Neurologie Rughernia (HNP)

Vergelijkbare documenten
Neurochirurgie. Rughernia (HNP)

Hernia in de onderrug

1 De wervelkolom Een hernia Het stellen van de diagnose Wanneer opereren? Een herniaoperatie... 5

Vernauwing van het wervelkanaal

Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Een hernia-operatie

HNP hernia nuclei pulposi

Lumbale hernia operatie

Lumbale hernia operatie

Lage rughernia Neurochirurgische behandeling

Hernia Nuclei Pulposi (lumbaal) (Uitstulping van de tussenwervelschijf)

Cervicale Spondylodese

Neurochirurgie polikliniek Algemene informatie van de Nederlandse Vereniging Voor Neurochirurgie Een hernia aan de onderrug

Lage rug hernia. Poli Neurochirurgie

Hernia in de borstwervelkolom

Lage rughernia. Neurologische behandeling. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

hernia in de rug Patiënteninformatie

VERNAUWING VAN HET WERVELKANAAL IN DE ONDERRUG NEUROCHIRURGISCHE BEHANDELING

Rughernia. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Vernauwing van het wervelkanaal

Operatie aan een vernauwing van het lendenwervelkanaal

Lage rug hernia. Poli Neurochirurgie. Locatie Purmerend/Volendam

Nekhernia. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Operatie aan het wervelkanaal

Operatie bij een hernia

Lage rughernia (neurologische behandeling)

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Vernauwing van het wervelkanaal in de onderrug Neurochirurgische behandeling

Hernia van de onderrug

Wat is een hernia. Bouw van de wervelkolom. Onderstaande afspraken zijn voor u gemaakt op: locatie Delfzicht/locatie Lucas. Polikliniek neurologie:

Nekhernia. Neurochirurgie. mca.nl

Neurochirurgie/Neurospine

Nekhernia Neurochirurgische behandeling

Orthopedie LUMBALE HNP-OPERATIE

Nekhernia. Neurologische behandeling. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Vernauwing van het wervelkanaal in de nek Neurochirurgische behandeling

Orthopedie Lumbale HNP-operatie

Spondylodese van de rug

Rughernia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Operatie bij een vernauwing van het wervelkanaal

Informatie voor patiënten

Operatie aan een hernia in de onderrug

Nekhernia (neurologische behandeling)

Operatie bij rughernia of kanaalstenose

Hernia-operatie in de nek

CERVICALE HERNIA 17962

Hernia in de onderrug

De nekhernia. Pagina 1 van 5

hernia Anatomie van de wervelkolom Inleiding

Nekhernia. Poli Neurochirurgie

Lumbale kanaalstenose Vernauwing van het wervelkanaal in de onderrug

Een hernia De operatieve behandeling

Nekhernia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Rughernia. (Hernia nuclei pulposi)

Hernia-operatie. Neurochirurgie

CERVICALE HERNIA. Franciscus Gasthuis

Hernia borstwervelkolom (thoracaal)

Rughernia Anatomie van de wervelkolom

Micro-invasieve operatie van een hernia in de onderrug in dagbehandeling

Een operatie bij uitzaaiingen in de wervelkolom

Spondylodese van de nek

PATIËNTEN INFORMATIE. Hernia-operatie nek

Operatie bij cervicale kanaalstenose of hernia

Fysiotherapie na een operatie aan een hernia of stenose in de lage rug. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Vernauwing van het wervelkanaal (wervelkanaalstenose)

Operatie van een lage rughernia of rugstenose

Spondylodese van de rug

Rughernia (behandeling door de huisarts)

