BelastinggidsGELDGIDS 2014 NR 1



Vergelijkbare documenten
+++ Wat is nieuw in de aangifte? +++ Cijfers Toeslagen en maatregelen nieuw kabinet +++

BelastinggidsGELDGIDS 2014 NR 1 ONAFHANKELIJK EN ADVERTENTIEVRIJ

+++ Wat is nieuw in de aangifte? +++ Cijfers Toeslagen en maatregelen nieuw kabinet +++

+++ Wat is nieuw in de aangifte? +++ Cijfers De nieuwe werkkostenregeling +++

+++ Wat is n ieuw i n de a a n g i f te +++ Cijfer s Bezwa a r maken tegen de WOZ +++

BelastinggidsGELDGIDS 2015 NR 1

BelastinggidsGELDGIDS 2015 NR 1

2.6 Ontbinding niet-huwelijks samenlevingsverband jaar worden 53

Als u 65 jaar of ouder bent

Aangeven van vermogensbestanddelen. Aanmerkelijk belang. Aanvullende alleenstaande-ouderkorting. Aanvullende combinatiekorting

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012

Belastingspecial 2014

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

Als u gaat trouwen. Sommige inkomsten en aftrekposten kunt u verdelen. Let op! PA 940-1Z71FD

consumentenbond E-BOOK (zie pagina 14) Wegwijs in de aangifte inkomstenbelasting 2017 GRATIS HET onafhankelijk & advertentievrij

Als u gaat samenwonen

Checklist Wij verzorgen uw aangifte inkomstenbelasting Onze werkwijze is als volgt:

Als u gaat samenwonen

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

Voornamen m/v * Telefoon privé. Telefoon werk. adres

Checklist belastingaangifte Particulieren 2013

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Het fiscale partnerschap... 2 Wie zijn fiscale partners?... 2 Gehuwden... 2 Ongehuwd samenwonenden... 3 Meer partners in een jaar...

CHECKLIST AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2011

Presentatie scholingsdag NBPB. Mr. R. van Rijssen R. Ruinemans RB

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

WELKOM CNV Senioren. Agenda ODP voorlichtingsmiddag

Checklist belastingaangifte particulieren 2014

Checklist belastingaangifte particulieren 2017

IBAN Bank- of Gironummer teruggaaf: Burgerlijke staat: Gehuwd / ongehuwd / samenwonend / 1) ja/nee ja/nee. ja/nee ja/nee ja/nee

Vragenlijst voor de aangifte inkomstenbelasting 2014

VvAA belastingworkshop. Februari/maart 2014

1. PERSONALIA Registratienummer Burgerservicenummer. Voornamen Man / Vrouw *

Belastingspecial 2011

Vragenlijst aangifte inkomstenbelasting 2015 In te dienen voor 15 maart

Persoonlijke gegevens (alleen invullen indien anders dan op aangifte)

Onbezorgd ouder worden. Ouder worden en zorg. Deel I Ouder worden en zorg. Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten. Wanneer?

Gegevens aangifte inkomstenbelasting Persoonlijke gegevens

CHECKLIST INKOMSTENBELASTING

Checklist Wij verzorgen uw aangifte inkomstenbelasting Onze werkwijze is als volgt:

Gegevens aangifte inkomstenbelasting 2007

Graag ontvangen wij van u een kopie van de jaaropgave(n) 2010 van uw werkgever(s) of uitkeringsinstantie.

EINDEJAARSTIPS /5

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

PERSOONLIJKE GEGEVENS

Checklist aangifte inkomstenbelasting 2016

Let op: Indien uw echtgeno(o)t(e) / partner zelf ook inkomsten of aftrekposten heeft, moet hij of zij een eigen formulier invullen.

CHECKLIST AANGIFTE INKOMSTENBELASTING BIJ OVERLIJDEN 2012 PERSOONLIJKE GEGEVENS

PERSOONLIJKE GEGEVENS. Uw gegevens Naam : Adres : Postcode en woonplaats : Telefoon : Burgerservicenummer : Geboortedatum : Geslacht :

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Programma. Inleiding wettenbundel fiscaal. FFP opleiding Fiscaal. Inleiding Wettenbundel IB 2001, IWIB, UBIB, URIB. Box 1.

Kinderen: Voorletters Geb.datum Sofi-nummer (zie kinderbijslag formulier)

Voorletters en naam. Postcode en woonplaats Telefoonnummer adres Geboortedatum BSN/SoFi-nummer Bankrekeningnummer


Gegevens aangifte inkomstenbelasting 2008

PERSOONLIJKE GEGEVENS. Uw gegevens Naam : Adres : Postcode en woonplaats : Telefoon : Burgerservicenummer : Geboortedatum : Geslacht :

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2

Je hypotheek en de belasting in 2015

Checklist aangifte inkomstenbelasting 2008

Vragenlijst voor de aangifte inkomstenbelasting 2015

Aanleverhulp inkomstenbelasting 2011

CHECKLIST AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2012

Wonen in Duitsland 2016

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Uw hypotheek en de belasting in 2015

info &boon tips & boon

Persoonlijke gegevens

GEGEVENS AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2014

Persoonlijke gegevens. Naam en voorletters : Uw gegevens. Echtgeno(o)t(e) / partner

Gegevens aangifte inkomstenbelasting 2016

Checklist belastingaangifte particulieren 2015

Vragenlijst aangifte inkomstenbelasting 2016 In te dienen voor 15 maart

GEGEVENS AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2008

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

Cijfer- en percentageoverzicht LIJFRENTEVERZEKERING

Checklist Aangifte IB 2014

Informatiewijzer Jaaropgave 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015


Kinderen Heeft u thuiswonende kinderen? Zo ja, vul hieronder de voorletters, geboortedata en sofinummers van de kinderen in.

