UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I SCHEIKUNDE HAVO

Vergelijkbare documenten
Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I EXAMEN: 2001-I

Examen HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VWO

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1 EXAMEN: 2002-I

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (oude stijl)

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: WISKUNDE B 1,2 EXAMEN: 2001-I

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I D

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Spanning. J. Kuiper. Transfer Database

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2

Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden

_voorw :47 Pagina I. Een Goed. Feedbackgesprek. Tussen kritiek en compliment. Wilma Menko

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Wet van Ohm. J. Kuiper. Transfer Database

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN:

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Stroom. J. Kuiper. Transfer Database

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

S S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Examen HAVO. Scheikunde (oude stijl)

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2

UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 EXAMEN: 2002-I

groep Computerprogramma woordenschat

Stenvert. Taalmeesters 2. Antwoorden. Taalmeesters 2. Zelfstandig werken. Antwoorden. Groep 4. Taal COLOFON COLOFON

Stenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7

Eindexamen scheikunde havo 2002-II

Stenvert. Taalmeesters 6. Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 6 Antwoorden Groep 8

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 EXAMEN: 2002-I

Vraag Antwoord Scores

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 ECONOMIE MAVO-D NIVEAU: EXAMEN: 2000-I

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000

x_binnen :40 Pagina I. Goed. Een. Tweegesprek. Mart Bakker

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Weerstand. J. Kuiper. Transfer Database

Eindexamen havo scheikunde II

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel

Docentenhandleiding bij Elektrotechnisch tekenen Basiskennis

Eindexamen havo scheikunde pilot II

Eindexamen scheikunde havo 2000-II

42 blok 6. Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees?

Oefenopgaven REDOX vwo

Redoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 VBO-C NIVEAU: EXAMEN: 2000-I

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-I

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Inleiding in de RedOx chemie

Examen HAVO en VHBO. Scheikunde oude stijl

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I GESCHIEDENIS

scheikunde oude stijl havo 2015-I

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo 2005-I

Reacties en stroom 1

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I

Eindexamen scheikunde havo 2000-I

Vraag Antwoord Scores 34 S

Heavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-I

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

Rekenen aan reacties (de mol)

scheikunde vwo 2017-II

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Correctievoorschrift HAVO. Scheikunde (nieuwe stijl)

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

Examen HAVO. scheikunde (pilot) tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I EXAMEN: 2001-I

Basiskennis schei- en natuurkunde

Mijn tafelboek 1 Werkboek

Stenvert. Taalmeesters 3. Zelfstandig werken Taal Groep 5-6 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 3 Antwoorden Groep 5-6

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen scheikunde havo 2005-II

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

REKENTOPPERS 4. Antwoordenboek. Rekenen en wiskunde. Pascal Goderie. Auteur

5 Formules en reactievergelijkingen

Stoffen, structuur en bindingen

Stabilisator voor PVC

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur

Uitwerkingen Uitwerkingen 4.3.4

Examen HAVO. scheikunde. tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Vraag Antwoord Scores. na de pijl 1. + HCl NH 4. O NH OH gevolgd door H + + OH H 2

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

Training. Methodisch verzamelen van informatie

Transcriptie:

