Verslag Seminar Wijzigingen in het Bouwbesluit voor de agrarische sector Het Bouwbesluit levert veel vragen op, laten wij nu de antwoorden hebben! Op donderdag 15 mei organiseerde Kingspan Insulation een seminar met als doel het delen van kennis over het Bouwbesluit 2012. Er zijn sinds 1 april 2014 wijzigingen doorgevoerd die van invloed zijn op gebouwen in de agrarische sector. Tijdens het seminar hebben we stil gestaan bij de laatste ontwikkelingen, hebben we oplossingen besproken en zijn er voorbeelden uit de praktijk aangehaald. In dit verslag staan we nog even kort stil bij de belangrijkste items uit iedere presentatie. Het nieuwe Bouwbesluit Nico Scholten Expertisecentrum Regelgeving Bouw Inleiding Het Bouwbesluit is ingevoerd in 1992. Echter nog altijd kennen de meeste mensen de basisbegrippen van het Bouwbesluit niet, maar passen dit Bouwbesluit wel toe. In de wet staat dat het in Nederland verboden is om iets te bouwen dat in strijd is met het Bouwbesluit. Ook staat er in de wet dat het verboden is een bouwwerk te bezitten dat niet aan het Bouwbesluit voldoet. Toch blijkt dat niemand dan volledig aan deze wet voldoet. We werken in de bouw, maar we kennen de regels niet. De opdrachtgever kent de regels niet en de gemeente ook niet. Er gaat echter te weinig mis, anders zouden we ons er wel meer aan houden. Rapport Universiteit Wageningen De universiteit Wageningen heeft een rapport geschreven over stalbranden, wat de basis is voor de wijziging van het Bouwbesluit 2014. Het rapport is geschreven door landbouwexperts, die geen brandveiligheidsexpert zijn. Het uiteindelijke doel van de overheid en van het rapport is het beter beschermen van dieren tegen brand, het voorkomen van dierenleed. De aanbevelingen uit het rapport zijn in juridische termen in het Bouwbesluit 2012 terechtgekomen. Belangrijke conclusie hierbij is dat bij een beginnende brand het leed meestal al geschied is. Het rapport en het Bouwbesluit 2012 gaan er van uit: Er is brand. Waar het van uit zou moeten gaan is: Hoe voorkom ik een brand? Voorkomen van brand Het rapport Van Hall geeft een top 3 oorzaken van stalbranden: 1 Elektricitieit/kortsluiting 2 Werkzaamheden 3 Zelfontbranding/oververhitting
Wijzigingen Bouwbesluit Aanscherping 1 Materiaalgedrag bij brand van constructie onderdelen voor zowel nieuwbouw als verbouw: opgehoogd van brandklasse D naar brandklasse B. Aanscherping 2 Het benoemen van een technische ruimte tot een afzonderlijk brandcompartiment. Stellen van een WDBDO eis vanuit dit brandcompartiment naar de stal van 60 minuten. Aanscherping 3 Stringente eisen worden gesteld aan aankleding voorzover niet gelegen op de grond, een trap of hellingbaan. Belangrijke conclusie hieruit is: bij het ontstaan van een brand doet het materiaalgedrag van wanden en plafonds er niet toe om dierenleed te voorkomen. Materiaaleisen voorkomen niet de doorgroei naar een flash over. Terug naar de doelstelling van de overheid het voorkomen van dierenleed : Om dierenleed te voorkomen, moet je voorkomen dat er een brand ontstaat, dat bereiken we niet door bovengenoemde aanscherpingen. De aanscherpingen beperken de schade wel, maar voorkomen deze niet. Vrijwillige maatregelen Om aan de doelstelling van de overheid tegemoet te komen dienen er dus naast het Bouwbesluit 2012 vrijwillige maatregelen genomen te worden, om te zorgen dat een brand in de 1 e plaats niet ontstaat. Neem bijvoorbeeld maatregelen die van deze tijd zijn zoals bouwen en verbouwen volgens de nieuwbouwvoorschriften en die uitstijgen boven de eisen gesteld in het Bouwbesluit 2012 en zorg er voor dat heet werk wordt uitgevoerd in een veilige omgeving. Conclusie: De aangescherpte eisen in het Bouwbesluit 2012 sluiten niet aan bij het uiteindelijke doel: voorkomen van dierenleed. Wel zorgen ze voor schadebeperking. Naast de eisen in het Bouwbesluit moeten er aanvullende vrijwillige maatregelen worden genomen om branden te voorkomen. Niet alle isolatie is hetzelfde Roy Weghorst Kingspan Inleiding Het uiteindelijke doel van de overheid is minder dierenleed. Hierbij is het gedrag van mensen van belang om branden te voorkomen. Is er reeds sprake van een brand, dan is het gedrag van materialen van belang, om de schade te beperken. Er zijn verschillende isolatiematerialen op de markt, met ieder zijn eigen eigenschappen. De presentatie van Roy Weghorst behandelde het brandgedrag en de brandweerstand van isolatiematerialen.