GEGEVENS AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2008

Voordeel uit sparen en beleggen

Uw hypotheek en de belasting in 2014

Voordeel uit sparen en beleggen

Informatieavond aangifte 2016

ALS JE BURGERS HELPT MET HET DOEN VAN AANGIFTE INKOMSTENBELASTING OF AANVRAAG TOESLAGEN. Tips en trucs en de belangrijkste veranderingen in 2018

Voordeel behalen met je belastingaangifte

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2016

Accountantskantoor Schoonbrood Sint Antoniusplein EW Urmond info@schoonbrood.biz

Gegevens aangifte inkomstenbelasting Persoonlijke gegevens

Gegevens benodigd voor ondersteuning in aangifte inkomstenbelasting 2011:

Marjan Langbroek. Tips & toeslagen. Krijg waar je fiscaal recht op hebt

Checklist gegevens aangifte inkomstenbelasting 2014

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN

Info voor gastouders over

Belastingcijfers 2015

inkomstenbelasting 2012

Kerncijfers Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

Toelichting jaaropgave hypotheken

Transcriptie:

BelastinggidsGELDGIDS 2014 NR 1 20 ONAFHANKELIJK EN ADVERTENTIEVRIJ 2014 Praktisch naslagwerk voor het hele jaar Aangifte Inkomstenbelasting 2013 Met gratis online-aangiftehulp Wat is nieuw in de aangifte?

minigids 1 2014 dieetb.indd 1 02-12-13 16:17 Uw lidmaatschap biedt meer dan u denkt! Minigids DIEET Afvallen Feiten & fabels Echte dikmakers: verborgen suikers De nieuwste trends 1 januari 2014 U ontvangt de Consumentengids of een van onze andere gidsen. Al onze uitgaven zijn 100% onafhankelijk en advertentievrij. U heeft 24 uur per dag toegang tot onze betrouwbare, onlinetestinformatie over meer dan 2000 producten en diensten. U kunt tot honderden euro s besparen op uw energierekening en zorgverzekering. U ontvangt 20-30% korting op boeken en e-books van de Consumentenbond. U ontvangt van onze afdeling Service & Advies gratis advies over aankoop, service, garantie en heel handig uw rechten. U weet altijd wat de Beste Koop is en kunt gratis gebruikmaken van de Beste Koop-App. U ontvangt gratis de Consumentengids Auto, Minigidsen en de handige CB Kiosk App. U ontvangt wekelijks onze gratis nieuwsbrief. U kunt deelnemen aan testpanels. De Consumentenbond stelt samen met vele branches algemene voorwaarden op, waarbij rechten en plichten tweezijdig eerlijk worden vastgelegd. MEER INFO: WWW.CONSUMENTENBOND.NL/SLIMETEN Een compleet en actueel overzicht van uw lidmaatschap vindt u op www.consumentenbond.nl/voordeel Contact Service & Advies: (070) 445 45 45 Internet: www.consumentenbond.nl Contactformulier: www.consumentenbond.nl/contact Voorwaarden lidmaatschap en abonnement Kijk op www.consumentenbond.nl/algemenevoorwaarden Beste Koop-app Volg ons ook op www.facebook.com/consumentenbond www.youtube.com/consumentenbond www.twitter.com/consumentenbond

Inhoud Introductie Nieuw in de aangifte 7 Hulp bij uw aangifte 2013 9 Onze online-aangiftehulp 12 1 De aangifte 13 Uw persoonlijke gegevens 14 Box 1: werk en woning 15 Box 1: andere inkomsten 22 Box 1: uitgaven lijfrenten e.d. 26 Box 2: aanmerkelijk belang 26 Box 3: sparen en beleggen 28 Aftrekposten 32 Vrijstellingen en verminderingen 37 Bijzondere situaties 39 Te verrekenen bedragen 40 Heffingskortingen 41 Verdeling 41 Zorgverzekeringswet 41 2 Uw persoonlijke situatie 42 2.1 Inleiding 42 2.2 Van geboorte tot 18 jaar 42 2.3 18 worden 42 2.4 Studeren 42 2.5 Huren of kopen van een woning 42 2.6 Samenwonen 43 2.7 Trouwen 43 2.7a Gevolgen voor vermogen 43 2.7b Fiscaal partnerschap 43 2.8 Fiscaal partnerschap 44 2.8a Deel van het jaar partnerschap 44 2.8b Meer partners 44 2.8c Het einde van het partnerschap 44 2.9 Gevolgen fiscaal partnerschap 45 2.9a Verdelen van inkomsten en vermogen 45 2.9b Slechts één eigen woning 45 2.9c Invloed op drempels 45 2.9d Vrijstelling in box 3 voor oude kapitaalverzekeringen 45 2.9e Teruggave heffingskortingen bij onvoldoende inkomen 45 2.9f Alleenstaande-ouderkorting 45 2.10 Minderjarige (stief-/pleeg)kinderen 45 2.10a Inkomenstoerekening 45 2.10b Overige fiscale gevolgen minderjarige kinderen 46 2.11 Echtscheiding 46 2.11a Overzicht gevolgen 46 2.11b Einde fiscaal partnerschap 46 2.11c Geen inkomenstoerekening meer 47 2.11d Heffingskortingen 47 2.11e Partneralimentatie 47 2.11f Onderhoudsverplichting jegens kinderen 47 2.11g De echtelijke woning 47 2.11h Verdeling van het huwelijksvermogen 48 2.11i Pensioenen 48 2.11j Aftrekbare kosten 49 2.12 Eenoudergezinnen 49 2.12a Co-ouders 49 2.13 Ontbinding niet-huwelijks samenlevingsverband 49 2.14 Overdragen van vermogen 49 2.14a Vrijstellingen en tarieven 49 2.14b Schuldigerkenning uit vrijgevigheid (schenken op papier) 52 2.15 AOW-gerechtigde leeftijd bereiken 52 2.15a Het hele jaar de AOW-leeftijd 52 2.15b In 2013 AOW-leeftijd bereikt 53 2.16 Overlijden 54 2.16a Wie doet aangifte over welke inkomsten? 54 2.16b Fiscaal partnerschap in jaar van overlijden 54 3 Loon en pensioen 55 3.1 Inleiding 55 3.2 Loon uit dienstbetrekking 55 3.2a Wat behoort tot uw loon? 55 3.2b Bijzonder loon 55 3.3 Fiscaal voordelige beloningsvormen 56 3.3a Werkkostenregeling 56 3.3b Vergoedingen en verstrekkingen 58 3.3c Aandelenopties 59 3.3d Renteloze of laagrentende leningen 59 3.3e Spaarloonregeling 59 3.3f Aanspraken 59 3.3g Levensloopregeling 59 3.4 Afvloeiing en ontslag 61 3.4a Schadeloosstellingen 61 3.4b Smartegeld 61 3.4c Beëindigingsverhogingen en boetes 61 3.5 Complicaties bij loon uit dienstbetrekking 62 3.5a Uw arbeid blijkt achteraf in dienstbetrekking te zijn verricht 62 3.5b Fictieve dienstbetrekkingen 62 3.5c Loonheffing wel ingehouden, maar niet afgedragen 62 3.6 Reiskosten woning-werk 63 3.6a De forfaitaire aftrek voor werknemers 63 3.6b De forfaitaire vergoeding 64 3.6c Carpool 64 3.6d Parkeren 64 3.7 Fietsaftrek 64 3.8 De auto 64 3.8a Auto van de zaak 64 3.8b Zakelijk gebruik privéauto 67 3.8c Privégebruik motorfiets 67 3.9 Uitkeringen en pensioenen 67 3.9a Uitkeringen onder inhouding van loonheffing 67 3.9b Pensioenen 68 4 De eigen woning 69 4.1 De eigenwoningregeling 69 4.1a De eigen woning in box 1 69 4.1b De bijtelling van de huurwaarde 71 4.1c Andere voordelen uit eigen woning 72 Consumentenbond Belastinggids 2014 3

