Datum raadsvergadering / Nummer 22 december 2005 / 225/2005 Onderwerp bezwaar Programma / Programmanummer Kunst en cultuur / 6310 Portefeuillehouder T. Hirdes Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. n.v.t. Samenvatting De Stichting INDO-INN heeft bezwaar gemaakt tegen beëindiging van de subsidiëring met ingang van 2005. De Commissie voor bezwaarschriften adviseert het bezwaarschrift in zoverre gegrond te verklaren dat voor het jaar 2005 de subsidie wordt voortgezet als in eerdere jaren en dat voor 2006, bij wijze van overgangsvoorziening, nog voor de helft van dat bedrag wordt gesubsidieerd. Voorstel om te besluiten a. het bezwaarschrift van de Stichting INDO-INN gegrond te verklaren; b. aan de stichting voor het jaar 2005 een subsidie te verstrekken van 4850,--; c. aan de stichting voor het jaar 2006 een subsidie te verstrekken van 2425,--. d. de subsidiëring met ingang van 01-01-2007 te beëindigen. Opgesteld door, telefoonnummer Henk Meijer, 2455
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Uw raad besloot op 27-04-2005 om de subsidiëring van de Stichting INDO-INN (verder: de stichting) met ingang van het jaar 2005 te beëindigen. Het raadsbesluit is per brief van 30-06-2005 meegedeeld aan de stichting. Via brief van 13-07-2005 heeft de stichting bezwaar gemaakt tegen het raadsbesluit. In een brief van 03-08-2005 (met bijlagen) heeft de stichting haar bezwaren nader gemotiveerd. De Commissie voor bezwaarschriften (verder: de commissie) heeft vertegenwoordigers van de stichting en van de raad gehoord. De op de zaak betrekking hebbende stukken, waaronder het verslag van de hoorzitting, liggen ter inzage. 2 Doelstelling Beschikken op het bezwaarschrift conform de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 3 Argumenten I. De bezwaren De stichting heeft, samengevat, de volgende bezwaren aangevoerd: a. de gemeente heeft de stichting over een zeer lange periode gesubsidieerd, nl. gedurende twintig jaar; deze subsidiebeëindiging is zeer abrupt; daardoor komt de financiering van de - reeds lang tevoren voorbereide - organisatie van de Pasar Malam van oktober 2005 in de problemen. Bestuursleden van de stichting moeten persoonlijk opkomen voor de aangegane financiële verplichtingen; b. de gemeente heeft niet deugdelijk gemotiveerd waarom de Pasar Malam een commercieel en geen cultureel evenement is en dus geen subsidie meer zou moeten ontvangen. Het culturele belang van de Pasar Malam is o.a. door de raad in het verleden uitgedrukt via een motie in de raadsvergadering van 25-06-1986. De opbrengsten van de Pasar Malam worden gebruikt voor het uitdragen van de Indisch-Indonesische cultuur bij activiteiten elders, bijv. in ziekenhuizen en bejaardentehuizen. De commissie verwijst verder naar het bezwaarschrift, de nadere motivering daarbij en het verslag van de hoorzitting. II. Feitelijke achtergronden. De stichting is onafgebroken door de gemeente gesubsidieerd gedurende de laatste twintig jaar. Het door de raad op 13/14-12-2000 geaccordeerde voorstel Evenementenbeleid 2001-2004 reserveert voor de jaren 2001 t/m 2004 een bedrag van ƒ 11.500,-- voor de stichting, uit het Werkbudget evenementen. Genoemd geeft de Pasar Malam geen kwalificatie als cultureel of anderszins en vermeldt in de toelichting dat de gemeentelijke bijdrage een subsidie in de huurkosten van de Jan Massinkhal betreft. De beëindiging van de subsidie per 01-01-2005 vloeit voort uit het Beleidscriteria en verdeling subsidies culturele en traditionele evenementen 2005-2008 (rvs. 86/2005), dat door de raad is behandeld op 27-04-2005). Daarin wordt (vervolgvel 4) o.a. opgemerkt:
