Plaatsingsgids HYdROPanEl Uitgave 2012 info.gevel@eternit.be info.gevel@eternit.nl www.eternit.be www.eternit.nl

Vergelijkbare documenten
PRODUCTINFORMATIEBLAD Hydropanel

HYDROPANEL PRODUCTINFORMATIEBLAD

ETERSPAN platen worden geproduceerd op een Hatschek-machine en worden geautoclaveerd x 2.400mm (kg/stuk)

HYDROPANEL TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

Eterspan: steunplaat dakbedekking TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

Bouwplaten STEUNPLAAT DAKBEDEKKING TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel steunplaat voor sierpleister op isolatie

Menuiserite DG windscherm: niet structureel TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

WILLCO Aventi. Afmetingen en toleranties

Bewezen prestaties op elk vlak. Handleiding. Waterbestendig, brandwerend, schokbestendig & geluidsisolerend.

DURIPANEL PRODUCTINFORMATIEBLAD

VERWERKINGSRICHTLIJNEN 1 ETERNIT VLAKKE PLATEN

DURIPANEL S3(B1) Product Informatie Blad 1

PRODUCTINFORMATIEBLAD Bluclad

EQUITONE [linea] PRODUCTINFORMATIEBLAD

TOEPASSINGSRICHTLIJN Structurele beplating in houtskeletbouw

SIDINGS Product Informatie Blad 1

Bouwplaten GEVELSTEUNPLAAT VOOR SIERPLEISTER TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

ETERSPAN Product Informatie Blad 1

Toepassingsrichtlijnen Bluclad GEVELSTEUNPLAAT voor sierpleister

Buitenzijde binnenspouwblad: structureel TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

AFBOUWPLAAT VOOR WANDEN, VLOEREN EN PLAFONDS

EQUITONE [tectiva] PRODUCTINFORMATIEBLAD

Bluclad gevelsteunplaat voor sierpleister

Bewezen prestaties op elk vlak AFBOUWPLAAT VOOR WANDEN, VLOEREN EN PLAFONDS

ETERSPAN Product Informatie Blad 1

ONDERDAKEN - MENUISERITE EXTRA NT-G EN MENUISERITE EXTRA NT-DG DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

Productinformatieblad ISIrock

VERWERKINGSRICHTLIJNEN 1 ETERNIT VLAKKE PLATEN

EFLEX Product Informatie Blad 1

_HYDROPANEL_toepassing_ned.doc 1/45 SINIAT laatste herziening 17/05/13

WILLCO Aventi - Toepassingsrichtlijnen

Tonality: zonneweringen en jaloezieën TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

Eter-Backer HD gevelsteunplaat voor steenstrips

TONALITY PRODUCTINFORMATIEBLAD

Productblad ROCKPANEL Ply

TOEPASSINGSRICHTLIJN Hydropanel

PRODUCTINFORMATIEBLAD

PRODUCTINFORMATIEBLAD Duripanel

WILLCO Aventi - Toepassingsrichtlijnen

BOUWPLATEN. Voor elke toepassing hebben wij dé juiste oplossing. Nederlandse markt

GLASAL Product Informatie Blad 1

BOUWPLATEN. Voor elke toepassing hebben wij dé juiste oplossing. Belgische markt

Gevel SIDINGS op VENTISOL-LAT TOEPASSINGSRICHTLIJNEN 1

TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel - Vloersteunplaat

NOVEX. Technische gegevens. onderdakplaten

TOEPASSINGSRICHTLIJN Geventileerde voorhanggevel Paintboard schilderplaat op houten draagstructuur

TOEPASSINGSRICHTLIJN Geventileerde voorhanggevel Paintboard schilderplaat op houten draagstructuur

Leginstructies. Natural Floor VOORAF. Europese Eik Europese Productie. Acclimatisering. Omgevingstemperatuur en Relatieve Luchtvochtigheid

Voor de toepassing van : Isomar Eurokoumé multiplex Isogarant 20 jaar Eurokoumé multiplex Isoprime Eurokoumé multiplex Isopaint 20 jaar Eurokoumé

PAINTBOARD 9 mm Productgegevens en verwerking zijn terug te vinden in de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij ETERNIT.

Verwerkingsvoorschriften Okoume:

FERMACELL Firepanel A1. De nieuwe dimensie in brandveiligheid

LEG- EN MANIPULATIE INSTRUCTIES ALGEMEEN

Schilderbare gevelplaat op houten draagstructuur

Om splinterige boorgaten te voorkomen moet er onder de HPL-plaat, hardhout of multiplex worden gelegd. In het algemeen wordt een

TOEPASSINGSRICHTLIJN Geventileerde voorhanggevel Bluclad steunplaat voor sierpleisters

B.1 Bestekteksten. B.1.1 Blokken

Tegelen op hout.

Duripanel: vloersteunplaat TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

- installatiekit (slagijzer, afstandsblokjes (1-8 mm) en een voor Unilink geschikt stootblok) - ondervloersysteem (Quick Step screen) - onderhoudskit

Plano. Het tegelelement voor de wandafwerking. Verwerkingsinstructies

4 PlaGyp-plafonds. Afgehangen plafonds. Toepassing en voordelen

BASWAPHON Cool naadloos akoestisch klimaatplafond

3 Metal Stud-plafonds

TOEPASSINGSRICHTLIJN Geventileerde voorhanggevel Bluclad steunplaat voor Steenstrips

Golfplaten profiel ARDEX NT

235 Parketnadenlijm. Product. Volumes. Eigenschappen

Zo plaatst u zelf gipsplaten

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

1 PRODUCTBESCHRIJVING SAMENSTELLING GAMMA 3 2 EIGENSCHAPPEN MECHANISCHE EN FYSISCHE EIGENSCHAPPEN 3 3 TRANSPORT EN OPSLAG 3

PLAATSINGS- INSTRUCTIES DURASID GEVELBEKLEDING

fermacell Technische tip

Afbouwplaat voor vloer, wand en plafond.

Installatierichtlijnen. Rockfon Eclipse

BPB. Rigidur gipsvezelplaten. BPB, uw gids in gips.

Zo plaatst u zelf gipsplaten

POAL MONTAGERICHTLIJNEN. 1. Controle van de levering. 2. Uitpakken en sorteren. 3. Bewerken van de panelen

ONDERDAKEN - MENUISERITE EXTRA NT DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

vloerplaten P3 Vloerplaten

BINNENBOUWPLATEN VIDI. board -PRO NIEUW. Versie

P Inleiding tot bestekteksten, plaatsingsvoorschriften en uitvoeringsdetails

Viroc is een cementgebonden vezelplaat. Een composietmateriaal, samengesteld door een mix van gecomprimeerde en droge grenen deeltjes en cement.

Voorzetwanden: vrijstaand stijl- en regelwerk (hout of metaal)

Wand- en plafondbekleding uit polyvinylchloride (PVC) Deceuninck SCARLET, BEE_BO en DECOR

ONDERDAKEN ETER 160 DEEL 2 SPECIFIEKE TECHNISCHE GEGEVENS

- Kluswijzer - 7. Zelf een scheidingswand bouwen

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

redstone Secco Keldersaneerplaat KSP

SNC-folie. Artikelnummer: Gebruiksaanwijzing. Emissiearm Waterondoorlaatbaar Scheuroverbruggend Alkalibestendig

- droge qua afbouw: geen droogtijden -> snelle oplevering. - ook te gebruiken in vochtige ruimten: mits toepassen. (zie hoofdstuk 4.3).

Gepotdekselde gevelstroken op houten draagstructuur

parket & laminaat / vloertegels CONTACTGELUIDSISOLATIE

BPB. Gyproc gipskartonplaten. BPB, uw gids in gips.

