33 RvO over de Maatschappelijke tegenprestatie door bijstandsgerechtigden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017

Toelichting verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

TEGENPRESTATIE REGIO ZUID-KENNEMERLAND HAARLEM ZANDVOORT HEEMSTEDE BLOEMENDAAL HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN Verseonnummer:

Verordening tegenprestatie Participatiewet en IOAW / IOAZ Krimpen aan den IJssel 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2012/64

Verordening Tegenprestatie 2015

Verordening Tegenprestatie Gemeente Achtkarspelen

gelezen het voorstel van de college van burgemeester en wethouders;

ALGEMENE TOELICHTING VERORDENING TEGENPRESTATIE

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 januari 2015;

Toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2017 gemeente Rozendaal

+I Srelcllrsre Uecht. Gemeente Weesp. l l l l lll l lll l l l l llllllllllllllll. Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Weesp 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

Verordening Tegenprestatie Sociale Zekerheid 2015 gemeente Aalburg

Verordening tegenprestatie participatiewet 2015 Documentnummer INT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.18 november 2014, nummer: 14/987;

Verordening tegenprestatie gemeente Mook en Middelaar 2016

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

Verordening tegenprestatie naar vermogen Participatiewet, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015

b e s l u i t : Het college kan een tegenprestatie opdragen voor zover die werkzaamheden:

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN

No besluit vast te stellen de. Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Twenterand

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van,

Artikelsgewijze toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Renkum

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

VERORDENING TEGENPRESTATIE NAAR VERMOGEN GEMEENTE MENTERWOLDE 2014

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2015

CLIËNTENVERTEGENWOORDIGING PARTICIPATIEWET OP HET WERKPLEIN ABEIDS- MARKTREGIO HELMOND

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening Tegenprestatie Participatiewet Leiderdorp 2015

Notitie Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Leiderdorp 2015 Leiderdorp

Raadsvoorstel Nummer:

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Verordening tegenprestatie naar vermogen Participatiewet, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015

Individuele omstandigheden. Geen tegenprestatie. Afstemmen. Bevoegdheid opdragen tegenprestatie. Tegenprestatie is geen re-integratie-instrument

BESLUIT. vast te stellen de volgende verordening: Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Katwijk

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. Agenda nr. 7

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/13096_1 Agendapunt 7

Toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet Het Hogeland 2019

B&W-Aanbiedingsformulier

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard);

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.;

besluit vast te stellen de Bijlage van de gemeente Wijchen bij de Verordening tegenprestatie

Verordening tegenprestatie 2015

TOEVOEGING BIJLAGE BEUNINGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE

Gemeente Heerlen - Beleidsregel Tegenprestatie naar vermogen 2015

Verordening Tegenprestatie WerkSaam Westfriesland 2015

Transcriptie:

Aan : MT-SZ/Staf SZ Van : Hanneke Melles Datum : 8 maart 2013 Betreft : Projectopzet pilot Tegenprestatie Aanleiding Sinds 1 januari 2012 mogen gemeenten mensen in de bijstand vragen om een tegenprestatie, bestaande uit onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. Deze bevoegdheid is gebaseerd op artikel 9 lid 1, onderdeel c van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college heeft in eerste instantie besloten deze bevoegdheid niet vorm te geven en dat in de tweede helft van 2012 te heroverwegen. Het college heeft eind 2012 ingestemd met het voornemen om in 2013 in een pilot te gaan onderzoeken of de tegenprestatie een toegevoegde waarde heeft binnen ons participatiebeleid. De tegenprestatie, zoals deze wettelijk is geformuleerd, willen we vooralsnog niet als uitgangspunt nemen, omdat die o.i. veel te beperkend is. In de pilot willen we enerzijds testen of we aan de poort mensen kunnen stimuleren een tegenprestatie te verrichten. Anderzijds willen we binnen deze pilot onderzoeken of er binnen het bestaande bestand mensen zijn die nog iets in het kader van een tegenprestatie zouden kunnen doen. Overigens doen we dit in de bestaande context van de beleids- en uitvoeringslijn Doen wat je kunt, waarbinnen we afhankelijk van capaciteiten en beperkingen bij iedereen al inzetten op arbeidsinschakeling of activering. In dit memo wordt de projectopzet voor de pilot weergegeven. Peiling raad Op 11 december 2012 is de raad gepeild over het voorstel om in 2013 een pilot tegenprestatie te starten. De volgende peilpunten kwamen daarbij aan de orde. 1. In 2013 een pilot tegenprestatie te starten; 2. De strekking van de aangenomen motie Win-win situatie in gemeentelijk participatiebeleid (M- 11.3) als uitgangspunt te nemen voor de voorgestelde pilot tegenprestatie; 3. In de pilot een verdere verschuiving van een vrijwillige naar een minder vrijblijvende tegenprestatie te onderzoeken; 4. Op grond van de ervaringen uit de pilot en de nadere kaderstelling vanuit het Rijk in 2013 te besluiten hoe we vanaf 2014 de tegenprestatie gaan vormgeven. Tijdens de peiling hebben de woordvoerders van de raadsfracties allemaal kort gereageerd op de peilpunten. Met uitzondering van de SP hebben alle fracties ingestemd met de peilpunten. Er is een aantal aandachtspunten meegegeven: verduidelijking van kaders/doelgroepen, arbeidsverdringing, vrijwillige versus minder vrijwillige tegenprestatie, verbreding van soorten tegenprestaties, financiële gevolgen voor uitkeringsgerechtigden, relatie tussen gemeentelijk en rijksbeleid. Deze punten worden bij de uitwerking van de pilot betrokken. Vooralsnog houdt het college vast aan de opzet van de pilot zoals beschreven in de peilnota (zie bijlage). Doelstelling Gezien de opdracht vanuit de raad willen we binnen de pilot: a. onderzoeken of er ruimte is en mogelijkheden zijn om een tegenprestatie uit te voeren; daarbij willen we onderzoeken binnen welke kaders we uiteindelijk een structurele tegenprestatie in het beleid kunnen opnemen. Ook denken we hiermee inzicht te krijgen in de doelgroepen waarop de tegenprestatie van toepassing is/kan zijn; b. de belanghebbenden in eerste instantie zelf het initiatief laten nemen. We wijzen wel op de mogelijkheid van ondersteuning. Als men daar gebruik van wil maken, dan willen we doorverwijzen naar Ravelijn (en aanhaken bij het All-in project; een project waarbij mensen intensief worden ondersteund bij het vinden en invullen van vrijwilligerswerk, middels training en begeleiding). Daarbij streven we naar zo weinig mogelijk belasting voor de uitvoering en zo laag mogelijke kosten (bij voorkeur budgetneutraal); Tijdens de pilot zal blijken of een verbreding 1

