AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013
. Zowel in huis als bij voertuigen heb je met elektriciteit te maken. Hoe zit een meterkast in elkaar? Hoe werkt een elektrisch ontstekingssysteem van een motor? Op deze en andere vragen krijg je in dit hoofdstuk een antwoord. Zoek het op bij www.agrarische-techniek.nl Info kun je vinden bij Opdrachten Opdrachten Klas 3. Vul dan in bij wachtwoord : Ga op zoek naar de antwoorden op de volgende vragen. 1a. Uit welke drie onderdelen bestaat een stroomkring minimaal? 1b. Welke twee onderdelen kunnen daarnaast nog deel uitmaken van een stroomkring? 1c. Hoe voorkomt een zekering dat er te veel stroom door de stroomkring loopt? 1d. Met welke letter wordt stroom uitgedrukt? 2a. Teken het symbool bij vraag 2a na en waarvoor staat het? 2b. Teken het symbool bij vraag 2b na en waarvoor staat het? 4
3a. Heeft een batterij wisselstroom of gelijkstroom? 4a. Bij welk type schakeling krijgt elke weerstand afzonderlijk stroom van de voeding? 5a. Waarin is een elektrische installatie verdeeld? 6a. Welke kleur heeft de nuldraad? 6b. Welke draad voert de stroom naar de schakelaar? 6c. Waaraan herken je een stopcontact met randaarde? 7a. Waarom moet je andere mensen laten weten dat je met de elektrische installatie aan het werk gaat? 7b. Welke apparaten sluit je aan op een stopcontact met randaarde? 8a. Hoeveel Volt levert één accucel? 8b. Hoeveel Volt leveren zes accucellen? 5
9a. Waaruit bestaat elektrolyt? 10a. Hoe bescherm je bij het werken met een accu je handen tegen het bijtende accuzuur? 10b. Wat mag je nooit op de accu leggen? 11a. Welk onderdeel van het ontstekingssysteem zet lage spanning om in hoogspanning? 11b. Welke elektrode in een bougie ontvangt de stroom van de verdeler? 12a. Waarom maken elektrische verbindingen in een voertuig vaak geen goed contact? 13a. Welke lampen mag je niet met je vingers aanraken? 14a. Wat moet je doen voordat je een zekering vervangt? 14b. Waar vind je de zekeringen in een voertuig? 6
Een stroomschema tekenen Elektriciteit is vandaag de dag niet meer weg te denken. Als de stroom een keer uitvalt, ligt bijna alles stil. Elektrische energie is gebaseerd op het opheffen van een spanningsverschil. In een elektrische installatie bestaat dit spanningsverschil tussen de plusen de minpool. Als die met elkaar verbonden worden, gaan de elektronen stromen van plus naar min. 15. Waarom denk je dat elektriciteit ook wel stroom wordt genoemd? De stroomkring Stroom loopt in een kring. Een stroomkring bestaat altijd uit een voeding, een weerstand en elektriciteitsdraden. De voeding levert de spanning. De spanning kan afkomstig zijn van een accu, een batterij, het stroomnet of een dynamo. De weerstand is de eigenlijke verbruiker van de stroom, bijvoorbeeld een lamp. De stroom loopt van de voeding naar de weerstand via de draden. Je kunt aan de stroomkring een schakelaar toevoegen om de stroom te stoppen of juist te laten doorlopen. Ook kun je nog een zekering toevoegen. Een stroomkring 16. Maak de volgende zinnen af. Vul op de lijntjes steeds één woord uit deze regel. Stroomkring onderdeeltje zekering onderbroken storing doorbrandt Een... is een... dat doorbrandt als er vanwege een... te veel stroom door de... loopt. Als de zekering..., wordt de stroomkring... 7
17. In eerste kolom van de tabel staan de onderdelen van de stroomkring. Noteer in de tweede kolom de eenheid waarmee het onderdeel wordt uitgedrukt. Je kunt kiezen uit: Volt, Ampère en Ohm. Noteer in de derde kolom de letter of het teken dat voor die eenheid wordt gebruikt. 18. Welke twee onderdelen kunnen ook nog deel uitmaken van een stroomkring? 19. Waarmee voorkom je dat er teveel stroom door de stroomkring loopt? Stroomsymbolen Voor elk onderdeel in de stroomkring bestaat een symbool. Met de stroomsymbolen kun je een stroomschema tekenen. Wat de verschillende stroomsymbolen zijn, zie je in de figuur. 20. Teken hieronder de symbolen van de batterij, lamp, zekering en schakelaar na. 8