SVK GEVELPLATEN TECHNISCHE PRODUCTFICHE COLORMAT BANDO

LUCHTGELUIDSISOLATIE gekleefde voorzetwanden. Insulation technology

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

kluswijzer Scheidingswanden

Transcriptie:

Plaatsingsgids HYDROPANEL Uitgave 2012

Plaatsingsgids HYDROPANEL Waterbestendig Schokbestendig Brandwerend Geluidsisolerend

inhoudsopgave QUICK START INSTRUCTIES... 4 I. Productinformatie HYDROPANEL...6 1. Productsamenstelling... 6 2. Productiemethode... 6 3. Afmetingen en toleranties... 6 4. Kleur... 7 5. Technische karakteristieken... 8 6. Voordelen... 9 7. Toepassingen... 9 8. Verwerkingsgegevens...10 9. Transport en opslag...12 10. Gezondheids- en veiligheidsaspecten...12 11. Garantie...12 12. Certificering en duurzaamheid...13 II. Toepassingsrichtlijnen HYDROPANEL...14 1. Algemeen...14 2. Product...14 3. Toepassingsgebied...14 4. Toepassing...17 4.1 Wand...17 Algemeen...17 4.1.1 Metalen draagstructuur...17 4.1.2 Houten draagstructuur...19 4.1.3 Bevestigingswijze...21 4.1.4 Voorbeelden...27 4.1.5 Systeemprestaties...30 2 Uitgave 2012

4.2 Plafondplaat...34 Algemeen...34 4.2.1 Metalen draagstructuur...34 4.2.2 Houten draagstructuur...35 4.2.3 Bevestigingswijze...36 4.2.4 Voorbeelden...38 4.3 Ondervloerplaat...41 Algemeen...41 4.3.1 Ondervloerplaat op een dragende ondervloerconstructie...41 4.3.2 Ondervloerplaat als zwevende ondervloer...44 4.3.3 Systeemprestaties...47 5. Afwerking...48 5.1 Voegafwerking...48 5.2 Schilderen...53 5.3 Betegelen...54 5.4 Behangen...59 5.5 Pleisteren...59 5.6 Andere afwerkingen...59 6. Uitzettingsvoegen...60 7. Bevestiging van voorwerpen...62 8. Toebehoren en verbruik...64 9. Info externe leveranciers...64 10. Meer informatie...65 III. Toebehoren HYDROPANEL...66 Uitgave 2012 3

QUICK START INSTRUCTIES HYDROPANEL is een performante vezelcement afbouwplaat. QUICK START INSTRUCTIES Systeem Platen met afgeschuinde kanten, voegafwerking met strip en finisher, plaatsing op metalen profielen of houten structuren, afwerking naar keuze. Gebruik Scheidings- en voorzetwand, steunplaat voor tegels, geschikt voor natte ruimtes. Binnenplafond Ondervloerplaat Afwerking Schilderen, betegelen, behangen, pleisteren Voordelen waterbestendig hoge impactweerstand (*) brandveilig (*) hoge geluidsisolerende eigenschappen (*) Maatvoering met afgeschuinde kanten (BE) > > 1200 x 900 x 9 mm (lengte x breedte x dikte) > > 2600 x 1200 x 9 mm (lengte x breedte x dikte) > > 3000 x 1200 x 9 mm (lengte x breedte x dikte) > > 2600 x 600 x 9 mm (lengte x breedte x dikte) > > 3000 x 600 x 9 mm (lengte x breedte x dikte) > > 2600 x 1200 x 12 mm (lengte x breedte x dikte) > > 3000 x 1200 x 12 mm (lengte x breedte x dikte) > > 2600 x 600 x 12 mm (lengte x breedte x dikte) zonder afgeschuinde kanten (BE) > > 3000 x 600 x 9 mm (lengte x breedte x dikte) > > 2600 x 600 x 9 mm (lengte x breedte x dikte) > > 1200 x 900 x 9 mm (lengte x breedte x dikte) > > 2600 x 1200 x 6 mm (lengte x breedte x dikte) > > 2600 x 1200 x 9 mm (lengte x breedte x dikte) andere maatvoeringen beschikbaar (!) (*) zie systeemprestaties 4 Uitgave 2012

Opslag Horizontaal ondersteund onder een dekzeil of in een droge omgeving. 1 plaat dient door 2 personen te worden getild en verticaal te worden gedragen. Verwerking decoupeerzaag: zaagblad met hardmetalen tanden (!) bv. type Bosch T141 HM handcirkelzaag: universeel vezelcementzaagblad (!) (tel. Leitz 0182-303030) Zagen en boren steeds in een droge omgeving, strook moet ondersteund worden. Draagstructuur Wand op metalen draagstructuur ( C + U profielen) > > min. dikte metaal: 0,6 mm > > min. breedte verticaal profiel: 48 mm Wand op houten draagstructuur > > min. dikte houten draaglat: 50 mm > > min. breedte houten draaglat: 40 mm (70 mm ter hoogte voeg) Bevestiging tussenafstand schroeven: plaatranden: 400 mm, midden plaat: 600 mm min. lengte houtschroef: 35 mm (randafstand 15 mm x 50 mm) min. lengte metaalschroef: 30 mm (randafstand 15 mm x 50 mm) Toeleveranciers Tegellijmfabrikant: Omnicol tel. B 0032 (0)13 780 860 / NL 0031 (0)73 599 29 25 Verffabrikant: PPG Coatings tel. B 0032 (0)11 27 87 32 / NL 0031 (0)297 54 18 89 Pleisterfabrikant: Strikotherm tel. NL 0031 (0)162 51 47 50 Quick start instructies QUICK START INSTRUCTIES Uitgave 2012 5

I. PRODUCTINFORMATIE hydropanel 1. Productsamenstelling HYDROPANEL platen zijn samengesteld uit: Portland cement geselecteerde minerale vulstoffen waaronder mica voor hoge dimensionele stabiliteit en lage hygrische beweging organische versterkingsvezels functionele toeslagstoffen 2. Productiemethode HYDROPANEL platen worden geproduceerd op een Hatschek-machine en worden geautoclaveerd, gekantrecht en gecalibreerd. De kanten kunnen worden afgeschuind (= BE ; =Bevelled Edge). 3. Afmetingen en toleranties Dikte (mm) 9 mm 12 mm 6 mm Gewicht af-fabriek (kg/m 2 ) 12,7 17,0 8,5 Afmetingen en bruto gewicht per plaat Haaks verzaagd met afgeschuinde kanten (BE) Dikte mm b x L mm x mm Aantal afgeschuinde kanten (BE) Oppervlakte m² / paneel Gewicht kg / paneel 9 900 x 1200 4 BE 1,08 13,70 9 1200 x 2600 2 BE 3,12 39,60 9 1200 x 3000 2 BE 3,60 45,70 9 600 x 2600 2 BE 1,56 19,80 9 600 x 3000 2 BE 1,80 22,90 12 1200 x 2600 2 BE 3,12 53,00 12 1200 x 3000 2 BE 3,60 61,20 12 600 x 2600 2 BE 1,56 26,50 6 Uitgave 2012

Haaks verzaagd zonder afgeschuinde kanten (BE) Dikte mm b x L mm x mm Aantal afgeschuinde kanten (BE) Oppervlakte m² / paneel Gewicht kg / paneel 9 600 x 3000 0 BE 1,80 22,90 9 600 x 2600 0 BE 1,56 19,80 9 900 x 1200 0 BE 1,08 13,70 6 1200 x 2600 0 BE 3,12 25,50 9 1200 x 2600 0 BE 3,12 39,60 Toleranties Toleranties In overeenstemming met EN 12467 (niveau 1) Dikte (mm) ± 0,5 Lengte en breedte (mm) ± 3 Haaksheid (mm/m) 1,0 4. Kleur HYDROPANEL platen hebben een grijze kleur. Uitgave 2012 7

5. Technische karakteristieken Gemiddelde waarden volgens de Europese norm EN 12467 Vlakke vezelcementplaten, welke de classificatie en de meeste testmethodes beschrijft. A. Testen volgens ISO kwaliteit management systeem Densiteit Ovendroog EN 12467 1.180 kg/m³ Buigsterkte Luchtdroog, EN 12467 23,00 N/mm² Luchtdroog, // EN 12467 17,00 N/mm² Elasticiteitsmodulus Luchtdroog, EN 12467 10.000 N/mm² Luchtdroog, // EN 12467 10.000 N/mm² Delaminatieweerstand Luchtdroog 0,50 N/mm² Hygrische beweging 0-100%, gem. 1,20 mm/m 30-90%, gem. 0,56 mm/m Porositeit 0-100% 40 % B. Classificatie Duurzaamheidsklasse EN 12467 Categorie B Sterkteklasse EN 12467 Klasse 2 Brandreactieklasse EN 13501-1 A2-s1-d0 NBN S21-203 A1 C. Type test of beste schatting Impermeabiliteitstest EN 12467 Ok Warm water test EN 12467 Ok Verzadigd droog test EN 12467 Ok Vries dooi test EN 12467 Ok Thermische uitzettingscoëfficient α 6,5*10-6 / m/mk Warmtegeleidingscoëfficient λ 0,19 / W/mK Waterdampdiffusieweerstandsgetal µ 17-21 / - 8 Uitgave 2012