van de soorten tegenprestatie nodig is en zo ja, welke organisaties we er dan verder bij willen betrekken. c. De tegenprestatie eerst vrijwillig inzetten. Tijdens de pilot kunnen we inzicht krijgen of er een meer dwingend karakter kan worden gegeven aan de tegenprestatie en zo ja, in welke situaties en in welke vorm. Op basis van de evaluatie van de pilot kunnen we hieraan in 2014 een structurele vorm geven. Ad a. We willen middels een steek een aantal groepen cliënten(dossiers) betrekken bij de pilot. Daarbij kiezen we voor: een groep klanten die een activerings- of re-integratietraject volgen Een re-integratietraject kent vele vormen. Zo kan iemand 40 uur per week bezig zijn met solliciteren en aan het arbeidsritme wennen of slechts twee ochtenden in de week een taalcursus volgen. Het is dus interessant om te onderzoeken of binnen deze groep mensen ruimte hebben om naast hun activerings- of re-integratie-inspanningen een maatschappelijk nuttige activiteit (tegenprestatie) te vervullen. een groep klanten die ontheven zijn van de verplichtingen op grond van art. 9 WWB Binnen deze groep zijn waarschijnlijk al vrij veel mensen die vrijwilligerswerk verrichten. Ook vallen binnen deze groep mensen die dusdanige fysieke, psychische en/of psychiatrische problemen hebben dat het maar de vraag is of ze wel iets kunnen doen. Als er dergelijke klanten binnen de steek vallen, zullen we contact zoeken met de instelling waardoor ze worden behandeld of waarbij ze in therapie zijn. een groep klanten aan de poort, waarvan we inschatten dat ze niet (direct) aan het werk komen Iedereen aan de poort van wie wordt ingeschat dat hij/zij zou kunnen werken, wordt doorverwezen naar Workfast. Deze mensen worden niet betrokken bij de pilot. Wel willen we een aantal mensen van wie wordt ingeschat dat ze niet (direct) aan het werk komen, al direct bij de intake vragen wat men zelf denkt als tegenprestatie te kunnen doen. Op de geschetste manier denken we tijdens de pilot een goed beeld te krijgen van of er ruimte is en mogelijkheden zijn om een tegenprestatie uit te voeren. Ad b. Bij het opleggen van de verplichting tot het leveren van een tegenprestatie o.g.v. artikel 9 lid 1, onderdeel c WWB gelden nogal wat beperkingen, waardoor dit lastig uit te voeren is. Zo is de tegenprestatie niet bedoeld als re-integratie-instrument. De duur en omvang van de werkzaamheden moeten beperkt zijn (maximaal 3 maanden). De tegenprestatie mag ook niet worden ondersteund met voorzieningen als scholing, kinderopvang en premies. En tenslotte wordt gesteld dat de tegenprestatie geen vrijwilligerswerk is (omdat deze wordt opgedragen door het college), geen mantelzorg (want deze zorg vloeit rechtstreeks voort uit een sociale relatie terwijl de tegenprestatie door het college wordt opgedragen) en geen participatieplaats (wel allebei additioneel, maar een participatieplaats is primair voor de ontwikkeling richting arbeidsmarkt en niet beperkt in tijd). Daarom willen we binnen de pilot niet direct strakke kaders aangeven waarbinnen een tegenprestatie gerealiseerd kan worden. We vragen de betrokkenen binnen de pilot wat ze zelf denken te kunnen doen in het kader van een tegenprestatie en of ze daarin ook zelf het initiatief in kunnen nemen. Daarbij wijzen we op de mogelijkheid van ondersteuning en willen we ze in eerste instantie doorverwijzen naar Ravelijn en aanhaken bij het al bestaande All-in project (zie bijlage 2 ). In tweede instantie (als we op basis van de evaluatie de tegenprestatie mogelijk gaan inzetten als vast instrument) kunnen we gaan onderzoeken hoe we de tegenprestatie verder vorm kunnen geven en of we hier ook andere partijen bij betrekken. Daarbij moeten we dan ook de relatie tussen ons eigen lokale en het rijksbeleid bezien. Ad c. 2

