THEMA 4. Naut. Natuur en techniek LESWIJZER



Vergelijkbare documenten
Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2

Naut. Natuur en techniek. PROEFLESSENSYLLABUS Natuur en techniek Groep 6

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 4

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

en gezinsvorming Voortplanting Werkvormen: Lesdoelen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 5: Hoe ben ik geboren? Lesoverzicht Basis

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1

Weekprogramma: Week 1; 0 jaar De meegenomen foto s worden met de baby s bekeken. 1 jaar De kinderen wijzen zichzelf en de familie op foto s aan.

Gertrude van Walstijn

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

ONTDEKKINGSTOCHT. Veel plezier! Deze speurtocht is voor de hele familie! De sterretjes geven aan hoe moeilijk de vragen zijn. makkelijk moeilijk

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2

Extra: Voortplanting hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT LACHDUIF VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Dit is het lenteboekje van:

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

DE DAPPERE REIZIGER WERKBLAD DE STEKELBAARS: 1. DE STEKELBAARS IN BEELD 2. DAPPERE REIZIGER. De stekelbaars is een veelvoorkomend visje in Nederland.

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Spreekbeurt de grote Toppereend

dieren in de dierentuin

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Thema 4 Voortplanting

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i

De kinderen zochten zelf informatie op over de dieren die ze dagelijks verzorgen.

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

Kom jij ook uit een ei?


Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

Van eitje tot vlinder

De inhoud. 1. De inleiding. 2. De woordspin. 3. Het uiterlijk van de das. 4. Wat eet de das? 5. Waar wonen dassen? 6. Hoe wordt de das geboren?

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

WOLF. Huilend roofdier

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. KB-0191-a-13-1-b

De drinkenbroeders. Voorbereiding. Materiaal. Lesdoelen. Lesbrief 8 - De drinkenbroeders (1/6) Korte omschrijving aflevering. Lesinhoud.

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Hoe dieren wonen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

CHEETAH VAN DE POLDER

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Lente. Lente. Zomer. Herfst. Winter

DE IJSBEER. Super speurneus

Raar, maar waar! Natuur Na

SPREEKBEURT MANDARIJNEEND

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Over haaien, vissen en bruinvissen. Leerlingen ontdekken het verschil tussen hondshaaien, bruinvissen en vissen.

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

8 5 Aarde en heelal. Lees de vragen over de planeten in de tabel hieronder. Vragen over de planeten. Aarde Maan Mars

Bijlage VMBO-GL en TL

4-7 jaar Scharrelavontuur. 4-7 jaar Scharrelavontuur. Sterke geuren. Aardegeuren. Pluk een blaadje van een plantje.

Limburgs Landschap. natuurboekje van

Het houden van een spreekbeurt

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

Tobi en. de wilde bijen

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

SPREEKBEURT Chinchilla

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

PLANTEN VOORTPLANTING

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen.

mei 2014 vanaf 4 jaar tekst: Judith Nieken muziek: Ton Kerkhof Vogeltje, vogeltje - BVP Hint Music 2014

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Schildpadden Alex. Schildpadden. Geschreven door : Alex Groep : 7 Datum : 9 november 2014

Roodborstje tikt tegen 't raam, tik, tik, tik laat mij erin, laat mij erin. 't Is hier te guur en te koud naar mijn zin Laat mij er in, ja er in.

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK!

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Ordening. Klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Arie van der Veer & Ellen Laninga. Luister maar. Met illustraties van Rike Janssen. Boekencentrum

Voortplanting bij planten

Visje,visje, in de sloot. Waterdiertjes vangen en bekijken

Sociaal netwerk. Handleiding voor begeleiders

LESPAKKET GEDRAG. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Transcriptie:

THEMA 4 6 Naut Natuur en techniek LESWIJZER

Naut Leswijzer Thema 4 Voortplanting Inhoud Themaopening 2 Les 1 4 Les 2 12 Les 3 20 Les 4 28 Omschrijving thema 36 Achtergrondinformatie 36 Extra informatie les 1 38 Extra informatie les 2 38 Extra informatie les 3 39 Extra informatie les 4 40

Thema 4 Voortplanting thema 4 Voortplanting les 1 les 2 les 3 les 4 72 2 KIJKEN 506879_N_LB6_T4.indd 72 11-03-2008 16:31:03 Bekijk de themaplaat. Vraag: Worden de vogels gevoerd door de vader of de moeder? (Kan allebei.) Kunnen de jongen al vliegen? Lijken de jongen op hun ouders? MENING Vraag: Wat is de taak van deze vogelouders? Wat zijn de taken van mensenouders? Waarom zullen ouders zoveel moeite voor hun jongen/kinderen doen?

Voortplanting In de lente zie je jonge eendjes in de vijver, kikkervisjes in de sloot en plantsoenen vol jonge plantjes. Waar komt al dat nieuwe leven vandaan? Alles wat leeft, kan zich voortplanten. Dieren en planten zorgen dus zelf voor nieuw leven. Hoe doen ze dat? En hoe zorgen ze voor hun kinderen? Begrippen voortplanting eitje zaadje bevruchting broedzorg draagtijd nestblijver geboorte stamper meeldraad 73 506879_N_LB6_T4.indd 73 11-03-2008 16:31:28 LEZEN Laat de kinderen de tekst lezen. Vraag: Wat gebeurt er als een diersoort zich niet meer voortplant? ONTDEKKEN Ga terug naar de meningvraag. Vraag: Wat is de algemene reden dat mensen en veel dieren goed voor hun jongen zorgen? (Het voortbestaan van familie/soort.) 3

Les 1 Vader en moeder Lesdoelen De kinderen kunnen aangeven wat de rol van een vader en een moeder bij de voort planting is. kunnen uitleggen wat de rol van het eitje en het zaadje bij de bevruchting is. kunnen uitleggen wat bevruchting is en wanneer deze plaatsvindt. kunnen een voordeel noemen van het uitwisselen van eigenschappen bij geslachtelijke voortplanting. Begrippen voortplanting eitje zaadje bevruchting Lesschema (max 50 min.) Stap 1 10 min. Stap 2 10 min. Stap 3 15 min. Stap 4 10 min. Dit weet ik nu 5 min. thema 4 les 1 Vader en moeder les 2 les 3 les 4 Alle levende wezens kunnen zicht voortplanten. Zo ontstaat er steeds weer nieuw leven. De voortplanting zorgt ervoor dat mensen en dieren niet uitsterven. STAP 1 Puppy s van Tara vraagt Bram. Wilde je een zoon met bruine ogen die van skaten houdt? Daar heb ik niet op gelet, zegt mama lachend. Ik vond papa gewoon leuk. Hij is heel handig, dat wel. Daarin lijk jij op hem. Hij is ook netter dan ik. Dat heeft Roos van hem. En de baby? vraagt Roos. Waarin zal die op papa lijken? Dat is een verrassing, zegt papa. De baby krijgt eigenschappen van mama én van mij. Maar welke? Dat merken we wel. 74 Eindelijk zijn ze het allemaal eens. Hond Tara mag één keer een nestje. Dat is de natuur, zegt mama. Dieren willen graag kinderen. Net als de meeste mensen. Maar wie wordt de vader van Tara s puppy s? Bij mensen en (bijna alle) dieren is er een vader nodig. Anders komen er geen kinderen. Speels, stoer of lief? De vader is belangrijk. Want de kinderen en puppy s lijken op hun vader én op hun moeder. Kiezen is moeilijk. Mama wil lieve puppy s, Bram speelse, papa stoere en Roos wil puppy s die je kunt kammen. Hoe heb jij papa gekozen? Iedereen vindt andere eigenschappen belangrijk voor de pups. Ga naar STAP 1 in je werkboek. VOORAF 506879_N_LB6_T4.indd 74 17-03-2008 14:00:23 Vraag: Lijken jullie op jullie broers/zussen? En op jullie vader/moeder? Denk niet alleen aan uiterlijk maar ook aan karakter. Laat de kinderen hardop nadenken. KIJKEN Laat de kinderen de foto bekijken. Vraag: Lijken de kinderen op hun ouders? Lijken ze op elkaar? LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Vraag: Wat zijn eigenschappen? (Uiterlijk, karakter, vaardigheden.) Laat de kinderen de eigenschappen van Brams vader opsommen. 4

