Pesten... alarmfase 1!



Vergelijkbare documenten
ACTIEPLAN PESTEN. melding vaststelling pestprobleem. - klastitularis + directie - feiten + verantwoording - hoe schade herstellen?

PESTBELEID BS De Windwijzer" NIET NERGENS - NOOIT DOEL

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Vertel aan je kind dat het nodig is de school in te lichten om het pesten te laten stoppen;

BROCHURE LEERKRACHT. GBS EIKENLAAR Pesten! Wij zeggen neen!

GBS 'Alt-Hoeselt' schoolwerkplan deel 3 : pedagogisch - didactische aspecten 1

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

OMSCHRIJVING ANALYSE EN AANPAK VAN PESTEN EN CYBERPESTEN IN KLAS- EN SCHOOLCONTEXT. Horen, zien en spreken. Samen op pad tegen pesten 10/13/2015

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid AC Eindhoven T: E:

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

1. Inleiding. Wij dulden geen pestgedrag in onze school en vinden het belangrijk dat heel de schoolgemeenschap pesten ernstig neemt.

HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL

Pestprotocol BS de Kersenboom

Protocol Digitaal pesten

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

PESTPROTOCOL. Zaanlands Lyceum

Pestprotocol Christelijk Gymnasium Utrecht Versie 15 oktober 2014

PESTPROTOCOL DE SCHELP

Wij werken aan Allemaal Maatjes!

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school.

Inhoud gedragsprotocol

Pestprotocol It Twaspan

Verdraagzaamheidsplan

Anti-pestprotocol. We werken samen aan een goede sfeer op school. Catharinaschool Wellerlooi

Kanjerprotocol hoe gaan we om met elkaar

Pestprotocol. OBS De Trekvogel

Stappenplan Aanpak bij pesten

Een informatieve bundel en vragenlijst voor kinderen die gepest worden.

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

ALS PESTEN DE KOP OPSTEEKT.

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel:

Antipest protocol. Om veiligheid voor elke leerling binnen school mogelijk te maken, zijn regels of onderlinge afspraken noodzakelijk.

Pestbeleid op school

Respect 4 all protocol

Anti-pestbeleid OBS De Schakel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

13 Jij en pesten. Ervaring

Resultaten 1 ste. graad: A-stroom. B-stroom

Pestactieplan Sint-Amandusschool. Anti-pestcontract op onze school

Pestprotocol de Esdoorn

BIJLAGEN Pestprotocol

Bij pesten zijn er altijd 5 partijen: de pester, het slachtoffer, de grote zwijgende groep, de leerkrachten en de ouders.

AANPAK PESTEN OP CBS HET OCTAAF

Bijlage 2: protocol pesten. Plagen of pesten?

PESTPROTOCOL. Fellenoord

We hebben respect voor elkaar: elkaars denken, elkaars uiterlijk, voor de verschillen tussen elkaar.

We onderscheiden 5 betrokkenen en gaan daarom uit van de vijf-sporen-aanpak.

GEDRAGSPROTOCOL PCB MEESTER LALLEMAN

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq

Pestprotocol. De Triangel

Basisschool t Maxend Maxend ZG Tel.: directie@maxend.nl. Protocol Nieuwe Pesten ( digitaal pesten )

Pestprotocol. Definitieve versie 29 juni

Pestprotocol De Leemstee. Inleiding

Anti-pest protocol. van. Daltonschool de Fladderiep

ZEG NEE! TEGEN PESTEN! PESTACTIEPLAN

3. Wat is pesten? vechten,

Pestbeleid Rijnlands Lyceum Wassenaar

Pestprotocol PCBS Willem van Oranje

Spoele: een schoolvisie over pesten

Iedereen is hier oké!

PESTPROTOCOL CBS De Borgh

De Linde / Theo Thijssen. Anti-pestprotocol. Obs Drieborg

Dit is een verklaring van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, ouders en leerlingen van o.b.s. de Piramide, locatie Woolderschool.

Pestprotocol Rietslenke.

Project voor een verdraagzame school

Bij onderstaande fasen van pesten wordt steeds aangegeven om welke ernst het gaat, en welke actie zal ondernomen door medewerkers van de school.

Het Mozaïek-kinderprotocol tegen pesten (voor kinderen van groep 3 t/m 8)

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Dit protocol beschrijft de manier waarop we als Montessorischool Bilthoven omgaan met pestproblemen.

Pestprotocol O.B.S. Giessen-Oudekerk

Pest- en gedragsprotocol voor de kinderen van de Boeier

Pestprotocol. Antoniusschool

PROTOCOL TEGEN PESTEN

Achtergrond informatie:

INHOUD. Anti-pest Charter 2

Pestprotocol OBS Mathenesse Januari 2010

Gedragsprotocol ; OBS t Zwanenest, Schagerbrug

Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken.

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

Anti-pestbeleid KW-school

Pestprotocol De Triangel. Pestprotocol. Versiedatum: oktober Status: versie 1 vastgesteld

OBS De Vogels Jac.P. Thijsselaan PM Oegstgeest. PESTPROTOCOL De Vogels

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten.

Pestprotocol De Tandem

Protocol. Pestprotocol

Het veilige pedagogische klimaat van de school

Pest- en gedragsprotocol

Jullie bepalen indien het pesten of plagen is

Verdraagzaamheidsplan Gravenbos

HELP, IK WORD GEPEST, WAT NU????