Inhoud 4.1d Kostenaftrek voor de eigen woning 73 4.1e Niet alleen renteaftrek bij hypothecaire geldlening 73 4.1f Renteaftrek alleen voor leningen voor de eigen woning 74 4.1g Beperkingen kostenaftrek 76 4.1h De bijleenregeling 79 4.1i Overgangsrecht voor leningen gesloten ná 1 januari 2013 82 4.1j Leningen gesloten ná 1 januari 2013 84 4.1k Depotrente (nieuwbouwdepot) 90 4.1l Aftrek bij geen of geringe eigenwoningschuld 90 4.2 Kapitaalverzekering eigen woning 91 4.2a Voorwaarden kapitaalverzekering eigen woning 91 4.2b Vrijstelling kapitaalverzekering eigen woning 92 4.2c Vrijstelling en schuld eigen woning 92 4.2d Gehuwden en andere fiscale partners 93 4.2e Vrijstellingen oud-regimekapitaalverzekering 93 4.2f Vrijstelling eenmaal per leven 93 4.2g Uitkeringen bij overlijden 93 4.2h Samenloop vrijstellingen met spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning 93 4.2i Fictieve uitkeringen 93 4.2j Verkoop eigen woning 94 4.2k Koppelen ná 2001 94 4.2l Overgangsregeling voor kapitaalverzekeringen ná 1 januari 2013 94 4.3 Banksparen 95 4.3a Spaarrekening eigen woning 95 4.3b Beleggingsrecht eigen woning 98 4.3c Omzetten spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en kapitaalverzekering eigen woning 98 4.3d Overgangsrecht voor spaar-/beleggingsrekeningen ná 1 januari 2013 98 4.4 Verhuur van de eigen woning 98 4.4a Tijdelijke verhuur 98 4.4b Duurzame verhuur 98 4.4c Verhuur van een deel van de eigen woning 99 4.4d Verhuur aan ex-echtgenoot tijdens eerste twee jaar na scheiding 99 4.5 Gratis ter beschikking stellen 99 4.6 Meer eigenaren/ongehuwd samenwonenden 99 4.7 Eén eigenaar, meer gebruikers 99 4.8 De tweede woning 99 4.8a Woning in aanbouw 100 4.8b Twee woningen bij verhuizing 100 4.8c Leegstaande woning na echtscheiding 100 4.8d Woning voor uw ouders of kinderen 101 4.8e Tweede woning in het buitenland 101 4.9 Kamerverhuur 101 4.10 Overheidsbijdragen eigen woning 101 4.11 Werkruimte in de eigen woning 101 4.11a Woning behoort tot privévermogen 102 4.11b Woning staat op de resultaatbalans 102 4.11c Woning is gesplitst 102 5 Andere inkomsten 103 5.1 Inleiding 103 5.2 Ontvangen alimentatie en afkoopsommen 103 5.2a Alimentatie in de vorm van woongenot woning 103 5.2b Aftrekbare kosten 103 5.3 Periodieke uitkeringen en afkoopsommen 104 5.3a Lijfrente-uitkeringen en afkoopsommen 104 5.3b Aftrekbare kosten 106 5.3c Overheidsbijdragen eigen woning 107 5.4 Resultaat uit overige werkzaamheden 107 5.4a Soorten inkomsten 107 5.4b Bijzondere soorten resultaat uit overige werkzaamheden 107 5.4c Resultaatbepaling 109 5.5 Ter beschikking stellen vermogensbestanddelen 112 5.5a Bepaling van het resultaat 112 5.6 Overige inkomsten 112 5.6a Rente en huur van vóór 1 januari 2001 112 5.6b Belast deel van uitkering uit kapitaalverzekering 113 5.7 Terugontvangen bedrag of vergoeding voor een bedrag dat u eerder heeft afgetrokken 113 6 Aftrek premies lijfrente 114 6.1 Lijfrentes 114 6.2 Toegestane lijfrentevormen 114 6.2a Algemene voorwaarden 114 6.2b Toegestane lijfrentes 115 6.2c Combinaties van lijfrentes 115 6.2d Omzetten lijfrente 115 6.3 Aftrek van premies 116 6.3a Jaarruimte 116 6.3b Reserveringsruimte 116 6.3c Advieskosten 116 6.4 U heeft te veel premies betaald 116 6.5 Tijdstip van aftrek 116 6.5a Verzuimde premieaftrek 116 6.6 Oude lijfrentepolissen 117 6.7 Lijfrentesparen of -beleggen 117 6.8 Toegestane uitkeringen lijfrentesparen of -beleggen 117 6.8a Oudedagsuitkeringen 117 6.8b Nabestaandenuitkering 117 6.8c Tijdelijke oudedagsuitkering 118 6.9 Aftrek van de inleg 118 6.10 Omzetting van lijfrentevormen 118 7 Sparen en beleggen 119 7.1 Inleiding 119 7.2 Wat behoort tot uw vermogen? 119 7.2a Bezittingen 120 7.2b Schulden 121 7.2c Verkrijgingen krachtens erfrecht 121 7.2d Fiscale partners 122 7.3 Heffingvrij vermogen 123 7.3a Hoogte heffingvrij vermogen 123 7.3b Ouderentoeslag 123 7.4 Vrijstellingen 123 7.4a Bos- en natuurterreinen en landgoederen 123 7.4b Voorwerpen van kunst en wetenschap 123 7.4c Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht 123 7.4d Bepaalde rechten 124 7.4e Contant geld en dergelijke 124 7.4f Spaarloonregeling/levensloopregeling 124 7.4g Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 124 7.4h Groene beleggingen 124 4 Consumentenbond Belastinggids 2014

