Deze themabijlage wordt gepubliceerd door Mediaplanet en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Standaard



Vergelijkbare documenten
Bio-economie in Vlaanderen: beleidsaspecten. EWI-focus 22 maart 2017 Johan Hanssens

Bio-economie en circulaire economie

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,

Circulaire economie Visie essenscia Dr Saskia Walraedt

VMP congres. Duurzame chemie en kunststoffen in kringlopen. Saskia Walraedt Sr advisor sustainable products and processes

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Duurzaamheidsverslag. Belgische voedingsindustrie Een samenvatting FEVIA-DUURZAAMHEID.BE

Uw netwerk voor succesvol ondernemen in de Brusselse metropool. Metropolitan

Actualisering van de studie van Dirk Carrez 22/03/2017

De Vlaamse bio-economie strategie, heden en toekomst. Eva Van Buggenhout en Dirk Van Gijseghem, Departement LV

Plant-on-a-Truck. Peter Van Broeck Director Chemical Technology Development Pharmaceutical Research & Development FISCH@ 30 September 2011 Leuven

Samen halen we alles eruit

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen

EWI-focus. Biogebaseerde industrie in Vlaanderen. 22 maart 2017

Samen vooruit. in de circulaire economie. CIRCLES inspireert en ondersteunt u met tools en praktische kennis. Re-creating (y)our environment

Duurzaam door innovatieve materialen en processen

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Biobrandstoffen: Hype of duurzame oplossing? Prof. Wim Soetaert

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Onderwerp: Subsidieovereenkomst in het kader van het EFRO-project IMPACT - Goedkeuring

Key Enabling Technology (KET) Industriële Biotechnologie: een roadmap voor Vlaanderen. Samenvatting en conclusies, EWI focus, 13/04/2015

FRACTIONATIE VAN ALGEN BIOMASSA ECO-EFFICIËNTE PRINCIPES VOOR SCHEIDING, ZUIVERING- EXTRACTIE VAN PROTEINEN EN ANTI-OXIDANTIA UIT ALGEN

SILVER. Cradle to Cradle Duurzaamheid staat voorop.

Inhoud. » Wat is Sunbuilt? » Timing van het project. » Wat wordt geïnvesteerd? » Wat is de meerwaarde voor u?

Duurzame Industrie. De overgang van energie-intensief naar energie-efficient

Vlaams beleid rond de bio-economie

SLIMME SPECIALISATIE IN VLAANDEREN. Frans Dieryck, voorzitter Raad Van Bestuur Jan Van Havenbergh, algemeen directeur

Agri Investment Fund. Studienamiddag Bio Economie 9 November Marc Rosiers Nicolas De Lange

Innovatie support gids

managing people meeting aspirations Natuurlijke groei

INNOVATIEVE PROCESSEN in de voertuigindustrie in Vlaanderen

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

Subsidies Biobased Economy

Samenvatting. economy.

Rol van kunststoffen in de groene economie. 17 nov 2010 Kristof Debrabandere

kunststofindustrie naar Geert Scheys

Wageningen University & Research. Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus

FOOD PILOT: van idee tot product

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V.

zonweringsdoeken gemaakt van planten THE FIRST SUNSCREEN FABRIC IN THE WORLD WITH CRADLE TO CRADLE CERTIFIED GOLD

EEN TOEKOMST VOOR DE LANDBOUW. Michel Guiot. Gedelegeerd Bestuurder Directeur

Mijnheer de Voorzitter van het Vlaams ACV, Mevrouw de Nationaal Secretaris, Dames en heren,

Biobased producten uit resthout

VLHORA-congres Krachtige verbindingen met de industrie Frank Beckx Gedelegeerd bestuurder essenscia vlaanderen

Speerpuntcluster AgriFood

Don t wait for a miracle Make one!

Masterclass Duurzaam ondernemen: Businessplan Biobased Economy Zuidwest-Nederland

Inspiratie- en referentieprojecten ontwerpopdracht biotechniek

Doe veilig zaken het is gedekt!

Evenwicht vinden tussen people, planet & profit DUURZAAM VASTGOEDBEHEER & FACILITY MANAGEMENT

SILVER. Cradle to Cradle Duurzaamheid staat voorop.

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen

Wageningen University & Research. Wageningen, 14 Oktober 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie

Manifest Circulair Onderwijs

We create chemistry. Onze bedrijfsstrategie

FLANDERS INNOVATION HUB FOR SUSTAINABLE CHEMISTRY TINE SCHAERLAEKENS, PROGRAM MANAGER

Het Productschap Tuinbouw. 13 november 2012 / Agnes van Ardenne

Circulaire Economie. Jacqueline Cramer Member Amsterdam Economic Board, oud minister van VROM en hoogleraar duurzaamheid

Activiteiten Colruyt Group

Koken met de groene antikleefpan

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V.

Nieuwe verbindingen. Inspiratie voor innovatie. Van Kenniscreatie naar Kenniscirculatie. Peter Koudstaal 3 juni 2010

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Manifest Circulair Onderwijs

ZeefGOUD Van Afvalstoffenverwerker naar Energiefabriek en Grondstoffenfabriek. Marco Kwak Projectontwikkeling

Peter den Biesen Energie Transitie Groep

Stichting Springtij Ophelialaan 69-A 1431 HA, Aalsmeer

Bio NL. Een unieke collectie plantenstoffen: de brug tussen telers en nieuwe markten. Leon A. Mur Managing director

Het businessmodel en de focus van kleinere banken in België Voorstelling Triodos Bank 1

Cradle to Cradle - duurzaamheid staat voorop SILVER. Plafond&Wand SYSTEMEN.

Valorisatie reststromen met aquatische biomassa. Rommie van der Weide, Wim van Dijk, Sander Huurman, Hellen Elissen,...

ROADMAP TOWARDS THE FOOD FACTORY OF THE FUTURE

Circulair ontwerpen. Opportuniteiten & uitdagingen. Patrick Van den Bossche Studiedag SERV/MINA raad 13 september 2016

Opleiding Chemische Presentatie titel Technologie

Wat is? Alles zelf doen is uit, ga samen aan de slag.

Biobased Economy. Wageningen UR Food & Biobased Research. Windesheim 3 december, Ben van den Broek

Smart Belgium Consulting Services

Recycling is niet iets wat we erbij doen. Het is waar we ons op baseren

MINERALE MESTSTOFFEN: Essentieel & efficiënt

Circulaire Economie en Duurzaamheid. In een circulaire economie behouden producten hun waarde en ontstaan geen afvalstoffen

Het Interreg project New-C-Land Een nieuw leven voor marginale sites!