Pestprotocol (uit ons document; gedragscode 4.2; uitwerking pesten)

3.2.4 Pestprotocol. Stappenplan bij ruzies en pestgedrag

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Wat is kindermishandeling? Hoe kan kindermishandeling stoppen? Wie kan je hierbij helpen?

Protocol Pesten. Herenoord JJ Rotterdam - T

Inleiding Pesten hoe ga je er mee om blz. 2 1 Wat verstaan wij onder (digitaal) pesten blz. 3

Anti pestprotocol OBS DE BOUWSTEEN

Anti-pestprotocol. Vormen van pesten: Dit zijn voorbeelden van pesten. Er zijn natuurlijk ook nog andere voorbeelden te noemen.

Pestprotocol Het Mozaïek

Transcriptie:

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 1 Pesten... alarmfase 1! AU T E U R I N H O U D Eddy Nuyttens (1) Directeur Vrije basisschool Biest- Jager in Waregem 1. Inleiding 2. Beleidsplan GOK 3. De aanzet 4. Pesten # Plagen 4.1. Welke vormen bestaan er? 4.2. Waarom wordt er gepest? 4.3. Wie zijn de actoren? 4.4. Wat nu? 5. Pestactieplan in acht stappen 5.1. Ondersteunend gesprek met de gepeste leerling (= slachtoffer) 5.2. Collega s informeren en verscherpt toezicht houden 5.3. Een week incidenten observeren 5.4. Confronterend gesprek met de pester(s) 5.5. Klasgesprek 5.6. Gedragscode van de leerlingen toepassen 5.7. Oudergesprek: pester gepeste 5.8. De opvolging 6. Cyberpesten: een verhaal apart 7. Tot slot 8. Literatuur Bijlage: Actieplan pesten (1) Contactadres: Bieststraat 75, 8790 Waregem, tel./fax: 056 60 39 41, e-mail: info@biestjager.com, website: www.biestjager.com November 2006-155

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 2 K R A C H T L I J N E N Pesten is niets nieuws: het heeft altijd bestaan, maar tegenwoordig kent het meer verschijningsvormen en wordt het ook erkend als een serieus probleem. En aan dat probleem proberen we natuurlijk iets te doen. Maar de vraag is: hoe kunnen we dat doen? De auteur gaat hier eerst kort in op de verschillende vormen van pesten op en buiten school, kadert het verschijnsel tegen de achtergrond van het gelijkeonderwijskansenbeleid en gaat ten slotte dieper in op hoe we concreet iets kunnen doen aan pestgedrag en liever nog hoe we het kunnen voorkomen. Het geheel wordt geïllustreerd met voorbeelden. November 2006-156

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 3 1. Inleiding Het onderwijs van vandaag is niet meer hetzelfde als enkele decennia geleden. Maatschappelijke invloeden, de roep vanuit de samenleving, het onderwijsbeleid dat hierop inspeelt,... dit alles zorgt voor veranderingen in de visie op de opdrachten van de basisschool. De pestproblematiek zoals we die vandaag kennen, en de manier waarop we hier mee omgaan, is daarvan een perfect voorbeeld. Heel veel nascholingscentra plaatsen een item als pesten vandaag de dag op nummer één in hun aanbod. Pesten op zich is echter niets nieuws, het is een problematiek die maatschappelijk altijd heeft bestaan, alleen wordt pesten vandaag de dag duidelijk erkend en proberen we er als volwassenen correct mee om te gaan. Elke vorm van pesten is en blijft een schending van het mensenrecht en kan strafrechtelijke gevolgen hebben. En als we het hebben over mensenrecht, betekent dit ook dat het een recht is van elk kind. Het kinderrechtenverdrag (1989) geeft heel duidelijk aan dat kinderen recht hebben op provisie (recht op levensmiddelen, hulpverlening,...), op participatie (recht op inspraak, gehoord worden,...) én het recht op protectie (bescherming tegen elke vorm van fysisch, psychisch en seksueel geweld). In het pedagogisch project van vele scholen lezen we dat er aandacht gaat naar het leren samenwerken, het leren verdraagzaam zijn t.o.v. elkaar, het leren begrip opbrengen voor de eigen mogelijkheden en beperktheden, het opbrengen van respect voor prestaties van anderen, het niet participeren aan pesterijen,... Ook onze school streeft ernaar dit te concretiseren in de dagdagelijkse werking. 2. Beleidsplan GOK pdca: plan, do, check & act sociale vaardigheden Ons verhaal begint een aantal jaren terug bij de uitwerking van het thema Een positief zelfbeeld en sociale competentie bij de leerlingen stimuleren. Dit in het kader van de eerste driejarige cyclus gelijke onderwijskansen (GOK). De school kiest hierbij om een duidelijke strategie op te zetten met oog voor de kwaliteitscirkel (PDCA): we plannen door doelen te formuleren op de school-, leerkracht-, leerling- én ouderniveau (PLAN); we voeren uit door acties te koppelen aan de doelen (DO); daarna evalueren we het onderwijskundig proces (CHECK) en borgen wat goed is en sturen bij waar nodig (ACT). De leerlingen sociaal vaardiger maken gebeurt door gebruik te maken van het middel axenroos, waarbij projectmatig de tien relatiewijzen of axen hun ingang krijgen op school. In het beleidsplan schenken we geen aandacht aan de aanpak van pestgedrag. Waarom zouden we? Bij ons pesten ze elkaar toch niet! Het staat trouwens uitdrukkelijk in het pedagogisch project én in het schoolreglement dat pesten niet getolereerd wordt in onze school. Dit is toch duidelijke taal naar leerlingen en ouders,... of net niet?! In dit verder schrijven wil ik getuigen hoe wij pesten op school hebben beleefd én doorleefd. November 2006-35