Inhoud 7.4i Sociaal-ethische beleggingen 125 7.4j Beleggingen in durfkapitaal 125 7.5 Waardering bezittingen en schulden 125 7.5a Woningen anders dan de eigen woning/ hoofdverblijf 125 7.5b Overige onroerende zaken 126 7.5c Huurrechten 126 7.5d Effecten 126 7.5e Vorderingen 126 7.5f Spaarbewijzen 127 7.5g Periodieke uitkeringen 127 7.5h Genotsrechten/blooteigendom 128 7.6 Boxhoppen 129 7.7 Overgangsmaatregelen 130 7.7a Lopende en gerijpte termijnen van huren, pachten en rente 130 7.7b Participatiemaatschappijen 130 7.8 Kapitaalverzekeringen 131 7.8a Hoofdlijnen 131 7.8b Kapitaalverzekering in box 3 131 7.8c Overgangsregelingen 131 7.8d Samenloopbepalingen 131 8 Aftrekposten 133 8.1 Inleiding 133 8.1a Hoe wordt er afgetrokken? 133 8.2 Betaalde alimentatie 133 8.2a Partneralimentatie 133 8.2b De eigen woning 134 8.3 Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen 134 8.3a Voorwaarden 135 8.3b Aftrekbedrag 136 8.3c Mate van onderhouden 136 8.3d Aftrek levensonderhoud en fiscaal partnerschap 136 8.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 136 8.4a Toerekening en samenvoeging specifieke zorgkosten 136 8.4b Niet-aftrekbare drempel 137 8.4c Kring van verwanten 137 8.4d Welke kosten mogen worden afgetrokken? 137 8.4e Bevalling 142 8.4f Verhoging bepaalde ziektekosten 142 8.4g Verzilveringsregeling (TSZ) 142 8.5 Weekenduitgaven gehandicapten 143 8.6 Scholingsuitgaven 144 8.6a Wat zijn scholingsuitgaven? 144 8.6b Toerekening partners 144 8.6c Vergoedingen voor studiekosten 144 8.6d Vooruitbetaalde studiekosten 144 8.6e Welke studiekosten zijn aftrekbaar? 144 8.6f Welke studiekosten zijn niet aftrekbaar? 145 8.6g Niet-aftrekbare drempel en maximum 145 8.6h Studiefinanciering 145 8.6i Overgangsregeling 145 8.6j Voorbeelden aftrek studiekosten 146 8.6k Lening voor studiekosten 147 8.7 Aftrekbare giften 147 8.7a Giften en partnerschap 147 8.7b Losse giften 147 8.7c Periodieke giften 148 8.7d Giften in de vorm van renteloze leningen 149 8.8 Monumentenwoning 149 8.8a Aftrek onderhoudskosten 149 8.8b Overgangsregeling 150 8.9 Kwijtgescholden durfkapitaal van u en uw fiscale partner 150 8.10 Restant persoonsgebonden aftrekposten voorafgaande jaren 150 8.11 Negatieve persoonsgebonden aftrekposten 150 9 Verdelen 151 9.1 Inleiding 151 9.2 Wie kunnen verdelen? 151 9.2a Hele jaar fiscaal partner 151 9.2b Gedeelte van het jaar fiscaal partner 151 9.3 Wat valt er te verdelen? 151 9.4 De gevolgen van verdelen 152 9.4a Tariefvoordeel 152 9.4b Ouderenkorting 152 9.4c Ouderentoeslag box 3 152 9.4d Aanslaggrens 152 9.4e Schuiven met persoonsgebonden aftrekposten 153 9.4f Toeslagen 153 9.5 Na het einde van het partnerschap 153 10 Tarieven en heffingskortingen 154 10.1 Inleiding 154 10.2 Tarieven 154 10.2a Tarief in box 1 154 10.2b Tarief in box 2 154 10.2c Tarief in box 3 154 10.3 Heffingskortingen 155 10.3a Algemene heffingskorting 155 10.3b Arbeidskorting 155 10.3c Werkbonus voor lage inkomens 156 10.3d Inkomensafhankelijke combinatiekorting 156 10.3e Ouderschapsverlofkorting 156 10.3f Alleenstaande-ouderkorting 157 10.3g Jonggehandicaptenkorting 157 10.3h Ouderenkorting 157 10.3i Alleenstaande-ouderenkorting 157 10.3j Levensloopverlofkorting 157 10.3k Extra heffingskorting groene beleggingen 157 10.3l Tijdelijke heffingskorting voor vroeggepensioneerden 158 10.3m Wijze van uitbetaling 158 10.4 Middeling 159 10.5 Hardheidsclausule 160 10.6 Rekenvoorbeeld 160 11 Na de aangifte 161 11.1 Inleiding 161 11.2 Correctie op de aangifte 161 11.2a U corrigeert uw aangifte zelf 161 11.2b Fiscus corrigeert uw aangifte 161 11.3 Teruggave vóór 1 juli 2014 161 11.4 Voorlopige teruggave 161 11.4a Aftrekposten 161 11.4b Heffingskortingen 162 11.4c Aanvraag 162 11.5 De aanslaggrens 162 Consumentenbond Belastinggids 2014 5