UITWERKING TOELICTING OP DE ANTWOORDEN VAN ET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: SCEIKUNDE AVO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. ThiemeMeulenhoff is een educatieve uitgeverij waarin alle fondsen van de voormalige uitgeverijen Meulenhoff Educatief, SMD Educatieve Uitgevers en uitgeverij Thieme zijn samengevoegd. De uitgaven die ThiemeMeulenhoff ontwikkelt, richten zich op het totale onderwijsveld: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs & volwasseneneducatie en hoger onderwijs. www.thiememeulenhoff.nl ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2002 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB oofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Rood kwik 1 De formule van rood kwik is g 2 Sb 2 O 7. De twee kwikionen hebben als lading samen 4+, de 7 oxide ionen samen 14-. Om het zout neutraal te maken hebben de twee Sb ionen een lading 10+ fi elk antimoonion heeft een lading 5+. 2 aantal protonen: 158 aantal elektronen: 162 Sb, antimoon, heeft atoomnummer 51 (zie Binas tabel 39), een Sb atoom bevat dus 51 protonen en 51 elektronen fi twee Sb atomen bevatten dus 102 protonen en 102 elektronen. O heeft atoomnummer 8, een O atoom bevat dus 8 protonen en 8 elektronen. 7 O atomen bevatten 56 protonen en 56 elektronen. In Sb 2 O 7 zijn dus 158 protonen en 158 elektronen aanwezig De ionlading 4- geeft aan dat er 4 extra elektronen zijn fi het totale aantal elektronen komt daarmee op 162. 3 2 go + Sb 2 O 3 + O 2 g 2 Sb 2 O 7 Vergeet niet dat voor de reactie ook zuurstof nodig is. 4 De molaire massa van go bedraagt 200,6 + 16,0 = 226,6 g mol -1 ; de molaire massa van g 2 Sb 2 O 7 bedraagt 2 200,6 + 2 121,8 + 7 16,00 = 756,8 g mol -1. Om 756,8 gram g 2 Sb 2 O 7 te maken is nodig 2 226,6 = 453,2 g go fi om 1,0 gram rood kwik te maken is 1, 0 453, 2 = 0,57 g kwikoxide nodig 756, 8 (2 significante cijfers). Wegwerpluiers 5 propeenzuur Er is maar één plaats mogelijk voor de dubbele binding. De naam 2-propeenzuur mag wel, maar het plaatsnummer is overbodig. 6 et is de dubbele C-C-binding die opengaat bij het polymeriseren. C C C C C C C C C O O O O O O 7 1 molecuul C 2 3 COONa kan 300 moleculen water binden. De massa van één mol C 2 3 COONa (C 3 3 O 2 Na), bedraagt 3 12,01 + 3 1,008 + 2 16,00 + 1 22,99 = 94,04 gram. Dit kan 300 mol water binden overeenkomend met 300 mol 18,02 g mol 1 = = 5406 g water fi om 1,0 10 3 gram water op te nemen is nodig: 3 1010, 94,04 = = 17 g polymeer (2 significante cijfers). 5406

Vochtvreter 8 De reactievergelijking is: Ca + 2 2 O Ca.2 2 O Eén mol Ca kan 2 mol 2 O opnemen. De massa van 1 mol Ca bedraagt 111,0 g (zie Binas tabel 41). De massa van 2 mol 2 O bedraagt 2 18,02 = 36,04 gram. 450 450 gram calciumchloride kan dus 36,04 g = 146 gram water opnemen. 111, 0 9 Neem twee vochtvreters en weeg ze. Zet ze in dezelfde vochtige ruimte. Weeg ze na enige tijd opnieuw. Schenk van één vochtvreter de opvangbak leeg en weeg hem weer. erhaal dit enkele malen totdat de korf van één van de vochtvreters leeg is. Door het wegen kom je te weten hoeveel water door beide vochtvreters wordt opgenomen (hypothese I). Als een vochtvreter sneller op is dan de andere, kun je de snelheid waarmee water wordt opgenomen, vergelijken (hypothese II). 10 Na 2 SO 4, CaSO 4 en NaCl Omdat CaSO 4 matig oplosbaar is (zie Binas tabel 45A) kan er een reactie optreden: Ca + Na 2 SO 4 CaSO 4 + 2NaCl (eigenlijk: Ca 2+ 2 + SO 4 CaSO 4 ) Er wordt een overmaat natriumsulfaat gebruikt. Er blijft dus geen Ca of Ca.2 2 O over. Cycloon 11 A: steenkool B: vluchtige componenten uit de steenkool (zoals teer en benzeen) C: cokes D: ijzerertspellets E: lucht F: ruwijzer (en koolstofdioxide) 12 Als er lucht aanwezig is, verbrandt de steenkool 13 In Fe 2 O 3 heeft ijzer de lading 3+, in ruwijzer is Fe ongeladen. Omdat de lading van het ijzer verandert, is er sprake van elektronenoverdracht (van een redoxreactie). Fe 3+ is een oxidator, die elektronen opneemt volgens de halfreactie: Fe 3+ + 3 e Fe 14 Twee van de volgende factoren zijn voldoende: et ijzererts wordt fijngemalen. De stoffen worden zeer goed gemengd. Er wordt zuivere zuurstof in plaats van lucht gebruikt. 15 koolstofmono-oxide 16 ijzer(ii)oxide FeO bestaat uit Fe 2+ en O 2-. 17 ionen 18 FeO + C Fe + CO