thema 4 STAP 1 Materialen Basis Lesboek: pagina 74 t/m 77 Werkboek: pagina 52 t/m 55 Handleiding: pagina 4 t/m 11 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 38 Bakkaart: 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 1 les 1 Vader en moeder Puppy s van Tara les 2 les 3 les 4 1 Kijk nog eens naar het plaatje in je lesboek. Waarom denken Bram, Roos, papa en mama allemaal aan een andere vaderhond voor de puppy s van Tara? Kruis aan. De vaderhond komt bij Tara wonen. Zonder goede vader komen er geen puppy s. X Iedereen wil puppy s met andere eigenschappen. UITGEBREIDER Laat de kinderen de illustratie bekijken. Licht toe wat een stamboom is. Laat de kinderen zelf een stamboom maken met hun ouders en eventuele broers en zussen. (Namen opschrijven.) Vraag: Stel je voor dat Bram zijn zin krijgt. Weet je dan zeker dat Tara allemaal speelse puppies krijgt? (Nee, die eigenschap hoeft niet op de puppies over te gaan.) 2a Brams ouders weten niet hoe de baby eruit gaat zien. Waarom niet? Omdat de baby eigenschappen van vader en moeder heeft. Maar niemand weet welke eigenschappen. b Bekijk de stamboom. Hoe denk jij dat de baby eruit gaat zien? Maak een tekening in het lege vakje. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 52 506887_T4.indd 52 10-03-2008 16:22:39 5

Les 1 Vader en moeder STAP 2 Vrouwtjes versieren Verderop in de straat woont Flap. Hij houdt van rennen. Hij houdt van knuffelen. Hij is lief en best stoer. Hij mag de vader van Tara s puppy s worden. Maar vindt Tara dat ook? alvast een nest. Als het vrouwtje komt kijken, gaat het mannetje haar voeren. Zo laat hij zien dat hij een goede vader zal zijn. Vogelmannetjes hebben meer manieren om vrouwtjes te versieren. Ze zingen prachtig, pronken met hun veren en dansen. Net mensen eigenlijk. Tara en Flap maken kennis met elkaar. Laat ze maar samen in de tuin, zegt mama. Wat gaan ze dan doen? vraagt Roos. Flap gaat indruk maken op Tara, zegt mama. Tara moet hem leuk vinden. Anders jaagt ze hem weg. Tara kiest. Goede mannetjes Net als mensen willen vrouwtjesdieren goede vaders voor hun kinderen. Daarom doen mannetjes erg hun best. Voor vogels is het belangrijk dat het mannetje zorgzaam is. Daarom bouwen veel vogelmannetjes Fazantenhanen hebben prachtige veren. Ze voeren schijngevechten met elkaar om indruk te maken op de vrouwtjes. Na een tijdje blaft Tara. Ze wil naar binnen. Tara kwispelt, zegt Bram. Krijgt ze nu puppy s? vraagt Roos. Dat merken we snel genoeg, zegt mama. Ga naar STAP 2 in je werkboek. 75 LEZEN 506879_N_LB6_T4.indd 75 17-03-2008 14:01:14 Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Vraag: Op welke eigenschappen letten vogelvrouwtjes bij hun keuze van een mannetje? Doen jongens ook stoer als ze meisjes willen versieren? En andersom? 6

STAP 2 Vrouwtjes versieren VOORAF Vertel: dieren praten niet als mensen, maar door hun gedrag vertellen ze precies wat ze bedoelen. 3 Mannetjesvogels doen hun best om een vrouwtje te lokken. Wat wil het mannetje hier zeggen? Trek een lijn. Het nest is al klaar. Wil jij er eieren leggen? Ik kan goed voor jou en de jongen zorgen. Ik ben de allermooiste. Zullen we een nestje maken? MAKKELIJKER Vertel om welke vogels het op de foto s gaat. (Roodborstje, pauw, fuut en reiger.) Vraag: Wat zijn op de foto s mannetjes? Wat zijn vrouwtjes? MOEILIJKER Laat de kinderen zelf benoemen om welke vogels het gaat. 4 Vrouwtjesdieren kiezen de vader van hun jongen met zorg. Waarom? Kruis aan. Omdat vrouwtjes altijd de baas willen spelen. X Omdat de jongen ook de eigenschappen van de vader krijgen. Om andere vrouwtjes jaloers te maken. Ga naar STAP 3 in je lesboek. 506887_T4.indd 53 10-03-2008 16:22:47 53 Vraag: Kun je bij vogels net zo goed zien welk jong op de moeder lijkt en welk op de vader als bij mensen? Bij welke vogels zie je duidelijk wat een mannetje en wat een vrouwtje is? (Eenden, merels, enzovoort.) 7

Les 1 Vader en moeder thema 4 les 1 Vader en moeder les 2 les 3 les 4 STAP 3 76 Eitjes en zaadjes Drie weken later weten ze het zeker: Tara krijgt puppy s. Hoe kunnen de puppy s straks ook op Flap lijken? vraagt Roos. Die is er helemaal niet bij. Dat zal ik jullie laten zien, belooft papa. Naar het aquarium De volgende dag neemt papa Roos en Bram mee naar het Natuurmuseum. Daar is een groot aquarium. Een verzorger is de vissen aan het voeren. Papa vraagt: Kunnen we de voortplanting van vissen zien? Kom maar dicht bij de ruit staan, zegt de verzorger. Een vrouwtjesvis legt eitjes. Hier zie je de vrouwtjesvis. Ze legt eieren. Ze legt ze op een plek waar ze niet weg kunnen drijven. De eitjes hebben alleen eigenschappen van het vrouwtje. Nu komt het mannetje. Hij zwemt langs de eitjes. Dan spuit hij een wolkje zaad uit. Zo brengt hij zijn zaadjes bij de eitjes. De verzorger neemt Bram en Roos mee naar een andere ruit. Hier zie je bevruchte eitjes. Zie je dat er visjes in groeien? Die hebben eigenschappen van hun vader én hun moeder. Eitjes met zichtbare visjes. Ze zijn aan het groeien. Dat heet bevruchting. De zaadjes hebben alleen eigenschappen van het mannetje. Een mannetjesvis bevrucht de eitjes. Op de terugweg Als ze teruglopen naar huis zegt papa: Bij Tara gaat het ook zo. Zij had eitjes in haar buik. Flap deed er zaadjes bij. Na de bevruchting groeien er puppy s uit. En bij mama? vraagt Roos. Precies hetzelfde, zegt papa. En jullie zijn ook zo begonnen: als een piepklein bevrucht eitje in mama s buik. Ga naar STAP 3 in je werkboek. 8 VOORAF 506879_N_LB6_T4.indd 76 11-03-2008 16:33:28 Vertel dat voor de voortplanting bij bijna alle dieren een mannetje en een vrouwtje nodig zijn. LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. KIJKEN Laat de kinderen de foto s bekijken. Vraag: Op welke foto s zie je eitjes? Op welke foto zie je een bevrucht eitje? Wat is bevruchting precies? MAKKELIJKER Teken op het bord hoe de bevruchting gaat, dus mannetje, vrouwtje, eitje en zaadje. Teken hoe het zaadje in het eitje binnendringt. Vertel: Zijn zaadje en eitje één, dan kan er een jong visje groeien.