Inhoud 11.6 Soorten aanslagen 162 11.6a Voorlopige aanslag 162 11.6b Definitieve aanslag 163 11.6c Navorderingsaanslag 163 11.6d Conserverende aanslag 165 11.7 Bezwaar, beroep en cassatie 165 11.7a Bezwaar 165 11.7b Vergoeding kosten bezwaarfase 166 11.7c Beroep bij de rechtbank 166 11.7d Hoger beroep bij gerechtshof 167 11.7e Cassatie 167 11.7f Vergoeding proceskosten 167 11.8 Betaling van aanslagen, heffings- of belastingrente en invorderingsrente 167 11.8a Betaling van aanslagen 167 11.8b Belastingrente 168 11.8c Heffingsrente 170 11.8d Invorderingsrente 170 12 Toeslagen 171 12.1 Inleiding 171 12.2 Toeslagpartner 171 12.3 Zorgtoeslag 171 12.4 Kindgebonden budget 172 12.5 Huurtoeslag 172 12.6 Kinderopvangtoeslag 172 12.7 Voorschot en afrekening 173 12.8 Bezwaar en beroep 174 13 Cijfers en wijzigingen voor 2014 175 13.1 Inleiding 175 13.2 Verhoging AOW-leeftijd 175 13.3 Box 1: werk en woning 175 13.3a Tarief inkomsten uit werk en woning 175 13.3b Loon 175 13.3c Eigen woning 176 13.3d Lijfrentepremies 177 13.3e Uitgaven voor specifieke zorgkosten 177 13.3f Giften 177 13.3g Scholingsuitgaven 177 13.3h Aftrek levensonderhoud voor kinderen 177 13.3i Weekenduitgaven gehandicapten 177 13.3j Aftrek uitgaven monumentenpanden 177 13.4 Box 2: aanmerkelijk belang 177 13.4a Tarief in box 2 177 13.5 Box 3: sparen en beleggen 178 13.5a Heffingvrij vermogen 178 13.5b Ouderentoeslag 178 13.5c Schuldendrempel 178 13.5d Vrijstelling groene beleggingen 178 13.5e Kleine overlijdensverzekering 178 13.5f Vrijstelling contant geld 178 13.5g Waarde verhuurde woningen in box 3 178 13.6 Heffingskortingen 178 13.6a Wijzigingen in de heffingskortingen 178 13.7 Aanslaggrens 179 13.8 Schenkingsrecht 179 13.9 Toeslagen 179 13.10 Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 179 13.10a Maximale bijdrage-inkomen 179 13.10b Percentage inkomensafhankelijke bijdrage 179 Register 180 Colofon Let op De Geldgids is een publicatie van de Consumentenbond, Enthovenplein 1, Postbus 1000, 2500 BA Den Haag, telefoon (070) 445 45 45, fax (070) 445 44 93, www.consumentenbond.nl De Belastinggids 2014 is een speciale uitgave van de Geldgids van de Consumentenbond, nr. 1 januari 2014 Auteur Mr. Marjan Langbroek Uitgever Dieneke Hengeveld Redactie Reinout van der Heijden (hoofdredacteur), Vantilt Producties, Nijmegen (eindredactie) Verder werkte mee Mr. Peter Constandse, Nelleke Rookmaaker Illustraties Ad Oskam Vormgeving en prepress PUUR Publishers/ Nanette van Mourik, Ray Heinsius Marketing Rina Sanders Druk Senefelder Misset, Doetinchem ISBN 978 90 5951 2573 Copyright 2014 Consumentenbond, Den Haag Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze Belastinggids behandelt algemene informatie, voortvloeiend uit vragen in de aangifte inkomstenbelasting. Het is helaas niet mogelijk u via onze ledenservice met persoonlijke adviezen van dienst te zijn. Wel kunt u als u lid bent via de website (www.consumentenbond.nl/belastingaangifte, Vraag de expert ) een vraag stellen aan de auteur van deze Belastinggids. Bovendien kunt u op deze website voor een antwoord op overige vragen rondom de aangifte te rade gaan. De Belastinggids 2014 is met de grootste zorg tot stand gekomen. De Consumentenbond kan echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor fouten en/of onvolledigheden met betrekking tot de inhoud van deze gids. 6 Consumentenbond Belastinggids 2014

Introductie Nieuw in de aangifte Door Marjan Langbroek bereiken van de AOW-leeftijd. Wij noemen het tarief voor 65-plussers/AOW ers, de (alleenstaande-)ouderenkorting, de ouderentoeslag, de verhoging van de specifieke zorgkosten, de ingangsdatum van lijfrente-uitkeringen en de aftrek van lijfrentepremies. In deze gids is duidelijk aangegeven wanneer bepaalde regelingen ingaan. Een overzicht van de zaken die in de aangifte inkomstenbelasting zijn gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. RENTEAFTREK EIGEN WONING De opvallendste wijziging is de beperking van de renteaftrek voor de eigenwoningschuld. Het is bijzonder gecompliceerd gemaakt, maar gelukkig hebben (nog) niet veel mensen ermee te maken. Er is een ruime overgangsregeling. Voor leningen die na 1 januari 2013 zijn gesloten en die niet onder de overgangsregeling vallen (dat zijn mensen die voor het eerst een eigen huis kopen), geldt dat de rente alleen aftrekbaar is als de lening ten minste annuïtair in ten hoogste 360 maanden wordt afgelost. De leenovereenkomst moet dit bepalen, maar er moet ook echt aan worden voldaan. Annuïtair wil zeggen dat u ieder jaar zoveel aflost op de lening, dat de aflossing en de rente samen een vast bedrag vormen. Op de website van de Belastingdienst staat een handige rekenmodule die u kan helpen bij het bepalen van de vereiste aflossing. Minder aflossen mag niet, meer aflossen mag wel. Om de minimaal vereiste aflossing te controleren, is een ingewikkeld systeem van toetsmomenten bedacht. 31 december 2013 is het eerste toetsmoment. Op die datum moest uw lening voldoen aan de aflossingseis van ten minste annuïtaire aflossing in maximaal 360 maanden. Maar omdat u een jaar de tijd heeft om een eventuele achterstand in te lopen, zal niemand in 2013 de renteaftrek missen wegens een te lage aflossing. U kunt in hoofdstuk 4 alles lezen wat hiermee te maken heeft. Ook over de afschaffing van de voordelen van de kapitaalverzekering eigen woning vindt u informatie in hoofdstuk 4. U hoeft zich geen zorgen te maken als u op 1 januari 2013 al een kapitaalverzekering had, de voordelen daarvan blijven bestaan. Het sluiten van een nieuwe verzekering met dezelfde vrijstellingen is echter niet meer mogelijk. VERHOGEN AOW-LEEFTIJD Sinds 2013 wordt de AOW-leeftijd in jaarlijkse stappen verhoogd naar 67 jaar. In 2013 is de AOW-leeftijd precies één maand na uw 65 e verjaardag. Veel fiscale regelingen waren afhankelijk van het 65 jaar worden en zijn dat vanaf 2013 van het EENMALIGE SCHENKING VAN 100.000 Ouders mochten aan kinderen tussen 18 en 40 jaar eenmalig een grote schenking doen van een kleine 25.000 zonder dat schenkbelasting verschuldigd was. Dit bedrag wordt verhoogd met ruim 26.000, als dat gebruikt wordt voor de eigen woning van het kind. Van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 mag u 100.000 schenken aan eenieder, zonder dat u daar schenkbelasting over verschuldigd bent. Deze schenking is niet beperkt tot de familiekring, maar voorwaarde is wel dat het geschonken bedrag wordt gebruikt voor de eigen woning. U kunt dit allemaal nalezen in par. 2.14. AFTREK SCHOLINGSUITGAVEN Menig student zal hebben geworsteld met de aftrek van scholingsuitgaven. De regeling was zeer ingewikkeld. Gelukkig heeft de wetgever dat ingezien en, afgezien van het overgangsjaar 2013, is de regeling een stuk eenvoudiger geworden. De problemen voor het jaar 2013 staan uitgebreid, met duidelijke voorbeelden, beschreven in par. 8.6i en 8.6j. De werkelijk betaalde studiekosten min het bedrag van de basisbeurs zijn nu aftrekbaar. Er is wel een drempel aangebracht in de kosten die aftrekbaar zijn. Dat geldt niet alleen voor studenten met een studiebeurs, maar voor iedereen die scholingsuitgaven kan aftrekken. Bij de scholingsuitgaven is de drempel verlaagd van 500 naar 250. U vindt een overzicht in par. 8.6e. AFTREK SPECIFIEKE ZORG- KOSTEN De aftrek van specifieke zorgkosten wordt steeds verder uitgehold. In 2013 zijn niet Consumentenbond Belastinggids 2014 7