Inhoudelijke achtergrond brandclassificering Er zijn verschillende testen die het brandgedrag (Reaction to Fire, RtF) van materialen beoordelen. Voor PIR isolatie is de FIGRA de bepalende factor. FIGRA bepaalt enkel de initiële vlamuitbreiding en zegt niets over de hoeveelheid energie die vrij komt van een materiaal bij een brand. Hierin is de THR (Total Heat Release) van een product bepalender, PIR scoort hier uitermate goed op en heeft een lage THR. Er wordt een verschil gemaakt in de markt tussen een product test en een in constructie test (end use test). De Europese test waarmee het brandgedrag van materialen wordt bepaald is de SBI test (Single Burning Item). In deze test wordt een verticale hoekopstelling gebouwd, waarbij een 30 kw brander een prullenbakbrand simuleert. Tijdens de test wordt gemeten hoeveel energie er vrij komt bij de brand door het materiaal en wordt eveneens gekeken naar het rookgetal. Brandclassificatie Kingspan producten Kingspan isolatieproducten behalen de volgende Euroklassen: Kooltherm: Therma: vanaf B s1, d0 vanaf B S2, d0 Voor de agrarische sector Selthaan Megaplus B s2,d0 end use (D s2, d0 product) Selthaan Megaplus B B s2, d0 product Dit betekent: B s2 d0 Zeer moeilijk brandbaar Gemiddelde rookontwikkeling Geen brandende delen of druppels Kingspan isolatie is een high performance isolatiemateriaal. Bij brand vormt zich een koollaag die de onderliggende isolatiekern beschermd. Het vuur dooft vanzelf als de bron wordt weggenomen. End use test versus product test Bij een end use test wordt het product getest in haar toepassing. In het geval van de Selthaan Megaplus worden er bij de testopstelling platen in combinatie met H profielen, een stalen hoekprofiel, een verticale naad en geen horizontale naad getest. Om behaalde classificering van de End Use test in de praktijk te kunnen garanderen, is het belang dat de montage wordt uitgevoerd zoals bij de brandtest. Bij een product test wordt het product als zodanig getest, zonder H profielen, zonder stalen hoekprofiel en met een verticale en horizontale naad.
Bouwbesluiteis brandgedrag isolatie In het Bouwbesluit 2012 wordt een Euro brandklasse B End Use geëist. Veel verzekeraars eisen al Euro brandklasse B op het product. In het buitenland wordt ook voornamelijk gekeken naar de brandklasse van een product en niet naar de brandklasse van een constructie. Ook hier wordt dan geadviseerd materialen toe te passen die eigenschappen hebben, beter dan de wettelijke eis. Opmerking: maak niet de vergissing: de brandweer heeft het goedgekeurd, dus ik ben gedekt. Dit is niet juist. Brandweer en gemeente hebben een controlefunctie, de gebouweigenaar is te allen tijde verantwoordelijk voor het juist toepassen van materialen. Conclusie: Als een brand is ontstaan, is het van belang de schade te beperken. Isolatiematerialen met een brandklasse B op het product (as placed on the market) doven zodra de brandbron is weggehaald en dragen dan ook niet bij aan de verplaatsing of uitbreiding van een ontstane brand. Wijziging Bouwbesluit 2012: de consequenties voor de veehouder Anne van Rossum DLV Inleiding Voor de aanscherping van het Bouwbesluit 2012 zijn een aantal ontwikkelingen in de veehouderij van belang m.b.t. stallenbouw. Stallen worden steeds groter en daarnaast zijn grote brandcompartimenten vaak gewenst vanwege onder andere beter overzicht, ventilatie en dierenwelzijn. Er is wel duidelijk een verschil tussen rundveestallen of stallen voor intensieve veehouderij. Brandcompartimenten in het Bouwbesluit 2012 In het Bouwbesluit 2012 staat dat de maximale compartimentsgrootte 2500 m² is, dit is niet gewijzigd. De methode beheersbaarheid van brand is een gestandaardiseerde vorm van gelijkwaardigheid, op basis waarvan grote stallen worden vergund. Deze is formeel slechts toepasbaar voor stallen tot 2.500 m2. Veel regio s hebben daarom een regionale beleidsnotitie vastgesteld om toch grotere brandcompartimenten te vergunnen. Hiermee zijn stallen met brandcompartimenten tot wel 10.000 m² vergunbaar. Onderzoek IFV (instituut fysieke veiligheid) Een onderzoek van het IFV heeft een onderzoek uitgevoerd of stallen die groter zijn dan 2500 m² even brandveilig kunnen worden uitgevoerd dan een stal die kleiner is dan 2500 m². Er wordt hier met name gekeken naar het effect op dierenleed. Het onderzoek stelt dat een risicobeoordeling moet worden uitgewerkt voor stallen groter en kleiner dan 2500 m². maakt deel uit van de klankbordgroep van dit onderzoek. Het eindrapport van dit onderzoek ligt momenteel bij het ministerie van Binnenlandse zaken.