2 Commerciële evenementen als de Culturele Pasar Malam, de Paasmarkt, Kerstmarkt, Boekenmarkt, Groenmarkt, Kunstmarkt of braderieën, zijn geen traditionele of culturele evenementen. Verder vermeldt het (vv 8): De Culturele Pasar Malam wordt met ingang van 2005 niet meer beschouwd als een traditioneel evenement, het moet worden aangemerkt als een commerciële activiteit. De brief van 30-06-2005 aan de stichting, waarin namens het college wordt kennisgegeven van het raadsbesluit, geeft als reden voor de subsidiestop: De Culturele Pasar Malam wordt beschouwd als een commercieel evenement en valt derhalve niet onder de categorie traditionele evenementen conform de Beleidscriteria culturele en traditionele evenementen 2005-2008. Volgens informatie van de commissie heeft de stichting pas via de aan haar gerichte brief van 30-06-2005 formeel vernomen van de subsidiestop. In telefonisch contact tussen de stichting en de behandelende ambtenaar vóór de raadsbehandeling is wel sprake geweest van de mogelijk te verwachten subsidiestop. Het college heeft de stichting niet bericht over zijn besluit om het gewraakte voorstel aan de raad voor te leggen. Volgens mededeling in de commissie van de vertegenwoordiger van de raad hing dit samen met de wens van het college om niet vooruit te lopen op de raadsbesluitvorming, gelet op de gescheiden (duale) rollen van college en raad. III. Wettelijk kader De commissie acht in het bijzonder relevant het wettelijk voorschrift, neergelegd in artikel 4:51 Awb. Samengevat komt dat er op neer dat, wanneer de gemeente in een langdurige subsidierelatie, nl. van drie of meer achtereenvolgende jaren, vanwege veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten, besluit tot subsidievermindering of -beëindiging, dat alleen is toegestaan met inachtneming van een redelijke termijn. Op de vraag wat in dit geval een redelijke overgangstermijn is gaat de commissie hierna verder in. IV. Oordeel van de commissie De commissie oordeelt over de bezwaren als volgt. a. De commissie acht het bestreden raadsbesluit in strijd met het genoemde artikel 4:51 Awb en dus onrechtmatig en het bezwaarschrift gegrond. En wel op grond van de volgende overwegingen. b. Er is sprake van een beleidswijziging van de gemeente jegens de stichting. De gemeente heeft aangegeven dat de subsidie met ingang van 2005 wordt beëindigd, gelet op het commerciële karakter van de Pasar Malam. Het staat de gemeente in beginsel vrij activiteiten met een commercieel karakter in de toekomst niet meer te subsidiëren. De gemeente heeft echter niet toegelicht wat onder commerciële activiteiten moet worden verstaan en evenmin waarom de Pasar Malam een commerciële activiteit is. In zoverre acht de commissie de motivering van de beleidswijziging te summier. Ten aanzien van de activiteiten van de Pasar Malam is ter zitting gebleken dat de hal waarin de Pasar Malam plaatsvindt een evenementenhal is, dat de standhouders huur betalen aan de stichting, dat de stichting entreegelden heft en dat de nadruk ligt op de verkoop van goederen en diensten aan het publiek. Voorts vindt geen rechtstreekse subsidiëring plaats van als cultureel te kwalificeren podiumactiviteiten, maar van huur van de locatie, welke laatste ook door anderen voor niet-culturele activiteiten wordt verhuurd. Gelet hierop kan