Introductie meer aftrekbaar: de kosten die onder een verplicht of vrijwillig eigen risico vallen, bepaalde ivf-behandelingen (in-vitrofertilistatie) en bepaalde hulpmiddelen voor de mobiliteit, zoals een rollator, krukken en dergelijke. TIJDELIJKE HEFFINGSKOR- TING VOOR VROEGGEPEN- SIONEERDEN Als u geboren bent na 30 november 1948 en u geniet een uitkering uit een pensioenregeling waarop de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet is ingehouden, ontvangt u heffingskorting. Het gaat dan bijvoorbeeld om een vutuitkering, een vroegpensioen, een prepensioen of een tijdelijk overbruggingspensioen. De korting bedraagt 1% van deze uitkering, met een maximum van 182. RESTSCHULD EIGEN WONING Hoewel deze wijziging al in 2012 is ingegaan, willen wij hem hier toch vermelden, omdat dat pas laat in het jaar gebeurde. Heeft u ná 28 oktober 2012 uw woning verkocht en bent u met een schuld blijven zitten omdat de opbrengst van het huis lager was dan de hypotheek, dan mag u de rente op deze schuld nog 10 jaar lang blijven aftrekken in box 1 bij de eigen woning. U mag deze schuld dan natuurlijk niet ook nog eens in box 3 in aftrek brengen. 8 Consumentenbond Belastinggids 2014

Introductie Hulp bij uw aangifte 2013 Door Reinout van der Heijden Een algemene introductie en wat handige tips voordat u de jaarlijkse aangifte stap voor stap te lijf gaat. Ons belastingsysteem onderscheidt drie vormen van inkomsten waarvoor aparte tarieven gelden: het boxenstelsel. In box 1 vallen uw inkomen uit werk, pensioen of uitkering. De inkomsten worden belast met een progressief tarief: hoe hoger uw inkomen, des te hoger het belastingpercentage (van 37% tot 52%, bij AOW ers van 15,20% tot 52%). Inkomsten uit uw eigen woning horen hier ook bij. Dat houdt in dat u het eigenwoningforfait in mindering moet brengen op de aftrekpost eigen woning voor de betaalde hypotheekrente. Aftrekposten voor betaalde alimentatie, uitgaven voor een monumentenwoning, scholingsuitgaven, ziektekosten en giften vallen ook in deze box. In box 2 vallen de inkomsten uit aandelen als u een aanmerkelijk belang (ten minste 5% van de aandelen) in een nv of bv heeft. Het tarief is 25%. In box 3 vallen uw inkomsten uit vermogen, zoals spaargeld, vorderingen en beleggingen. De waarde van uw eigen woning telt in deze box niet mee. U moet over deze bezittingen minus de schulden een fictief rendement van 4% aangeven en daarover heft de fiscus 30% belasting. U betaalt deze 1,2% vermogensrendementsheffing ook als u die 4% rendement niet haalt of zelfs verlies lijdt. De fiscus houdt dus geen rekening met de reële inkomsten uit uw vermogen. Het uitgangspunt is het vermogen per 1 januari van het jaar van aangifte. Het vermogen aan het einde van het jaar telt niet mee. Iedere belastingplichtige heeft recht op 21.139 heffingvrij vermogen. Er geldt geen extra heffingvrij vermogen meer voor minderjarige kinderen. Als u de aangifte heeft ingevuld, berekent het programma automatisch de verschuldigde belasting in elke box. Vergeet de heffingskorting(en) waarop u recht heeft niet (zie ook par. 10.3). Deze bedragen worden direct in mindering gebracht op de te betalen belasting, afhankelijk van uw persoonlijke situatie. U krijgt niet alle kortingen automatisch, sommige moet u aanvinken. Praktische tips Als u klaar bent, maak dan een print van de aangifte voordat u deze doorstuurt. Het is altijd goed de aangifte nog eens door te lezen en te vergelijken met die van vorig jaar. Zorg dat u een kopie van uw vorige aangifte bij de hand heeft. Wellicht staat de aangifte nog opgeslagen op uw computer of heeft u een print. Als u vragen heeft, kunt u de gratis BelastingTelefoon (0800-0543) bellen, ook voor vragen over toeslagen. Bedenk wel dat de medewerkers het standpunt van de Belastingdienst vertegenwoordigen. Bijlagen meesturen kan niet. U moet de bewijsstukken wel bewaren; denk aan rekeningen, overschrijvingen en jaaropgaven. De fiscus kan er later naar vragen. Als u de aangifte indient vóór 1 april wordt hij het snelst behandeld. Dat is vooral handig als u geld terugverwacht, want de fiscus belooft dat u dan vóór 1 juli (eventueel voorlopig) uw geld terugkrijgt. Bovendien krijgt u dan geen heffingsrente voor uw kiezen als u moet bijbetalen. Kunt u de aangifte niet op tijd inleveren, vraag dan uitstel aan (zie par. 1.1b). Beperk u niet tot de aangifte. Check ook de toeslagen via mijn.toeslagen.nl om te controleren of er nog aanpassingen nodig zijn voor 2013 of 2014. Als u te veel terug krijgt, moet u dat later, inclusief rente, terugbetalen. Hulp bij het invullen Wie er zelf niet uitkomt, kan hulp krijgen. In de aangifteperiode bieden vakbonden, ouderenbonden en ook enkele patiëntenverenigingen en gehandicaptenorganisaties hun leden een invulservice. Ook kunt u persoonlijke hulp krijgen in bepaalde wijkcentra of op het belastingkantoor bij u in de buurt. De service van de Belastingdienst is vooral bedoeld voor ouderen en mensen met een laag inkomen. Consumentenbond Belastinggids 2014 9