STRATAEGOS CONSULTING

Startbijeenkomst keten innovatieprogramma Klimaat voor Verandering

C-153 Green Deal Groen Bouwen

Gericht bedrijfsbenaderingsproject in kader van NIB-Nieuwe Fabriek voor de Toekomst m.b.t. recyclage en hergebruik van polymeren

ADVIES. Strategische uitvoerbaarheidsstudie betreffende de vestiging van een biomethanisatie-eenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Transformatie naar een slimme, datagedreven tuinbouw

Waardeketen Verantwoord en sociaal jaarverslag 2016

Duurzame innovatie met de natuur als mentor - de circulaire economie in de praktijk - Rijks Innovatie Lab 2013

1 jaar FISCH: time to party?

MyMicroInvest: een invloedrijk 2016 legt de basis voor 2017.

J A N V A N H A V E N B E R G H

1. Foute eiwitten die ziekten veroorzaken Prof. Dr. Patrick van der Wel, Rijksuniversiteit Groningen.

Het Innovatiekompas Inspiratie sessies Dr. Guy Bauwen

onze planeet onze mensen ALSICO kleding

WESTHOEK BUSINESS DISTRICT. een regionaal contactpunt voor bedrijven d.m.v. een officieel samenwerkingsverband

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL

Transcriptie:

Deze themabijlage wordt gepubliceerd door Mediaplanet en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van De Standaard SEPTEMBER 2015 WWW.DUURZAMECHEMIE.BE AFVALBEHEER Circulaire economie staat centraal. PU-SCHUIM Duurzame bouwsteen in tal van toepassingen. BIOMASSA Het potentieel van alternatieve grondstoffen. Duurzame Chemie Wim Soetaert, CEO Bio Base Europe: Het doel is om wereldwijd dé referentie te worden binnen de biogebaseerde economie. COVERFOTO: PRIVÉ

2 WWW.DUURZAMECHEMIE.BE MEDIAPLANET IN DEZE BIJLAGE Innovatie als sleutelwoord Focus op duurzame ontwikkeling in de verfsector. Human Resources Tekort aan geschoolde en ervaren werknemers. ONLINE Overheid Jan Van Havenbergh over de troeven van Vlaanderen om de transitie naar een duurzame chemie in goede banen te leiden. P05 P08 LEES MEER OP: WWW.DUURZAMECHEMIE.BE VOORWOORD Op weg naar een duurzame circulaire economie Cathy Plasman en Frank Beckx van essenscia vlaanderen schetsen de initiatieven van en voor de chemische sector in Vlaanderen. De circulaire economie maakt opgang. De Europese Unie ziet in de economische trend om producten en grondstoffen zoveel mogelijk te hergebruiken een opportuniteit voor innovatie en jobcreatie. Ook essenscia, de federatie van de chemische industrie, kunststoffen en life sciences, speelt hierin een belangrijke rol. Bedrijven uit de sector zijn al jaren toonaangevend op het vlak van recyclage en een efficiënt gebruik van grondstoffen. Zo slagen ze er in meer te produceren met minder grondstoffen. Sluiten van kringlopen De optimalisatie van productieprocessen en het sluiten van kringlopen zijn daarbij een permanent aandachtspunt. Daarnaast gebruikt de sector steeds vaker hernieuwbare grondstoffen voor biogebaseerde producten. Biomassa is een ruim beschikbare en veelzijdige grondstof die, mits efficiënt gebruik, maximaal kan worden gevaloriseerd in onder meer voeding, veevoeder, chemische productieprocessen én energie. Een recente studie van de Europese chemiefederatie Cefic toont aan dat in Europa ongeveer 10 procent van de productie in de chemische industrie biogebaseerd is. Enerzijds maakt de chemiesector traditioneel gebruik van hernieuwbare grond- Cathy Plasman Secretarisgeneraal essenscia/ Bio.be Frank Beckx Gedelegeerd bestuurder essenscia vlaanderen Op www.essensciaforsustainability.be, het tweejaarlij kse online duurzaamheidsrapport van de sector, vindt u gedetailleerd cij fermateriaal en praktij kvoorbeelden over duurzame ontwikkeling in de chemie en life sciences. De vierde editie van het rapport wordt gelanceerd op 13 oktober 2015. stoffen, zoals plantaardige oliën voor de productie van vetzuren en glycerine, of dierlijke nevenstromen voor de productie van gelatine. Anderzijds zorgen recente technologische ontwikkelingen in de industriële biotechnologie voor een brede waaier aan nieuwe toepassingsmogelijkheden. Zo kunnen basischemicaliën als ethanol of melkzuur, geproduceerd via fermentatie van suikers, gebruikt worden voor de productie van bioplastics, -solventen en -additieven. Micro-organismen worden ingezet voor de zuivering van afvalwater en de sanering van gronden. Er zijn ook steeds meer mogelijkheden om organisch biologische reststromen of afval als grondstof te gebruiken. Bio-economie Onze sector beschouwt de bio-economie als een belangrijke stimulans voor duurzame innovatie. Om deze innovatie op Europees niveau maximaal te ondersteunen, heeft de industrie samen met de Europese Commissie de publiek-private samenwerking BBI (Bio-Based Industries) opgestart. Dit i nitiatief stelt 3,7 miljard euro ter beschikking om de omschakeling naar een bio-economie te versnellen. Het komt er nu op aan Vlaamse ondernemingen en KMO s te stimuleren om hiervoor projectvoorstellen in te dienen, zodat de bio-economie in Vlaanderen verder kan groeien. Sectorfederatie essenscia ondersteunt de transitie naar een duurzame chemie op vele manieren. Zo zijn we partner van het EFIB-forum (European Forum for Industrial Biotechnology and the Bioeconomy) dat eind oktober plaatsvindt in Brussel. Samen met FlandersBio en Ghent Bio-Economy Valley zetten we mee onze schouders onder CINBIOS, een samenwerkingsverband tussen bedrijven en kennisinstellingen uit de industriële biotechnologie. Op 27 oktober vindt het jaarlijkse CINBIOS-forum plaats met als thema Crossing borders for the Biobased Economy in Flanders. Bedrijven zoals Avantium en Arcelor Mittal lichten er hun interregionale en sectoroverschrijdende samenwerkingen toe. Kenniscentrum FISCH Tot slot werd ruim 3 jaar geleden FISCH (Flanders Innovation Hub for Sustainable Chemistry) opgericht, een publiek-private samenwerking tussen essenscia, de Vlaamse overheid en Vlaamse universiteiten en kennisinstellingen. De missie van FISCH is het identificeren, stimuleren en katalyseren van innovaties voor duurzame chemie in Vlaanderen. Het kenniscentrum zet samenwerkingen op tussen bedrijven en ondersteunt hen bij de opstart van innovatieprojecten. U leest er meer over op bladzijde 4. Veel leesplezier. VOLG ONS /MediaplanetBelgium @MediaplanetBE Mediaplanet Belgium Mediaplanetbe Mediaplanet Belgium DUURZAME CHEMIE SEPTEMBER 2015 Managing Director: Leoni Smedts Head of Production: Daan De Becker Web Editor: Annelien Alaerts Business Developer: Cédric Deschutter Project Manager: Kenneth Stulens - Tel: +32 2 421 18 23 - E-mail: kenneth.stulens@mediaplanet.com Redactie:, Yasemin Utku Lay-out: I GRAPHIC - E-mail: reclamebureau@i-graphic.be Print: Mediahuis Distributie: De Standaard Mediaplanet contactinformatie: Tel: +32 2 421 18 20 - Fax: +32 2 421 18 31 - E-mail: info.be@mediaplanet.com D/2015/12.996/38