thema 4 les 1 Vader en moeder les 2 les 3 les 4 STAP 3 Eitjes en zaadjes 5 Vul in. Kies uit: zaadjes eitjes voortplanting Vrouwtjesdieren hebben eitjes in hun buik. Die kunnen worden bevrucht door zaadjes van een mannetje van dezelfde soort. Pas daarna groeien er jongen in de buik van het vrouwtje. Dit heet voortplanting. 6 Op de foto s zie je hoe er nieuw leven ontstaat in de buik van een vrouw. Zet de foto s in goede volgorde. Geef ze een nummer. VOORAF Vertel dat alle vrouwen en meisjes eitjes hebben. Dat geldt voor mensen en voor dieren. En jongens/mannen hebben zaadjes. SAMEN OEFENEN Bekijk de foto s met elkaar. Laat de kinderen vertellen wat er te zien is. 3 2 Vraag: Op welke foto zie je de bevruchting? Welke foto s zijn genomen na de bevruchting? 506883_N_ WB6413c: 3 bijna volgroeide baby 54 4 1 Ga naar STAP 4 in je lesboek. Vraag: Kunnen er na de eerste foto ook al jonge visjes uit de eitjes groeien? Waarom niet? Wat is het verschil tussen de bevruchting bij vissen en die bij mensen? 506887_T4.indd 54 10-03-2008 16:23:11 9

Les 1 Vader en moeder Dit weet ik nu STAP 4 Een mix van eigenschappen Beschuit met muisjes! De nieuwe baby is er. Bram en Roos hebben er een zusje bij. Bram kijkt of de baby op mama of op papa lijkt. Hij weet het niet. Dan kijkt hij naar de puppy s. Die zijn allemaal verschillend. Waarom lijken de puppy s niet op elkaar? vraagt Bram. Ze hebben toch dezelfde ouders? Mama lacht. Roos, jij en de baby toch ook? Niet hetzelfde, maar anders Baby s zijn een verrassing. Dat is zo bij dieren en bij mensen. Welke eigenschappen geeft de vader? Welke de moeder? Bij elke baby is dat anders. Dat is goed. Als baby s groter worden, zie je de verschillen beter. De één is superslim, de andere is handig, weer een ander is heel Alle levende wezens doen aan voortplanting. Anders zouden ze uitsterven. Voor de voortplanting van mensen en dieren zijn een man en een vrouw nodig. De eigenschappen van de moeder zitten in het eitje. De eigenschappen van de vader zitten in het zaadje. Als eitje en zaadje samenkomen heet dat bevruchting. Elk kind/jong heeft daarom eigenschappen van de vader én de moeder. creatief. Al die eigenschappen zijn nodig. Stel je voor dat je een voetbalteam met alleen maar verdedigers had. Dat team zou nooit scoren. De pups zijn geboren! Ze zijn allemaal verschillend. Weetje: Rashonden hebben een stamboom. Daarin staat wie hun ouders, oma s, opa s, tantes en ooms zijn. Als je een nestje wilt, moet je daarnaar kijken. De ouders moeten geen familie zijn. Dan hebben de puppy s meer kans op ziekten. Dat komt doordat de ouders te veel dezelfde eigenschappen hebben. Ga naar STAP 4 in je werkboek. 77 10 LEZEN 506879_N_LB6_T4.indd 77 11-03-2008 16:34:02 Lees de eerste alinea voor. Bespreek dan waarom Bram verwacht dat de puppy s op elkaar lijken. Laat de kinderen de rest van de tekst zelfstandig lezen. MOEILIJKER Vertel iets over tweelingen. Soms lijken die erg op elkaar: dan is één eitje gesplitst en tot twee baby s uitgegroeid. Soms lijken ze niet zo op elkaar. Dan zijn er twee verschillende eitjes bevrucht. Vraag: Hoe komt het dat alle mensen verschillend zijn? Wat is daar goed aan? Wat is er lastig aan? (Soms snap je elkaar niet, of heb je heel andere interesses.)

STAP 4 Een mix van eigenschappen MET Z N TWEEËN Laat de kinderen in tweetallen praten over de vragen. Laat hen samen de antwoorden formuleren. 7 Misschien ken je de Daltons wel uit de strip Lucky Luke. Deze broers zijn dol op banken overvallen. Ze zijn niet zo slim, maar wel erg koppig. In het echt lijken broers nooit zó erg op elkaar. Dat komt doordat: de vader en de moeder ook niet gelijk zijn. Hun kinderen hebben een mix van eigenschappen. 8 Stel dat je familieleden precies op jou leken. Net als bij de Daltons. Noem een voordeel: eigen antwoord Noem een nadeel: eigen antwoord Extra 1 Teken de stamboom van je familie. Begin met je opa s en oma s. Zet er ook ooms, tantes, neefjes en nichtjes in. 2 Welke eigenschappen heb je van je moeder? Heb je ook een eigenschap van je opa of oma? Trek in de stamboom lijntjes tussen jou en de familieleden op wie je lijkt. Vraag hoe het samenwerken ging. Wie deed wat? Waren jullie het overal over eens? Gebruikten jullie verschillende eigenschappen bij het maken van de vragen? Welke? TERUGKIJKEN Vraag: Wie heeft er wel eens jonge katten, honden, cavia s, enzovoort gehad? Weet je wie de vader was? Leken de jongen op elkaar? En op hun moeder? Als geen van de kinderen zo n ervaring heeft, kunt u zelf met een voorbeeld komen. 55 506887_T4.indd 55 10-03-2008 16:23:34 11

Les 2 Goede en slechte ouders Lesdoelen De kinderen kunnen vertellen wat geboren worden is. kunnen het onderscheid benoemen tussen nestblijvers en nestvlieders en van beide een paar voorbeelden geven. kunnen aangeven hoe zoogdieren voor de geboorte hun voeding krijgen. kunnen het onderscheid aangeven tussen het geboren worden van een zoogdier, een vogel en een vis. Begrippen broedzorg draagtijd nestblijvers geboorte Lesschema (max 50 min.) Stap 1 10 min. Stap 2 10 min. Stap 3 15 min. Stap 4 10 min. Dit weet ik nu 5 min. thema 4 les 1 les 2 Goede en slechte ouders les 3 les 4 Dieren krijgen jongen, maar ze zorgen er niet op dezelfde manier voor. Elke diersoort doet het weer anders. Sommige dieren staan snel op eigen benen. Anderen blijven lang bij hun ouders. STAP 1 Een veilig nest Het paartje koolmezen heeft het druk. IJverig vliegen de vogels met takjes, veertjes en mos. Daarmee maken ze een warm nestje. Dan legt het vrouwtje eitjes. Terwijl ze broedt, lijdt ze geen honger. De koolmeesman brengt zijn vrouwtje eten. Eén ouder De moederpoes heeft geen hulp van de vader. Jonge katjes weten niet wie hun vader is. Maar hun moeder zorgt goed voor ze. Ze geeft ze te drinken. Ze houdt ze warm en schoon. En ze beschermt haar kinderen. De zorg voor de jongen heet broedzorg. Moederpoes beschermt haar jongen. 78 Koolmeesjes bouwen een nest. Drukke ouders Na tien dagen komen de eieren uit. De ouders vliegen af en aan met insecten. De hongerige jongen piepen om voedsel. Ondertussen houden de ouders ook het nest schoon. Al het afval gaat over de rand. Ouders gaan weg Kikkervisjes zorgen voor zichzelf. Hun ouders zitten op het land. Volwassen kikkers herkennen hun kinderen niet. Als ze er een tegenkomen, is dat een lekker hapje. Niet alle kikkers zijn slechte ouders. Sommige soorten dragen hun eitjes op hun rug. Net zo lang tot er kleine kikkertjes zijn. Er zijn ook kikkers die hun eitjes in hun bek nemen. Niet om op te eten, maar om uit te broeden. In kikkerdril zitten de eitjes van kikkers. Ga naar STAP 1 in je werkboek. 12 KIJKEN 506879_N_LB6_T4.indd 78 11-03-2008 16:34:34 Laat de kinderen de foto s bekijken. Vraag: Op welke foto zie je zeker de moeder van de jonkies? Op welke kan het ook de vader zijn? Op welke foto zie je geen ouders? LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Vraag: Welke in de les genoemde dieren hebben de beste broedzorg? Wie kan nog een voorbeeld noemen van dieren die goed voor hun jongen zorgen?