Neurochirurgie Een operatie aan de rug

Hernia. Neurologie. alle aandacht

HERNIA NEUROCHIRURGIE FRANCISCUS VLIETLAND

Operaties aan de lage rug

Neurologie. Hernia-operatie van de rug

Operatie bij wervelkanaalvernauwing

Spondylodese van de nek

Hernia. Neurologie. Locatie Hoorn/Enkhuizen

Rugoperatie. Decompressie / Herniotomie / Laminectomie

Herniaoperatie aan de lage rug

Operatie bij een nekhernia

Nucleoplasty. Cervicaal, Thoracaal of Lumbaal. Behandeling van een hernia bij het Pijnbehandelcentrum

Nucleoplasty. Cervicaal, thoracaal of lumbaal. Behandeling van een hernia bij het Pijnbehandelcentrum

NEUROCHIRURGIE. Hernia

Operatie aan een hernia in de onderrug

Uitzaaiingen in de wervelkolom

Cervicale kanaalstenose. Poli Neurochirurgie

hernia cervicaal de nekhernia Anatomie van de halswervelkolom Inleiding

Herniaspreekuur. Inleiding. Wat is een HNP?

Herniastraat Een versneld onderzoeks- en behandeltraject bij verdenking op een rughernia

Hernia cervicaal. De nekhernia

Patiënteninformatie. Lumbale discushernia

Operatie aan een hernia in de onderrug

Informatie voor patiënten die geopereerd worden aan een nekhernia

Opname bij een borstreconstructie

Decompressie/ laminectomie

DISCUSPROLAPS HERNIA NUCLEI PULPOSI (HNP) FRANCISCUS GASTHUIS

Laminectomie / lumbale kanaalstenose. Poli Neurochirurgie

Operatie aan een hernia in de onderrug

Herniaoperatie en/of Laminectomie

Cervicale hernia-operatie. Neurochirurgie

Patiënteninformatie. Opheffen van een lumbale kanaalstenose. Operatie van de lage rug bij een vernauwing van het wervelkanaal

Transcriptie:

Neurologie Rughernia (HNP)

2

Inleiding Een hernia is een ander woord voor uitstulping. Een uitstulping van de tussenwervelschijf wordt ook wel een Hernia Nuclei Pulposi (HNP) genoemd. Bij een HNP van de lendewervelkolom kan de uitstulping op een zenuw drukken, waardoor er pijnklachten in een been kan ontstaan. Een hernia in de onderrug (HNP) is een veel voorkomende aandoening die elk jaar 75.000 mensen in Nederland treft. Na verloop van de eerste 8 weken is bij 60 tot 80% van de patiënten de uitstralende pijn in het been vanzelf zodanig afgenomen dat zij niet of nauwelijks meer gehinderd worden in hun dagelijkse bezigheden. Indien de klachten blijven bestaan kan de hernia geopereerd worden. In Nederland worden jaarlijks bijna 11.000 patiënten aan een lumbale hernia geopereerd waarvan 9000 door neurochirurgen. Deze informatie is gericht op de mensen die deze behandeling moeten ondergaan. Het doel is om u te informeren over de operatieve ingreep en de revalidatie die daar op volgt. Anatomie van de wervelkolom De wervelkolom vormt de spil van het bewegingsapparaat. Ze omhult het ruggenmerg en de zenuwwortels, en vormt de aanhechting van het bekken en alle belangrijke spieren van de romp. De wervelkolom bestaat uit 7 nek- (of cervicale) wervels C1 t/m C7, 12 borst- (of thoracale) wervels Th 1 t/m Th 12, 5 lenden- (of lumbale) wervels L1 t/m L5, en het heiligbeen (of sacrum (S)) met het staartbeentje (stuitbeen). Met uitzondering van de eerste twee halswervels zit er tussen iedere twee wervels een tussenwervelschijf. De tussenwervelschijf bestaat uit een elastische kern die is omgeven door een vezelige ring. De tussenwervelschijven fungeren als een soort schokdemper, en zorgen er bovendien voor dat de wervels gemakkelijk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Hoewel een hernia op elke plaats in de wervelkolom kan voorkomen, zijn voor de praktijk alleen onderste tussenwervelschijven van belang. De meest voorkomende hernia's liggen tussen de 4e en 5e lendenwervel (L4-L5) en de 5e lendenwervel en het heiligbeen (L5-S1). Op deze niveaus treden 80% van alle hernia's op. Op 3