MEDIAPLANET KENNISPARTNER WWW.DUURZAMECHEMIE.BE 3 NIEUWS De circulaire economie is erop gericht om de toegevoegde waarde van producten zo lang mogelijk te behouden en de productie van afval zo veel mogelijk te elimineren. FOTO: COJAN VAN TOOR Focus op recyclagestreefcijfers alleen biedt geen garantie op duurzaam afvalbeheer Paul De Bruycker CEO Indaver Afvalbeheerbedrijven spelen een sleutelrol in het realiseren van een duurzame circulaire economie. Dat blijkt althans uit hun plannen, waarbij de circulaire economie steeds centraal staat. Uitleg door Paul De Bruycker, CEO van Indaver. Waarop focust Indaver zich? Wij zijn een Europees afvalbeheerbedrijf dat meer dan vijf miljoen ton verschillende soorten afval voor haar klanten beheert. Hiervan wordt 3,5 miljoen ton milieuveilig behandeld in onze eigen installaties, waarmee we zo veel mogelijk afval omzetten tot energie en daarnaast schadelijke en gevaarlijk stoffen recycleren of totaal vernietigen. De overblijvende 1,5 miljoen ton van het afval wordt onder onze verantwoordelijkheid verzonden naar installaties die geografisch dichterbij liggen of meer geschikt zijn. De corebusiness van Indaver bestaat erin om afval te beheren in gespecialiseerde installaties, met als doel zoveel mogelijk energie en producten terug te winnen. Daarnaast focussen we ons ook op het vernietigen, isoleren of veilig opslaan van ongewenste en gevaarlijke stoffen zodat deze producten niet in de materiaalen voedselketen kunnen terechtkomen. Met deze aanpak, die gericht is op een totaal afvalbeheer, bieden we een geïntegreerde oplossing voor voornamelijk de chemische en farmaceutische industrie in Europa. De overheidsinstanties en de samenleving als geheel bieden we toekomstgerichte management- en verwerkingscapaciteit aan voor het publieke afval dat er dagelijks geproduceerd wordt. De circulaire economie draait niet alleen om kwantitatieve KPI s, er moet ook gekeken worden naar de kwalitatieve en financiële KPI s. Welke rol denkt u dat afvalbeheerbedrijven hebben in de opkomende circulaire economie, waarbij producten en materialen een tweede leven krijgen? De circulaire economie is erop gericht om de toegevoegde waarde van producten zo lang mogelijk te behouden, en zelfs de productie van afval zo veel mogelijk te elimineren. Ik ben ervan overtuigd dat we binnen deze realiteit een mooie toekomst hebben als afvalbeheerbedrijf. Onze rol zal namelijk verschuiven naar het mee creëren en het in stand houden van de circulaire economie op een duurzame manier. Een gebrek aan waargenomen waarde in de ogen van de toeschouwer betekent niet dat we minder aandacht moeten besteden aan afval. Het is onze verantwoordelijkheid om te blijven zoeken naar de waarde in alle afvalstromen, terwijl we op hetzelfde moment deze afvalstromen op een veilige manier integreren in de materiaal- en productketen. Het beheren van producten op het einde van hun leven zal altijd belangrijk blijven, vooral als we wensen om deze terug om te zetten in waardevolle grondstoffen. We moeten wel onze businessmodellen afstemmen op de behoeften van de klant in de circulaire economie. Zijn er ook bepaalde obstakels voor afvalbeheerbedrijven in het bereiken van een circulaire economie? De uitdaging die we hierbij aangaan, is om de materiaalkringloop op een efficiënte en veilige manier te sluiten, zonder de producten of de voedselketen te besmetten met ongewenste componenten. Dit betekent dat er omvangrijke logistieke operaties en voldoende behandelingscapaciteit nodig zijn om de eliminatie van gevaarlijke stoffen in het gerecycleerd materiaal te bereiken. De circulaire economie heeft namelijk nood aan grote hoeveelheden kwaliteitsvolle grondstoffen. Het uiteindelijke doel is dat de producten die ontstaan vanuit secundaire grondstoffen dezelfde hoogstaande kwaliteit hebben als producten die ontstaan vanuit zuivere en onbewerkte grondstoffen. Het gebruikscomfort zou minstens even hoog moeten zijn, terwijl de potentiële risico s zo laag mogelijk gehouden moeten worden. Dit is essentieel om de circulaire economie te realiseren op een duurzame manier. De meeste mensen stellen de realisatie van de recyclerende samenleving en de strikte toepassing van de afvalhiërarchie gelijk aan het realiseren van de circulaire economie. Ze onderschatten hiermee de inspanningen die gedaan moeten worden om de circulaire economie echt te realiseren. De circulaire economie draait niet alleen om kwantitatieve kritieke prestatieindicatoren (KPI s) van een bedrijf zoals dat voor de recyclerende samenleving zo is, maar er moet ook gekeken worden naar de kwalitatieve en financiële KPI s. Hoe ver denkt u dat we staan van een perfecte circulaire economie? Er is niet alleen een gedragsverandering nodig, maar er moeten ook massale investeringen plaatsvinden in de product- en technologische ontwikkeling. Je kan niet verwachten dat de circulaire economie morgen gerealiseerd wordt. Maar als we toegewijd blijven aan duurzaamheid en als we als samenleving de moed hebben om ambitieuze kwantitatieve én kwalitatieve doelstellingen voorop te stellen, geloof ik dat we succesvol zullen zijn. De voortdurend recyclerende samenleving is zeker en vast een goede stap in de richting van de circulaire economie en daar werken we als bedrijf graag verder aan mee, maar we mogen zeker de kwaliteitsdoelstellingen op het vlak van afvalbeheer niet vergeten. Het voortdurend focussen op recyclagestreefcijfers alleen biedt geen garantie op een duurzaam afvalbeheer. De circulaire economie richt zich ook op toegevoegde waarde én een hoog niveau van bescherming van mens en milieu tegen gevaarlijke stoffen. We moeten dan ook absoluut de vervuiling van de product- en voedselketen vermijden, want dit verschuift de problemen naar de toekomst. Yasemin Utku