thema 4 STAP 1 Materialen Basis Lesboek: pagina 78 t/m 81 Werkboek: pagina 56 t/m 59 Handleiding: pagina 12 t/m 19 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 39 Bakkaart: 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 2 les 1 les 2 Goede en slechte ouders les 3 les 4 Een veilig nest 1 Kijk nog eens naar de plaatjes in je lesboek. a Welke dieren zorgen samen voor hun jongen? koolmezen b Wat zijn de taken van vader koolmees? De moeder en de jongen voeren. Het nest schoonhouden. c Wat zijn de taken van de moeder? De eieren uitbroeden. De jongen voeren. VOORAF Vertel dat vooral bij vogels de vaders veel aan de broedzorg doen. Vraag: Waarom is dat? (De eieren mogen tijdens het broeden niet koud worden.) Vraag: Welke twee foto s laten de moeder zien? Vraag waarom dat zo zeker is. 1 2 3 4 UITGEBREIDER Laat de kinderen zelf een foto/ afbeelding zoeken waarop een ouderdier met jong staat. Vraag: Is het de vader of de moeder? Hoe weet je dat? 2 Zie je een moederdier of een vaderdier op de foto? Denk goed na. Op welke twee foto s zie je zeker een moederdier? Vul in. foto 2 en foto 4. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 56 506887_T4.indd 56 10-03-2008 16:23:40 13

Les 2 Goede en slechte ouders STAP 2 Lang of kort in de buik In een hol of in het gras Konijnen worden geboren in een nest onder de grond. Het is er warm, zacht en veilig. Een hol lijkt op de buik van de moeder. Er is alleen meer ruimte. Een konijntje blijft in het hol tot het op eigen pootjes kan staan. Bij een haas is dat anders. Hazen worden geboren in een nest in het gras. Roofdieren kunnen er makkelijk Is dit een haas of een konijn? Je moet goed kijken om het te zien. Het is een haas. Bij pasgeboren haasjes en pasgeboren konijntjes zie je het verschil veel duidelijker. Af of niet af? Een konijntje groeit dertig dagen in de moederbuik. Dat heet de draagtijd. Daarna wordt het geboren. Bij een haas is de draagtijd vijftien dagen langer. In die tijd krijgt het jong haartjes en tandjes. De ogen worden afgemaakt en de spieren ook. Meteen na de geboorte kan een haasje kijken en rennen. Een konijntje kan dat niet. Het is blind en heeft nog geen haar. Een konijn wordt dus geboren voordat het echt af is. Waarom zou dat zo zijn? Nestje konijntjes. Nestje haasjes. bij. Jonge hazen moeten kunnen vluchten. Daarom zijn ze bij de geboorte al een echte haas. Konijnen zijn nestblijvers. Ze hebben nog lang zorg van hun moeder nodig. Hazen zijn nestvlieders. Ze kunnen snel voor zichzelf zorgen. Ga naar STAP 2 in je werkboek. 79 14 KIJKEN 506879_N_LB6_T4.indd 79 11-03-2008 16:35:10 Laat de kinderen de twee rechter foto s vergelijken. Vraag: Welke jongen zijn het oudst? Vertel dat ze allebei net geboren zijn. LEZEN Lees de tekst gezamenlijk. Leg een verband met de foto s. Vraag: Hoe lang zit een haasje in de buik? VERTELLEN Vertel: Bij vogels heb je ook nestblijvers en nestvlieders. Vraag: Hoe ziet een jong eendje eruit? Wat is dat, een nestvlieder of een nestblijver? En de jonge vogels van de themaplaat? Vraag: Wat is het verband tussen draagtijd en hoe snel de jongen voor zichzelf kunnen zorgen? (Nestvlieders blijven langer in de buik/ het ei en korter in het nest.)

STAP 2 Lang of kort in de buik VOORAF Herhaal nog even het verband tussen draagtijd, broedzorg en nestvlieder/nestblijver. B R R 3a Zet een rood kruisje bij de nestblijvers. b Zet een blauw kruisje bij de nestvlieders. c Welke zinnen horen bij welk dier? Trek een lijn. Ik word na dertig dagen geboren. Dan ben ik blind en kaal. B ezeltje MET Z N TWEEËN Eén kind zegt de ik-zinnetjes, de ander zegt om welk dier het gaat. Samen bespreken ze de antwoorden. Ik word na 45 dagen geboren. Dan ben ik helemaal af. mereltje konijntje Ik word na ruim elf maanden geboren. Ik eet na drie dagen al zelf gras. haasje ANDERE LEERSTIJL Ik kom na veertien dagen uit het ei. Ik krijg twintig dagen voer van mijn ouders. Laat de duo s ook ik-zinnetjes als bij vraag 3 bedenken voor de giraf en de beer. 4 Bruine beren worden geboren in een hol. Giraffes worden geboren op open vlaktes. Een giraf moet kort daarna weer met de kudde mee. a Is een giraf een nestblijver of een nestvlieder? nestvlieder b Waarom zijn bruine beertjes nestblijvers? In het begin kunnen ze nog niks, daarom worden ze geboren op een veilige plek. Ga naar STAP 3 in je lesboek. 57 Vraag: Wie heeft een huisdier gehad dat jongen kreeg? (Zie ook de vorige les.) Hoe zagen die eruit? Waren het nestblijvers of nestvlieders? 506887_T4.indd 57 10-03-2008 16:24:05 15

Les 2 Goede en slechte ouders thema 4 les 1 les 2 Goede en slechte ouders les 3 les 4 STAP 3 Geboren worden Wanneer wordt een vogel eigenlijk geboren? Als het ei is gelegd? Of als de vogel uit het ei komt? Kijk eens naar de groei van een kuiken in het ei. Eerst is er bijna niks. In 21 dagen groeit in het ei een Het kuiken wordt geboren. kuiken. Het kuiken groeit niet van niets. Het ei zit vol voedsel. Het kuiken is klaar als het voedsel op is. Dan komt de krachttoer: uit het ei breken. Dat is geboren worden. Vogels, reptielen, amfibieën en vissen leggen meestal eieren. Vogels gaan erbovenop zitten. Dan blijven de eieren lekker warm. Er zijn soorten vissen die de eieren ook uitbroeden. In een soort buidel op hun lijf. Of in hun bek. 80 Weetje: Baby s weten dat ze aan een borst moeten zuigen. Zeeschildpadjes rennen naar zee. Reekalfjes houden zich bij gevaar doodstil. Dit gedrag is aangeboren. Dat wil zeggen dat de ouders het niet aan hun jongen leren. Een ander woord voor aangeboren gedrag is instinct. Rennen voor je leven Zeeschildpadjes hebben het meteen moeilijk als ze geboren worden. Hun moeder begraaft de eieren in het zand. De zon broedt de eieren uit. De zeeschildpadjes komen uit het ei. Er is geen vader of moeder om hen te beschermen. In de verte is de zee. Daar rennen de zeeschildpadjes naartoe. Ze komen er lang niet allemaal aan. Grote vogels lusten best een zeeschildpadje. Daarom leggen zeeschildpadden een heleboel eieren. Als je kinderen gevaar lopen, kun je er maar beter veel hebben. Dan blijven er altijd wel een paar over. Niemand hoeft de schildpadjes te vertellen dat ze naar de zee moeten rennen. Ga naar STAP 3 in je werkboek. 16 VOORAF 506879_N_LB6_T4.indd 80 17-03-2008 14:02:15 Stel de vraag over eieren uit de inleiding. Laat de kinderen argumenten geven. KIJKEN Bekijk de ontwikkeling van het kuiken. Vraag: Wanneer is het ei gelegd? Wanneer is het kuiken af? Wanneer wordt hij geboren? LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Vraag: Is het kuiken een nestblijver of een nestvlieder? (Een nestvlieder.) En de zeeschildpad? (Een nestvlieder.) Wat doet de kip in de tijd dat het kuiken in het ei groeit? (Broeden.)