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 4 3. De aanzet een concreet voorbeeld pestactieplan November 2003, zondagvoormiddag 10 uur. Er wordt aangebeld. Aan de deur staat een bonk van een kerel, handen in de zij, mij doortastend aankijkend. Ik verwelkom de man en vraag hem waarmee ik hem van dienst kan zijn. Hij roept en brult dat hij het beu is met de situatie op school en dat hij mij onmiddellijk wil spreken. Ik voel meteen de ernst van de zaak aan en vraag de man binnen, hij ondertussen nog altijd boven zijn theewater. Na een poos slaag ik erin de man tot bedaren te brengen en een gesprek op te zetten. Om een lang verhaal kort te maken... Hij is de papa van Louis van de 5de klas, heet John, is vrachtwagenchauffeur van beroep en heel weinig thuis. Hij vertelt dat drie kinderen uit de klas zijn zoon pesten en eist dat het pesten nu eindelijk eens zou stoppen. Ik toon begrip voor zijn verhaal, maar heb totaal geen weet van het feit dat andere kinderen Louis zouden pesten. John toont mij een briefje, eigenhandig door zijn zoon geschreven. Ik lees het volgende: Ze duwen mij altijd in het hoekje aan de vuilnisbakken en slaan op mijn rug. Daarna duwen ze mij op de grond en Jan zet zijn been op mijn rug en trekt aan mijn haren. In de rij spuwen ze heel vaak op mijn jas. Ik durf het niet te zeggen omdat ze mij nog meer zouden pesten. Ze zeggen dat ik een homo ben en op Rik ben. In de klas breken ze mijn kleurpotloden en verstoppen mijn schrijfgerief. Mijn vulpen heb ik nog altijd niet terug. Ze roddelen over mij, sluiten mij altijd uit en strooien leugens rond. Ik ben echt bang om naar school te gaan. Ik zou liever dood zijn. Ik ben sprakeloos, druk mijn verontwaardiging uit tegenover de papa van Louis en beloof hem het hierbij niet te laten. John bedankt mij voor het luisteren en hoopt dat dit de situatie grondig zal veranderen. s Anderendaags doe ik mijn verhaal tijdens de koffiepauze, het briefje van Louis in de hand. Het team is sprakeloos en de reactie is er één van dit kan toch niet! We besluiten er op korte termijn werk van te maken en vormen nog datzelfde moment een werkgroep. Het team informeert zich over de problematiek, overlegt gedurende één week elke avond en krijgt hulp van het Centrum voor Leerlingbegeleiding (CLB). Er worden op korte termijn twee bijkomende personeelsvergaderingen ingevoegd waarin zowel de theorie over pesten als het actieplan worden voorgesteld, besproken en bijgestuurd. In consensus wordt het actieplan goedgekeurd, ermee rekening houdend dat het op het einde van het schooljaar wordt geëvalueerd. 4. Pesten # Plagen Het is van groot belang dat elke klacht over pesten ernstig wordt genomen. Wanneer een leerling zegt dat hij(1) gepest wordt, mogen we dat zeker niet minimaliseren. We gaan in eerste instantie mee in zijn of haar waarheid en belevingswereld. Daarbij moeten we steeds bedenken dat pesten niet hetzelfde is als plagen. (1) We spreken in dit artikel uitsluitend over hij en hem, maar hier zou uiteraard evengoed zij of haar kunnen staan. November 2006-36

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 5 pesten plagen Pesten gebeurt opzettelijk en systematisch en er is sprake van een ongelijke strijd (vaak één kind tegenover een groep). Pesten kan zowel psychische als fysische schade aanbrengen. Het slachtoffer kan zich veelal niet verweren. Plagen is dan weer als grap bedoeld, gebeurt niet systematisch en er zijn gelijke verhoudingen. Plagen brengt geen schade toe en het slachtoffer kan zich steeds voldoende verweren. 4.1. Welke vormen bestaan er? klassiek pesten cyberpesten Pesten gebeurt veelal met (scheld)woorden, maar er kan ook lichamelijke schade worden toegebracht. Veelvuldig uitsluiten, voortdurend achtervolgen, bestelen, zaken vernielen en afpersen kunnen we eveneens in deze categorie onderbrengen. Er wordt doorgaans gepest op plaatsen waar er geen of verminderd toezicht is, waar de regels minder strak zijn (bv. in het sanitair blok, in hoekjes van de speelplaats, bij het naar de klasrij gaan, op de trap naar de klas, enz.). Een meer recente vorm van pesten is het cyberpesten : het pesten gebeurt dan via de nieuwe informatie- en communicatietechnologie (internet, gsm,...) en kan de volgende vormen aannemen: Verbaal pesten: beledigende, agressieve, vernederende, bedreigende boodschappen doorsturen via mail, gsm, sms, chatroom op internet,... Non-verbaal pesten: obscene foto s doorsturen, foto s van het slachtoffer bewerken en op het web zetten. Sociaal pesten: uitsluiten in chatgroepen (msn). De pesters surfen vaak op het internet en ervaren thuis weinig controle bij internet- en gsm-gebruik. Ze slaan het liefst toe vanuit een veilige, anonieme positie en misbruiken de kwetsbaarheid van het slachtoffer (naïef, angstig, minder thuis in ICT, geïsoleerd,...). De gepeste kinderen gaan vaak onvoorzichtig om met internet. Ze zetten bijvoorbeeld persoonlijke informatie of foto s op het web, of geven hun paswoord door. Bovendien verzwijgen ze meestel wat ze meemaken en zijn bang (om uitgelachen of nog harder gepest te worden), bezorgd (willen hun ouders niet ongerust maken) of leggen de schuld volledig bij zichzelf: Ik zal het wel verdiend hebben. De meelopers ervaren het cyberpesten vaak als onrechtvaardig, maar weten niet hoe ze moeten reageren of zijn bang voor represailles. De gevolgen van cyberpesten zijn vaak harder en hebben een grotere impact dan het klassieke pesten, met name door het anonieme karakter, de indringendheid (het gebeurt niet enkel binnen de schoolpoorten, maar dringt ook de thuiswereld van het slachtoffer binnen) en de reikwijdte (het aantal toeschouwers is groter bij gewoon pesten). De slachtoffers van cyberpesten hebben vaak meer last van stress en voelen zich minder veilig. November 2006-37