Tijdens de pilot willen we onderzoeken of een minder vrijblijvende tegenprestatie mogelijk een meerwaarde betekent voor sommigen. Wat doen we bijvoorbeeld met mensen die op grond van het onderzoek naar hun mogelijkheden best iets zouden kunnen doen, maar dit weigeren. Echter, om de pilot behapbaar te houden willen we ons eerst beperken tot het inzetten van een vrijwillige tegenprestatie. Opzet We kiezen voor een steek van 50 dossiers binnen de drie genoemde groepen (voor de groep aan de poort kan het iets minder zijn). Die steek moet een goede afspiegeling van ons WWB-bestand zijn. Dat betekent dat we ± 150 dossiers gaan onderzoeken. De groep klanten die een re-integratie- of activeringstraject volgen vallen onder de afdeling Arbeidsintegratie (AI)en de andere twee groepen (klanten die ontheven zijn en klanten aan de poort) vallen onder de afdeling Klantbeheer (KB). Met de hoofden Arbeidsintegratie (AI) en klantbeheer ( KB) is gesproken over de uitvoering van de pilot. Al in een eerder stadium hebben twee stagiaires van de Hogeschool Utrecht gevraagd om onderwerpen voor hun afstudeeropdracht. Toen is aangegeven dat zij iets kunnen betekenen binnen de pilot tegenprestatie. De stagiaires doen de dossieronderzoeken (daarbij treden ze in overleg met en/of koppelen hun bevindingen terug aan de trajectbegeleider of klantmanager) en doen verslag van de (on)mogelijkheden voor het vervullen van een tegenprestatie. Er is een rapportagemodel ontwikkeld waarin alle relevante te onderzoeken aspecten kunnen worden gerapporteerd. Daartoe hebben we de stagiaires zelf aan het werk gezet als onderdeel van hun afstudeeropdracht. Zowel de mogelijkheden als de onmogelijkheden moeten worden gerapporteerd. Ondertussen is, zoals gemeld, besloten om, als de klant niet zelf met een voorstel komt, aan te haken bij het All-in project van Ravelijn(de vrijwilligersorganisatie waarmee we al sinds jaar en dag nauw samenwerken). Ravelijn is bij uitstek de organisatie die een goede match kan maken tussen (potentiële)vrijwilliger en vrijwilligersplek. Daarbij zijn ze expert op het beoordelen van de beschikbare werkplekken op arbeidsverdringing en concurrentievervalsing. Voor eventuele uitbreiding van hun betrokkenheid hierbij is 20.000 beschikbaar. Aan de poort De klantmanagers die al veel taken aan de poort uitvoeren gaan de klanten aan de poort die niet al te grote belemmeringen hebben, al bij de intake vragen wat ze denken te kunnen doen als tegenprestatie voor hun uitkering. Het is hierbij vooral interessant om de reacties te peilen. Er wordt op dezelfde wijze gerapporteerd als bij de andere groepen. En ook hier geldt dat betrokkenen de ruimte hebben zelf met ideeën te komen. Als ze daarbij ondersteuning nodig hebben, worden ze doorverwezen naar Ravelijn. We kiezen dan voor een warme overdracht, om te voorkomen dat men in passiviteit vervalt en er niets gebeurt. Overigens is dit ook voor de andere groepen een nog uit te werken punt. Vergoeding Een punt dat tijdens de peiling in de raad aan de orde is geweest, is het verstrekken van een vergoeding/premie voor de tegenprestatie. Volgens de wettelijke kaders is een vergoeding/premie voor het verrichten van een tegenprestatie niet aan de orde. We willen tijdens de pilot de tegenprestatie vormgeven door het aanbieden van vrijwilligerswerk. De pilot duurt ongeveer een halfjaar. Als mensen na afloop van de pilot verder willen gaan met het vrijwilligerswerk dat is gestart in het kader van de tegenprestatie, kunnen ze na een jaar eventueel in aanmerking komen voor de actiefpremie (een premie onder bepaalde voorwaarden voor mensen die vrijwilligerswerk verrichten of parttime werken). Ook zijn er organisaties die een forfaitaire vrijwilligersvergoeding verstrekken. Die laten we in de pilot verder buiten beschouwing. 3

Planning 2013 maart maart maart/april/mei april/mei mei oktober oktober december : projectopzet gereed; in MT en met betrokkenen besproken : steek deelnemende klantdossiers; rapportagemodel gereed; gesprekken met Ravelijn : dossieronderzoek en selectie klanten die tegenprestatie kunnen verrichten : raad informeren middels RIB : invullen/verrichten van tegenprestatie door geselecteerde klanten : evaluatie; eindverslag aan MT, staf, college en raad; evt. voorstel voor vervolg Aandachtspunten Er is 20.000 begroot voor evt. extra inzet Ravelijn Tegenprestatie (pilot) ook bezien in het licht van te ontwikkelen instrumenten voor Participatiewet. Willen we binnen de pilot de tegenprestatie begrenzen in tijdsduur en/of soorten vrijwilligerswerk? Hierbij ook de relatie tussen gemeentelijk en rijksbeleid betrekken (aandachtspunt uit de raad) De tegenprestatie mag niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt en concurrentievervalsing; Ravelijn is expert op het beoordelen hiervan. Onderzoeken wie verantwoordelijk is voor afsluiten verzekeringen, enz. 4