VOORAF thema 4 les 1 les 2 Goede en slechte ouders les 3 les 4 STAP 3 Geboren worden Lees de eerste zin. Vraag: Hoe kan dat? Is dat raar? Bij welke dieren gebeurt dat ook? (Bijvoorbeeld bij kikkers.) 5 Zeeschildpadden worden door hun ouders verlaten voordat ze geboren worden. a Bij zoogdieren kan dat niet, omdat: ze in de buik van hun moeder groeien tot ze geboren worden. b Bij vogels kan dit ook niet, omdat: ze hun eieren uitbroeden. SAMEN OEFENEN/MAKKELIJKER Bekijk de foto s van vraag 6 samen. Vertel dat de ringslang haar eieren uitbroedt. Daarna laat ze ze achter. De eieren zijn dus niet beschermd. Beantwoord vraag 6 plenair. De python beschermt haar eieren. De ringslang zorgt niet voor haar eieren. De ratelslang baart levende jongen. Leg de goede antwoorden uit aan de hand van voorbeelden. Vraag bijvoorbeeld: Wat gebeurt er met poesjes als hun moeder ze niet verzorgt? En met kippeneieren? 6 Vul in. Kies uit: python ringslang ratelslang Een ringslang legt waarschijnlijk de meeste eieren. Een ratelslang wordt geboren als hij uit de moeder komt. Een ringslang en een python worden uit een ei geboren. Ga naar STAP 4 in je lesboek. 58 506887_T4.indd 58 10-03-2008 16:24:31 17

Les 2 Goede en slechte ouders Dit weet ik nu STAP 4 Groeien in de buik Weet je nog iets van je eigen geboorte? Het moment dat je uit de buik van je moeder kwam? Misschien hebben je ouders erover verteld. Of heb je foto s gezien van toen je een uurtje oud was. Zeker is dat je begon als een eitje en een zaadje. Je was zo klein als een speldenknop. In negen maanden groeide je enorm. Waarvan eigenlijk? Alle dieren hebben een vader en een moeder. Sommige dieren worden voor de geboorte al in de steek gelaten. Zoogdieren worden geboren als ze uit de moeder komen. Vogels en veel andere dieren als ze uit het ei komen. Nestblijvers zijn kaal en blind bij de geboorte. Nestvlieders kunnen zichzelf al redden. Zoogdieren groeien in de buik van de moeder. Ze krijgen voedsel via de navelstreng. Bij vogels, reptielen, amfibieën en vissen zit de voeding in het ei. Een baby in de buik van de moeder. De navelstreng In de buik eet de baby met de moeder mee. De voedingsstoffen gaan niet via de mond, maar door de navelstreng. Een baby zit met een navelstreng aan de moeder vast. Ook zuurstof gaat door de navelstreng. De baby hoeft in de buik nog niet zelf te ademen. Baby s in de buik moeten vooral groeien. En af en toe bewegen. Dan weet de moeder dat de baby leeft. Los van moeder Na de geboorte wordt de navelstreng doorgeknipt. Je hebt er nog een litteken van: je navel. Als de navelstreng is Deze baby is acht maanden en doorgeknipt, moet kan nog niet lopen. Is het een de baby aan het werk. nestvlieder of een nestblijver? Ademen, huilen en zuigen. Dat zijn de eerste dingen die pasgeboren baby s doen. Ga naar STAP 4 in je werkboek. 81 18 VOORAF 506879_N_LB6_T4.indd 81 11-03-2008 16:36:45 Vraag: Waarvan groeit een vogel in het ei? Waarvan groeit een zoogdier in de buik? LEZEN Lees de tekst samen en laat de kinderen erop reageren. Vraag: Wat kan een baby van een maand oud? Wat gebeurt er als de moeder het kind nu in de steek laat? Wanneer kan een mensenkind voor zichzelf zorgen? Bediscussieer de antwoorden. MAKKELIJKER Teken een baby met navelstreng op het bord. Vertel: Door de navelstreng gaat het bloed van de moeder, met voedingsstoffen en zuurstof. Vraag: Waarom kan een baby in de buik niet ademen?

STAP 4 Groeien in de buik 7a Alle zoogdieren hebben een navel, omdat: ze met een navelstreng vastzaten aan hun moeder. b Heeft een kuikentje ook een navel? Leg je antwoord uit. Nee. Vogels groeien in een ei. 8 Kruis het goede antwoord aan. a In de buik krijgt een baby voedingsstoffen en zuurstof via: de mond X de navelstreng b Na de geboorte krijgt de baby voedingsstoffen via: X de mond de navelstreng c De baby ademt dan door: X de navelstreng de longen Vraag: Waaraan zit de navelstreng vast? Laat de kinderen dat uit de afbeelding in het lesboek afleiden. Vertel dat de navelstreng niet aan de navel van de moeder vastzit maar aan de zak waar de baby in groeit. TERUGKIJKEN Laat de kinderen van de plaatjes in les- en werkboek een dier kiezen. Praat over broedzorg, draagtijd en zelfstandigheid van de jongen bij elk gekozen dier. Extra 1 Lees de tekst over de haasjes en konijntjes in stap 2 nog eens. Schrijf net zo n tekst over mensenbaby s: hoe lang zitten ze in de buik, wat kunnen ze als ze net geboren zijn, hoe lang duurt het voordat ze kunnen zitten, lopen en praten? 2 Zoek leuke foto s van baby s op internet. Print ze uit en plak ze bij je tekst. 59 506887_T4.indd 59 10-03-2008 16:24:49 19

Les 3 Over bloemen en bijen Lesdoelen De kinderen kunnen twee manieren van voortplanting bij planten noemen. kunnen in een bloem meeldraden en stamper onderscheiden en hun functie benoemen. kunnen de link leggen tussen stuifmeel bij planten en zaadcellen bij dieren en de functie van een vrucht benoemen. kunnen minstens twee voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting noemen. Begrippen stamper meeldraden Lesschema (max 50 min.) Stap 1 10 min. Stap 2 10 min. Stap 3 10 min. Stap 4 10 min. Dit weet ik nu 5 min. thema 4 les 1 les 2 les 3 Over bloemen en bijen les 4 Alles wat leeft, kan zich voortplanten. Bij dieren bevrucht het zaad van het mannetje het eitje van het vrouwtje. In het ei of in de buik van de moeder groeien de jongen verder. Maar hoe gaat dit allemaal bij planten? STAP 1 Plantdag Joep houdt van planten. Maar hij woont op een flat. Hassans ouders hebben een volkstuin. Hassan moet vaak helpen. Voor de gezelligheid neemt hij Joep mee. Lente Het is vroeg in de lente. Er staat bijna niets in de tuin. Vandaag is het plantdag. Hassans moeder is al in de tuin. De grond is gespit en geharkt. Joep en Hassan gaan zaaien en planten. Hassan strooit de zaadjes van de worteltjes in geultjes. Joep stopt aardbeienplantjes in de grond. Het zijn eigenlijk kleine stukjes plant. Twee manieren Planten kunnen zich op twee manieren voortplanten: door zaden en door stukjes plant. Maken aardbeien dan geen zaden? vraagt Joep aan Hassans moeder. Alle planten maken zaden, zegt ze. Maar met stukjes plant gaat het planten vaak makkelijker. Joep heeft nog meer vragen over planten. Ik wil je best alles uitleggen, zegt Hassans moeder. Maar je kunt ook vaker naar de tuin komen. Dan kun je zelf zien hoe de planten groeien en bloeien. Ga naar STAP 1 in je werkboek. 82 VOORAF 506879_N_LB6_T4.indd 82 11-03-2008 16:37:20 Praat met de kinderen over werken in de (moes)tuin. Wie helpt wel eens? Vraag: Hoe komen er nieuwe planten in de tuin? LEZEN Lees samen de tekst stukje voor stukje. Ga even in op de werkwoorden planten en zaaien. Wat is het verschil? Laat de kinderen net als Joep nog meer vragen over (voortplanting van) planten bedenken. Elk kind schrijft zijn vraag op een papiertje. 20