3 worden aangenomen dat de activiteiten die in het kader van de Pasar Malam plaatsvinden in overwegende mate zijn gericht op het maken van winst en derhalve dat de Pasar Malam is aan te merken als een commerciële activiteit in de zin van het gemeentelijk beleid. De culturele activiteiten die op de Pasar Malam plaatsvinden, acht de commissie daaraan ondergeschikt. Mede op basis van deze aanvullende argumentatie acht de commissie de toegepaste subsidiebeëindiging voldoende gemotiveerd. c. Gelet op de langdurige subsidierelatie is zorgvuldigheid vereist bij de effectuering van de subsidiestop. Nu de stichting over een langdurige periode onafgebroken gesubsidieerd is, is een redelijke overgangstermijn voorgeschreven. Aan die eis is niet voldaan, blijkens de brief vanwege het college van 30-06-2005 over stopzetting van de subsidie per 01-01-2005. Een dergelijke mededeling ná het tijdstip van ingang van de stopzetting is - uiteraard - in het algemeen niet als zorgvuldig te beschouwen. In dit geval is verder speciaal van belang de omstandigheid - door de stichting gesteld en niet weersproken door de gemeente - dat de voorbereidingen van elke volgende Pasar Malam steeds beginnen onmiddellijk na de voorgaande Pasar Malam, dus in oktober van het voorgaande kalenderjaar. Er moet daarom van worden uitgegaan dat zeker op het tijdstip van mededeling (op 30-06-2005) van het raadsbesluit, de stichting reeds verplichtingen was aangegaan voor de Pasar Malam 2005 in het vertrouwen dat de subsidie zou worden voortgezet. Aangenomen moet worden dat de stichting onevenredig wordt benadeeld doordat de subsidie kwam te vervallen op deze wijze. d. De commissie acht het niet expliciet informeren van de stichting over het collegebesluit tot agendering van het strijdig met de vereiste zorgvuldigheid jegens de stichting. Deze handelwijze - hoewel uit politiek oogpunt wellicht niet onbegrijpelijk - doet geen recht aan het belang van de stichting bij tijdige en volledige informatie. Een dergelijke handelwijze kan niet worden gerechtvaardigd door een wens om de onderscheiden (duale) rollen van college en raad duidelijk uit elkaar te houden. Dit spreekt te meer nu voor de stichting sprake was van een niet te verwachten negatief besluit. De commissie tekent daarbij aan dat een collegebesluit zoals het onderhavige aan de belanghebbenden kan worden meegedeeld onder de (uitdrukkelijke) vermelding dat het een voorstel betreft en dat de raad het beslissende bestuursorgaan is. e. Vanwege de lengte van de subsidierelatie, het belang van de stichting om haar financiële verplichtingen ordentelijk te kunnen honoreren en haar belang om zich meer in het algemeen te kunnen aanpassen aan een subsidieloze situatie acht de commissie een overgangsregeling redelijk en gewenst als volgt: voortzetting van de subsidie voor het jaar 2005 conform het in 2004 toegekende bedrag ( 4850,--); en bij wijze van overgangsregeling voor het jaar 2006 toekenning van de helft van dat bedrag, dus 2425,--, waarna beëindiging van de subsidie kan plaatsvinden met ingang van 2007. Bij een dergelijke geleidelijke vermindering kan de stichting de organisatie van het evenement zodanig aanpassen dat zij zelfstandig het evenement kan voortzetten. De commissie adviseert de raad dan ook aldus te besluiten.
4 4 Financiën Voor 2005 kan 4.850,-- worden onttrokken aan het deelproduct Culturele Pasar Malam, projectnr. 305.526.02, waarop na betaling een bedrag resteert van 643,--". Voor 2006 kan het toe te kennen bedrag van 2.425,-- worden gedekt via het nieuwe nr. 60586 / S031,1Traditionele culturele evenementen. 5 Juridische aspecten zie voorgaande. 6 Communicatie Kennisgeving van het raadsbesluit aan de stichting. 7 Uitvoering Uitbetaling van de voor 2005 en 2006 vastgestelde subsidiebedragen. Nijmegen, 29 november 2005 De Commissie voor bezwaarschriften, Mr. W.J.J. Los, voorzitter H. Meijer, secretaris Bijlage(n): Ter inzage: o.a. bezwaarschrift, verslag hoorzitting