de minder vaak voorkomende nekhernia en de nog zeldzamere hernia van de borstwervelkolom gaan wij hier niet verder in. De hernia Slijtage (of degeneratie) van een tussenwervelschijf is een proces dat tijdens het leven bij ieder mens in meerdere of mindere mate plaatsvindt. Dat kan aanleiding geven tot rugklachten, hoewel dat lang niet altijd gebeurt. Vaak komen rugklachten of hernia's in bepaalde families wat meer voor. Zwaar werk met veel bukken en tillen kan wel meer rugklachten geven, maar het ontstaan van een hernia wordt er niet door veroorzaakt. Hernia's komen even vaak voor bij mensen die licht werk doen als bij mensen die zwaar werk doen. Opvallend is dat rokers vaker rugoperaties ondergaan en dat bij deze groep patiënten het resultaat van de rugoperatie gemiddeld slechter is dan bij niet-rokers. Indien er degeneratie van de tussenwervelschijf optreedt kan deze gaan puilen. Soms treedt er zelfs een scheur in de vezelring van de schijf op, waardoorheen dan stukken van de weke kern naar buiten kunnen worden geperst in de richting van het wervelkanaal. Meestal scheurt de 4

ring op de zwakste plek, en dat is precies op de plaats waar de zenuwwortel het wervelkanaal verlaat. Dit zal dan meestal leiden tot beknelling van een zenuwwortel en tot pijnuitstraling in het been en eventueel ook tot uitvalsverschijnselen (verlamming en een slapend gevoel). Omdat bij hoesten, niezen en persen de druk in het wervelkanaal wordt verhoogd, dus ook de druk op de zenuwwortel, kan hierbij de pijnuitstraling toenemen. Naast directe druk op een zenuw spelen bij het ontstaan van de pijn nog andere factoren een rol. Allerlei chemische stoffen die bij een gescheurde tussenwervelschijf vrijkomen kunnen irritatie of een soort "ontsteking" van de zenuw veroorzaken. Dat is de reden dat na ontlasten van de hernia de pijn soms nog niet helemaal weg is of dat omgekeerd de pijn weg kan zijn terwijl de hernia er nog zit. Het stellen van de diagnose Meestal wordt eerst een "gewone" röntgenfoto van de lendenwervelkolom gemaakt. Op die foto kan de diagnose hernia niet worden gesteld, maar het is wel mogelijk om hiermee afwijkingen van het bot op het spoor te komen. Bovendien kan worden beoordeeld of er bijvoorbeeld sprake is van stand- of vormafwijkingen van de wervelkolom. Om aan te tonen dat de pijn in het been (en de eventuele uitvalsverschijnselen) inderdaad veroorzaakt wordt door het uitstulpen van een tussenwervelschijf, moet verder onderzoek worden verricht. Dit zijn de soorten onderzoeken die hiervoor in aanmerking komen: CT scan (Computer Tomogram). Wanneer de verschijnselen duidelijk zijn en de patiënt niet te dik is kan dit onderzoek voldoende anatomische informatie verschaffen om de diagnose "hernia" te stellen. Op de CT-scan is de hernia namelijk zichtbaar, evenals de beknelling van de zenuwwortel. Tegenwoordig wordt echter aan een MRI de voorkeur gegeven en zal een CT-onderzoek alleen nog plaatsvinden als MRI niet mogelijk is. 5