thema 4 STAP 1 Materialen Basis Lesboek: pagina 82 t/m 85 Werkboek: pagina 60 t/m 63 Handleiding: pagina 20 t/m 27 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 40 Bakkaart: 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 3 Plantdag les 1 les 2 1 Kijk naar het plaatje in je lesboek. a Welke planten groeien uit zaden? tuinboon, maïs, wortel les 3 Over bloemen en bijen b Welke planten groeien uit een ander deel van de plant? aardappel, aardbei, knoflook R R B les 4 VOORAF Bespreek wat je in de grond stopt bij zaaien (zaad) en wat bij planten (bollen, stukjes knol, delen van plantjes, hele plantjes). ANDERE LEERSTIJL Laat de kinderen in groepjes een toneelstukje opvoeren. Eén kind is verkoper in een tuin centrum. De anderen zijn klanten. Ze moeten de ver koper door de juiste aan wij zingen duidelijk maken wat ze willen. De verkoper moet de juiste producten zoeken. B Laat zonnebloempitten en bolletjes zien. Laat de kinderen zelf bedenken op welke plek van een plant die zitten en wat het verschil is. 2 Wat moet je zaaien? Zet er een rood kruisje bij. Wat moet je planten? Zet er een blauw kruisje bij. Ga naar STAP 2 in je lesboek. 60 506887_T4.indd 60 10-03-2008 16:24:55 21

Les 3 Over bloemen en bijen STAP 2 Van boontje tot boon Joep gaat elke zaterdag met Hassan en zijn moeder mee naar de tuin. Hij schoffelt en wiedt. Hij bindt de tuinbonen op en kijkt hoe ze bloeien. In juli plukte hij samen met Hassan de tuinbonen. Hij heeft gezien hoe ze groeiden en bloeiden. Oogsten In juli plukten Hassan en Joep de peulen. In de peulen zaten groene tuinbonen. Die bonen kun je eten, maar niet zaaien. Daarom lieten ze aan elke plant een paar peulen zitten. In deze peulen groeiden de bonen nog wat verder. Volgend jaar kunnen ze deze zaden zaaien. Dan worden het nieuwe tuinbonenplanten. Zo groeit een tuinbonenplant. Zaden, bloemen, peulen Uit het zaadje groeide de plant. Eerst kreeg die bladeren. Daarmee kon hij zelf voedsel maken uit zonlicht. Daarna kreeg hij bloemen. Joep heeft gezien dat insecten in de bloem kropen. Maar hij kon niet zien wat ze daar deden. later werden de bloemen slap en vielen ze eraf. Op de plek van de bloem groeide toen een peul. Bloemen en bijen Joep en Hassan hebben alles gezien. Toch hebben ze nog vragen. Waarom groeien peulen op de plek van de bloemen? Waarom worden aardappelbloemen geen aardappels? Waarom zit er een peul om de zaden? En hoe zit het met die bijen? vraagt Hassan aan zijn moeder. Ga naar STAP 2 in je werkboek. 83 22 KIJKEN 506879_N_LB6_T4.indd 83 11-03-2008 16:37:42 Bekijk de ontwikkeling van de tuinboon in het lesboek. Vraag: Is deze plant gezaaid? Waar groeien de zaden? Wat zat er eerst op die plek? LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. MAKKELIJKER Laat een kind in eigen woorden vertellen hoe een boontje tot boon wordt. Vul zelf aan als het niet goed gaat of laat een ander kind dit doen. Doe dit eventueel nog een keer. MOEILIJKER Vraag: Op welk plaatje zijn de tuinbonen rijp? Eten wij onrijpe of rijpe bonen? (Onrijpe.) Wat betekent rijp voor een plant? (Klaar om nieuwe planten te worden.)

STAP 2 Van boontje tot boon VOORAF Vertel dat een peul de vrucht van de plant is. Vraag: Welke vruchten ken je nog meer? Hebben die zaden? 3 Kijk naar de foto s in je lesboek. a Op welke plaatsen komen de peulen? op de plaatsen van de bloemen b Waar vind je de zaden van de plant? in de peulen 4 Hoe groeit een pruim aan een pruimenboom? Wat is er eerst, wat komt daarna? Zet de plaatjes in de goede volgorde. Geef ze een nummer. UITGEBREIDER/ANDERE LEERSTIJL Laat de kinderen in groepjes van vier onderschriften voor de illustraties bedenken. Elk kind neemt één onderschrift voor zijn rekening. 3 1 MOEILIJKER Neem een appelboom als voorbeeld en vraag de kinderen om de verschillende fases te benoemen van appelzaadje tot appel. Vraag: Duurt dit even lang als bij een tuinboon? (Nee, veel langer.) 4 2 Ga naar STAP 3 in je lesboek. Vergelijk de pruim met de tuinboon. Vraag: Wat zijn de overeenkomsten? 61 506887_T4.indd 61 11-03-2008 08:06:18 23

Les 3 Over bloemen en bijen thema 4 les 1 les 2 les 3 Over bloemen en bijen les 4 STAP 3 84 De postbode Hassans moeder vertelt. Zaden zijn de kinderen van planten. Net als bij mensen en dieren groeien ze uit iets van een mannetje en iets van een vrouwtje. Man én vrouw Wat voor iets? vraagt Joep. Hassans moeder plukt twee bloemetjes van de braamstruiken rond de tuin. In het midden van de bloem zie je de stamper, zegt ze. Daarin zitten zoiets als de eitjes bij een dier. Er groeit alleen maar een plantenkind uit als er stuifmeel op de stamper komt. In de bloem zitten ook meeldraden. Die maken stuifmeel. Een stuifmeelkorrel is zoiets als een zaadje van een man. Volgen jullie het nog? Jawel, zegt Hassan. Planten zijn man én vrouw. Maar die bijen dan? Sterke planten Hassans moeder vertelt verder: Het stuifmeel moet naar de stamper in de bloem van een andere plant. Planten willen ook eigenschappen uitwisselen. Daar worden ze sterker van. Maar planten kunnen niet lopen. Daarom lokken ze insecten. Die brengen het stuifmeel van de ene plant naar de andere. De bijen zijn dus postbodes! zegt Joep. Hassans moeder knikt. stamper meeldraden Weetje: Niet alle planten laten hun stuifmeel door insecten bezorgen. Maïs bijvoorbeeld stuurt zijn stuifmeel met de wind mee. Voor sommige mensen is het vervelend als er veel stuifmeel in de lucht zit. Ze krijgen dan last van hooikoorts. Slimme planten Na de bevruchting groeien de zaden in de stamper. Eromheen groeit een vrucht. Dat is niet altijd een peul. Een kers is ook een vrucht met een zaad erin. De vrucht beschermt de zaden. En dieren eten de vruchten graag op. De zaden poepen ze uit. Daardoor komen de zaden overal terecht. Slim van de planten, vindt Joep. Ga naar STAP 3 in je werkboek. 24 VOORAF 506879_N_LB6_T4.indd 84 11-03-2008 16:37:59 Vertel: Deze bij is een soort postbode. Vraag: Wat brengt hij rond? Van wie naar wie? LEZEN Lees de tekst gezamenlijk. Lees zelf de tekst van Hassans moeder voor. Wijs al lezend aan waar stamper en meeldraden zitten, liefst in een echte bloem. KIJKEN Laat de kinderen op de foto de stamper en meeldraden aanwijzen en benoemen waar het stuifmeel zit en hoe dat de bloem bevrucht. Vergelijk de bevruchting van bloemen met de bevruchting bij vissen uit les 1. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen? (Bij een plant ontstaat een vrucht, bij een vis een eitje.)