4 WWW.DUURZAMECHEMIE.BE MEDIAPLANET NIEUWS VISIE Kris Schatteman Eco Treasures Samenwerking met oog op valorisatie van nevenstromen Bij de producten die bedrijven produceren, ontstaan er ook nevenstromen. Die stromen, die we vroeger afvalstromen zouden hebben genoemd, kunnen echter worden gevaloriseerd in andere sectoren. Kris Schatteman van Eco Treasures geeft zijn visie. Voor een maximale valorisatie moeten bedrijven over de sectoren heen samenwerken. De grote uitdaging bestaat erin om veilige sectoren en vervolgens gelijkgestemde partners te vinden. Een optimale samenwerking vraagt om een open ingesteldheid van beide partijen. Winst op lange termijn Om de valorisatie van nevenstromen economisch interessant te maken, zoeken we steeds naar manieren om het product volledig te hergebruiken. Enkel door naar het potentieel binnen de volledige ketting te kijken, kan men komen tot een maximale rendabiliteit. Schatteman: De laatste jaren zijn er bovendien veel nieuwe technologieën beschikbaar gekomen die schaalvergroting toelaten. Vaak moet men echter kleinschalig beginnen en langzaam die ketting opbouwen. Deze fase moet je als bedrijf kunnen overleven. Bedrijven kiezen er dus best voor om eerst aan de zijlijn te experimenteren, en pas op grote schaal over te schakelen wanneer ze voldoende ingewerkt zijn. Nog veel onbenut potentieel in Vlaanderen Vlaanderen is een sterk geïndustrialiseerde regio waar zowel de industrie als de landbouw veel nevenstromen produceren. Momenteel blijft daarvan nog veel onderbenut. Door op te klimmen in de waardeketen, kan de rendabiliteit van de processen gevoelig toenemen, aldus Schatteman. Zo wordt momenteel veel biomassa aangewend om energie op te wekken, maar daarbij gaat nog steeds veel waarde verloren. Pas de laatste jaren zien we een mentaliteitsverandering, waarbij men eerst probeert om er iets anders mee te doen, en het pas in laatste instantie inzet voor energieopwekking. Ontdek op www.duurzamechemie.be hoe kan de overheid dit proces kan ondersteunen. Chemische bedrijven beseffen dat het alsmaar moeilijker wordt om alles binnen één bedrijf uit te werken. Via het clusterbeleid heeft de overheid in overleg met de chemische sector beslist om in te zetten op open innovatie. Dit uit zich in een samenwerking tussen steeds minimaal drie bedrijven. Sector verenigt zich in kader van duurzaamheid De Vlaamse chemiesector kiest voluit voor de transitie naar hernieuwbare chemicaliën, procesoptimalisatie, advanced sustainable products en de valorisatie van nevenstromen. We vragen meer uitleg aan Jan Van Havenbergh, Managing Director van FISCH - de Vlaamse Clusterorganisatie die innovaties rond duurzame chemie stimuleert. Jan Van Havenbergh Managing director FISCH In Vlaanderen is er nog een enorm potentieel om synergieën en waardeketens op te zetten tussen bedrijven. Volgens Jan Van Havenbergh beschikt Vlaanderen over heel wat troeven om de transitie naar een duurzame chemie in goede banen te leiden. Lees meer op www.duurzamechemie.be Hoe kan chemie duurzamer worden? De klassieke fossiele grondstof wordt ten eerste vervangen door alternatieven. Hernieuwbare chemicaliën zijn hierin een belangrijke driver. Zo is er veel aandacht voor producten zoals algen, afvalstromen uit de landbouwsector, restanten uit de bierproductie en andere biomassa-nevenstromen. Deze grondstoffen kan je steeds opnieuw oogsten of kunnen op een andere manier vernieuwd worden, om daar dan nieuwe chemicaliën mee te maken. Vervolgens is er de procesoptimalisatie. Zo gebeurt bijvoorbeeld bij flow chemie een proces doorlopend in een buis in plaats van in een traditionele ketel. Dat maakt dat men continu kan doseren en bijsturen, wat resulteert in minder afval en een betere controle van energie en kwaliteit. Onder advanced sustainable products streeft men vervolgens naar duurzamere producten en componenten met nieuwe eigenschappen. Daarbij denken we aan producten die niet alleen lichter, beter geleidend of waterafstotend zijn, maar daarnaast ook gerecycleerd kunnen worden. Om de kringloop te sluiten, zetten we tot slot in op de valorisatie van nevenstromen als hernieuwbare grondstof. Op dit vlak is er in Vlaanderen nog een enorm potentieel om synergieën en waardeketens op te zetten tussen bedrijven. Hoe kan die transitie in Vlaanderen worden gerealiseerd? Via het clusterbeleid heeft de overheid in overleg met de chemische sector beslist om in te zetten op open innovatie. Dit uit zich in een samenwerking tussen steeds minimaal drie bedrijven. Zo worden nieuwe waardeketens opgezet of bestaande ketens versterkt. Dit concept van open innovatie wordt al langer toegepast binnen de farmaceutische sector, maar binnen de chemie is het echter relatief nieuw. Toch merken nu ook de chemische bedrijven dat het alsmaar moeilijker wordt om alles binnen één bedrijf uit te werken, zeker wanneer het gaat over de transitie naar duurzame chemie.