6. Voordelen Indien de toepassingsrichtlijnen worden gevolgd, hebben ETERNIT vezelcementplaten de volgende algemene karakteristieken: waterbestendig en waterdicht (volgens NBN 492) dampopen hoge sterkte en goede weerstand tegen accidentele schokken bijdrage tot de stijfheid (schrankweerstand) van constructies brandveilig (niet-ontvlambaar, niet-brandverspreidend) bestendig tegen uiteenlopende temperaturen geluidsisolerend bestendig tegen vele levende organismen (schimmels, bacteriën, insecten, ongedierte, etc.) bestendig tegen vele chemicaliën milieuvriendelijk, geen emissie van schadelijke gassen 7. Toepassingen HYDROPANEL kan gebruikt worden in de volgende toepassingen: Binnenwand: niet dragende scheidingswand, voorzetwand, houtskeletbouwwand, staalskeletbouwwand Binnenvloer: dragende en zwevende vloeren Binnenplafond: verlaagde plafonds, zwembadplafonds Mogelijke afwerkingen: Wanden: schilderen, tegelen, behangen, bepleisteren,... Plafonds: schilderen, behangen,... Vloeren: tegelen, tapijt, laminaat, parket,... Uitgave 2012 9

8. Verwerkingsgegevens!!: Zagen en boren dient te gebeuren in een droge omgeving. Voor decoratieve toepassingen moet zaag- en boorstof onmiddellijk van de plaat worden verwijderd met een droge microvezel stofdoek. Niet-verwijderd zaag- en boorstof kunnen blijvende vlekken veroorzaken. Elektrische machines moeten aangesloten zijn op een geschikte stofzuiger om een goede stofafzuiging te bekomen. Bij niet-efficiënte stofafzuiging is het gebruik van stofmaskers van type FFP2 of beter volgens EN149:2001, aanbevolen. Verzagen/versnijden Bij het bewerken van de plaat moet de plaat voldoende worden ondersteund zodanig dat ze niet doorbuigt. De zaagtafel moet zeer stabiel zijn en mag niet trillen. De plaat mag niet onder spanning staan tijdens het verzagen. Een trillings- en spanningsvrije plaat tijdens de verzaging is noodzakelijk voor een goede zaagsnede. Foutieve verzaging kan delaminatie van de zaagrand veroorzaken. Universeel Eternit zaagblad (sneldraaiend) verkrijgbaar bij Leitz-Service, op stationaire zaagmachines of hand(inval)cirkelzaag met geleiderail. Beschikbare diameters: 160, 190, 225 en 300 mm Decoupeerzaag met zaagblad met hardmetalen tanden type T141 HM van Bosch (beschikbaar bij Eternit) Diamant zaagblad zonder vertanding op sneldraaiende stationaire zaagmachines of hand(inval)cirkelzaag met geleiderail. Snijden en breken: Hydropanel met dikte 6 of 9 mm langs twee zijden snijden met een trekhaak met hardmetalen tand en breken op een ondersteunde kant (beschikbaar bij Eternit). Bij voorkeur voor kleinere afmetingen. Niet geschikt voor 12mm dikke platen. Afschuinen van kanten Bij het bewerken van de plaat moet de plaat voldoende worden ondersteund zodanig dat ze niet doorbuigt. De werktafel moet zeer stabiel zijn en mag niet trillen. Elektrische machines moeten aangesloten zijn op een geschikte stofzuiger om een goede stofafzuiging te bekomen. Elektrische handschaafmachine met wegwerpschaafbeitels (vb. Metabo Ho E 0983 of Festool HL 850) Blokschaaf met hardmetalen mes om manueel kanten af te schuinen (beschikbaar bij Eternit). Bij voorkeur voor kleinere afmetingen en kleine hoeveelheden. Boren De plaat moet voldoende ondersteund worden rondom het te boren gat (bvb. door houten ondergrond). 10 Uitgave 2012

voor gaten: spiraalboor met hardmetalen punt (of volledig in hardmetaal) met een tophoek van 60 (beschikbaar bij Eternit). Beschikbare diameters: 5,0-6,0-7,0 8,3-9,5-11,0 mm voor ronde openingen: gatzaag met hardmetalen punten (vb type Pionier van Metabo) Bevestigingsmiddelen Afhankelijk van de toepassing kan HYDROPANEL op volgende manieren bevestigd worden (zie toepassingsrichtlijnen voor meer informatie). Het materiaal (vb. roestvrij staal, verzinkt staal, gefosfateerd staal) wordt tevens gekozen in functie van de toepassing. Schroeven: Kan worden geschroefd zonder voorboren. Afmetingen van de schroef > > Hydropanelschroef in gegalvaniseerd staal voor hout en metal-stud (beschikbaar bij Eternit): 4,0 x 35 mm > > Hydropanelschroef in rvs met geharde boorpunt voor dikke (max 2 mm) metalen profielen (beschikbaar bij Eternit) 4,5 x 32 mm Nagelen: Kan worden genageld zonder voorboren. De kop van de nagel mag niet te diep in de plaat worden gedreven. De pneumatische nagelmachine wordt geregeld met een constante inslagdiepte. Afmetingen van de nagels > > Hydropanelnagel in rvs (los verpakt beschikbaar bij Eternit): 2,8 x 45 mm > > Machinaal nagelen (nagels op band en machines beschikbaar bij Senco): 2,5 x 45 mm Nieten: De rug van de niet mag niet te diep in de plaat worden gedreven. De pneumatische nietmachine wordt geregeld met een constante inslagdiepte. Afmetingen van de nieten > > Machinaal nieten (nieten en machines beschikbaar bij Senco): 1,88 x 40 x 11,4 mm Lijmen: Kan met lijmmortel worden gelijmd op steenachtige ondergrond. Type lijm > > Lijmmortel (vb. Omnicem E Flex of Omnicem DB Flex van Omnicol) Afwerken van de afgeschuinde kanten Afgeschuinde kanten moeten worden afgewerkt met het daartoe geëigende voegafwerksysteem bestaan uit een primer, een vulmiddel en een voegband. Twee systemen worden aangeboden; een klaar voor gebruik vulmiddel (Ready Mix = RM) en een vulmiddel op basis van poedercement (Powder Mix = PM). Systeem 1: HYDROPANEL RM PRIMER + HYDROPANEL RM FINISHER + HYDROPANEL STRIP Systeem 2: HYDROPANEL PM PRIMER + HYDROPANEL PM FINISHER + HYDROPANEL STRIP Meer info vindt men terug in de toepassingsrichtlijnen. (Finishers, primers en strip zijn beschikbaar bij Etenit) Uitgave 2012 11

9. Transport en opslag De platen worden verpakt op paletten. Het transport dient te gebeuren onder een dekzeil. De platen moeten horizontaal worden gestapeld op een vlakke ondergrond. De platen moeten steeds voldoende worden ondersteund zodanig dat ze niet doorbuigen. De platen moeten worden gestapeld in een droge geventileerde ruimte. Indien de platen buiten worden opgeslagen, moeten ze steeds worden afgeschermd van regen met behulp van een dekzeil of kunststoffolie. Indien de platen toch nat worden in de verpakking, moet alle verpakking worden verwijderd en moeten de platen eventueel worden drooggewreven en zodanig worden opgesteld dat ze kunnen drogen. Het wordt aanbevolen de platen in de ruimte van aanwending te laten acclimatiseren vooraleer ze worden bevestigd. Een plaat dient door twee personen van de stapel te worden getild en dient vervolgens verticaal te worden gedragen. Folie moet steeds tussen gestapelde platen blijven om verfschade te vermijden. 10. Gezondheids- en veiligheidsaspecten Bij de mechanische bewerking van platen kan stof vrijkomen dat irriterend kan zijn voor de luchtwegen en de ogen. Daarnaast, kan het inademen van fijn inadembaar kwartsbevattend stof - in het bijzonder als in hoge concentraties of gedurende langere periodes - leiden tot longziektes en een verhoogd risico op longkanker. Afhankelijk van de werkomstandigheden moeten geschikte werktuigen met stofafzuiging en/of ventilatie worden voorzien. Voor nadere richtlijnen moet het Veiligheid Informatie Blad (conform 91/155/EEC) worden geraadpleegd. 11. Garantie De garantie op de plaat is enkel geldig indien de toepassingsrichtlijnen worden gerespecteerd. Bij twijfel omtrent de geschiktheid van ETERNIT vlakke platen in een bepaalde toepassing, is het aangewezen een advies te vragen aan ETERNIT. ETERNIT kan in geen enkel geval aansprakelijk worden gesteld voor toepassingen van zijn vlakke platen die zonder goedkeuring van ETERNIT worden toegepast. 12 Uitgave 2012