Bijlage 1 Peilnota pilot tegenprestatie PEILING Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : 4237161 Aan : gemeenteraad Datum : 1 november 2012 Portefeuillehouder : Wethouder S. van 't Erve TITEL Tegenprestatie bijstandsgerechtigden PEILPUNTEN 1. In 2013 een pilot tegenprestatie te starten; 2. De strekking van de aangenomen motie Win-Win situatie in gemeentelijk participatiebeleid (M-11.3) als uitgangspunt te nemen in de voorgestelde pilot tegenprestatie; 3. In de pilot een verdere verschuiving van een vrijwillige naar een minder vrijblijvende tegenprestatie te onderzoeken; 4. Op grond van de ervaringen uit de pilot en de nadere kaderstelling vanuit het Rijk in 2013 te besluiten hoe we vanaf 2014 de tegenprestatie gaan vormgeven. AANLEIDING Sinds 1 januari 2012 mogen gemeenten mensen in de bijstand vragen om een tegenprestatie, bestaande uit onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. Deze bevoegdheid is gebaseerd op artikel 9 lid 1, onderdeel c van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college heeft in eerste instantie besloten deze bevoegdheid niet vorm te geven en dat in de tweede helft van 2012 te heroverwegen. In deze nota wordt uiteengezet waarom wij voorstellen de tegenprestatie wel te gaan uitvoeren en in 2013 in een pilot te gaan uitproberen hoe we de tegenprestatie het beste kunnen vormgeven. De tegenprestatie, zoals deze wettelijk is geformuleerd, willen we vooralsnog niet als uitgangspunt nemen, omdat die o.i. beperkend is. In de pilot willen we enerzijds testen of we aan de poort mensen kunnen stimuleren een tegenprestatie te verrichten. Anderzijds willen we binnen deze pilot het bestaande bestand doorlichten op mensen die nog iets in het kader van een tegenprestatie zouden kunnen doen. Overigens doen we dit in de bestaande context van de beleids- en uitvoeringslijn Doen wat je kunt, waarbinnen we afhankelijk van capaciteiten en beperkingen bij iedereen al inzetten op arbeidsinschakeling of activering. Op 6 november j.l. is een motie van de PvdA aangenomen, waarin wordt voorgesteld om bijstandsgerechtigden op vrijwillge basis een tegenprestatie te laten verrichten in de groenvoorziening. De strekking van deze motie vormt voor ons het uitgangspunt om in 2013 een pilot tegenprestatie uit te voeren. Over de invulling van de tegenprestatie zoals deze in de onderhavige motie wordt genoemd, stellen we voor deze breder te bezien en daarbij te bewaken dat er geen verdringing op de arbeidsmarkt en/of concurrentievervalsing plaatsvindt. Wij vragen uw raad zich uit te spreken over de genoemde peilpunten. BEOOGD EFFECT Te onderzoeken hoe we de tegenprestatie vorm kunnen geven en kunnen inpassen in het al beschikbare instrumentarium en de in het Regeerakkoord aangekondigde aanscherping van de sollicitatie- en arbeidsverplichtingen. Daarbij willen we zowel het principe van wederkerigheid (voor 5