VOORAF/MAKKELIJKER thema 4 STAP 3 les 1 les 2 De postbode les 3 Over bloemen en bijen les 4 Wijs op de bijen. Laat de kinderen de verschillen benoemen. Welke heeft al stuifmeel? Welke niet? 5 Kleur in de bloemen de meeldraden geel en de stamper rood. = rood = geel UITGEBREIDER Volg de route van elke bij. Vertel erbij wat de bij wil: zoveel mogelijk stuifmeel verzamelen voor de jonge bijen en de koningin. Wijs erop dat het voor planten belangrijk is dat de bij meer bloemen van dezelfde soort bezoekt. Daarom doen bloemen alles om insecten te lokken met hun geur en kleur. 6 Kijk goed naar de stippellijntjes. Dat zijn de weggetjes die de bijen vliegen. Geef de weg van elke bij een andere kleur. Welke bij helpt het beste bij de bevruchting? Kleur deze bij geel. Ga naar STAP 4 in je lesboek. 62 506887_T4.indd 62 11-03-2008 08:06:24 25

Les 3 Over bloemen en bijen Dit weet ik nu STAP 4 Sprekend hun moeder Nu weet Joep dat zaden kinderen zijn van planten. Maar wat zijn aardappels dan? Hoe komt het dat daar ook een nieuwe plant uit groeit? Veel planten kunnen zich ook zonder bevruchting voortplanten, vertelt Hassans moeder. Uit een stukje van een plant groeit dan een nieuwe plant. Die heeft precies dezelfde eigenschappen als de ouderplant. Een kloon! roept Hassan. Precies, zegt Hassans moeder. Planten kun je makkelijk klonen. Planten groeien uit zaden of uit stukjes plant. Planten uit stukjes plant lijken sprekend op hun moeder. Planten uit zaden lijken op beide ouders. Alle planten kunnen zich voortplanten door bevruchting. Bloemen hebben meeldraden en/of stampers. Op de meeldraden zit stuifmeel. Als stuifmeel in de stamper komt, wordt de plant bevrucht. Hierna gaan er zaden groeien. De zaden zijn de kinderen van de plant. De zaden zitten in een vrucht. Veel planten kunnen zich ook zonder bevruchting voortplanten. De nieuwe planten zijn precies hetzelfde als de moederplant. Ga naar STAP 4 in je werkboek. Voortplanting door knollen. Voortplanting door uitlopers. Voortplanting door bollen. Voortplanting door stekken. Ga naar STAP 4 in je werkboek 85 VOORAF 506879_N_LB6_T4.indd 85 11-03-2008 16:38:20 Vraag: Wat stop je in de grond als je zaait? Wat stop je in de grond als je plant? (Stukken van een plant.) KIJKEN Laat de kinderen de afbeeldingen bekijken. Vraag: Welk stuk van de plant groeit hier uit tot een nieuwe plant? LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. TERUGKIJKEN Laat de kinderen in groepjes elkaars vragen (van stap 1) bekijken en beantwoorden. Vraag: Zijn er vragen over? Leg die aan de klas voor. 26

STAP 4 Sprekend hun moeder 7 Veel planten kunnen zich voortplanten zonder bevruchting. Dat kan op verschillende manieren: Stekken: je zet stukjes plant in water of natte aarde tot ze wortels krijgen. Bol- en knolvorming: de planten maken bollen of knollen waaruit nieuwe planten groeien. 1 2 3 VOORAF Vertel wat een kloon is: een plant die alle eigenschappen van de moederplant heeft. Vraag: waarvan heeft een zaadje de eigenschappen? MAKKELIJKER Laat de kinderen op de foto s aanwijzen uit welk deel van de plant nieuwe plantjes groeien. stekken bolletjes zaden a Schrijf onder elk plaatje hoe de voortplanting gaat. Kies uit: zaden bolletjes stekken b Bij welke plant lijken de nieuwe planten niet sprekend op hun moeder? 3 (zonnebloem) /UITGEBREIDER Geef de kinderen een zonnebloempit en een bolletje. Die mogen ze thuis planten (in de tuin of in een pot). Laat ze opschrijven hoe dat moet. Extra 1 Bijen houden van geel, vlinders van rood. Een vlinder heeft een lange tong om honing uit bloemen te halen. Teken bloemen voor deze insecten. Denk ook aan de stamper en meeldraden. 2 Welk fruit of welke groente vind jij lekker? Zoek op internet hoe het groeit. Zoek een plaatje van het zaadje, de bloem en de vrucht. Print die uit en plak ze op. Schrijf erbij wat het is. 63 506887_T4.indd 63 10-03-2008 16:25:14 27

Lesdoelen De kinderen toetsen hun kennis m.b.t. de begrippen. kunnen een aantal goede vaders uit het dierenrijk noemen. weten hoe een buideldier opgroeit. Les 4 Goed om te weten Lesschema (max 50 min.) Stap 1 10 min. Stap 2 15 min. Stap 3 10 min. Stap 4 10 min. Materialen Basis Lesboek: pagina 86 t/m 89 Werkboek: pagina 64 t/m 67 Handleiding: pagina 28 t/m 35 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 41 Bakkaart: 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 4 thema 4 les 1 les 2 les 3 les 4 Goed om te weten STAP 1 Samenvatting 86 Ga naar STAP 1 in je werkboek. 28 KIJKEN 506879_N_LB6_T4.indd 86 11-03-2008 16:38:59 Laat de kinderen de strip bekijken. Vergelijk de plaatjes van de bevruchting met de foto s in het werkboek op pagina 54. Vraag: Welke foto lijkt op de tekening? Wat is bevruchting precies? VERTELLEN Wijs op het plaatje van het kindje in de buik. Vraag: Waar zit de navel streng aan vast? Weet iemand wat er met de navelstreng gebeurt na de geboorte?

MET Z N TWEEËN thema 4 STAP 1 les 1 Samenvatting les 2 les 3 les 4 Goed om te weten Laat de kinderen in tweetallen naar overeenkomsten zoeken tussen Bob en zijn ouders. Laat ze eventueel een broer of zus van Bob tekenen. 1 Bob lijkt op zijn vader én op zijn moeder. a Wat heeft hij van zijn vader? zijn neus b Wat heeft hij van zijn moeder? zijn mond c Stel, Bob krijgt een broer. Heeft die dan dezelfde mond en neus als hij? Leg uit. Dat kan, maar het hoeft niet. Elk kind krijgt eigenschappen van zijn vader en moeder, maar je weet van tevoren niet welke. UITGEBREIDER Zoek (van tevoren) naar nog meer foto s van pasgeboren nestblijvers. Bijvoorbeeld muis, hamster, kat en hond. Bekijk met de kinderen de verschillen en overeen komsten. 2a Het kleine konijn op het plaatje bibbert van de kou. Hoe komt dat? Het heeft nog geen haar. b Kan dit konijn al voor zichzelf zorgen? nee c Wat zijn mensen, nestvlieders of nestblijvers? nestblijvers 64 Ga naar STAP 2 in je lesboek. 506887_T4.indd 64 17-03-2008 15:07:34 29

Les 4 Goed om te weten STAP 2 Begrippen voortplanting De voortplanting zorgt voor nieuw leven bij mensen, dieren en planten. eitje Eitjes zitten in de buik van vrouwelijke mensen en dieren. Eitjes hebben alleen eigenschappen van de moeder. Uit een eitje kan nieuw leven groeien. zaadje Mannelijke mensen en dieren hebben zaadjes. In zaadjes zitten de eigenschappen van de vader. bevruchting Bij de bevruchting komt het zaadje samen met het eitje. Pas dan groeit er een jong of een baby. Die heeft eigenschappen van de vader én de moeder. broedzorg Broedzorg is de manier waarop dieren voor hun eieren en jongen zorgen. draagtijd De draagtijd is de tijd tussen bevruchting en geboorte, bij zoogdieren en mensen. nestblijver Een nestblijver is een dier dat weinig kan als hij is geboren. De draagtijd is bij een nestblijver kort en de broedzorg is lang. meeldraad De meeldraden zijn het deel van de bloem waar het stuifmeel wordt gemaakt. Het stuifmeel is mannelijk. De meeldraden zitten meestal in een krans binnen de bloemblaadjes. geboorte De geboorte bij zoogdieren is het moment dat het jong uit de buik van de moeder komt. Bij dieren die eieren leggen, is dit het moment dat het jong uit het ei komt. stamper De stamper is het deel van de bloem waarin nieuw leven ontstaat. Als er stuifmeel op de stamper komt, ontstaan er vruchten met zaden. Ga naar STAP 2 in je werkboek. 87 30 KIJKEN 506879_N_LB6_T4.indd 87 11-03-2008 16:39:15 Laat de kinderen de plaatjes bekijken. Vraag: Wat zie je? Bij geboorte: is dit een nestblijver of nestvlieder? Waarom? (Een ree is een nest vlieder, hij moet meteen kunnen lopen en vluchten.) LEZEN Laat de kinderen de teksten lezen. Vraag: Welke gaan over planten? Welke gaan over dieren? Welke over allebei? Ga in op de overeenkomsten en verschillen tussen voortplanting bij planten en dieren. Wijs erop dat stuifmeel overeenkomt met zaadjes bij dieren en zaad bij planten met een ei bij dieren.