19 Twee van de volgende argumenten zijn voldoende: Er ontstaat minder koolstofdioxide. et proces gaat 20% efficienter met energie om. Er komen geen vieze stoffen vrij zoals bij de cokesbereiding. Er ontstaat geen stikstofdioxide, omdat er zuivere zuurstof wordt gebruikt. 20 Uit 1 mol Fe 2 O 3 kan 2 mol Fe ontstaan. De molaire massa is voor Fe 2 O 3 159,7 g mol -1 en voor Fe 55,85 g mol -1 fi uit 159,7 gram Fe 2 O 3 kan ontstaan 2 55,85 = 111,7 g ijzer fi uit 2,0 10 6 ton Fe 2 O 3 kan ontstaan: 111, 7 2,0 10 6 ton = 1,4 10 6 ton Fe (2 significante cijfers). 159, 7 Koelmiddel 21 Voor het verdampen van een vloeistof is energie nodig (verdampen is een endotherm proces). Deze energie wordt onttrokken aan de koelruimte die daardoor kouder wordt. 22 2 O 3 Æ 3 O 2 23 1,1,1,2-tetrafluorethaan Omdat er een isomeer is, namelijk 1,1,2,2-tetrafluoretheen, is de plaatsaanduiding noodzakelijk. 24 De reactie die plaatsvindt in reactor 1 is geen additiereactie, want de dubbele binding blijft aanwezig en/of er ontstaat meer dan één stof. 25 In reactor 2: C =C + + 4 F C F-CF 3 + 4 Cl 26 In reactor 1: C 2 =C 2 + 4 C =C + 4 Cl In reactor 3: C F-CF 3 + 2 2 C 2 F-CF 3 + 2 Cl Uitgaande van 1 mol etheen ontstaat (in reactor 3) 1 mol FK-134a. Opgeteld ontstaat in de drie reactoren 10 mol Cl. Bij de productie van 1,0 mol FK-134a ontstaat dus 10 mol Cl. 27 Bij de omzetting van Cl in komen elektronen vrij (zie halfreactie in opgave). Die kunnen alleen opgenomen worden door de positieve elektrode (deze heeft immers een elektronentekort). 28 Een voorbeeld van een correct blokschema: 2 F 2 C 2 C 2 C C reactor 1 reactor 2 C F CF 3 C 2 F CF 3 reactor 3 Cl Cl Cl 2 elektrolyseruimte 2 2

Eiwit 29 3 en 6 De peptidebinding verbindt de C=O groep van één aminozuur en de N- groep van een ander aminozuur. 30 aminozuren Rookgasreiniging 31 In artikel 1 wordt zwaveldioxide genoemd als een beginstof. SO 2 + 2 O SO 3 2- + 2 O 32 "et enige verlies aan natronloog ontstaat in de gaswasser door de reactie met Cl tot keukenzout". Deze zin wijst erop dat het hier gaat om een reactie, niet over oplossen. 33 De elektronen moeten links van de pijl geplaatst worden, want rechts daarvan staan negatieve hydroxide-ionen. 2 NO 2 + 4 2 O + 8 e - N 2 + 8 O - 34 In de tekst staat: Met behulp van lucht wordt het sulfide hier door bacteriën omgezet in zwavel. O 2 35 Keukenz uit de lucht) out lost goed op in water en in natronloog en kan dus niet door filtratie van de oplossing gescheiden worden. Zwavel lost slecht op in water en natronloog, zwavel kan dus wel door filtratie afgescheiden worden.