wat hoort wat) hanteren als de insteek dat de betrokkene zich serieus genomen en nuttig blijft voelen en dus niet in passiviteit vervalt. ARGUMENTEN 1.1 De wettelijke kaders voor de tegenprestatie zijn diffuus en beperkend Bij het opleggen van de verplichting tot het leveren van een tegenprestatie o.g.v. artikel 9 lid 1, onderdeel c WWB gelden nogal wat beperkingen, waardoor dit lastig uit te voeren is. Zo is de tegenprestatie niet bedoeld als re-integratie-instrument. De duur en omvang van de werkzaamheden moeten beperkt zijn (maximaal 3 maanden). De tegenprestatie mag ook niet worden ondersteund met voorzieningen als scholing, kinderopvang en premies. En tenslotte wordt gesteld dat de tegenprestatie geen vrijwilligerswerk is (omdat deze wordt opgedragen door het college), geen mantelzorg (want deze zorg vloeit rechtstreeks voort uit een sociale relatie terwijl de tegenprestatie door het college wordt opgedragen) en geen participatieplaats (wel allebei additioneel, maar een participatieplaats is primair voor de ontwikkeling richting arbeidsmarkt en niet beperkt in tijd). 1.2 De tegenprestatie bestaat al We kunnen ons afvragen wat er nu precies nieuw is aan de wettelijke tegenprestatie. Bijstandsklanten hadden immers al de verplichting om zich maximaal in te spannen om betaald werk te verkrijgen en te behouden of anderszins te participeren. In Amersfoort geven we al jaren invulling aan Doen wat je kunt. Daartoe hebben we een gevarieerd palet aan instrumenten beschikbaar. Daarmee streven we er naar om iedereen die hiervoor niet te veel beperkingen heeft, te laten participeren of te re-integreren op de arbeidsmarkt. Een verplichte tegenprestatie voegt daaraan o.i. niets toe. 1.3 We zien een trend naar meer wederkerigheid Het begrip wederkerigheid is ook niet nieuw. Zo wordt dit al ingezet bij Social return. Maar ook in het (basis)onderwijs en bij sportverenigingen wordt van de ouders gevraagd een actieve bijdrage te leveren. Het past in andere trends zoals die van de burger aan zet, een zich terugtrekkende overheid en een steeds groter beroep op de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de burger. Iemand die een uitkering ontvangt kan in principe ook iets (terug)doen voor de samenleving. Bij voorkeur gaat hij zo snel mogelijk weer aan het werk. Lukt dat niet of is hij daar niet voltijds mee bezig, dan kan hij zich op een andere manier nuttig maken. Inzet van wederkerigheid houdt mensen betrokken bij de samenleving. Het zorgt voor maatschappelijk draagvlak en er wordt belangrijk (vrijwilligers)werk verzet. 1.4 Met een pilot kunnen we ontdekken hoe we de tegenprestatie het beste vorm kunnen geven We willen in 2013 in de vorm van een pilot gaan testen hoe we zowel aan de voorkant (aan de poort) als bij het bestaande bestand in de uitvoering bij Sociale Zekerheid de vrijwillige tegenprestatie kunnen inzetten en of dit een toegevoegde waarde heeft op het huidige instrumentarium en de huidige uitvoering. We hebben te maken met het bestaande bestand van uitkeringsgerechtigden en met nieuwe instroom. De pilot bestaat uit drie elementen: 1. Van het bestaande bestand (± 2500; hier zijn bijzondere groepen zoals dak- en thuislozen of personen met een zak- en kleedgeldnorm (verblijvend in een inrichting) niet in meegenomen) volgen zo n 1700 personen een re-integratietraject. Een dergelijk traject is niet altijd een voltijdse weekbesteding. We vragen deze doelgroep om naast hun re-integratie-inspanningen iets van vrijwilligerswerk te doen. Als iemand 20 uur per week moet investeren in re-integreren is er nog 16 uur over om een bijdrage aan de maatschappij te leveren. 2. Ongeveer 800 personen zijn niet in traject. Vaak is er sprake van aanzienlijke fysieke, psychische/ psychiatrische of sociale belemmeringen. Ook bij deze betrokkenen zou een maatschappelijke activiteit, eventueel naast een therapeutisch, medisch of hulpverleningstraject, zinvol kunnen zijn in het kader van participatiebevordering, maatschappelijke betrokkenheid en het voorkomen van sociaal isolement. Overigens is een grote groep van deze 800 personen al actief in vrijwilligerswerk of parttime werk (vaak maximaal haalbaar). 6