Stroom- en spanningsoorten Er bestaan twee verschillende soorten stroom, namelijk wisselstroom en gelijkstroom. Bij wisselstroom wisselt de stroom zo n honderd keer per seconde van richting. Bij gelijkstroom gaat de stroom altijd in dezelfde richting door de draden. De spanning bij wisselstroom heet wisselspanning. De spanning bij gelijkstroom heet gelijkspanning. 21. Vul in: wisselstroom of gelijkstroom. Een batterij heeft... Het stroomnet heeft... Serieschakeling en parallelschakeling In een stroomkring kunnen verschillende weerstanden zitten. Als de weerstanden, bijvoorbeeld lampen, allemaal achter elkaar in dezelfde stroomkring zitten, noem je dat serieschakeling. Als een van de lampen stuk gaat, wordt de hele stroomkring onderbroken. Bij parallelschakeling zijn de weerstanden naast elkaar geschakeld. Elke lamp krijgt dus afzonderlijk stroom van de voeding. Als er een lamp stuk gaat, blijven de andere gewoon branden. 22. Wat is het voordeel van parallelschakeling ten opzichte van serieschakeling? 9
Stroomschema Je gaat nu een stroomschema tekenen. 1. Teken met horizontale en verticale lijnen op dit A4 tje het stroomschema van een stroomkring met een batterij, draden en een lampje. Gebruik stroomsymbolen om de onderdelen van de stroomkring aan te geven. 2. Teken nu een stroomschema van dezelfde stroomkring, maar nu met een schakelaar en een zekering erbij. 3. Maak van dezelfde stroomkring nog een tekening, maar dan met twee lampen in serieschakeling. 4. Maak van dezelfde stroomkring nog een tekening, maar dan met twee lampen in parallelschakeling. 10
Je hebt van vier stroomkringen een stroomschema getekend. 23. Is de stroom van de stroomkringen die je hebt getekend wisselstroom of gelijkstroom 24. Wat voor soort voeding zou je behalve een batterij nog meer kunnen gebruiken? Noem er drie. 25. Stroomsymbolen zijn over de hele wereld hetzelfde. Waarom is dat zo, denk je? Ontstekingssysteem van een motor Voertuigen die niet op diesel rijden, hebben meestal een mengselmotor. De brandstof in een mengselmotor moet ontstoken worden. Anders krijg je geen energie uit de brandstof en kom je geen meter vooruit. Om het voertuig te kunnen starten, heb je dus een ontstekingssysteem nodig. 26. Hoe start je meestal de motor van een voertuig? 27. Ken je ook nog een andere manier om een motor te starten? Zo ja, welke? De accu Een accu zorgt voor de elektriciteit in een voertuig. Met een accu kun je elektrische energie opslaan. De accu levert bijvoorbeeld de elektriciteit voor de radio en verlichting. Maar ook de vonk van de bougie waarmee je de motor start, komt van de accu. De stroom in een accu wordt opgewekt door accuzuur. 11
De accu. 28. Een accu is een voeding. Welke andere voedingen ken je nog meer? 29. Waarom is werken met een accu gevaarlijk? De accucel Een accu bestaat uit accucellen. In een accucel zitten plus- en minplaten. De stroom die tussen de plus- en minplaten loopt, zorgt voor de spanning. Elke accucel levert ongeveer 2 Volt. Aan de bovenkant van elke cel zit een dopje. Als je alle dopjes in een accu telt en dat aantal verdubbelt, weet je precies wat het voltage van de accu is. Je hebt ook onderhoudsvrije accu s zonder dopjes. Bij die accu s kun je het voltage dus niet bepalen door te tellen. In de meeste voertuigen zit een accu van 12 Volt. Als je meer stroom nodig hebt, kun je twee accu s in serie aan elkaar schakelen. Het aantal dopjes vermenigvuldigd met twee geeft het voltage van de accu aan. 12
30. Hoeveel Volt levert één accucel? 31. Hoeveel Volt leveren zes accucellen? 32. Hoeveel Volt leveren twee accu s van 12 Volt die in serie zijn geschakeld? Het ontstekingssysteem Om een voertuig te starten, moet de brandstof ontstoken worden. Een dieselmotor heeft een zelfontbrandend systeem. Maar voor het starten van een mengselmotor heb je een ontstekingssysteem nodig. In de figuur zie je hoe zo n ontstekingssysteem werkt. Het ontstekingssysteem. Door de sleutel in het contactslot (1) te steken en contact te maken, gaat er stroom van de accu (2) naar de bobine (3). De bobine zet de lage spanning van de accu om in een veel hogere spanning. Deze hoogspanning komt via de verdeler (4) en de bougiekabel bij de bougies (5) in de cilinderkop terecht. 13
33. Bij welke soort motor kom je een ontstekingssysteem tegen? 34. Waarmee sluit je de stroomkring van het ontstekingssysteem als je een voertuig start? 35. Welk onderdeel van het ontstekingssysteem zet lage spanning om in hoogspanning? De bougie De uiteindelijke ontsteking gebeurt door de bougie. Een bougie bestaat uit twee elektroden, met daartussen isolerend materiaal. De centrale elektrode zit in het midden en ontvangt de stroom. Aan de buitenkant zit op enkele tienden van een millimeter de massaelektrode. Als het spanningsverschil tussen beide hoog genoeg is, springt er van de centrale elektrode een vonk over naar de massaelektrode. Deze vonk ontsteekt het brandstofmengsel. De bougie. 36. Welke elektrode in een bougie ontvangt de stroom van de verdeler? 14