MEDIAPLANET WWW.DUURZAMECHEMIE.BE 5 EXPERTISE De verfsector is technisch zeer innovatief en is een van de belangrij ke sectoren van de chemie die zich heeft kunnen aanpassen aan de milieureglementering. Duurzame ontwikkeling in de verfsector Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen (Brundtland-rapport). Bovendien is ontwikkeling een proces dat het welzijn van de mensen verbetert, maar dat geldt ook voor gezondheid, onderwijs, milieubehoud en culturele identiteit. Uitleg door Dr. Carine Lefèvre, director of Coatings Research Institute. Deze definities nog eens bekijken, helpt ons om de uitdagingen op het vlak van duurzame ontwikkeling voor de industriesector in het algemeen en voor de verfsector in het bijzonder beter te begrijpen. De verfsector evolueert immers voortdurend. Er worden in hoog tempo materialen en technologieën ontwikkeld om nieuwe functionaliteiten te creëren. Coatings zijn immers overal in onze maatschappij aanwezig. Ze worden gebruikt in zeer uiteenlopende domeinen, zoals decoratie, bescherming en functionalisering. We gebruiken verf niet meer alleen om onze muren een kleurtje te geven. Er komen steeds meer zogenaamde smart coatings op de markt, zowel in de bouw- als in de industriesector. Om deze intelligente verven te definiëren, kunnen we stellen dat ze hun basisfunctie - decoratie en bescherming - combineren met nieuwe, innovatieve functionaliteiten. Er tekenen zich verschillende trends af in de zoektocht naar deze nieuwe generatie coatings, zoals een focus op duurzame ontwikkeling. Labels Het adjectief duurzaam benadrukt dat de verbeteringen voor de lange termijn moeten gelden. Het doel van dit type onderzoek is immers de duurzaamheid van de nieuwe formuleringen verbeteren. In deze benadering is er een mooie toekomst weggelegd voor biogebaseerde of op basis van recyclage ontwikkelde grondstoffen. Er bestaan labels die de prestaties van de producten weergeven. Dankzij die labels kunnen we de aandacht vestigen op verven met een positieve milieuimpact (beperkte emissie van vluchtige organische stoffen), die werden geproduceerd met biogebaseerde grondstoffen en dit op basis van een bepaald prestatieniveau (duurzaamheid, adhesie,...). De analyse van de levenscyclus van de ontwikkelde producten en een relevante milieucommunicatie zijn enkele aandachtspunten in deze strategie. Er tekenen zich verschillende trends af in de zoektocht naar deze nieuwe generatie coatings, zoals een focus op duurzame ontwikkeling. Sleutels van het succes Bij de ontwikkeling van biogebaseerde of op basis van recyclage ontwikkelde grondstoffen moeten we rekening houden met een aantal belangrijke criteria. We moeten ze in de eerste plaats kunnen integreren in performante coatings, dat is een absolute voorwaarde om interesse te wekken. De kostprijs is uiteraard een tweede doorslaggevende factor. We mogen daarnaast ook niet vergeten dat er al tientallen jaren wordt gewerkt aan de optimalisering van de extractieprocedés voor op aardolie gebaseerde grondstoffen. Dat alles kan dus niet in enkele maanden tijd worden gerealiseerd. Vandaag wordt er eerder gezocht naar innovatieve formuleringen voor deze chemische stoffen die afkomstig zijn van planten dan naar een vervanging voor alle grondstoffen op basis van aardolie. Veelbelovende vooruitzichten De sector blijft zich ontwikkelen. Er bestaan intussen reeds talrijke innovaties en daarnaast werd er ook reële vooruitgang geboekt op onder meer het vlak van vluchtige organische stoffen, de overgang op het niveau van solventverven, hedendaagse generaties watergedragen verven, enz. De formulering van verven op basis van gluten wordt eveneens onderzocht. De verfsector is technisch zeer innovatief en is een van de belangrijke sectoren van de chemie die zich heeft kunnen aanpassen aan de milieureglementering.

6 WWW.DUURZAMECHEMIE.BE INSPIRATIE Lees meer over de uitdagingen en gevaren voor de chemische sector in Vlaanderen op www.duurzamechemie.be Wereldwijd dé referentie worden binnen biogebaseerde economie De Gentse haven ontwikkelt zich alsmaar meer als een wereldwijde referentie voor het onderzoek rond en de industrialisatie van biogebaseerde producten en processen. De Pilot Plant van Bio Base Europe speelt hierin zonder twijfel een prominente rol. Een interview met Prof. Wim Soetaert, CEO en drijvende kracht achter het ambitieuze initiatief. Wat is de geschiedenis van de biogebaseerde economie in België? Ongeveer tien jaar geleden ging de biogebaseerde economie van start in België, samen met de ontwikkeling van biobrandstoffen. Vooral Gent is in België meteen op deze kar gesprongen en heeft daardoor met zijn haven in een vroeg stadium de concentratie van knowhow naar zich toe getrokken. Vandaag plukt de stad hiervan de vruchten. Er waren al langer biogebaseerde producten op de markt, maar de biobrandstoffen gaven een werkelijke boost door de grootschaligheid en het feit dat de man in de straat er zich iets bij kon voorstellen. Op het vlak van nieuwe innovatieve ontwikkelingen zijn sinds enkele jaren vooral bioplastics, biochemicaliën en biodetergenten sterk in opkomst. Deze zijn echter veel complexer en diverser dan de biobrandstoffen, waardoor ze qua communicatie een grotere uitdaging vormen. Hoe is Bio Base Europe ontstaan? Als professor in de Industriële Biotechnologie aan de UGent was ik gefrustreerd dat de innovaties die we ontwikkelden moeilijk konden doorgroeien tot reële toepassingen buiten de universiteit. Een universiteit doet enkel fundamenteel en basisonderzoek. Opschalen en commercialiseren behoren dus niet tot haar interesses, hoewel daar net de grootste moeilijkheid zit. Bij gebrek aan een proefinstallatie voor biogebaseerde producten en processen besloot ik zes jaar geleden om er zelf een op te starten in een leegstaande brandweerkazerne in de haven van Gent. De realisatie hiervan was een enorme uitdaging en nam meerdere jaren in beslag, maar vandaag werken er wel meer dan 40 mensen en komen bedrijven van over de hele wereld naar Gent om hier hun processen op te schalen, te industrialiseren en te commercialiseren. We mogen dus spreken van een succes, want het zet Gent binnen de biogebaseerde economie wereldwijd op de kaart. Wat maakt dit project zo uniek? Wat onze proefinstallatie zo uniek maakt, is dat er nu eenmaal zeer weinig soortgelijke installaties zijn gerealiseerd. We hebben een aanzienlijke voorsprong en heel wat Ook in het buitenland gelooft men sterk in de biogebaseerde economie, en ook daar wordt er dus fors geïnvesteerd. We mogen niet ter plaatse blijven trappelen, anders trekt onze chemische industrie op termijn weg. Prof. Wim Soetaert CEO Bio Base Europe ervaring opgebouwd, waardoor we vandaag nog weinig concurrentie hebben. De waarde van wat we intussen hebben opgebouwd, wordt geschat op 40 miljoen euro. Ons doel is om dé referentie te worden binnen de biogebaseerde economie, net zoals het Leuvense IMEC dat is op het vlak van micro-elektronica. Welk potentieel ziet u voor de biogebaseerde economie? Naar schatting tien procent van de chemische produc-