MRI scan (magneet scan). Dit onderzoek is het standaardonderzoek bij verdenking op een hernia. In de meeste gevallen zal het mogelijk zijn om met een MRI de diagnose hernia te stellen, want met de MRI wordt de hernia zichtbaar, alsook de beknelling van de zenuwwortel. De behandeling Niet iedere hernia hoeft geopereerd te worden. Voorop moet staan dat de patiënt klachten moet hebben die door de hernia kunnen worden verklaard. Als dat het geval is dan is nog maar voor 1 op de 7 patiënten operatie aangewezen. Bij het leeuwendeel van de patiënten verdwijnen de klachten vanzelf, ondersteund met fysiotherapie, gedoseerde rust en pijnstillers. Zo langzamerhand is duidelijk geworden dat een rustkuur (10 tot 14 dagen platte bedrust) geen bijdrage levert tot een eventueel herstel. Vanwege het gunstige natuurlijk beloop van een hernia moet men dus niet te snel besluiten tot operatie. Een operatie, hoe weinig ingrijpend die ook kan zijn, beschadigt de rug. Dit moet niet nodeloos gebeuren, want ook de afwijking op de foto kan vanzelf verdwijnen. Het tijdstip van operatie hangt in grote mate af van de ernst van de pijn. In het algemeen houdt men aan niet eerder dan na 6 weken te opereren, Vallen de pijnklachten wel mee dan wordt vaak langer afgewacht. De operatie heeft als doel de uitstulping van de tussenwervelschijf (hernia) te verwijderen. De zenuwwortel krijgt hierdoor weer voldoende ruimte, zodat deze niet constant onder druk staat. Voorbereiding Gebruikt u medicijnen die invloed hebben op de bloedstolling, zoals bloedverdunners (bijvoorbeeld Ascal) en een aantal pijnstillers, dan moet u hier enkele dagen voor de operatie tijdelijk mee stoppen. Dit is op de polikliniek met u besproken. Praktische informatie over uw opname en de gang van zaken in het ziekenhuis krijgt u tijdens het preoperatieve spreekuur. Tijdens dit spreekuur heeft u onder andere een gesprek met de anesthesioloog, een arts die gespecialiseerd is in het toedienen van de verdoving. De 6

herniaoperatie vindt bijna altijd plaats onder ruggenprik (spinaalanesthesie) en heel soms onder narcose De herniaoperatie Midden in de rug, boven de plaats waar de hernia zit, wordt in de lengterichting een huidsnede van voldoende lengte gemaakt. Daaronder worden de lange rugspieren losgemaakt aan één of beide kanten van de wervelboog en naar opzij geschoven. Nadat voldoende overzicht is verkregen zoekt de chirurg de hernia op. Ter plaatse van de hernia wordt de zenuwwortel voorzichtig opzij gehouden zodat een eventueel los liggend stuk tussenwervelschijf kan worden verwijderd, waarna de uitstulping (hernia) wordt weggenomen. Ook het versleten binnenste deel van de tussenwervelschijf wordt zo goed mogelijk verwijderd. Dit wordt gedaan om de kans op hernieuwde uitpuiling van de tussenwervelschijf zo klein mogelijk te maken. Nadat de druk van de zenuwwortel is gehaald, wordt de wond in lagen gesloten. Meestal wordt een drain (slangetje met reservoir) achtergelaten. Deze drain dient om overtollig wondvocht te verwijderen. Deze kan er vaak de volgende dag al uit. Na de operatie De eerste 4 uur na de operatie ligt u op de rug. Daarna kunt u het best afwisselend op de linker en op de rechter zijde liggen, telkens 3 tot 4 uur. De eerste keren draaien, gebeurt met hulp van de verpleegkundige. Gedurende de eerste 24 uur krijgt u een half uur voor het draaien een pijnstiller als u dat wilt. Door het op de zij liggen, kunt u wat last krijgen van de heupen en de schouders. Vaak kunt U aan het eind van de dag al even bengelen op de rand van het bed en soms al even lopen Het infuus dat voor de operatie is ingebracht in uw arm wordt na de operatie gebruikt als vochttoevoer. Als het drinken goed gaat, wordt het infuus verwijderd. Meestal gebeurt dit op de eerste dag na de operatie. 7

