Fauna Beheerplan provincie Gelderland 2014-2019



Vergelijkbare documenten
Fauna en wet Natuurbescherming

Provincie Gelderland Afdeling Vergunningverlening, Team water, ontgrondingen en natuur Postbus GX Arnhem

Werkplan wilde zwijnen 2015/2016 FBE Gelderland

Faunabeheerplan grofwild FBE Gelderland

Provincie Gelderland Afdeling Vergunningverlening, Team water, ontgrondingen en natuur Postbus GX Arnhem

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Nieuwsbrief edelherten Agrarische Enclave Tussenbericht, 16 december 2014

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 22 september 2009 nr

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

Werkplan edelherten 2015/2016 FBE Gelderland

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD GELDERLAND. Vastgesteld bij besluit d.d. 9 september 2014 inzake nr

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

Faunabeheer Gelderland

Naam Beknopte inhoud zienswijze Reactie op zienswijze Ongeveer gelijkluidende zienswijzen van:

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Nota van verbeteringen en aanvullingen vigerende voorschriften ontheffingen ex art 68 Flora- en faunawet van de Faunabeheereenheid Gelderland

Marcel Vossestein, voormalig voorzitter Natuurbeschermingscommissie KNNV

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

Schriftelijke Vragen van de fractie GroenLinks Drenthe over de jacht in Drenthe.

Wij bepalen voorts dat vervoer, bezit en handel zijn toegestaan, alsmede het deponeren in het veld van dieren of delen daarvan.

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

Jagersvereniging vraagt aandacht voor de leefbaarheid van Limburg tijdens de komende College-onderhandelingen

BESCHIKKING. Stichting Faunabeheereenheid Noord-Brabant De heer ing. F. Koffeman Postbus MA TILBURG

Grofwild op een Eindeloze Veluwe

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

Nieuwsbrief 2 Juli 2015

NIEUWSBRIEF NR 40 VERSLAG VERENIGINGSJAAR 1 april 2013 t/m 31 maart 2014 tevens jaarrapportage grofwild FBE Gelderland 2013/2014

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

2 Aanhangsel Handelingen nr. 1555, vergaderjaar

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

pro'uincieþrenthe 1. Algemene voorschriften 2. Machtigingen 1.2. De onthetfing is geldig op gronden gelegen binnen de provincie Drenthe.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Uitspraak /1/A3

BELEIDSNOTA edelhert, damhert en wild zwijn. provincie Utrecht

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid.

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFINGEN AAN DE FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

STARTNOTITIE FAUNABELEID GELDERLAND 2018

Op naar VeluweNatuurlijk!

Wildschade. DLV Plant

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Voordracht voor de raadsvergadering van woensdag 30 september en donderdag 1 oktober

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

VISIE. Vereniging Het Reewild Reeën in een veranderende maatschappij

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Standpunt van de Vereniging Het Edelhert ten aanzien van het beheer van edel- en damherten in Nederland. Beleidsdocument Vereniging Het Edelhert

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontwikkeling van edelherten, damherten en reeën in het experiment jachtvrij Deelerwoud

Provincie Noord-Holland

Beschikken hierbij op de aanvraag van Stichting Faunabeheereenheid Groningen om ontheffing ex art. 68 Flora- en faunawet.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

omgevingsdienst HAAGLANDEN

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

Onderwerp : Goedkeuring hoofdstuk 8. Ree t.b.v. het Faunabeheerplan en verlening ontheffing ex art. 68 Ffw, nr. Frl

Resultaten project: rollen, taken en verantwoordelijkheden Faunabeheer December 2014

provinciedrenthe . 03 JULI 2017 Ingek.; Aan: Faunabeheereenheid Drenthe t.a.v. mevr. A. Doornbos Postbus LA ASSEN PROUNDER No.:.

Onderwerp: Flora- en Faunawet; aanvraag ontheffing afschot Wilde eend

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. : Flora- en faunawet - zaaknummer Geldermalsen Activiteit

Beheer damherten Amsterdamse Waterleidingduinen

Verslag Informeel afstemmingsoverleg FBE-Provincie

Faunabeheerplan Fryslân Actualisatie en aanvulling 2017

RESULTATEN GROOT WILD ENQUETE

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158

OVERWEGING. Onderwerp: Grote hoefdieren. Van: Deskundigengroep Grote hoefdieren Aan: Overlegorgaan. Steller: Renske Zwart, secretaris.