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 6 4.2. Waarom wordt er gepest? sociale verhoudingen in de groep Het heeft vaak te maken met de sociale verhoudingen in groep. Het begint vaak als een spel, met het idee dat het gepeste kind erom vraagt. De pester (pestkop) ervaart succes en dat smaakt naar meer. Vervolgens krijgt de hij aandacht van de zogenaamde meelopers. Dat zijn de kinderen die maar meedoen met de pester, vaak uit angst anders zelf ook gepest te worden. Dat versterkt natuurlijk de positie van de pestkop in de groep. Het spelletje dat in het begin misschien eerder onschuldig was wordt een gewoonte. Pesters zijn zich helemaal van geen kwaad bewust en voelen zich dan ook niet schuldig. 4.3. Wie zijn de actoren? gepeste kinderen pesters meelopers Pesten doe je niet alleen... Zoals hierboven al bleek, onderscheiden we bij het pesten altijd drie actoren, namelijk de gepeste kinderen, de pesters (ook wel pestkoppen genoemd) en de meelopers. Gepeste kinderen kunnen volgende kenmerken hebben: ze vertonen afwijkend gedrag; hebben andere hobby s of interesses dan de rest van de groep; zijn heel sterk of juist heel zwak voor bepaalde leervakken; zijn onhandig in sport en spel; zijn weinig assertief; hebben een laag zelfbeeld; zijn angstig en onzeker in groep; zijn vaak eenzaam of in zichzelf gekeerd; zoeken vaak toenadering tot volwassenen of kinderen van een andere leeftijd (vaak jongere kinderen). Pesters (pestkoppen) kunnen volgende kenmerken vertonen: ze zijn sterk in een groep; lijken uiterst zelfverzekerd; zijn verbaal sterk; zijn agressief t.o.v. kinderen en volwassenen (worden soms door hun ouders aangespoord tot agressief gedrag); dwingen populariteit af; maken moeilijk echte vrienden; vervelen zich; zoeken ambiance. Er zijn evenveel jongens als meisjes die pesten. Jongens doen het meestal directer, meisjes minder direct, maar subtieler. Meelopers zijn niet rechtstreeks bij het pesten betrokken, maar kijken toe van op een afstand, lachen mee, bewonderen de pesters, zijn bang om zelf gepest te worden en voelen zich helemaal niet verantwoordelijk. November 2006-38

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 7 4.4. Wat nu? We weten nu wat pesten is. Maar hoe pakken we deze problematiek aan op schoolniveau? Welke stappen worden er gezet vanaf het moment dat er pestgedrag op school wordt vastgesteld? Laten we even terugkeren naar ons concrete voorbeeld, namelijk dat van Louis. Naar aanleiding van dit voorval werkt het team acht stappen uit om te komen tot een actieplan. In wat volgt bespreken we die acht stappen, steeds aan de hand van ons voorbeeld. 5. Pestactieplan in acht stappen 5.1. Ondersteunend gesprek met de gepeste leerling (= slachtoffer) stap 1 Vooraleer een dergelijk gesprek plaatsvindt, heeft de klasleerkracht eerst een onderhoud met de directeur over het pestprobleem. In sommige gevallen (indien er voldoende gegevens vooraf gekend zijn) kan het gesprek met de gepeste leerling worden voorbereid. Zoals in ons voorbeeld... De inhoud van het briefje dat de directeur van John kreeg, wordt nog eens grondig besproken. Het gesprek met Louis vindt vervolgens plaats in het bureau van de directeur, in het bijzijn van de klasleerkracht. Dit kan tijdens de lessen gebeuren, omdat elke klasleerkracht één uurtje zorg geeft (soms binnen, soms buiten het klaslokaal). Onder het voorwendsel van werken aan spelling, wordt Louis uit de klas genomen. De andere leerlingen zijn zich van geen kwaad bewust. Eenmaal in het bureau van de directeur wordt het gesprek met Louis gevoerd. Het is altijd erg belangrijk dat de gepeste leerling zich op zijn gemak voelt, dat je aangeeft dat je hem gelooft en steunt. Louis voelt zich goed en kan perfect verwoorden wat er op het briefje staat dat hij vorige week schreef en aan zijn papa gaf. Zowel de klasleerkracht als de directeur tonen begrip en geven aan dat dit een zeer ernstige zaak is. Louis is duidelijk ontspannen en zegt dat hij het gevoel heeft dat hij eindelijk gehoord wordt, dat er eindelijk eens iets aan dat pesten zal worden gedaan. Op elke zin in het briefje plakt hij de naam van een klasgenoot. Drie namen komen steeds terug, namelijk Bart, Jan en Piet. We beloven Louis dat hij onze onvoorwaardelijke steun krijgt en we hem zullen helpen. Vervolgens vertellen we Louis hoe we het verder zullen aanpakken. Op die manier krijgen we vertrouwen. Onze volgende stap is dat we alle leerkrachten zullen informeren. Er zal overal verscherpt toezicht zijn. We vragen Louis om niets te laten merken aan de andere kinderen. Dit is ons geheim, het geheim dat de uil kan dragen (axenroos). November 2006-39