Na de herniaoperatie heeft u enige dagen pijn vooral in de rug rond de operatiewond en soms ook de bovenbenen. Indien u last heeft van pijn kunt u altijd extra pijnstillende middelen vragen aan de verpleegkundige. Het herstel Op de dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u. U mag op de rand van uw bed zitten en even staan en lopen. In de daarop volgende dagen gaat u geleidelijk met oefeningen beginnen. Uw fysiotherapeut zal u daarbij begeleiden. Indien u zelfredzaam bent en eventueel weer kunt trappenlopen mag u in overleg met de fysiotherapeut en verpleegkundige naar huis. Dit is de tweede of derde dag na operatie. Sommige (oudere) mensen hebben wat meer tijd nodig maar langer dan een week is ongebruikelijk. De huidstrips waarmee de wond is geplakt (de huid is inwendig gehecht) kunnen 7 dagen na de ingreep worden verwijderd. Bij ontslag krijgt u van de fysiotherapeut adviezen mee voor thuis. Ook krijgt u een machtiging mee voor fysiotherapie bij u in de buurt. Er wordt een afspraak gemaakt voor controle op de polikliniek ongeveer 6 weken na de ingreep. Polikliniek is er op dinsdagmiddag en woensdagochtend. Indien nodig krijgt u een recept voor pijnstillers mee. Weer thuis De eerste dagen na het ontslag kunnen vermoeiend zijn. Het is dus raadzaam om rustig aan te doen. In de eerste weken na de operatie reageren de rugspieren op de operatie met kramp en stijfheid. Het is dan ook heel gewoon dat gedurende die tijd het bewegen van de rug moeilijk gaat en soms pijn doet. U kunt s ochtends stijf zijn. Geleidelijk zullen deze klachten verdwijnen, ondersteund door oefeningen. De meeste mensen kunnen tussen één en twee maanden na de operatie de oude werkzaamheden weer hervatten. Overleg met uw bedrijfsarts over het geleidelijk aan hervatten van uw werk. 8

Controle op de polikliniek Tijdens controle op de polikliniek wordt het effect van de operatie besproken, eventuele voortzetting van de oefentherapie, leefregels en dergelijke. Mogelijke complicaties Herniaoperaties verlopen doorgaans zonder complicaties. Toch komen er na een herniaoperatie, zoals na elke operatie het geval is, complicaties voor. Dit kan zijn een nabloeding of ontsteking van de operatiewond. Een nabloeding kan reden zijn om snel weer te opereren om het bloed te verwijderen. Een wondinfectie kan soms ook een nieuwe operatie noodzakelijk maken en een behandeling met antibiotica. Ook komen blaasontsteking en trombose (aderverstopping) soms voor. Er zijn ook complicaties mogelijk die specifiek bij herniaoperaties horen. Dit zijn: Het ontstaan van een scheurtje in het ruggenmergvlies rondom de zenuwen. Hierdoor kan ruggenmergvocht nalekken. Dit kan hoofdpijnklachten tot gevolg hebben. Deze verdwijnen echter met extra bedrust. Soms is het hechten van het scheurtje noodzakelijk. Beschadiging van één of meer zenuwwortels. Deze beschadiging kan voor verlamming van één of meerdere spiergroepen in de benen zorgen. Ook kunnen hierbij stoornissen van het gevoel optreden. Blijvende problemen met lediging van de blaas en seksuele functiestoornissen. Nogmaals bovenstaande complicaties komen niet veel voor. 9

Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stelt u deze dan aan uw behandelend arts. Voor nadere informatie verwijzen wij u ook naar de patiënteninfo op de site van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie www.nvvn.org Ook is verdere informatie te verkrijgen onder www.mchaaglanden.nl via de link neurochirurgie rechtsonder en dan voorlichting. 10

11

foldernr. 000 versie mei 2013 12