2: Meldingen in 2017 Verdeeld over de 8 grootste diersoorten, ziet het aantal meldingen in BRS er als volgt uit:

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

9 Zwarte kraai (Corvus corone)

Faunabeheerplan Veluwe Stichting Faunabeheereenheid Veluwe

Utrecht, 3 juni 2008 Pythagoraslaan 101 Tel

Aanvraagformulier 05 EB-1

Documentnummer: Page 1 of 11

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

9.1 Meerkoet (Fulica atra)

FBE Nieuws Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag Toelichting

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Omgevingsverordening Gelderland vanwege vaststelling Natuurparagraaf

subparagraaf Vrijstellingen van verboden ten aanzien van soorten

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

Transcriptie:

Fauna Beheerplan provincie Gelderland 2014-2019 Begin maart heeft de Faunabeheereenheid (FBE) Gelderland haar faunabeheerplan 2014-2019 grofwild voor goedkeuring aangeboden aan de provincie. Het gaat dan om de soorten ree, edelhert, damhert, wild zwijn, moeflon en muntjak. Dit grofwild is beschermd door de Flora- en Faunawet, maar zorgt op bepaalde plekken ook tot overlast. Doel van het plan is een balans te vinden tussen de duurzame instandhouding van beschermde inheemse diersoorten én de belangen van de weggebruiker, agrariërs, terreinbeheerders, de dieren zelf en bewoners en recreanten. Werkwijze Het plan is opgesteld door de Faunabeheereenheid. Dit is een stichting waarin vertegenwoordigers van landbouwers, grondeigenaren, jachtorganisaties en terreinbeheerders in het bestuur zitting hebben. De FBE coördineert het faunabeheer in de provincie. Hieronder valt de bestrijding van schade aangericht door dieren en het beheer van diersoorten, ook wel populatiebeheer genoemd. Onder de FBE vallen wildbeheereenheden (WBE's) die elk in hun eigen gebied verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het faunabeheer. Zo ondersteunen zij grondgebruikers of jachthouders bij het voorkomen van faunaschade. De provincie Gelderland stelt het Faunabeheerplan vast nadat het plan ter inzage heeft gelegen en partijen de mogelijkheid hebben gehad hun zienswijze in te dienen. In deze korte weergave van het plan wordt ingegaan op: 1. de belangen die spelen bij het beheer (wie is betrokken?) 2. de noodzaak van beheer en regulering (waarom doen we het?) 3. de wijze van beheer (hoe doen we het?) 4. spreiding per soort (welke dieren we waar ruimte geven?). 1 Belangen Het Faunabeheerplan heeft tot doel een balans te vinden tussen uiteenlopende wensen en belangen van bewoners en gebruikers van de ruimte. Die wensen en verlangens leiden er toe dat de één veel wild en de ander weinig wild wil zien. Dit vraagt om een beleid dat rekening houdt met al die verschillende maatschappelijke belangen als: de wens van natuurliefhebbers en de verantwoordelijkheid van de provincie, rijk en Europa voor een duurzame instandhouding van beschermde inheemse diersoorten de belangen van toeristisch- gerichte ondernemers (rust en natuur trekt toeristen) de veiligheid van de weggebruiker (jaarlijks zijn er zo n 1600 geregistreerde aanrijdingen met wild) inkomstenderving van agrariërs (boeren hebben jaarlijks zo n 2 ton schade aan gewassen en dieren door grofwild, vooral op de Veluwe veroorzaakt door het edelhert) de doelen rond bos en natuurbeheer van terreinbeheerders (overdaad aan wild schaadt de diversiteit en aangroei van nieuwe natuur en nieuw bos als eiken, beuken en berken) de leefbaarheid voor dieren zelf (teveel van een soort leidt tot ondervoeding en onnodig lijden) het woongenot van lokale bewoners (schade en overlast aan tuin en erf). 2 Noodzaak van beheer Jaarlijkse tellingen laten zien dat het aantal edelherten, zwijnen en damherten sinds 2000 flink is toegenomen. De voorjaarstelling van edelherten leverde bijvoorbeeld een verdubbeling op van de aantallen (van 1050 in 2000 naar 2500 in 2013). De aantallen liggen in sommige deelgebieden ook hoger dan in het vorige beheerplan is afgesproken. Zo zijn er de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld 600 edelherten meer dan afgesproken (?) in het Faunabeheerplan. Zonder ingrijpen van de mens zouden de meeste soorten grofwild overal in Gelderland in hogere dichtheden voor komen dan nu het geval is. Dat valt op te maken uit het voedselaanbod en de conditie van aangereden en geschoten dieren. Over de hele linie is het wild gezonder, hoewel bij de wilde zwijnen geldt dat hun conditie van jaar tot jaar erg wisselt door wisselende beschikbaarheid van voedsel (eikels c.s.). Natuurlijke sterfte is zeer beperkt. Dat komt ook door de afwezigheid van