Introductie In studentensteden kunt u wellicht een belastingwinkel vinden waar studenten u helpen met de aangifte. Informeer eventueel bij de gemeente. Misschien schakelt u liever een belastingadviseur in. Bedenk dat iedereen zich belastingadviseur kan noemen. Kies daarom bij voorkeur iemand die is aangesloten bij een organisatie van belastingadviseurs die aan bepaalde opleidings- en kwaliteitseisen voldoen. Dit zijn bijvoorbeeld de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), (020) 514 18 80, www.nob.net, en het Register Belastingadviseurs (RB), (0345) 54 70 00, www.rb.nl. Spreek van tevoren duidelijk af wat de adviseur voor u gaat doen en tegen welke (uur)prijs. BESPAARTIPS EN AANDACHTS- PUNTEN Gehuwden en geregistreerde partners Door het fiscaal partnerschap kunt u kiezen hoe u sommige inkomsten en aftrekposten (zie hoofdstuk 8) verdeelt. Dat kan voordeel opleveren. Stel, u heeft samen met uw partner in 2013 14.000 aan kosten en rente op een hypotheeklening betaald. U moet 2000 bijtellen voor uw eigen woning, zodat uw aftrekpost 12.000 is. De helft van de woning is van u, dus u neemt 6000 in aftrek. U verdient niet zo veel en valt in box 1 in de eerste schijf van 33%. Als u de 6000 aftrekpost zou opgeven, krijgt u 1980 terug. Stel dat uw partner veel meer verdient en in de 52%-schijf valt, dan krijgt uw partner 3120 terug. U krijgt dan samen 5100 terug. Door de volledige 12.000 aan uw partner toe te delen en bij diens aangifte op te geven, krijgt u samen 6240 terug. Dat is ruim 1000 meer. Samenwonenden Wie samenwoont, is soms tegen wil en dank fiscaal partner. Wie eenmaal fiscaal partner is, komt daar niet zo gemakkelijk van af. Zelfs ongehuwd samenwonenden moeten apart gaan wonen als zij niet langer fiscaal partner willen zijn. Als er sprake is van een samengesteld gezin, is ook moeilijk te ontkomen aan fiscaal partnerschap. Nog twee aandachtspunten met het oog op de erfbelasting: als ongehuwde partners van elkaar willen erven, is een testament altijd noodzakelijk. Sinds 2011 geldt de extra voorwaarde om als partner te worden aangemerkt voor de erfbelasting dat er een notarieel samenlevingscontract moet zijn met wederzijdse zorgverplichting. Als u voorafgaand aan het overlijden vijf jaar op hetzelfde adres stond ingeschreven, is een notarieel samenlevingscontract niet vereist. Daarnaast moet je in de gemeentelijke basisadministratie op één adres staan ingeschreven. Bij een overlijden moet je als samenwoners minimaal zes maanden op hetzelfde adres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven hebben gestaan. Als je aan deze voorwaarden voldoet, word je als partner aangemerkt voor de erfbelasting en kom je voor de hogere vrijstelling in aanmerking. AOW ers Stel, u bent AOW er en uw partner niet. U heeft pensioeninkomen in box 1 en uw partner heeft alleen inkomen in box 3 (spaargeld). U heeft samen aan niet-vergoede ziektekosten 10.000 uitgegeven. Als u fiscale partners bent, mag u kiezen aan wie u die uitgaven voor specifieke ziektekosten toedeelt. Als u ze toedeelt aan uw partner, belanden ze in box 3 en krijgt uw partner maximaal 30% terug ofwel 3000. Als u de kosten toedeelt aan uzelf, vallen die in box 1. Valt u in de 42%-schijf, dan krijgt u 4200 terug, dat is 1200 méér. Heeft u weinig inkomen in box 1 en valt u in de laagste schijven in deze box (19,10% of 24,10%), dan is het voordeliger de aftrekpost aan uw partner toe te delen. Alleenstaanden Voor een alleenstaande is het veel moeilijker om met slimme trucjes bij de aangifte nog belasting te besparen. Het is vooral zaak al tijdens het lopende belastingjaar de inkomensgrenzen in de gaten te houden, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van een toeslag of een aftrekpost. Mensen met kinderen Als minderjarige kinderen (tot 18 jaar) inkomsten uit werk of een uitkering hebben, moeten ze daarvan zelf aangifte doen. Hun vermogen wordt verrekend via de aangifte van hun ouders. Meerderjarige kinderen moeten zelfstandig aangifte doen van al hun inkomsten. Overlijden Na het overlijden moet vaak nog aangifte inkomstenbelasting voor de overledene worden gedaan. Dat moet gebeuren vóór het indienen van de aangifte erfbelasting. Nog te betalen inkomstenbelasting is namelijk een schuld waarmee rekening moet worden gehouden bij de aangifte erfbelasting. De aangifte inkomstenbelasting voor een overledene wordt gedaan met behulp van een F-biljet. U kunt het elektronische aangifteprogramma gebruiken om berekeningen en de optimale verdeling te maken, maar u mag de aangifte van de overledene niet ondertekenen en insturen. U moet de gegevens overnemen op het papieren F-biljet. U doet de aangifte samen met de vertegenwoordiger van de erfgenamen. In veel gevallen bent u dat zelf. Zie par. 2.16b. Als u als erfgenaam bij uw eigen aangifte te maken heeft met een erfenis die nog niet is afgehandeld (we spreken dan van een onverdeelde boedel), moet u het deel waar u recht op heeft al opgeven als vermogen in box 3. U geeft de waarde op bij de verschillende vermogensbestanddelen in box 3. Als er een woning in uw deel zit, geeft u dit op bij tweede woning ; saldi op bankrekeningen geeft u op bij bankrekening. Op dat moment moet u dus al vermogensrendementsheffing in box 3 betalen over gelden die u nog niet heeft ontvangen. U mag de schulden natuurlijk ook aangeven in box 3. Er geldt een uitzondering als het gaat om de situatie dat de langstlevende ouder alle goederen of het vruchtgebruik erft. Zie par. 7.2c. Voorlopige teruggave Als u aftrekposten heeft, zoals betaalde hypotheekrente voor het eigen huis, of als u recht heeft op een of meer heffingskortingen, zou u daar ruim een jaar op moeten wachten, omdat u pas volgend jaar aangifte kunt doen. Dat is niet nodig. U kunt voor dit jaar al een voorlopige teruggave vragen. Vraag niet te veel, anders moet u het teveel later, eventueel verhoogd met heffingsrente, terugbetalen. In het verleden kon het interessant zijn om geen voorlopige teruggave aan te 10 Consumentenbond Belastinggids 2014