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 8 5.2. Collega s informeren en verscherpt toezicht houden stap 2 We informeren alle collega s en vragen verscherpt en discreet toezicht te houden op de speelplaats en andere gevaarlijke plaatsen. Deze informatieoverdracht kan gebeuren op een personeelsvergadering of zelfs in een koffiepauze. 5.3. Een week incidenten observeren stap 3 We vragen alle collega s een week lang eventuele incidenten te observeren en (schriftelijk) aan de directeur te melden. Dit geeft de directeur nog meer voeding in aanloop naar het gesprek met de pester(s). 5.4. Confronterend gesprek met de pester(s) stap 4 Ook hier bereid je het gesprek best zeer goed voor. Klasleerkracht en directeur verzamelen eerst alle informatie en nemen die samen nog eens door. Er worden afspraken gemaakt over wie wat zal zeggen en hoe er op elkaar kan worden ingespeeld. Wanneer dat alles is bepaald, worden de pesters één voor één naar het bureau van de directeur gebracht. Opnieuw onder het voorwendsel van zorgverbreding. Het gesprek begin je onmiddellijk en autoritair. De pester wordt in hoog tempo geconfronteerd met verschillende voorvallen, waardoor deze het gevoel krijgt geen kant meer uit te kunnen. Hij wordt dan a.h.w. met de rug tegen de muur gezet door een spervuur van feiten. Het is helemaal niet de bedoeling om in dialoog te gaan met de pester! Blijf het gesprek voeren op autoritaire toon. Laat duidelijk aanvoelen dat je alles weet en dat er geen speld tussen te krijgen is. Vul elkaar aan en las weinig of geen pauzes in. In ons concrete geval volgen er tranen en excuses. Jan geeft toe dat hetgeen hem ten laste wordt gelegd, waar is en dat hij een potentiële pester is. Confronteer de pester ook steeds met de gevolgen van zijn gedrag. De directeur zegt dat Louis zich hierdoor heel slecht voelt, bijna niet meer kan slapen, geen zin meer heeft om naar school te komen en zelfs liever dood zou zijn. Zo probeer je te bereiken dat de pester begrip kan opbrengen voor het gevoel van het gepeste kind. En je mag ervan op aan dat dit niemand koud laat. De pester wordt ingelicht over de stappen die reeds werden ondernomen en die verder ondernomen zullen worden. Aan Jan wordt duidelijk gemaakt dat wraak t.o.v. Louis (de gepeste) zwaar gesanctioneerd zal worden. De directeur en de klasleerkracht sluiten het gesprek af met een boodschap en een vraag. De boodschap luidt dat zij niet alleen Louis, maar ook Jan willen helpen. Jan heeft een heel groot probleem en beseft het blijkbaar nu pas! Als vraag krijgt Jan: Hoe ga je de schade die je bij Louis hebt aangericht herstellen? Jan antwoordt: Ik zal er tijdens het speelkwartiertje naartoe gaan, mijn excuses aanbieden en dit gedrag nooit meer stellen. Alvast een goed begin. Bart en Piet ondergaan hetzelfde kruisverhoor. Ook zij geven de feiten toe en zoeken naar herstelgedrag. November 2006-40

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 9 5.5. Klasgesprek stap 5 De klasleerkracht en eventueel de directeur voeren best diezelfde dag nog een klasgesprek over het pestprobleem. Daarin komen volgende zaken aan bod: Wat is pesten? (cf. Theoretisch kader gedragscode leerlingen in bijlage). Pesten: NNN (Niet Nooit Nergens). Pesters: namen worden genoemd en op bord genoteerd (zonder kwetsend te zijn). Gepeste: namen noemen en steunen. Meelopers: belang van deze groep beklemtonen. Het pestprobleem wordt geduid: er worden drie groepen op het bord geplaatst, namelijk de gepeste leerling, de pester(s) en de meelopers. Ook het gesprek met de klasgroep wordt op een autoritaire toon gevoerd. Beklemtoon dat je de situatie meester bent en dat overtredingen gesanctioneerd zullen worden. Maak duidelijk dat zowel het gepeste kind als de pesters moeten worden geholpen en dat de meelopers hierbij een cruciale rol spelen. 5.6. Gedragscode van de leerlingen toepassen stap 6 De gedragscode van de leerlingen wordt stapsgewijs uit de doeken gedaan. Dit is een document waarop leerlingen én leerkrachten ten allen tijde kunnen op terugvallen: pester onder toezicht; meelopers: pestgedrag signaleren; pester mijden, zeker niet steunen; gepeste steunen. 5.7. Oudergesprek: pester gepeste stap 7 Nadien nodigen de klasleerkracht en de directeur achtereenvolgens de ouders van de gepeste en de pester uit voor een gesprek. De ouders van Louis worden als eerste uitgenodigd. Het gesprek verloopt rustig en we verschaffen hen gerichte informatie over onze aanpak. We geven hen onze onvoorwaardelijke steun en beloven hen verder op de hoogte te houden. Ze zijn tevreden over het feit dat er nu daadwerkelijk iets gebeurt. We zeggen hen dat we ook de ouders van de pesters hebben uitgenodigd voor een gesprek. s Anderendaags vindt er ook een afzonderlijk gesprek met de ouders van de pesters plaats op school. Deze gesprekken verlopen wat moeizamer... mijn kind, schoon kind. Ook hen geven we informatie over de concrete voorvallen waar hun kind bij betrokken was. Vervolgens geven we uitleg over onze aanpak. Aan de ouders vragen we het pesten af te keuren en dat ook heel duidelijk te maken aan hun kind. Tot slot delen we mee dat er een opvolgingsgesprek zal plaatsvinden met de pester. Indien dat positief is, zal dit in de klasgroep worden aangemoedigd. November 2006-41