MEDIAPLANET 7 HUMAN RESOURCES HR-belei d in chemie en life sciences ten zijn vandaag biogebaseerd. Dat lijkt niet veel, maar als je weet dat dat vijf jaar geleden maar vijf procent was, zijn we op relatief korte termijn al sterk gegroeid. De algemene verwachting is dat dit tegen 2030 ongeveer dertig procent zal zijn, en tegen 2050 vijftig procent. De biogebaseerde economie is dus lang geen niche meer. Deze evolutie is perfect voorspelbaar omdat petroleum een eindige grondstof is die bovendien vervuilend is en de aarde opwarmt. Hét alternatief is dan de markt van de biogebaseerde producten. Wat is volgens u de grootste uitdaging? Deze hele transitie is een langzaam proces, dus we moeten er nu volop voor gaan om onze huidige toppositie ook in de toekomst te consolideren. Door die reden zijn we bij Zes jaar geleden besloot Prof. Wim Soetaert om zelf een proefinstallatie voor biogebaseerde producten en processen op te starten in Gent. Vandaag werken er meer dan 40 mensen en wordt de waarde geschat op zo n 40 miljoen euro. FOTO: PRIVÉ Bio Base Europe momenteel sterk gericht op groei en versterking. Die noodzaak geldt trouwens niet enkel voor ons project, maar ook voor de biogebaseerde economie in België in zijn geheel. In deze wereldwijde wedloop blijf je ofwel in de top vijf, ofwel val je af en verlies je dus je investering. Ook in het buitenland gelooft men sterk in de biogebaseerde economie, en ook daar wordt er dus fors geïnvesteerd. We mogen niet blijven trappelen, anders trekt onze chemische industrie op termijn weg. En eens die weg is, komt ze nooit meer terug, denk maar aan het voorbeeld van de autoassemblage. Innovatie is dus hét sleutelwoord om te overleven. Het vinden van geschikte profielen vormt een enorme uitdaging voor de chemische sector. Met de afschaffing van de proefperiode zoeken bedrijven daarom naar een nieuwe manier om in de praktijk kennis te maken met kandidaten. Met de invoering van het eenheidsstatuut op 1 januari 2014 is het proefbeding afgeschaft. Werkgevers mogen dus geen proefperiode meer opnemen in hun contracten, wat uiteraard een zeker risico met zich meebrengt bij de aanwerving van een nieuwe werknemer. Uitzondering hierop zijn uitzendcontracten waarin de eerste drie arbeidsdagen als proefperiode worden beschouwd. Motief instroom zorgt voor wettelijk kader In de praktijk werd een uitzendperiode al langer gebruikt als recruteringskanaal voor personeel, maar pas sinds september 2013 werd dit in het wettelijk kader opgenomen door de creatie van het nieuwe motief instroom. Een uitzendperiode onder dit motief laat een werkgever toe om de competenties en attitudes van de nieuwe medewerker te evalueren, terwijl de werknemer kan kennismaken met de functie en werkomgeving. Aangezien een uitzendcontract wekelijks opzegbaar is, hebben zowel werkgever als werknemer op deze manier meer flexibiliteit in het opzeggen van het contract dan bij een contract van (on)bepaalde duur. Een uitzendperiode onder het motief instroom laat een werkgever toe om de competenties en attitudes van de nieuwe medewerker te evalueren. Chemische sector kiest voor uitzendkrachten bij aanwerving Voor functies in het laboratorium zijn de praktische vaardigheden van de laborant enorm belangrijk. Deze kunnen echter vaak moeilijk worden geëvalueerd tijdens een sollicitatiegesprek. Lab Support, het grootste laboratorium recruitmentbureau in Vlaanderen, beaamt dat daarom veel van hun klanten in de chemie en life sciences kiezen voor een instroom uitzendperiode bij de aanwerving van hun labopersoneel.