natuurlijke concurrenten en vijanden, de leefwijze is locatie gebonden in plaats van zwervend en er zijn veel onnatuurlijke barricades. Duidelijk is ook dat hoe meer van een soort voorkomt, hoe groter de overlast is. Wanneer bij grote aantallen niet wordt ingegrepen, ontstaat er al snel een onbalans met veel schade voor wild én voor de mens. Dit maakt het noodzakelijk maatregelen te nemen om een voor zoveel mogelijk partijen gewenste evenwicht te bereiken. Dat leidt per gebied tot heel verschillende situatie en wensen, afhankelijk van gebied, gewas en belangen. 3 Het beheer De lokale wensen hebben geleid tot het voorstel van flexibel beheer. Per deelgebied wil de FBE in de provincie met maatwerkmaatregelen uitvoering geven aan het Faunabeheerplan. Voor het totale leefgebied wordt een streefstand afgesproken als handvat voor de beheersbaarheid en gecontroleerde groei. De ontwikkeling van aantallen en spreiding wordt bepaald door de mate waarin schade en of overlast optreedt en vormt de basis voor het vaststellen van de jaarlijkse streefcijfers Dit klinkt mogelijk wat statisch, maar de kern van de flexibele aanpak is juist om te komen tot een dynamische aanpak die duidelijk is en recht doet aan de verscheidene belangen. Immers: doelstellingen van eigenaren kunnen veranderen, de natuur speelt haar eigen rol of de invulling van maatwerk of een flankerende maatregel blijkt anders uit te werken.

De concrete maatregelen kunnen lopen van het plaatsen van raster, bejaging en afschot van dieren, lokvoeren, verkeer- en snelheidsbeperking en inrichting van betreffende of juist nabijgelegen percelen. Voor veel van deze maatregelen is toestemming vereist van WBE, FBE of provincie. De praktische uitwerking hiervan vindt plaats in een Plan van Aanpak per aandachtsgebied van de Wild Beheereenheden (WBE). Daarvoor wordt een Regiegroep ingesteld die de ontwikkeling volgt en zo nodig bijstuurt. Binnen de kaders van de ontheffing wordt het beheer voor het volgend seizoen afgesproken en opgenomen in een werkplan, wat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het bestuur van de FBE. Bij significante afwijking wordt zo nodig aanvullend goedkeuring gevraagd aan Gedeputeerde Staten. Zo kan het Faunabeheerplan zich dynamisch ontwikkelen. Het beheer wordt verder uitgewerkt in gebieden met hoge (afschotvrije zones) en lagere dichtheid. Het beheer in het hoge dichtheden gebied is erop gericht dieren zoveel mogelijk te binden (voedsel, rust, dekking door middel van inrichtingsmaatregelen). Dit kan worden gecombineerd met het verhogen van de zichtbaarheid. In gebieden met lagere dichtheid vindt een samenspel van maatregelen plaats. Tussen deze twee gebieden liggen buffergebieden (op het terrein van een eigenaar die een hogere stand wenst). Hier vindt afschot en andere vormen van beheer en inrichting plaats om de effecten vanuit het hoge naar het lage dichthedengebied teniet te doen. Groei van de aantallen is toegestaan tot de schade bovenmatig toeneemt. Dan gaat een gerichte schadebestrijding gelden om de negatieve effecten op te heffen. Een voorbeeld hiervan is overlast van reeën bij hoge aantallen aanrijdingen. Daar is het nodig dat een WBE met een uitvoeringsplan komt. Tot slot is goede monitoring nodig voor een juiste beeldvorming van het effect van de maatregelen uit het plan. 4 Soorten en spreiding 4a Beheer edelhert en damhert Voor 2000 lagen de aantallen edelherten en damherten op de Veluwe behoorlijk laag door het strikt beperken van de herten in bepaalde gebieden en door intensief afschot. Vanaf 2000 werd het beleid losser en werden hogere dichtheden edelherten op de Zuid-Veluwe toegelaten. In 2001 startte een experiment in het Deelerwoud en in 2011 kwam er een afschotvrije zone op de Midden-Veluwe. Dit beleid zorgde voor een snelle groei van de aantallen én tot sterke stijging van gewasschade bij agrariërs en aanrijdingen op Veluwse wegen. Met het voorgestelde flexibel beheer wordt het mogelijk voor edelherten en damherten om zich in een breed gebied op de Veluwe te bewegen. Meer locaties, maar wel lage dichtheden. In gebieden met relatief weinig conflicterende belangen is juist weer gekozen voor hogere dichtheden en afschotvrije zones. Uitzonderingen Op delen van de Veluwe zijn uitzonderingen gemaakt met de integratie. Waar het leefgebied van edelhert en wild zwijn (bos- en natuurgebieden) abrupt overgaat in meer schadegevoelig cultuurlandschap worden toch rasters geplaatst om teveel schade en overlast te voorkomen. Dat geldt overigens niet alleen voor de herten, maar ook voor wilde zwijnen rond de grotere landbouwenclaves op de Veluwe en voor grofwild rond de snelwegen die het leefgebied doorsnijden.