12. Certificering en duurzaamheid De fabrikant kan in het kader van de Europese Bouwproductenrichtlijn de CE declaratie voorleggen. De producten worden geleverd met het ATG-label welk de overeenkomstigheid aan het CE label en aan de norm NBN EN 12467 Vlakke vezelcementplaten garandeert. De fabrikant is tevens ISO gecertificeerd. EP1992597 Een milieuverklaring of Environmental Product Declaration (EPD) voor HYDROPANEL werd opgemaakt conform ISO 14025 door het Duitse instituut voor bouw en milieu Institut Bauen und Umwelt e.v. (IBU) en kan op aanvraag bekomen worden. Uitgave 2012 13

II. TOEPASSINGSRICHTLIJNEN HYDROPANEL 1. Algemeen Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de binnenafwerking met ETERNIT HYDROPANEL bouwplaten: op een houten of metalen draagstructuur voor wanden, als ondervloerplaat, als verlaagd plafond. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij ETERNIT. 2. Product HYDROPANEL 6, 9, 12 mm Deze toepassingsrichtlijnen moeten steeds samen met het productinformatieblad voor Hydropanel geraadpleegd worden. In het productinformatieblad staan naast de productgegevens ook de verwerkingsmogelijkheden vermeld. 3. Toepassingsgebied België: Tabel: blootstellingsklassen volgens Technische Voorlichting 227: Muurbetegelingen van het WTCB Blootstellingsklasse van de ruimte of de betegeling aan water Soort bevochtiging van de betegeling Voorbeelden van toegelaten ruimten HYDROPANEL toegelaten als E A Droge ruimten, waarin de betegeling zelden bevochtigd wordt. De betegeling wordt onderhouden door periodiek afwassen Ruimten voor privégebruik met uitzondering van doucheruimten. Sanitaire ruimten voor matig gebruik (niet-collectief) Wand - plafond - vloer 14 Uitgave 2012

E B Vochtige ruimten. Eventuele bevochtiging door besproeien met water onder lage druk. Maximale watertemperatuur: 40 C Individuele en collectieve doucheruimten*, zonder hydrotherapeutische massage-installaties. Sanitaire ruimten in gebouwen voor frequent gebruik (collectief) Wand - plafond E C Vochtige ruimten. Eventuele bevochtiging door besproeien met water onder matige druk. Maximale watertemperatuur: 40 C Doucheruimten met hydrotherapeutische massage-installaties, grootkeukens, industriële wasserijen, car wash*,... Wand - plafond* E D Natte ruimten met frequente bevochtiging. De betegeling wordt onderhouden door afspuiten, eventueel onder hoge druk (30 bar) gevelbetegelingen* industriële ruimten sanitaire ruimten langs openbare wegen Wand - plafond* E E Speciale ruimten waarin het onderhoud van de betegeling gebeurt met heet water (> 40 C) onder lage of matige druk of met stoom ruimten voor de productie van levensmiddelen chemische en farmaceutische nijverheid sommige laboratoria, koel- en vriesruimten Wand - plafond* * zie opmerkingen verder Uitgave 2012 15

Nederland: Tabel: binnenklimaatklassen voor vochthuishouding volgens Stichting Bouw Research Klimaatklasse (BKK) Gebruik ruimte Optredende dampdruk in Pa Temperatuur en relatieve vochtigheid HYDROPANEL toegelaten als I Opslagloodsen Garages Schuren 1030 < P 1 1080 18 C - 50 % tot 18 C - 52 % Wand - plafond II Woningen Kantoren Winkels 1080 < P 1 1320 20 C - 46 % tot 20 C - 56 % Wand - plafond - vloer III Scholen Verpleeginrichtingen Bejaardencentra Recreatiegebouwen 1320 < P 1 1430 22 C - 50 % tot 22 C - 54 % Wand - plafond - vloer IV Wasserijen Zwembaden Drukkerijen P 1 > 1430 24 C - 48 % en hoger Wand - plafond * * zie opmerkingen onderaan OPMERKINGEN: Beperkingen voor het gebruik van HYDROPANEL HYDROPANEL kan toegepast worden in saunacentra, welnesscentra, zwembadcomplexen volgens bovenstaande tabellen. Voor toepassingen in de sauna- en/of stoombadcabines zelf, moet schriftelijk advies gevraagd worden bij de technische dienst van ETERNIT NV. Ruimtes waar HYDROPANEL niet voor geschikt is: > > Buitentoepassingen zoals bijv. gevelbetegelingen, car wash centers > > toepassingen onder water > > vloerplaat in zeer vochtige lokalen, bvb. collectieve douches, zwembaden Bij plafondtoepassingen in vochtige ruimtes is bevestiging op een houten draagstructuur aan te raden omwille van de hogere uittrekwaarde van de schroeven, betere buigstijfheid van de constructie en de betere corrosiebestendigheid van het complete systeem. 16 Uitgave 2012

OPGELET Het is welbekend dat gipsgebonden platen niet geschikt zijn voor betegeling in natte ruimtes (blootstellingsklasse E B, E C, E D en E E of klimaatklasse IV). Wanneer gipsplaten nat worden tijdens de constructie-of gebruiksfase kunnen zij hun cohesie verliezen, schimmels en bacteriën aantrekken en slecht beginnen ruiken. (referentie WTCB Technische Voorlichting 227) 4. Toepassing 4.1. Wand ALGEMEEN Bij wandtoepassingen wordt volgend onderscheid gemaakt: Niet-dragende scheidingswand: de platen worden op houten draaglatten of metalen draagprofielen bevestigd Vrijstaande voorzetwand: de platen worden op houten draaglatten of metalen draagprofielen bevestigd Niet-vrijstaande voorzetwand: de platen worden op houten draaglatten of metalen draagprofielen bevestigd of rechtstreeks op de achterwand gekleefd. De draagstruktuur wordt zodanig ontworpen dat het volledige systeem (wand en/of plafond) de uitwendige krachten en de belasting van het eigengewicht kunnen opnemen (volgens de nationaal geldende normen). Ter plaatse van wandopeningen moet de draagstructuur dikker worden uitgevoerd om de extra belasting van deuren en vensters te kunnen opnemen. De hart-op-hart (hoh) tussenafstand tussen de draaglatten of draagprofielen bedraagt maximaal 600 mm. Bij 9 mm dikke platen van 600 mm breed bedraagt de maximale HOH afstand 300 mm. 4.1.1. Metalen draagstructuur De plaat wordt bevestigd op verticale metalen C-profielen welke worden geplaatst tussen horizontale metalen U-profielen. De C-profielen mogen echter niet worden bevestigd aan de U-profielen, behalve bij deuropeningen en ramen. De metalen draagstructuur wordt geplaatst volgens de regels van de kunst, volgens DIN 18183:1988 en DIN 18182-1. Uitgave 2012 17

C-profiel U-profiel De afmetingen en de dikte van het metalen profiel moeten voldoende zijn om: een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen mogelijk te maken. de optredende belasting te weerstaan in functie van het toepassingsgebied (toepassingsgebied 1: particulier gebruik of toepassingsgebied 2: voor openbare toepassingen), de hoh afstand tussen de draagprofielen en de overspanning (bvb. hoogte van de wand). minimale dikte metaal: 0,6 mm De verticale metalen profielen moeten voldoende breed zijn voor een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen. minimale breedte profiel: 48 mm De metalen profielen moeten voldoende corrosiebestendig zijn volgens DIN EN 13964. Voor normaal gebruik zijn verzinkte profielen voldoende corrosiewerend. Bij gebruik in agressievere omgevingen (bijv. zwembaden met chloorhoudende atmosfeer) moet op de profielen naast de verzinking met aangepaste dikte ook een extra coating aangebracht worden. Metalen profielen met de vereiste corrosiebestendigheid zijn beschikbaar bij de leveranciers (bijv. Dingemans BV in Kaatsheuvel, Nederland). Het doorboren van gegalvaniseerde profielen met bijvoorbeeld schroeven in agressieve omgevingen is niet toegestaan. Hier moeten speciale maatregelen worden genomen om contactcorrosie te voorkomen. De lengte van de verticale profielen moet aangepast worden i.f.v. de te verwachten doorbuiging van de bovenliggende vloerplaat. De verticale profielen moeten minimaal 15 mm overlappen met het horizontale profiel. 18 Uitgave 2012