Risicobenadering DLV DLV ontwikkelde een eigen methode, een risicobenadering die uitgaat van Risico = Kans x Effect. Bij een twee keer zo grote stal moet de kans halveren, voor een gelijkwaardig risico. Om deze kansen te reduceren zijn er verschillende brandpreventieve maatregelen mogelijk. Ontstaan van brand, bijv. voorkomen van kortsluiting Uitbreiden van brand, bijv. het gebruik van isolatiematerialen met brandklasse B Blussen van brand, bijv. aanwezigheid van sprinklers, of blusvijver Redden van vee Het Bouwbesluit 2012 gaat er vanuit dat er brand is, maar besteedt geen aandacht aan het voorkomen van brand. Met een risicobenadering kan daar op vrijwiliige basis wel op worden ingestoken. Nieuwe en gewijzigde NEN normen NEN 6060 Brandveiligheid van grote brandcompartimenten Deze NEN norm is een aangepaste vorm van de methodiek Beheersbaarheid van brand 2007 en bevat nu bijvoorbeeld ook bestaande bouw, vluchtveiligheid, rook vultijd en ontruimingstijd. Introductie wordt verwacht 2 e helft 2014 NEN 6079 Brandbeheersing en brandbeperking Deze NEN norm houdt rekening met risico s en onzekerheden en gaat in op faalkansen en ontstaanskansen. Introductie verwacht in 2015. Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) Een MDV stal is een veestal met een lagere milieubelasting. Met maatregelen voor diergezondheid en dierenwelzijn en draagt daardoor bij aan verduurzaming van de veehouderij. Het is een regeling waarbij wel, anders dan in het Bouwbesluit, rekening wordt gehouden met het ontstaan van brand. MDV is geen wettelijke eis, maar een pakket van vrijwillige maatregelen. De eisen van MDV worden ieder jaar aangescherpt. Een MDV stal kan deelnemen aan verschillende fiscale regelingen. Er zijn diverse thema s waarvoor punten kunnen worden behaald, waaronder het thema brandveiligheid. Een MDV stal heeft, afhankelijk van bedrijfsomvang, 188 tot 363 punten nodig. Voor het thema brandveiligheid zijn minimaal 11 punten nodig, maar ook een puntenaantal van wel 60 punten behoort tot de mogelijkheden. Punten kunnen alleen behaald worden voor alles wat bovenwettelijk wordt gedaan, dus niet voor eisen die in het Bouwbesluit staan.
Bestaande stallen en verbouwing of uitbreiding van stallen De maatlat MDV stelt geen eisen aan bestaande stallen. Ook de brandverzekering stelt geen eisen aan bestaande stallen. En bij verbouw of uitbreiding geeft het Bouwbesluit 2012 de eis mee: minimaal het niveau van de bestaande stal en eventueel de nieuwbouweis. Bewustwording is hierbij van groot belang. Hier geldt ook: neem vrijwillige maatregelen om te voorkomen dat brand ontstaat, en ga voor bovenwettelijke normen bij verbouwen of uitbreiden om de schade te beperken. Conclusie: Grotere stallen leiden tot grotere brandcompartimenten. Hiervoor is een correcte risicobenadering nodig voor het ontwerp en de uitvoering. En bij de uitvoering van de nieuwe of bestaande stal dient rekening te worden gehouden met de wettelijke eisen, maar de voorkeur heeft het om correcte materialen te kiezen, ze op de juiste wijze te verwerken en vrijwillige maatregelen te treffen om zodoende het dierenleed te voorkomen en de schade te beperken.