4b Beheer wild zwijn Tussen 2004 en 2007 groeide de aantallen wilde zwijnen sterk. Dit leidde tot een maatwerkaanpak in voedselarme jaren langs wegen en tot randbeheer in de delen die gevoelig zijn voor schade en overlast. Soms leidde dit tot ongewenste effecten, zoals de verhoogde sterfte van wilde zwijnen in de nawinter en het voorjaar van 2013. Voor wilde zwijnen is de komende periode toch weer gekozen voor maatwerk. Dit zal leiden tot lage dichtheden op de Noord-Veluwe en mastvolgend beheer (beheer afhankelijk van de natuurlijke voedselsituatie) op de Zuid-Veluwe. Op de Noord-Veluwe wordt de aankomende periode zwaarder ingezet op het bereiken en instandhouding van lage dichtheden in de schadegevoelige randzones. En mogelijk wat hogere dichtheden in de niet schadegevoelige delen van het leefgebied. Op de Zuid- Veluwe liggen nu een drietal afschotvrije zones. Hiervoor geldt hetzelfde regime als voor de edelherten dat voor het totale leefgebied inclusief AVZ een streefstand geldt. Het mastvolgende beheer op de Zuid-Veluwe wordt gecontinueerd en aangevuld met een structurele aanpak van verjagen en afschot langs de provinciale wegen. 4c Beheer reeën De ree is de meest voorkomende grofwildsoort in Gelderland. Gelderland herbergt naar schatting 10.000-15.000 exemplaren. De ree zorgt door haar gedrag en leefwijze niet snel voor grote schade aan landbouwgewassen en bomen. Op belangrijke delen van de Veluwe is daarom voor een extensief beheer gekozen, en in een substantieel deel van de Zuid-Veluwe vindt geen afschot plaats. Een uitzondering wordt gemaakt voor leefgebieden met een intensieve infrastructuur en gebieden met fruitteelt en boomkwekerijen. Verder geldt dat als er sprake is van substantiële schade, dat als een lokaal probleem wordt gezien dat met maatwerk op lokaal niveau kan worden opgelost. Eén van de problemen is de verkeersveiligheid. Het aantal aanrijdingen met reeën is in Gelderland zeer hoog en varieert tussen de 1100 en 1400 geregistreerde aanrijdingen per jaar. De aankomende beheerplanperiode wordt eraan gewerkt het aantal aanrijdingen substantieel terug te brengen. Waar mogelijk door aanpak van wegen en maximum snelheden, waar nodig door maatwerkgericht afschot. Voor Noord-Gelderland en de Achterhoek worden streefgetallen aangehouden van ongeveer 4500-6600 reeën. In Rivierenland liggen deze cijfers tussen de 1040 en 1230 reeën. In het faunabeheerplan zijn de aantallen per WBE exact weergegeven. 4d Beheer Moeflon en Muntjak De moeflon is een exoot die op kleine schaal is ingezet als grazer. Er zijn momenteel enkele kuddes op voormalige gesloten wildbanen Wekeromse zand, Hoge Veluwe en landgoed Hoog Deelen op de Zuid Veluwe. Op de Noord Veluwe leven moeflons op de Noorderheide en omringende terreinen op de Noord Veluwe. Alleen binnen de Hoge Veluwe bevindt zich een duurzame populatie. Verdere groei

van aantal en verspreidingsgebied is niet gewenst en zal volgens het Faunabeheerplan leiden tot ingrepen. De aantallen Muntjak nemen af. De kans bestaat dat deze exoot zich niet op eigen kracht kan handhaven. Ervaringen elders (verdringing ree, schade aan gewas en tuin, aanrijdingen) geven aan dat verdere groei en verspreiding van de Muntjak bestreden moet worden. (is die laatste zin niet tegenstrijdig met vorige?