De minimale afmetingen van de metaalprofielen i.f.v. de wandhoogte zijn in onderstaande tabel volgens DIN 18183-1 en DIN 4103-4, alsook volgens AbP-VHT-626-08 van het Duitse testinstituut voor hout- en droogbouw weergegeven. HYDROPANEL 9 mm: toegelaten wandhoogtes Vrijstaande voorzetwand Profiel Enkel Dubbele beplating beplating Scheidingswand Enkel beplating Dubbele beplating C 50-06 2,50 m (1) 2,50 m (1) 3,00 m 4,00 m C 75-06 3,25 m 3,50 m 4,00 m 5,00 m C100-06 4,00 m 4,25 m 5,00 m 7,00 m HYDROPANEL 12 mm: toegelaten wandhoogtes Vrijstaande voorzetwand Profiel Enkel Dubbele beplating beplating Scheidingswand Enkel beplating Dubbele beplating C 50-06 2,75 m (1) 2,75 m (1) 3,25 m 4,25 m C 75-06 3,50 m 3,75 m 4,25 m 5,25 m C 100-06 4,25 m 4,50 m 5,25 m 7,25 m (1) enkel voor toepassingsgebied 1 4.1.2. Houten draagstructuur De plaat wordt bevestigd op verticale houten draaglatten welke worden geplaatst tussen horizontale houten draaglatten of horizontale metalen U-profielen. De houten draagstructuur wordt geplaatst volgens de regels van de kunst, volgens DIN 4103-1. De kwaliteit van het hout dient te voldoen aan de geldende normen voor dit toepassingsgebied. Bovendien wordt het hout beschermd tegen aantasting van schimmels e.d., volgens de geldende norm. Het hout dient tevens voldoende droog te zijn (maximum vochtgehalte 16%). Uitgave 2012 19

minimale karakteristieke breukspanning hout: 18 N/mm 2 minimale gemiddelde elasticiteitsmodulus: 9000 N/mm 2 De houten draaglatten moeten voldoende dik zijn om: een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen mogelijk te maken de optredende belasting te weerstaan in funtie van het toepasingsgebied (particulier gebruik of voor openbare toepassingen), de hoh afstand tussen de draaglatten en de overspanning (bvb. hoogte van de wand). minimale dikte houten draaglat: 50 mm De houten draaglatten moeten voldoende breed zijn voor een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen. Minimale breedte draaglat zonder voeg: 40 mm Minimale breedte lat met voeg: zie onderstaande tabel Bevestigingsmiddel e p(mm) e r(mm) b (mm) Nieten 15 10 62 Nagels 15 15 60 Schroeven (niet voorgeboord) 15 20 70 Schroeven (voorgeboord) 15 12 54 De waarden in de tabel zijn bepaald aan de hand van volgende formules: e r = 5 x d n en B = 2 x e p+2 x e r+b n waarbij d n = nominale dikte bevestigingsmiddel en b n = nominale breedte van de niet. Voor andere bevestigingsmiddelen dan diegene voorgeschreven voor HYDROPANEL dient de waarde b berekend te worden. 20 Uitgave 2012

De minimale afmetingen van de houten draaglatten i.f.v. de wandhoogte zijn in onderstaande tabel volgens DIN 18183-1 en DIN 4103-4, alsook volgens AbP-VHT-626-08 van het Duitse testinstituut voor hout- en droogbouw weergegeven. HYDROPANEL 9 mm: toegelaten wandhoogtes Vrijstaande voorzetwand Houtsectie (mm x mm) Enkel beplating Dubbele beplating Scheidingswand Enkel beplating Dubbele beplating 60 x 60 2,50 m (1) 2,50 m (1) 3,00 m 4,00 m 60 x 80 3,25 m 3,50 m 4,00 m 5,00 m 60 x 100 4,00 m 4,25 m 5,00 m 7,00 m HYDROPANEL 12 mm: toegelaten wandhoogtes Vrijstaande voorzetwand Houtsectie (mm x mm) Enkel beplating Dubbele beplating Scheidingswand Enkel beplating Dubbele beplating 60 x 60 2,75 m (1) 2,75 m (1) 3,25 m 4,25 m 60 x 80 3,50 m 3,75 m 4,25 m 5,25 m 60 x 100 4,25 m 4,50 m 5,25 m 7,25 m (1) enkel voor toepassingsgebied 1 4.1.3. Bevestigingswijze De HYDROPANEL platen kunnen worden bevestigd met corrosiewerende HYDROPANEL- SCHROEVEN in hout of metaal of met corrosiewerende HYDROPANEL-NAGELS in hout, beide beschikbaar bij ETERNIT of met corrosiewerende nieten in hout (bijv. Senco type Q). Volgende maximale tussenafstanden tussen de bevestigingsmiddelen moeten worden gerespecteerd. Maximale afstand tussen bevestigingsmiddelen op dezelfde draaglat bij schroeven > > langs de plaatranden: 400 mm > > in het midden van de plaat: 600 mm Maximale afstand tussen bevestigingsmiddelen op dezelfde draaglat bij nagels en nieten > > langs de plaatranden: 150 mm > > in het midden van de plaat: 150 mm Uitgave 2012 21

Wanneer bij enkele beplating ter hoogte van de horizontale voegen lasten aan de wand dienen opgehangen te worden of horizontale impact kan verwacht worden, moeten de horizontale voegen ondersteund worden door houten draaglatten of metalen draagprofielen. Voor wanden waar meerdere platen of deelplaten boven mekaar worden geplaatst, moeten de platen geschrankt worden geplaatst om kruisvoegen te voorkomen. Bevestiging met HYDROPANEL-SCHROEVEN (in hout of metaal): De platen kunnen worden bevestigd met schroeven in corrosiewerend (bvb. verzinkt) staal. De schroef heeft volgende karakteristieken: corrosiewerend: verzinkt of gefosfateerd (OPGELET: voor agressieve milieus (bv. zwembaden) moeten rvs schroeven gebruikt worden) volledig in gehard staal met boorpunt eventueel speciale boorpunt voor dikke metaalprofielen verzonken kop met freesranden volle draad, geschikt voor metaalprofielen, eventueel voorzien van zaagtand Houten draaglat Metalen draagprofiel Min. lengte schroef (L) 35 mm 30 mm 22 Uitgave 2012

Volgende randafstanden van de schroef moeten worden gerespecteerd. D1 D2 HYDROPANEL 15 mm 50 mm De schroef wordt bevestigd in de houten draaglat of het metalen draagprofiel op volgende wijze. Houten draaglat Metalen draagprofiel d n: nominale diameter van de schroef Het plaatsen van de schroeven gebeurt met behulp van een elektrische schroefmachine voorzien van een kwalitatief hoogwaardige bit, aangepast aan het type schroefkop. De kop van de schroef mag niet te diep in de plaat worden gedreven. Bij het plaatsen van de schroeven moet worden vermeden dat het metaalprofiel wordt vervormd. Voorkomende uitstulping rond de schroefkop afsteken en eventueel naschuren. Bij dubbele beplating wordt de eerste plaat met korte schroeven bevestigd, de 2de met lange schroeven. Uitgave 2012 23

Bevestiging met HYDROPANEL-NAGELS (in hout): Enkele beplating kan worden bevestigd met nagels in corrosiewerend (bvb. verzinkt) staal. De nagel dient voorzien te zijn van een platte kop. Afmetingen nagel Randafstand en indringdiepte in het hout d n: nominale diameter van de nagel De kop van de nagel mag niet te diep in de plaat worden gedreven. Volgende randafstanden moeten worden gerespecteerd. D1 D2 HYDROPANEL 15 mm 50 mm Bevestiging met nieten (in hout): Enkele beplating kan worden bevestigd met nieten in corrosiewerend (bvb. verzinkt) staal. Afmetingen nieten Randafstand en indringdiepte in het hout d n: nominale diameter van de niet. De rug van de niet mag niet te diep in de plaat worden gedreven. 24 Uitgave 2012

Volgende randafstanden moeten worden gerespecteerd. Nieten moeten onder een hoek van 30 tot 45 t.o.v. rand geplaatst worden. D1 D2 HYDROPANEL 15 mm 50 mm Bevestiging met lijmmortel (op steenachtige ondergronden): Het kleven dient te gebeuren volgens de richtlijnen en onder de garantievoorwaarden van de lijmleverancier (bijv. Omnicol). Ondergrondvoorbereiding Pas op met bestaande scheuren in de ondergrond. Deze moeten eerst nader onderzocht worden alvorens u verder gaat. De ondergrond moet verwerkt/aangebracht zijn conform de toepassingsrichtlijnen van de betreffende fabrikant en geldende voorschriften. Ondergrond dient droog, stabiel, draagkrachtig, olie-, vet-, vuil- en stofvrij te zijn. Los zittende bepleistering en cement- en kalkresten moeten worden verwijderd. Omwille van een onvoldoende hechting kunnen Hydropanel platen niet verlijmd worden op geschilderde muren (afhankelijk van het gebruikte type verf ), gehydrofobeerde en/of behandelde muren en gecoate muren. In geval van twijfel steeds vooraf een hechtingsproef uit voeren. Reiniging: Dit kan variëren van ontvetten bij tegels met Omnibind Cleaner of schuren en/of stralen bij beton of vette ondergronden. Alle gladde gesloten, dichte of poederende ondergronden van tevoren behandelen met: > > Omnibind TP = universeel > > Omnibind B2 = universeel Verlijming Hydropanel platen Bepaal eerst de grootte van de oneffenheden van de complete ondergrond en beschouw de grootste oneffenheid als referentie. Deze referentie bepaald met welke type lijm er dient gewerkt te worden. Uitgave 2012 25