Introductie vragen en het terug te ontvangen belastingbedrag in één keer te ontvangen nadat er aangifte was gedaan. Er werd dan door de Belastingdienst rente vergoed. Dit was ook wel bekend onder sparen bij de fiscus. Sinds 2012 is dit veranderd. U krijgt dan over het bedrag dat u in één keer terug ontvangt, in de regel dus vóór 1 juli na afloop van het belastingjaar, geen rente meer vergoed. Aftrekpost vergeten Als u bij uw belastingaangifte een aftrekpost over het hoofd ziet, kunt u daarop terugkomen. Zolang de inspecteur u nog geen aanslag heeft opgelegd, kunt u gewoon een aanvullende brief op uw aangifte sturen waarin u verzoekt met de vergeten aftrekpost rekening te houden. U kunt de aangifte ook eenvoudigweg opnieuw indienen. De Belastingdienst gaat uit van de laatst ingeleverde aangifte. Controleer wel of de goede aangifte is gebruikt, want ook bij de Belastingdienst wordt er weleens iets over het hoofd gezien. Is de aanslag al binnen, maar de bezwaartermijn nog niet verlopen, dan kunt u daartegen bezwaar maken en verzoeken de aftrekpost alsnog mee te nemen. Staat uw aanslag al definitief vast, stuur dan toch een brief naar de inspecteur met het verzoek om alsnog rekening te houden met de vergeten aftrekpost. Dan gelden de regels voor een verzoek tot ambtshalve vermindering. Als duidelijk is dat het meenemen van de vergeten aftrekpost tot een andere aanslag zou hebben geleid, moet de inspecteur aan uw verzoek tegemoetkomen. U kunt uw verzoek indienen tot vijf jaar na het einde van het jaar van de aanslag. In bijzondere gevallen kunnen andere termijnen gelden. Kijk hiervoor op www.belastingdienst.nl. Nieuwe jurisprudentie of nieuw beleid is overigens geen reden voor vermindering of teruggave van belasting als de aanslag al definitief vaststaat. Klagen Als u de aangifte heeft ingediend, zal het een tijdje duren voordat de fiscus reageert met het opleggen van de definitieve aanslag. Binnen drie maanden nadat de Belastingdienst uw aangifte heeft ontvangen, zal deze wel een voorlopige aanslag of teruggave opleggen. Als uw aangifte niet klopt, kan het zijn dat u dit bedrag later moet terugbetalen. Bent u het niet eens met de aanslag, dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Wordt uw bezwaar afgewezen, dan kunt u naar de rechter stappen (zie ook par. 11.7). Blijft een reactie van de fiscus uit binnen de wettelijke termijn, dat is zes weken na afloop van de bezwaartermijn (deze termijn mag met nog eens zes weken worden verlengd door de fiscus), dan kunt u de Belastingdienst in gebreke stellen. Deze krijgt dan nog twee weken de tijd om een beslissing te nemen. Indien de Belastingdienst dan nog niet reageert, heeft u recht op een dwangsom. Als u een klacht heeft over het gedrag van een belastingambtenaar kunt u daarvoor, nadat u bij de fiscus zelf heeft geklaagd, terecht bij de Nationale Ombudsman in Den Haag. Kijk op www.nationaleombudsman.nl. Uitleg symbolen Tip Pas op Aandachtspunt Consumentenbond Belastinggids 2014 11

Introductie Onze online-aangiftehulp Ook dit jaar helpt de Consumentenbond u via de website op weg met de aangifte. Op www.consumentenbond.nl/ belastingaangifte vindt u een uitgebreid dossier met aangifte-informatie, tips en hulp. CHECKLISTS AANGIFTE 2013 Om uw aangifte goed en volledig te kunnen invullen, heeft u een aantal gegevens nodig. De checklists in het dossier helpen u op weg. CONTROLETHEMA 2013 Jaarlijks kiest de Belastingdienst één thema waarop extra gelet wordt. Eerdere thema s waren bijvoorbeeld het ingevulde loon, het op tijd indienen van de aangifte of uitgaven voor kinderen jonger dan 30 jaar. Vorig jaar pakte de Belastingdienst het anders aan. Toen waren er meerdere controlethema s. Wie in 2012 een hypotheek verhoogde, lijfrentepremies of zorgkosten aftrok of Duitse rente opnam in de aangifte, kreeg vooraf extra informatie hierover en werd achteraf extra gecontroleerd. Hoe het dit jaar gaat is nog niet bekend. Check hiervoor vanaf begin maart www.consumentenbond.nl/controlethema. KENNISQUIZ Test in het dossier hoe groot úw kennis is over inkomstenbelasting en belastingheffing in Nederland! Komt u erachter dat u nog veel niet weet, dan vindt u in de rest van het dossier meer informatie. STEL UW VRAAG AAN ONZE BELASTINGEXPERT Lezers van de Belastinggids bieden we tot 31 maart 2014 de mogelijkheid vragen te stellen aan onze belastingexpert. Dit kan via www.geldgids.nu. Uw vragen worden binnen vijf werkdagen beantwoord door Marjan Langbroek, de auteur van deze gids. Zij studeerde fiscaal recht aan de Universiteit van Amsterdam en geeft al ruim 20 jaar belastingadvies aan particulieren. Geldgids-abonnees kunnen het hele jaar door via www.geldgids.nu vragen stellen over belastingen. WOORDENLIJST Overbedelingsschuld, fiscaal partnerschap en Duitse Rente, wat houdt dat ook alweer precies in? U kunt het nazoeken in de woordenlijst van het onlinebelastingdossier. CORRECTIES EN WIJZIGINGEN De Belastinggids wordt soms ingehaald door de tijd. Eventuele errata vindt u in het onlinebelastingdossier. 12 Consumentenbond Belastinggids 2014