8 WWW.DUURZAMECHEMIE.BE MEDIAPLANET EXPERTISE FINANCIERING Jongeren kiezen steeds minder voor een zuivere chemische studierichting. Investeringsfonds voor innoverende projecten Tekort aan geschoolde en ervaren werkkrachten Jean-François Art, Directeur Hays Life Sciences België, staat stil bij de grote uitdagingen van rekruteerders in de chemie. Chemische bedrijven hebben het niet gemakkelijk om de juiste profielen voor de juiste positie te vinden. Vooral in de productie-units en bij kwaliteitscontrole en -assurance zijn er nog heel wat openstaande vacatures, opent Art. De kwaliteitseisen voor het werk en de werknemers liggen hoog, omdat de regels en wetgevingen nu eenmaal zeer streng zijn. Zo is de chemische sector onderhevig aan specifieke regels die zijn opgelegd door Europa, zoals bijvoorbeeld de REACHverordening (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals). Dit vraagt om opgeleide en ervaren krachten die bovendien een goede kennis hebben van de methoden en wetgevingen. Die mensen zijn in de praktijk niet zo gemakkelijk te vinden. Er bestaat in Jean- François Art Directeur Hays Life Sciences België De regels en wetgevingen zijn zeer streng, maar er bestaat in België geen enkele universitaire opleiding die hier dieper op ingaat. België immers geen enkele universitaire opleiding die dieper ingaat op die regels en wetgevingen. Studiekeuze Een andere uitdaging is dat jongeren steeds minder kiezen voor een zuivere chemische studierichting. Vooral biochemie en biologie zijn vandaag zeer populair. Dit maakt dat chemische bedrijven vaak genoodzaakt zijn om hun kandidaten in het buitenland te zoeken, aldus Art. Toch is chemie een zeer interessante studiekeuze. Het is namelijk een sector in volle evolutie. Meer dan ooit wordt er ingezet op duurzaamheid en risicopreventie. Bovendien is chemie aanwezig in zowat alle dagdagelijkse voorwerpen, denk maar aan kunststoffen, plastics, polymeren, kleding, kleurstoffen, wagens, Het Innovation Fund is het eerste Belgische investeringsfonds voor innoverende projecten in de chemie en life sciences. Het fonds werd officieel opgericht op 10 februari 2015 en zal in februari 2016 over een kapitaal van 20 miljoen euro beschikken. Het legt zich toe op investeringen in innoverende projecten in de chemie en life sciences. De investeringen gebeuren hoofdzakelijk in de vakgebieden materiaalkunde, procestechnologie, cosmetica & hygiëne, biowetenschappen en recyclage. Investeerders Initiatiefnemer en tevens voorzitter is François Cornelis (voormalig CEO van Petrofina). Het fonds wordt beheerd door EEBIC onder leiding van Olivier Belenger. De investeerders komen allemaal uit de sector RAVAGO, TOTAL, SOLVAY, BASF, CARMEUSE, SIOEN, RECTICEL, SOUDAL, DOMO, LRD (KU Leuven Research and Developement), de leden van de Innovatiekring, baron Daniel Janssen en de familie Solvay of uit de financiële wereld FPIM, SRIW, SAMBRINVEST, MEUSINVEST, IMBC en ING. Voor meer informatie, ga naar www.innovationfund.eu

MEDIAPLANET WWW.DUURZAMECHEMIE.BE 9 EXPERTISE Polyurethaanschuim (PU-schuim) wordt gebruikt in tal van toepassingen, gaande van isolatie in gebouwen tot zitmeubelen, matrassen en autozetels. FOTO S: RECTICEL INSULATION / IVAN MERVILLIE PU-schuim: duurzame bouwsteen in tal van toepassingen Jean-Pierre De Kesel Chief Sustainability Officer Recticel De lange levensduur van PU-schuim zorgt ervoor dat het aantal vervangingen in de tijd kan worden beperkt. Polyurethaanschuim (PUschuim) wordt gebruikt in tal van toepassingen, gaande van isolatie in gebouwen tot zitmeubelen, matrassen en autozetels. Jean-Pierre De Kesel, Chief Sustainability Officer bij Recticel, legt uit wat de voordelen zijn voor het milieu. In welke zin is PU-schuim een duurzaam product? Tot vandaag is PU-schuim nog altijd het meest performante materiaal om gebouwen energiezuinig te isoleren. De zeer goede isolatiewaarde laat immers toe om met een minimale dikte te werken. Bovendien blijkt uit een vergelijkende levenscyclusanalyse van VITO dat de milieuimpact van PU-schuim niet significant verschilt van de milieu-impact van andere isolatiematerialen. De meeste ontwikkelingen waren in het verleden steeds gericht op een zo lang mogelijke levensduur zonder noemenswaardig kwaliteitsverlies. Vandaag is het gegeven dat een product gedurende een lange tijd zijn kwaliteit behoudt, echter ook vanuit milieu-impact bekeken zeer belangrijk. Een lange levensduur van een product zorgt ervoor dat het aantal vervangingen in de tijd kan worden beperkt. En dat is uiteraard goed voor het milieu. Wat zijn de belangrijkste recente innovaties? Voor de auto-industrie hebben we lichtere materialen ontwikkeld die onder andere in het dashboard en de deuren worden gebruikt. Het lage gewicht is één van de essentiële punten om het brandstofverbruik en dus de CO 2 -uitstoot van wagens te verminderen. Als producent van matrassen zijn we nu bovendien volop bezig met de ontwikkeling van matrassen die na de gebruiksfase gemakkelijk te ontmantelen zijn, en waarvan de materialen maximaal kunnen worden hergebruikt of gerecycleerd. Wat vraagt het om als producent duurzaam te zijn? Vandaag heeft duurzaamheid een veel bredere betekenis, ook voor ons: we hebben duurzaamheid ingeschreven in onze strategische doelstellingen, zowel op het niveau van onze organisatie als van onze producten. Concreet betekent dit dat duurzaamheid de belangrijkste driver is voor innovatie. We analyseren daarvoor in detail de volledige waardeketen, vanaf de grondstoffen tot en met de oplossingen voor hergebruik of recyclage op het einde van de levenscyclus. Wat de grondstoffen betreft, ontwikkelen we nieuwe PU-schuimen op basis van hernieuwbare grondstoffen, maar onderzoeken we ook hoe we onze producten beter recycleerbaar kunnen maken door in te grijpen op de bouwstenen van de chemie. We geloven dus dat onze industrie in de nabije toekomst nog sterk zal evolueren en zal inspelen op de noden die zich stellen in het kader van een circulaire economie. Innovatie binnen de textielen kunststofverwerkende sector Stijn Devaere Centexbel/VKC De textielindustrie en de kunststofverwerkende sector zijn zeer chemie-intensief. Duurzame chemie kan dus sterk bijdragen tot de competitiviteit én de milieuvriendelijkheid van deze sectoren. Stijn Devaere van Centexbel/VKC, het competentiecentrum voor de textielindustrie en de kunststofverwerkende sector, legt uit. Ten eerste zetten we sterk in op dematerialisatie. We willen met minder materiaal toch producten bekomen met dezelfde eigenschappen en kwaliteit. Die lichtere structuren kunnen ook meteen voor meer energie-efficiëntie zorgen in het eindproduct, denk maar aan lichtere kunststofdelen in een wagen, aldus Devaere. Een tweede belangrijke evolutie is detoxificatie. Dit kan via het aanpassen van recepturen of het vervangen van bepaalde chemische producten door alternatieven die niet schadelijk zijn. Verder worden alsmaar vaker biogebaseerde materialen gebruikt. Ook trachten we via procesefficiëntie de energie intensiteit te verlagen. Zowel de processen van de textielsector als die van de kunststofverwerkende sector vergen immers veel energie. Recyclage en valorisatie Een ander element betreft de recyclage en valorisatie van grondstoffen en hulpstoffen. Zo moeten we uiteindelijk komen tot een circulaire economie. Ook hulpstoffen kunnen vaak intrinsieke chemische eigenschappen bevatten die opnieuw kunnen worden gevaloriseerd. Zo kan bijvoorbeeld een brandvertragend additief in een textielproduct achteraf opnieuw worden ingezet in een product met brandvertragende eigenschappen. Unieke positie voor Vlaanderen en België Devaere: Vlaanderen is de grootste kunststofproducent en kunststofverwerker per inwoner ter wereld. De economische impact is dus groot. Door in te zetten op innovatie en verduurzaming kan deze sector die positie enkel maar versterken. Onze textielindustrie heeft zich bijvoorbeeld dan weer gespecialiseerd in de niche van producten met een hoge toegevoegde waarde, en neemt daarmee wereldwijd een unieke positie in. Niet zozeer de grootte van de sector is hier belangrijk, maar wel de unieke knowhow en innovativiteit. In de EU is voor een textielbedrijf de omzet per personeelslid 126.000. In België is dat 231.000. Dat bevestigt dat wij voornamelijk producten afleveren met een hoge toegevoegde waarde. Cross-sectorale samenwerking is sleutel tot succes Samenwerking over de sectoren heen is zeer belangrijk als we stappen vooruit willen zetten. Via open innovatie, waar verschillende expertises elkaar versterken, geraken we verder. Centexbel/VKC wil hierin alvast een actieve en centraliserende rol spelen, besluit Devaere.