Voor de uitvlakking, renovatie van muren met oneffenheden van 0,5 tot 2,5 cm: Hydropanel plaat verlijmen met Omnicem E Flex volgens tekening. > > Op de achterzijde van de plaat rondom in U-vorm een ongeveer 10 cm brede lijmstrook aanbrengen op 5 cm van de rand in de gewenste laagdikte. > > Bovenzijde vrijhouden voor luchtverplaatsing > > Bij platen met een breedte van 1,2 m nog enkele lijmdotten aanbrengen in het midden alsook nog één bovenaan op 5 cm van de rand. > > Afmetingen voor de dotten: 20 x 10 cm > > De te hanteren afstanden voor het aanbrengen voor de dotten zijn: -- Horizontaal: min. afstand: 40 cm max. afstand: 50 cm -- Vertikaal: min. afstand: 30 cm max. afstand: 40 cm > > Verbruik lijmmortel bij laagdikte 1,5 cm: -- Voor plaatbreedte 0,6 m: 12 à 14 kg/m² -- Voor plaatbreedte 1,2 m: 8 à 9 kg/m² De Hydropanel plaat mag bij het verlijmen niet op de vloer steunen. Leg op voorhand een horizontaal uitgelijnde lat klaar waarop de plaat kan steunen. Deze lat mag ten vroegste 12 uur na het verlijmen van de plaat verwijderd worden. (= de tijd die de lijm nodig heeft om uit te harden). Positioneer de Hydropanel plaat tegen de muur en sla deze vlak door gebruik te maken van een gummyhamer en een rij. De dikte van de aangedrukte lijmlaag moet minimum 2 mm bedragen. Bij plaatsing van meerdere platen dienen deze vlak tegen elkaar verlijmd te worden. Er is een minimum droogtijd van 7 dagen vereist alvorens men de plaat verder kan afwerken. Deze droogtijd is echter afhankelijk van de gebruikte laagdikte van de lijm, de ondergrond, luchtvochtigheid, temperatuur, Alternatief, voor de uitvlakking, renovatie van muren met oneffenheden groter dan 2,5 cm: Hydropanel plaat verlijmen met Omnicem DB Flex volgens tekening. Verwerkingsrichtlijnen van de lijmleverancier zijn beschikbaar via www.eternit.be of www.eternit.nl 26 Uitgave 2012

4.1.4. Voorbeelden Enkel frame wanden in navolging van DIN 18183-1 Vrijstaande voorzetwand met enkel beplating aan 1 zijde Enkel frame wand met enkel beplating aan beide zijden Enkel frame wand met dubbele beplating aan beide zijden Verticale snede Verticale snede Verticale snede Horizontale snede Horizontale snede Horizontale snede 600 600 600 1. HYDROPANEL 2. Horizontaal U-profiel (metal stud) 3. Verticaal C-profiel (metal stud) 4. Isolatie 5. Bevestigingsmiddel 6. Afdichting Maten in mm Uitgave 2012 27

Dubbel frame wanden in navolging van DIN 18183-1 Dubbel frame wand met dubbele beplating aan beide zijden, frames niet gekoppeld Dubbel frame wand met dubbele beplating aan beide zijden, frames steunen tegen elkaar via afstandhouders Dubbel frame wand met dubbele beplating aan beide zijden, frames gekoppeld met afstandhouders Verticale snede Verticale snede Verticale snede Horizontale snede Horizontale snede Horizontale snede 600 600 600 1. HYDROPANEL 2. Horizontaal U-profiel (metal stud) 3. Verticaal C-profiel (metal stud) 4. Isolatie 5. Bevestigingsmiddel 6. Afdichting 7. Afstandshouders Maten in mm 28 Uitgave 2012

Kruisende wanden Enkel frame wand met enkele beplating aan beide zijden Horizontale snede Op de kruising van niet-dragende binnenwanden moet een C-profiel (metal stud) voorzien worden. Glijdende aansluiting wand-plafond in navolging van DIN 18183-1 Verticale snede 1. HYDROPANEL 2. Horizontaal U-profiel (metal stud) 3. Verticaal C-profiel (metal stud) 4. Isolatie 5. Bevestigingsmiddel 6. Afdichting 7. HYDROPANEL stroken b Maximale doorbuiging plafond 20 mm Uitgave 2012 29

Verticale uitzettingsvoegen in navolging van DIN 18183-1 Enkel frame wand met enkele beplating aan beide zijden Horizontale snede Enkel frame wand met dubbele beplating aan beide zijden Maten in mm S 20 mm Constrcutieve uitzettingsvoegen van het gebouw moeten in alle droogbouwwanden gerespecteerd worden 4.1.5. Systeemprestaties De samenstelling van een binnenwand wordt in het algemeen beschreven als volgt: voorbeeld: MS 12.50.12.A40 MS: metal stud 12: HYDROPANEL 12 mm (12.12 = 2 x HYDROPANEL 12 mm) 50: spouwbreedte (mm) 12: HYDROPANEL 12 mm (12.12 = 2 x HYDROPANEL 12 mm) A: isolatie in de spouw 40: dikte van de isolatie (mm) 1. Maximale hoogte De maximale hoogte in relatie tot de minimale afmetingen van de metaalprofielen of houten draaglatten conform DIN 18183-1 en DIN 4103-4, alsook volgens AbP-VHT-626-08 van het Duitse testinstituut voor hout- en droogbouw staat weergegeven in de tabellen in 4.1.1. en 4.1.2.. Volgens DIN 4103-1:1984 zijn er 2 toepassingsgebieden te onderscheiden: Toepassingsgebied 1 geldt voor woningen, hotels, bureaugebouwen, ziekenhuiskamers, etc. Toepassingsgebied 2 geldt voor auditoria, tentoonstellings- en verkoopruimtes, etc. Zie tabel verder. 2. Brandweerstand Vanwege de uiterst stabiele opbouw in vezelcement, hebben HYDROPANEL scheidingswanden zeer goede eigenschappen voor brandweerstand. Zie tabel verder. 30 Uitgave 2012

Metingen zijn uitgevoerd conform norm EN 13501-2: 2007 (Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 2: Classificatie op grond van resultaten van brandwerendheidsproeven, behalve voor ventilatiesystemen). 3. Luchtgeluidsisolatie Vanwege de hoge dichtheid, hebben HYDROPANEL scheidingswanden hebben zeer goede eigenschappen voor luchtgeluidsisolatie. Zie tabel verder. Metingen zijn uitgevoerd conform norm EN ISO 140-3:1995 (Geluidleer - Meting van geluidwering in gebouwen en bouwdelen - Deel 3: Laboratoriummeting van luchtgeluidwering van bouwdelen) 4. Impactweerstand Er worden 2 soorten impact onderscheiden: Soft body impact (zachte crash-test) en Hard body impact (harde crash-test). Zie tabel voor de waarden voor de verschillende wandopbouwen. Soft body impact Volgens de EOTA richtlijnen ( Bepaling van impact weerstand van panelen en wanden februari 2003) worden afhankelijk van de ruimte waarin de platen worden toegepast, 4 gebruiksklassen onderscheiden: Klasse I: Ruimtes met kleine risico s tot beschadigingen (100 Nm). Klasse II: Ruimtes met middelgrote risico s tot beschadigingen (200 Nm). Klasse III: Publieke ruimtes met risico op beschadigingen (300 Nm). Klasse IV: Risico als type II en III. In geval van beschadigingen bestaat er risico tot vallen naar een lager niveau (400 or 500 Nm, afhankelijk van regelgeving). Deze gebruiksklassen worden gedefinieerd door de Europese Goedkeuringsleidraad nr. 003 (zie ook TV 233 van het WTCB). Hard body impact Volgens de EOTA richtlijnen ( Bepaling van impact weerstand van panelen en wanden februari 2003). Impact met een metalen bal van 1 kg vanop een hoogte van 1 m (=10 Nm) mag geen vervormingen of doorboring veroorzaken. 5. Bevestigingen Metingen uitgevoerd volgens DIN 4103-1 (Niet-dragende scheidingswanden - Eisen en beproevingsmethoden) (zie ook 7. Bevestigen van voorwerpen) Uitgave 2012 31