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 10 z z Ook hun kind willen we helpen en blijven we graag zien, met dien verstande dat het pestgedrag in de toekomst achterwege blijft. Elk kind krijgt een tweede kans! Het valt ons op hoe deze ouders verwonderd zijn over het pestgedrag van hun kind. Dit wisten ze niet... Thuis is t zo ne lieven, meneer de directeur. 5.8. De opvolging stap 8 In het opvolgingsgesprek met de gepeste leerling wordt nagegaan of de situatie na het ingrijpen is geëvolueerd. De gepeste zal blijvend worden gesteund. Ook kunnen een aantal hulpmiddelen worden aangeboden: een vertrouwenspersoon, jeugdboeken, tips voor gedragingen en omgaan met pesters,... In het opvolgingsgesprek met de pesters wordt eveneens nagegaan of de situatie na het ingrijpen is geëvolueerd. We spelen in op hun gevoelens. Ze blijven van nabij gevolgd worden. Positieve evolutie wordt aangemoedigd. We geven aan dat zij nog alle kansen krijgen, maar dat bij een negatieve evolutie een bijkomend confronterend gesprek met een daaraan gekoppelde sanctie zal volgen. stand van zaken in Vlaanderen het zal je kind maar wezen pesten verpest de sfeer Onderzoeken wijzen uit dat in de Vlaamse scholen gemiddeld één kind op vijf gepest wordt. Ten minste één kind op twintig krijgt er wekelijks tot zelfs dagelijks mee te maken. Omgerekend telt elke Vlaamse klas een gepeste en een pester. Dat de schooltijd voor de slachtoffers van pestproblemen een helse tijd is, zal wel niemand betwijfelen. Angst, verdriet en eenzaamheid zijn voor hen dagelijks terugkerende gevoelens. Als iedereen je links laat liggen en de pesterijen niet ophouden, is dit op termijn onhoudbaar. Je wordt ziek, wanhopig, depressief... Als ouder hoop je natuurlijk dat je kind zoiets nooit moet meemaken. Toch is het evenmin een pretje als je te horen krijgt dat jouw kind een pestkop is. Hoe lastig je kind thuis ook mag zijn, het doet altijd pijn als anderen dit soort beschuldigingen uitspreken. Je krijgt als ouder meteen het gevoel dat je gefaald hebt, dat je kind niet fatsoenlijk kan omgaan met anderen omdat jij het slecht hebt opgevoed. Toch moet dit heel sterk gerelativeerd worden... geen enkele ouder is hier vrij van, wees gerust! Vergeet ook nooit dat als je kind niet rechtstreeks betrokken is bij pesterijen, het toch niet echt gespaard blijft. Kinderen die wij als toeschouwers of meelopers beschouwen, verkeren dikwijls in een lastig parket. Uit angst voor de pester(s) durven ze er meestal met niemand over te praten. Hoewel ze vaak meevoelen met het gepeste kind, pesten sommigen onder hen toch mee. Pesterijen wegen op elke groep en zorgen er voor een onbehaaglijk, onveilig klimaat. Kinderen gaan zich omwille van pesterijen onoprecht en asociaal gedragen. Spontaan en vrij samen spelen is er dan niet meer bij... Onze schoolvisie is heel duidelijk. Pesten kan Niet, Nooit, Nergens (NNN)! Pesterijen zijn niet goed te praten, je kunt ze hoogstens (proberen te) begrijpen. Ze druisen in tegen al het waardevolle dat we onze kinderen proberen mee te geven. November 2006-42