10 WWW.DUURZAMECHEMIE.BE MEDIAPLANET EXPERTISE Karolien Vanbroekhoven Programma Manager VITO Door de kost van de CO 2 -emissies uit fossiele grondstoffen mee in rekening te brengen, zal de maatschappij zich beter bewust worden van hoeveel er bespaard kan worden door in te zetten op biomassa en CO 2 als feedstock. Roel Vleeschouwers Business Development Manager VITO Door de combinatie van de goedkope alternatieve feedstock en procesintensificatie kunnen we nieuwe waardeketens creëren, en zo uiteindelijk maatschappelijke en duurzaamheidsproblemen oplossen. Nood aan technologische én maatschappelijke transitie Alternatieve grondstoffen bieden een enorm potentieel om heel wat van onze maatschappelijke en duurzaamheidsproblemen op te lossen, maar dat kan niet zonder technologische ontwikkelingen. Daarom zet ook VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) zich in om deze transitie te ondersteunen. Business Development Manager Roel Vleeschouwers en Programma Manager Karolien Vanbroekhoven geven meer uitleg. Vanbroekhoven: VITO zet voluit in op technologische innovatie om te kijken welke alternatieve, niet fossiele grondstoffen interessant zijn om in te zetten in de chemie, en welke technologieën we dan moeten ontwikkelen - of reeds beschikbaar zijn - om die omzettingen te doen. Verder streven we ook naar het opzetten van nieuwe waardeketens. De meeste bedrijven zijn immers gewend om met fossiele grondstoffen te werken, waarvan ze de eigenschappen kennen en die het hele jaar een gelijkaardige kwaliteit hebben. Bij biomassa is het echter wat ingewikkelder. Op dat vlak staan we bedrijven dus bij om te kijken wat de eigenschappen zijn van de biomassa, en wat daar technologisch kan mee worden gedaan om tot nieuwe chemicaliën te komen. Drie generaties biomassa Vanbroekhoven: De eerste generatie biomassa bestaat uit nevenstromen uit de landbouw, bijvoorbeeld uit de maïs- of bietenteelt. Buiten het voedingsproduct bevatten die immers heel wat interessante residuele fracties. Ook organisch afval zoals gft of huisvuil is interessant. Er is voor dat laatste dan wel nog een goede scheiding nodig, maar toch is er ook daar heel wat potentieel. De tweede generatie betreft houtachtige biomassa. Die bevat aromatische biopolymeren met inherente functionaliteiten. Door deze op een slimme manier te bewerken, kunnen we de eigenschappen van deze componenten al direct gebruiken voor eindtoepassingen, maar ook via verdere omzetting moleculen produceren met nieuwe eigenschappen. Bovendien bevat het cellulose/hemicellulose, dat via mildere condities zoals enzymes of fermentatieprocessen kan worden omgezet. De derde generatie biomassa focust zich voornamelijk op algen. Op basis van CO 2, water en warmte kunnen algen groeien die als bron van biomassa kunnen worden gebruikt. Met VITO specialiseren we ons in het oogsten en de verdere opzuivering van de aanwezige componenten in die algen. Tot slot kan ook CO 2 zelf als koolstofbron worden gebruikt. CO 2 is heel stabiel en heeft geen energetische waarde, maar kan in combinatie met bepaalde energiedragers wel worden omgezet naar chemicaliën en biopolymeren. Procesintensificatie voorwaarde voor succes Vleeschouwers: We kijken in samenspraak met bedrijven hoe we via technologische ontwikkelingen die verschillende beschikbare grondstoffen kunnen gebruiken om te komen tot nieuwe gewenste moleculen. Een belangrijk aspect hierbij is procesintensificatie, waarbij we de scheiding en opzuivering van de (on)gewenste molecule integreren in de reactie. Op die manier worden bepaalde vormen van conversies, die in het verleden werden gezien als economisch onhaalbaar, toch interessant voor de bedrijfswereld. Door de combinatie van de goedkope alternatieve feedstock en procesintensificatie kunnen we dus nieuwe waardeketens creeren, en zo uiteindelijk maatschappelijke en duurzaamheidsproblemen oplossen. Dat vraagt dan wel om een bundeling van alle krachten. Nood aan maatschappelijke transitie Vanbroekhoven: We moeten komen tot een speelveld. Enerzijds tussen de verschillende soorten biomassa waar diverse afzetmarkten voor zijn en anderzijds tussen de alternatieve en fossiele grondstoffen. Door de kost van de CO 2 -emissies uit fossiele grondstoffen mee in rekening te brengen, zal de maatschappij zich beter bewust worden van hoeveel er bespaard kan worden door in te zetten op biomassa en CO 2 als feedstock. Bovendien is er vaak nog een maatschappelijke terughoudendheid ten opzichte van producten die van afval gemaakt zijn. Het betreft dus niet enkel een technologische, maar ook een maatschappelijke transitie.

UW PARTNERS IN DUURZAME CHEMIE