Tabel: systeemprestaties wand Wandopbouw Muurdikte (mm) EI (min) Luchtgeluid Rw (db) Impact weerstand Soft body Hard Body Uittrekwaarde (kg/plug) Niet dragende, enkel frame wanden MS 12.50.12 74 - - - 39 Type 4 OK >200 (3) MS 12.12.50.12.12 98 - - - 46 Type 4 OK >200 (3) MS 9.75.9 93 - - - 42 Type 1 (1) OK tot 133 (2) MS 12.75.12 99 - - - 43 Type 4 OK >200 (3) MS 9.9.75.9.9 93 - - - 50 Type 4 OK >200 (3) MS 9.12.75.9.12 117 - - - 49 Type 4 OK >200 (3) MS.9.50.9.A50 68 30 47 Type 1 (1) OK tot 133 (2) MS 12.50.12.A50 74 30 45 Type 4 OK >200 (3) MS 9.75.9.A75 93 30 50 Type 1 (1) OK tot 133 (2) MS 12.75.12.A50 99 60 - - - Type 4 OK >200 (3) MS 12.75.12.A75 99 60 54 Type 4 OK >200 (3) MS 9.9.50.9.9.A50 86 120 56 Type 4 OK >200 (3) MS 12.12.50.12. 12.A50 98 120 54 Type 4 OK >200 (3) MS 9.9.75.9.9.A75 111 120 60 Type 4 OK >200 (3) MS 9.12.75.9.12. A75 MS 12.12.75.12. 12.A75 117 120 56 Type 4 OK >200 (3) 123 120 57 Type 4 OK >200 (3) 32 Uitgave 2012

Niet dragende, dubbel frame wanden MS 12.75-10- 75.12 184 - - - 47 Type 4 OK >200 (3) MS 12.75-10- 75.12.A75 184 - - - 62 Type 4 OK >200 (3) MS 9.9.75-10- 75.9.9.A75 196 - - - 66 Type 4 OK >200 (3) MS 9.9.75-10- 75.9.9.(2xA75) 196 120 67 Type 4 OK >200 (3) MS 12.9.75-10- 75.12.9.(2xA75) 202 120 68 Type 4 OK >200 (3) MS 12.12.75-10- 75.12.12.A75 208 - - - 65 Type 4 OK >200 (3) MS 12.12.75-10- 75.12.12.(2xA75) 208 120 67 Type 4 OK >200 (3) Voorzetwanden MS.9.50 - - - - - - 30 Type 1 (1) OK tot 133 (2) MS.9.50.A50 - - - - - - 36 Type 1 (1) OK tot 133 (2) MS 12.50 - - - - - - 29 Type 4 OK >200 (3) MS.2x9.50 - - - - - - 32 Type 4 OK >200 (3) MS.2x9.50.A50 - - - - - - 39 Type 4 OK >200 (3) MS.2x12.50 - - - - - - 30 Type 4 OK >200 (3) MS.9.75 - - - - - - 31 Type 1 (1) OK tot 133 (2) MS.9.75.A75 - - - - - - 38 Type 1 (1) OK tot 133 (2) MS.2x9.75 - - - - - - 32 Type 4 OK >200 (3) MS.2x9.75.A75 - - - - - - 41 Type 4 OK >200 (3) MS 12.75 - - - - - - 30 Type 4 OK >200 (3) MS 9.12.75 - - - - - - 31 Type 4 OK >200 (3) (1) Voorlopige meting --> verwacht resultaat type 2 (2) Gegeven waarde met Fisher KD-4 plug. Voor gebruik rekent Eternit max. 60kg per plug (veiligheidsfactor 2) (3) Gegeven waarde met Fisher KD-4 plug. Voor gebruik rekent Eternit max. 100kg per plug (veiligheidsfactor 2) Uitgave 2012 33

4.2. Plafondplaat ALGEMEEN Bij plafondtoepassingen wordt volgend onderscheid gemaakt: Verlaagd plafond: de platen worden op houten draaglatten of metalen draagprofielen bevestigd die verlaagd t.o.v. de vloerplaat worden opgehangen. Niet-verlaagd plafond: de platen worden op houten draaglatten of metalen draagprofielen bevestigd welke rechtstreeks aan de onderkant van de vloerplaat worden verankerd. De draagstruktuur wordt zodanig ontworpen dat het volledige systeem (plafond) de uitwendige krachten en de belasting van het eigengewicht kunnen opnemen (volgens de nationaal geldende normen). De hart-op-hart (hoh) tussenafstand tussen de draaglatten of draagprofielen bedraagt maximaal 400 mm. 4.2.1. Metalen draagstructuur De plaat wordt bevestigd op metalen profielen welke op de vloerplaat worden bevestigd met ophangsystemen. De metalen draagstructuur wordt geplaatst volgens de regels van de kunst, zoals beschreven in de nationaal geldende normen. De afmetingen en de dikte van de metalen draagstructuur moeten voldoende zijn om: een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen mogelijk te maken. de optredende belasting te weerstaan in functie van de hoh afstand tussen de draagprofielen en de overspanning. minimale dikte metaal: 0,6 mm 34 Uitgave 2012

De metalen profielen moeten voldoende breed zijn voor een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen. minimale breedte metaal: 48 mm De metalen profielen moeten voldoende corrosiebestendig zijn volgens DIN EN 13964. Voor normaal gebruik zijn verzinkte profielen voldoende corrosiewerend. Bij gebruik in agressievere omgevingen (bijv. zwembaden met chloorhoudende atmosfeer) moeten de profielen naaast de verzinking met aangepaste dikte ook een extra coating aangebracht worden. Metalen profielen met de vereiste corrosiebestendigheid zijn beschikbaar bij de leveranciers (bijv. Dingemans BV in Kaatsheuvel, Nederland). Het doorboren van gegalvaniseerde profielen met bijvoorbeeld schroeven in agressieve omgevingen is niet toegestaan. Hier moeten speciale maatregelen worden genomen om contactcorrosie te voorkomen. 4.2.2. Houten draagstructuur De plaat wordt bevestigd op houten draaglatten. De houten draagstructuur wordt geplaatst volgens de regels van de kunst, zoals beschreven in nationaal geldende normen. De kwaliteit van het hout dient te voldoen aan de geldende normen voor dit toepassingsgebied. Bovendien wordt het hout beschermd tegen aantasting van schimmels e.d., volgens de geldende norm. Het hout dient tevens voldoende droog te zijn (maximum vochtgehalte 16%). minimale karakteristieke breukspanning hout: 18 N/mm 2 minimale gemiddelde elasticiteitsmodulus: 9000 N/mm 2 Uitgave 2012 35

De houten draaglatten moeten voldoende dik zijn om: een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen mogelijk te maken de optredende belasting te weerstaan in funtie van de hoh afstand tussen de draaglatten en de overspanning. minimale dikte houten draaglat: 50 mm De houten draaglatten moeten voldoende breed zijn voor een correcte plaatsing van de bevestigingsmiddelen. minimale breedte draaglat zonder voeg: 40 mm minimale breedte lat met voeg: zie onderstaande tabel Bevestigingsmiddel e p(mm) e r(mm) b (mm) Schroef (niet voorgeboord) 15 20 70 Schroef (voorgeboord) 15 20 70 De waarden in de tabel zijn bepaald aan de hand van volgende formules: e r = 5 x d n en B = 2 x e p+2 x e r+b n waarbij d n = nominale dikte bevestigingsmiddel en b n = nominale breedte van de niet. Voor andere bevestigingsmiddelen dan diegene voorgeschreven voor HYDROPANEL dient de waarde b berekend te worden. 4.2.3. Bevestigingswijze De HYDROPANEL platen kunnen worden bevestigd met corrosiewerende HYDROPANEL- SCHROEVEN (beschikbaar bij ETERNIT) zowel in hout als in metaal. Volgende maximale tussenafstanden tussen de bevestigingsmiddelen moeten worden gerespecteerd: 36 Uitgave 2012