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 11 z z Sinds het bezoek van John (de papa van Louis) is er op onze school heel veel gebeurd aangaande deze problematiek... gelukkig maar. Om de anonimiteit van de leerlingen en de ouders te waarborgen, hebben we enkele details in het verhaal gewijzigd. De namen van alle leerlingen en ouders zijn uiteraard fictief. We onthouden dat de belangrijkste elementen in de aanpak zijn: de individuele gesprekken met de gepeste, de confronterende gesprekken met de pester(s) of pestkop(pen), het aanmoedigen van empathie, de gedeelde verantwoordelijkheid (gepeste, pester én meelopers), het probleemoplossend werken. 6. Cyberpesten: een verhaal apart kinderen en internet Om cyberpesten aan te pakken, kunnen we ook het actieplan en de gedragscodes gebruiken (zie bijlage). Toch doet de school er goed aan eveneens het opvoedende karakter van het internet over te brengen op haar leerlingen. Maak duidelijk wat internet is. Veel leerlingen weten dat niet. Laat het probleem van cyberpesten aan bod komen (bv. sociale vaardigheidstraining in de klas). Maak ze verantwoordelijk voor hun daden. Op msn zeggen leerlingen vaak dingen die ze in het gewone leven tegen niemand zouden durven uitspreken. Help ze de consequenties begrijpen. Veel kinderen weten niet wat het bij anderen teweegbrengt wanneer ze iemand belachelijk maken op het web. Het lijkt een spel. Vertel wat strafbaar is (bv. zich voordoen als iemand anders is strafbaar, foto s publiceren op het internet zonder toestemming van de persoon in kwestie is strafbaar!). Benoem de mogelijke gevolgen voor henzelf en voor hun ouders (straffen, relationele schade). Werk aan het welbevinden van de leerlingen. Leerlingen die zich goed voelen en zich niet vervelen, pesten niet. Sensibiliseer. Veel leerkrachten zeggen dat ze niks te maken hebben met cyberpesten (omdat het van thuis uit gebeurt). Dit mag echter geen reden zijn om deze problematiek links te laten liggen. Informeer het team. Hoe gebruiken leerlingen de nieuwe media? Laat merken aan ouders én leerlingen dat je het probleem van cyberpesten kent en dat je het niet duldt. Laat tegelijkertijd voelen dat je het belangrijk vindt dat ouders en leerlingen cyberpesterijen komen melden. Ook al heeft de zaak soms niets met de school te maken, de gevolgen voor de leerling zijn meestal wel voelbaar in de klas. November 2006-43

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 12 z z de rol van de ouders Bij deze vorm van pesten mogen we zeker de ouders niet vergeten. Zij kunnen immers ook een belangrijke rol spelen bij het voorkomen of stoppen van cyberpesten. Wat kun je als leerkracht of team doen? De ouders zijn verantwoordelijk voor wat hun kind doet op het web. Sensibiliseer ze om hun kind op te volgen. Raad de ouders aan om zich meer betrokken te voelen bij het cybergedrag van hun kinderen, zodat ouders weten wat kinderen zoal ontvangen van beeldmateriaal, berichten, links en of er misschien ook sprake is van pesten. Vraag de ouders om mogelijke cyberpestproblemen snel te melden. Organiseer een vorming voor de leerkrachten en de ouders. Wat is cyberpesten? Wat zijn de grote gevaren van het internet? 7. Tot slot Pesten heeft veelal met zich vervelen te maken. Vandaar dat scholen het best werken met preventieve maatregelen zoals: speelplaatsspelen, sport tijdens de middag, muziek en dans op de speelplaats, speelgoedkoffers, vrij podium,... Het pestvrij houden van de school zou de maximale ambitie van alle scholen moeten zijn. De kinderen kunnen er alleen maar wel bij varen. 8. Literatuur Buddelmeyer, L. (red.), Pesten hoort er niet bij! Informatie en advies voor ouders van kinderen van 8 tot 15 jaar, (met gratis brochure: Kinderen pesten kinderen), Amersfoort, 1993. Pesten bij jongeren, Educatief project (Didactische werkmap), Brussel, BDJ-Jeugd & Vrede. Stevens, V. en Van Oost, P., Pesten op school (Actieprogramma Universiteit Gent / Gedrag en Gezondheid), Leuven, Garant, 1995. Robinson, G. en Maines, B. Een schreeuw om hulp. De no-blame-aanpak bij pesten, Mechelen, Bakermat, 2003. Graindourze, L., De no-blame-aanpak bij pesten in Caleidoscoop, 16de jaargang, nr. 4, 2004. Vyncke, P., Veilig op het internet, Tielt, Lannoo, 2005. Enkele interessante websites: www.klasse.be/eerstelijn www.safariinternet.be November 2006-44

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 13 z z Bijlage: Actieplan pesten / November 2006-45

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 14 z z PESTEN GEDRAGSCODE / AFSPRAKEN LEERLINGEN cf. Actieplan 5 1. Weet wat pesten is Ik (pestkop) toon mij steeds de baas over de andere(n) door: te vechten, te slaan, te knijpen, weg te duwen, te spuwen; aan de kleren te trekken, te bevuilen, te beschadigen; te schelden, te verwijten, uit te lachen, te spotten, te vernederen; spullen stuk te maken; de andere uit te sluiten, links te laten liggen, niet naar om te zien; niet te willen samenwerken of samenspelen; het spel te storen of oneerlijk te spelen; de andere te bedreigen, bang te maken. 2. Pesten mag NIET, NOOIT en NERGENS (NNN)! Er zal verscherpt toezicht zijn: in de klas; in de gangen; op de trap; in de eetzaal; in de toiletten; in de thuisrijen; op de speelplaats. 3. Als je pest, kan dat nare gevolgen hebben: er komt een gesprek met klasleerkracht (ev. ondersteund door kernlkr.); alle leerkrachten worden op de hoogte gesteld; er volgt zeer nauwe observatie en opvolging; je ouders worden op de hoogte gesteld; je moet zorgen dat de schade hersteld wordt; bij herhaaldelijk pesten volgen er sancties. Ga eens na waarom je de ander pest! 4. Doe NOOIT mee met iemand die pest, dit is even erg als pesten 5. Als je ziet dat er gepest wordt, moet je durven tussenkomen Aan de pester moet je durven zeggen dat hij verkeerd is, dat dat flauw is. Je moet het durven opnemen voor wie gepest wordt. 6. Als je ziet pesten, meld je dit het best aan de leerkracht Dit is geen klikken!!! 7. Als je een gepest kind alleen ziet, nodig het dan uit om mee te spelen en zeg dat je niet akkoord gaat met de pester November 2006-46