3. Bij nieuwe instroom kunnen we mensen direct aan de poort vragen wat ze denken te kunnen bijdragen aan de maatschappij en hoe ze dat gaan invullen, waar dat mogelijk is naast de reintegratieverplichtingen. 2.1 Het voorstel in de motie van de PvdA Win-win situatie in gemeentelijk participatiebeleid past in de voorgestelde pilot tegenprestatie Op 6 november j.l. is een motie van de PvdA aangenomen waarin de fractie het college opdraagt te inventariseren hoeveel mensen met een bijstandsuitkering nog iets kunnen en hen de mogelijkheid te bieden om een gewaardeerde tegenprestatie te verrichten in de groenvoorziening in de binnenstad. Voorgesteld wordt om voor deze tegenprestatie een vrijwilligersvergoeding te verstrekken. Verder wordt in de motie voorgesteld om deze pilot na een jaar te evalueren en bij eventuele structurele voortzetting nadrukkelijk mee te nemen dat dergelijke projecten in de eigen woonomgeving kunnen worden vormgegeven. De motie sluit aan bij ons idee om een pilot tegenprestatie uit te voeren. Daarbij moeten we onderzoeken of, en zo ja in hoeverre de in de motie voorgestelde invulling van de tegenprestatie in het groenonderhoud zal leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt en concurrentievervalsing. Om te kunnen beoordelen of een specifieke tegenprestatie dergelijke consequenties heeft, zoeken we voor de uitvoering van de pilot nauwe samenwerking met Stichting Ravelijn. Deze vrijwilligersorganisatie is deskundig op dit gebied en toetst elke vrijwilligersplek op deze criteria. 3.1 We zien een trend van afnemende solidariteit Het stelsel van sociale zekerheid is gebaseerd op de solidariteit van de samenleving. Die solidariteit neemt echter af, omdat die door steeds minder mensen opgebracht moet worden. Om het stelsel van sociale zekerheid in stand te kunnen houden, zal er een steeds groter beroep moeten worden gedaan op het wederkerigheidsprincipe. Dat is reden om van iedereen die gebruik maakt van sociale zekerheid en die daartoe in staat is, iets terug te vragen. Daarom willen we in de pilot een verdere verschuiving van een vrijwillige naar een minder vrijblijvende tegenprestatie onderzoeken. KANTTEKENINGEN 1.1 Kaderstellend versus verplichten Zoals eerder gesteld willen we het leveren van een tegenprestatie niet direct verplicht stellen. Maar we willen het principe van wederkerigheid ook niet geheel vrijblijvend inzetten. We denken op dit gebied meer te kunnen bereiken door kaders te stellen waarbinnen mensen zelf kunnen invullen wat ze willen doen en hoe ze dat willen vormgeven. Daarbij kunnen de professionals bij SZ op verzoek en waar nodig ondersteuning bieden. 1.2 Regeerakkoord In het regeerakkoord dat VVD en PvdA onlangs hebben gepresenteerd staat o.a. dat de arbeids- en reintegratieplicht en de plicht tot tegenprestatie naar vermogen zal gaan gelden voor iedere bijstandsgerechtigde. Categoriale ontheffingen zullen niet meer mogelijk zijn. Wij gaan er vanuit dat hier bedoeld wordt dat er geen groepen meer mogen worden vrijgesteld van deze veplichtingen, zoals tot nu toe de groep 57,5 jarigen. Het opleggen van de plicht tot een tegenprestatie lijkt een bevoegdheid van het college te blijven. Wij verwachten dat in 2013 hierover nadere uitwerking van het Rijk volgt. FINANCIËN We willen de kosten van de pilot vanuit het Werkdeel dekken. Deze kosten zullen naar schatting niet meer dan 20.000 bedragen, gezien het feit dat aangesloten wordt bij reeds bestaande werkafspraken met Stichting Ravelijn. VERVOLG 7

We gaan begin 2013 op uitvoeringsniveau de pilot vormgeven en uitvoeren. We willen eind 2013 de pilot evalueren en de bevindingen, conclusies en aanbevelingen terugkoppelen aan de raad, met het oog op definitieve invoering van de tegenprestatie. COMMUNICATIE Zodra vorm en inhoud van de pilot bekend zijn, zullen we hier zowel intern als extern communicatief de nodige aandacht aan besteden. BETROKKEN PARTIJEN We willen de Cliëntenraad Sociale Zekerheid om advies vragen. Verder zullen we bij de pilot o.a. Stichting Ravelijn betrekken. De vrijwilligersorganisatie kan beoordelen of vrijwilligerswerk bij een bepaalde organisatie niet leidt tot verdringing en/of concurrentievervalsing. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester, Bijlagen - geen 8