Maximale afstand tussen bevestigingsmiddelen op dezelfde draaglat > > langs de plaatranden: 400 mm > > in het midden van de plaat: 400 mm De plaat wordt rondom ondersteund door draaglatten of draagprofielen. Voor grote plafonds worden de platen geschrankt geplaatst zodanig dat vier hoeken van platen niet samenkomen. Bevestiging met HYDROPANEL-SCHROEVEN (in hout of metaal): De platen kunnen worden bevestigd met schroeven in corrosiewerend (bvb. verzinkt) staal. De schroef heeft volgende karakteristieken: corrosiewerend: verzinkt of gefosfateerd (OPGELET: voor agressieve milieus (bv. zwembaden) moeten rvs schroeven gebruikt worden) volledig in gehard staal met boorpunt eventueel speciale boorpunt voor dikke metaalprofielen verzonken kop met torx indruk en freesranden volle draad, geschikt voor metaalprofielen, eventueel voorzien van zaagtand Houten draaglat Metalen draagprofiel Min. lengte schroef (L) 35 mm 30 mm Volgende randafstanden van de schroef moeten worden gerespecteerd. D1 D2 HYDROPANEL 15 mm 50 mm Uitgave 2012 37

De schroef wordt bevestigd in de houten draaglat of het metalen draagprofiel op volgende wijze. Houten draaglat Metalen draagprofiel d n: nominale diameter van de schroef Het plaatsen van de schroeven gebeurt met behulp van een elektrische schroefmachine voorzien van een kwalitatief hoogwaardige bit, aangepast aan het type schroefkop. De kop van de schroef mag niet te diep in de plaat worden gedreven. Bij het plaatsen van de schroeven moet worden vermeden dat het metaalprofiel wordt vervormd. Voorkomende uitstulping rond de schroefkop afsteken en eventueel naschuren. 4.2.4. Voorbeelden Plafondopbouw Enkel houten draaglat Gekruiste houten draaglatten 38 Uitgave 2012

Metalen dwars- en draagprofielen in één vlak Metalen draagconstructie met ophangsysteem 4. Ophangsysteem 5. Draagconstructie 6. HYDROPANEL Aansluitdetails Uitzettingsvoeg Muuraansluiting d.m.v. L-profiel 1. HYDROPANEL 2. Draagconstructie 3. Verbinding met wand d.m.v. L-profiel 5. HYDROPANEL SCHROEF 7. Elastisch blijvende voeg Uitgave 2012 39

Afwerking schuin dak Afwerking op horizontaal regelwerk Afwerking rechtstreeks op dakspanten 1. HYDROPANEL 5. Horizontale draaglat 2. Isolatie 6. Dampscherm 3. Draaglat 7. Dakspant 4. Spantvoet 8. Dakbedekking Aansluiting schuin dak met zoldering Afwerking op houten draaglatten Afwerking op metalen draagprofielen 1. HYDROPANEL 5. Houten vloerplaat 2. Isolatie 6. Dampscherm 3. Draaglat (of profiel) 7. Dakbedekking 4. Dakspant 40 Uitgave 2012

4.3. Ondervloerplaat ALGEMEEN Bij vloertoepassingen wordt volgend onderscheid gemaakt: Ondervloerplaat op dragende ondervloerconstructie. Zwevende ondervloerplaat (rechtstreeks op isolatie geplaatst). VOORDELEN Geringe opbouwdikte Eenvoudige montage Tijdbesparend t.o.v. natte vloeropbouw Onmiddellijk beloopbaar na montage Verhoogde voegstijfheid bij houten ondervloeren Goede warmtegeleidbaarheid voor vloerverwarming Hard oppervlak 4.3.1. Ondervloerplaat op een dragende ondervloerconstructie VLOEROPBOUW Dragende ondervloeren bestaan uit een dragende vloerplaat (vb. OSB, Multiplex, cementgebonden houtvezelplaat,...) bevestigd op een draagconstructie uit houten draagbalken of metalen draagprofielen of uit een massieve betonnen vloerplaat (vb. prefab gewelven of ter plaatse gestort beton,...). De ondervloerplaat HYDROPANEL (6mm) wordt bevestigd op de dragende ondervloer. HYDROPANEL zelf mag niet als dragende vloerplaat gebruikt worden. De draagvloer moet de inwerkende krachten en de belasting van het eigengewicht kunnen opnemen volgens volgende criteria: Uitgave 2012 41

maximale doorbuiging o.i.v. belasting: overspanning/300 : overspanning/600 bij betegeling : maximaal 6 mm veiligheidsfactor sterkteberekening : 3 De dragende vloer moet een voldoende effen vlak vormen. Indien de dragende vloer niet voldoende vlak is, dient de vloer eerst te worden uitgevlakt met een egalisatiemiddel. Oneffenheid Egalisatiemiddel 2-10 mm Natte gietegalisatie 10-100 mm Droge egalisatiekorrels BEVESTIGINGSWIJZE De HYDROPANEL platen kunnen worden bevestigd met corrosiewerende HYDROPANEL- SCHROEVEN of HYDROPANEL-NAGELS beide beschikbaar bij ETERNIT of met corrosiewerende nieten in hout (bijv. Senco type Q), zie 4.1.3. De bevestigingsmiddelen van de ondervloerplaat HYDROPANEL worden geplaatst volgens een rasterpatroon. Bevestiging met schroeven Tussenafstand rasterpatroon: 300 mm Bevestiging met nagels of nieten Tussenafstand rasterpatroon: 200 mm De HYDROPANEL platen mogen tegen elkaar worden geplaatst en worden geschrankt geplaatst t.o.v elkaar zodanig dat vier hoeken van platen niet samenkomen. Tevens worden de HYDROPANEL platen geschrankt geplaatst t.o.v. de dragende vloerplaten zodanig dat de voegen niet samenvallen. 42 Uitgave 2012

OPMERKINGEN De voegen tussen de draagvloerplaten moeten voldoende stijf zijn zodat geen te grote lokale vervormingen kunnen ontstaan door de inwerking van een puntbelasting op de voegen. De voegen tussen draagvloerplaten moeten steeds samenvallen met de houten steunbalken of metalen steunprofielen in één bepaalde richting. In de andere richting moeten de voegen samenvallen ook met een houten steunbalk of metalen steunprofiel of moeten de platen voldoende stijf zijn verbonden door tand en groef. Indien de (bestaande) houten steunbalken niet voldoende recht zijn, dient de vloer eerst te worden uitgevlakt door middel van bijkomende steunbalken. Indien de dragende vloerplaat vochtgevoelig is en indien er gevaar is voor opstijgend vocht, dient ze te worden beschermd tegen mogelijke indringing van vocht langs de onderzijde, bvb. door middel van een dampscherm. VOORBEELDEN Uitgave 2012 43

4.3.2. Ondervloerplaat als zwevende ondervloer VLOEROPBOUW Een eerste HYDROPANEL plaat (9mm) wordt zwevend geplaatst op de isolatie. Het volledige oppervlak van deze plaat wordt ondersteund. Vervolgens wordt een tweede HYDROPANEL plaat (6mm of 9mm) hierop bevestigd. De twee ondervloerplaten worden onderling geschrankt bevestigd tot één zwevende ondervloerplaat. De voegen tussen twee op elkaar liggende platen dienen voldoende ver uit elkaar te liggen. De isolatie dient voldoende hoge druksterkte te hebben zodat slechts beperkte lokale vervormingen kunnen ontstaan door de inwerking van een puntbelasting. (vb. Rockwool RW504 of gelijkwaardig) lokale vervorming onder invloed van een te verwachten puntbelasting: 2mm Indien de draagvloer, die de isolatie ondersteunt, niet voldoende vlak is, dient de vloer eerst te worden uitgevlakt met een egalisatiemiddel. Oneffenheid Egalisatiemiddel 2-10 mm Natte gietegalisatie 10-100 mm Droge egalisatiekorrels 44 Uitgave 2012

ONDERLINGE BEVESTIGING TWEE ONDERVLOERPLATEN De ondervloerplaten kunnen aan elkaar worden bevestigd met enkel corrosiewerende schroeven of met een combinatie van lijm en schroeven. De lengte van de schroeven mag niet langer zijn dan de dikte van de samengestelde zwevende vloer. De schroef heeft een verzonken kop met freesranden en volledige draad. De bevestigingsmiddelen worden geplaatst volgens een rasterpatroon. Max. lengte schroef (L) a + b - 1 mm waarbij a = dikte onderste HYDROPANEL plaat b = dikte bovenste HYDROPANEL plaat Bevestiging met schroeven Tussenafstand rasterpatroon: 300 mm Bevestiging met lijm en schroeven Schroeven alle 300 mm langs de omtrek van de plaat De ondervloerplaten worden aan elkaar volverlijmd met een soepele alkalibestendige en vochtbestendige polyurethaan lijm (bvb. SIKABOND T55). De lijm wordt aangebracht met een doseerkam volgens de voorschriften van de leverancier van de lijm. Uitgave 2012 45