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 15 z z 8. Als iemand je iets onprettigs aandoet, doe dan nooit hetzelfde terug Dus niet terugschoppen, terugschelden,... 9. Stap naar de pester toe en zeg dat je het gepest niet leuk vindt 10. Als iemand je herhaaldelijk iets onprettigs aandoet, durf er dan over te spreken Bijvoorbeeld met je ouders, je leerkracht of de directeur. Je vindt zeker een luisterend oor. 11. Let ervoor op dat je het pesten niet zelf uitlokt 12. Blijf uit de buurt van de pester Zonder je niet af, maar speel met anderen. 13. De juf of meester zal nooit verklappen wie gezegd heeft dat er gepest wordt. PESTEN GEDRAGSCODE / AFSPRAKEN LEERKRACHTEN cf. Actieplan 1 Stap 1: Melding pestprobleem (individueel niveau) 1. Ondersteunend gesprek met de gepeste (zie Actieplan pesten 1): laat het kind het voorval vertellen; vraag naar bijkomende voorvallen (zo kun je pesten onderscheiden van plagen en heb je concrete aanklachten tegen de pester); geef je onvoorwaardelijke steun en stel het kind gerust; vertel het kind dat het geen zwakkeling is en het recht heeft te zijn wie het is; licht het kind in over de stappen die zullen worden genomen. (schoolniveau) 2. Elke leerkracht die pesten vaststelt, reageert onmiddellijk en zet het actieplan in gang (zie Actieplan pesten). Op die manier kan de pester worden gestopt en kan erger worden voorkomen (zie Gedragscode leerkrachten). (schoolniveau) 3. De leerkracht die het pestprobleem vaststelt, informeert de andere leerkrachten over de situatie, de pester(s), de gepeste en de meelopers (zie Actieplan pesten). November 2006-47

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 16 z z Stap 2: Verzamelen van informatie (schoolniveau) 1. Alle leerkrachten observeren gedurende een week het pestprobleem, houden verscherpt toezicht, stoppen het pestgedrag en informeren de leerkracht die het pestprobleem vaststelde (zie Actieplan pesten 3). Stap 3: Ingrijpen actie (individueel niveau) 1. Confronterend gesprek met de pester (zie Actieplan pesten 4): zorg dat je goed voorbereid bent; wees concreet: geef verschillende duidelijke voorvallen; vraag naar de beweegredenen van het pestgedrag; voer het gesprek indien mogelijk met een andere volwassene (zo kun je vlot op elkaar inspelen); confronteer de pester met de gevolgen van zijn gedrag; niet enkel de gepeste, maar ook de pester heeft een probleem; maak duidelijk dat wraak t.o.v. de gepeste zwaar gesanctioneerd zal worden; licht het kind in over de stappen die zullen worden genomen; voer het gesprek op een autoritaire toon; het is niet de bedoeling om in dialoog te gaan met de pester. (klasniveau) 2. De leerkracht start Gedragscode leerlingen op (zie Actieplan pesten 5) (klasniveau) 3. De leerkracht voert een klasgesprek over het pestprobleem (zie Actieplan pesten 5). Daarin komen volgende zaken aan bod: a. Wat is pesten? (zie theoretisch kader) b. Pesten: NNN (Niet Nooit Nergens); zoniet volgt sanctie. c. Pesters: namen noemen zonder te kwetsen. d. Gepeste: namen noemen en steunen. e. Meelopers: belang van deze groep beklemtonen. Het is van belang dat dit degelijk wordt voorbereid. Het kernteam en de axenroos kunnen een bron van informatie en inspiratie zijn. Voer dit gesprek met een autoritaire ondertoon. Maak duidelijk dat je de situatie meester bent en overtredingen sanctioneert. (klasniveau) 4. De leerkracht ziet er op toe dat de gedragscode door de leerlingen wordt toegepast (zie Actieplan pesten 6) November 2006-48

Sociaal-emotionele begeleiding. Pesten Praktijkvoorbeelden 1. 17 z z (individueel niveau) 5. De leerkracht nodigt de ouders van de gepeste en van de pester(s) uit voor een gesprek (zie Actieplan pesten 7) Aandachtspunten voor gesprek met ouders van pester(s): praat over verschillende concrete voorvallen; vraag dat ook de ouders het pesten afkeuren; zorg dat de oorzaak van het probleem niet op het gedrag van de gepeste wordt afgeschoven. Aandachtspunten voor gesprek met ouders van de gepeste: je steun geven om het probleem op te lossen; de ouders verder op de hoogte houden; zonodig ouders doorverwijzen naar deskundige ondersteuning. Stap 4: opvolging (individueel niveau) 1. Opvolgingsgesprek met de gepeste (zie Actieplan pesten 8): vraag hoe de situatie na het ingrijpen is geëvolueerd; blijf het kind steunen; geef een aantal hulpmiddelen (vertrouwenspersoon jeugdboeken tips voor gedragingen). (individueel niveau) 2. Opvolgingsgesprek met de pester (zie Actieplan pesten 8): vraag hoe de situatie na het ingrijpen is geëvolueerd; maak duidelijk dat het kind van nabij wordt gevolgd; moedig positieve evolutie aan; meld dat er bij een negatieve evolutie een confronterend gesprek met sanctie zal volgen; geef een aantal hulpmiddelen (alternatieve reacties jeugdboeken tips voor gedragingen); maak duidelijk dat je het kind wilt helpen. November 2006-49