SAMEN OEFENEN STAP 2 Begrippen 1 Waar of niet waar? Kruis het goede antwoord aan. Vrouwelijke dieren hebben eitjes. Bevruchting kan ook zonder vader. Broertjes en zusjes hebben dezelfde eigenschappen. Zoogdieren groeien in de moederbuik. Vogels zorgen altijd voor hun eieren. Stuifmeel is mannelijk. Planten uit stekjes hebben verschillende eigenschappen. waar X X X X niet waar X X X Beantwoord vraag 2 klassikaal. Schrijf nestblijvers en nestvlieders op het bord en laat de kinderen voorbeelden noemen. UITGEBREIDER/MOEILIJKER Zoek op (boek/internet) hoe de bevruchting bij planten gaat. Laat dit zien bij vraag 3. 2a Schrijf drie nestblijvers op. eigen antwoord, bijvoorbeeld merel, koolmees, rat, konijn, baby b Noem een nestvlieder. eigen antwoord, bijvoorbeeld haas, ezel, giraf 3 Kruis het goede antwoord aan. Zaden en vrucht bij een plant ontstaan in: de meeldraden X de stamper de stengel Bespreek de antwoorden bij vraag 3. Ga in op onduide lijkheden. Ga naar STAP 3 in je lesboek. 65 506887_T4.indd 65 10-03-2008 16:25:40 31

Les 4 Goed om te weten thema 4 les 1 les 2 les 3 les 4 Goed om te weten STAP 3 Wie is de beste vader? Stel dat er een vaderkampioenschap wordt gehouden. Wie is de beste vader? Wie wint de hoofdprijs? Stekelbaarsjes Stekelbaarsjes heb je misschien wel eens in een sloot gezien. Wist je dat mannetjes nesten bouwen? Die maken ze van waterplanten. Trots laten ze het nest aan een vrouwtje zien. Als het vrouwtje het nest mooi vindt, legt ze eitjes. Hierna bevrucht het mannetjes de eitjes. Hij zorgt er daarna ook voor. Hoe? Hij waaiert met zijn vinnen vers water naar de eitjes. Hij verdedigt het nest. Voor de jonge stekelbaarsjes zorgt hij niet lang. De vader maakt het nest stuk. Zijn jongen moeten zichzelf redden. Zeepaardjes Het zeepaardje is familie van de stekelbaars. Bij zeepaardjes wordt het mannetje zwanger : het vrouwtje legt de bevruchte eitjes in de buidel van het mannetje. Die zwemt vier tot zes weken met een buidel vol eitjes rond. Dan komen de zeepaardjes uit het ei. Ook daarna zorgt het mannetje goed voor ze. Broedende keizerpinguïns. Keizerpinguïns De keizerpinguïn woont op de Zuidpool. Het is er erg koud. Vlak na het leggen van de eieren gaan de vrouwtjes op reis. Ze gaan zich vet eten. De mannetjes broeden de eieren uit. Ze hebben de eieren op hun voeten met een plooi buikvel eroverheen. Twee maanden lang staan ze in de kou, zonder te eten. Als de eieren uitkomen, keren de vrouwtjes terug. De mannetjes kunnen nu eindelijk naar het water om vis te vangen. 88 stekelbaarsje zeepaardje Ga naar STAP 3 in je werkboek. VOORAF 506879_N_LB6_T4.indd 88 11-03-2008 16:40:09 Vraag: Kennen jullie een dier (of mens) waarbij de vader heel goed voor zijn kinderen zorgt? Wat doet die vader? LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Vraag: Zijn stekelbaarsjes nestblijvers of nestvlieders? En keizerpinguïns? Wie zorgt er voor de jongen? 32

thema 4 les 1 les 2 les 3 STAP 3 Wie is de beste vader? les 4 Goed om te weten VOORAF Vertel dat er onder dieren heel veel soorten broedzorg zijn. Struisvogels hebben ook bijzondere gewoontes. MET Z N TWEEËN Laat de kinderen het stripje in tweetallen bekijken en de vragen samen beantwoorden. 4 Kruis het goede antwoord aan. a Wie broedt hier de eieren uit? X de vader de moeder b Hebben alle jongen dezelfde vader? X ja nee c Hebben alle jongen dezelfde moeder? ja X nee 5 Struisvogels leven in warme gebieden. Keizerpinguïns leven op de Zuidpool. Waarom kan een pinguïnvader tijdens het broeden niet even weggaan? Als hij weggaat, bevriezen de eieren. Waarom kan een struisvogel dat wel, denk je? De eieren van de struisvogel blijven warm door de zon. Vertel dat de broedzorg ook samenhangt met hoe en waar het dier leeft. Laat de kinderen voorbeelden geven. (Een ijsbeer verzorgt haar jongen in een hol, tot ze genoeg vacht en vet heb ben. Een zebra leeft op een open vlakte. Haar jong moet kunnen vluchten.) Ga naar STAP 4 in je lesboek. 66 506887_T4.indd 66 10-03-2008 16:25:44 33

Les 4 Goed om te weten STAP 4 Buidels Zo klein als een boon Buiken en buidels Jij zat negen maanden in de buik van je moeder. Je ouders waren heel nieuwsgierig naar je. Ze hadden je best even willen bekijken. Bij buideldieren kan dat. De jongen zitten heel kort in de buik. Bij de geboorte zijn ze piepklein. Ze zijn kaal, blind en doof. Ze kunnen wel ademen. En kruipen. Op de tast vinden ze hun weg naar de buidel. Daar groeien ze nog een hele tijd verder tot ze zelfstandig zijn. De kangoeroe ken je vast wel. Het is een groot beest. Toch is het jong als het geboren wordt heel klein. Zo klein als een boon. Het jong van de kangoeroe wordt na een draagtijd van een maand geboren. Met piepkleine klauwtjes trekt de baby zich op richting de buidel. In de buidel zitten tepels. Die passen maar net in de bek. Zuigen kan de babykangoeroe nog niet. De melk spuit vanzelf naar binnen. De kangoeroe groeit nog acht maanden in de buidel. Dan is hij groot genoeg voor de wijde wereld. Zijn moeder blijft hem nog een tijd zogen. Australië Er zijn veel meer buideldieren. Van buidelmuizen tot de buidelwolf. De meeste buideldieren leven in Australië. Bij alle buideldieren zit het jong heel kort in de buik. Daarna groeit het verder in de buidel. Daar kan de moeder in kijken. Zo kan ze af en toe zien hoe het gaat. buidelmuis buidelmarter Een kangoeroe in de buidel. Ga naar STAP 4 in je werkboek. 89 34 LEZEN 506879_N_LB6_T4.indd 89 11-03-2008 16:40:46 Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Vraag: Hoe lang zit een kangoeroe in de buik? (Een maand.) Hoe lang in de buidel? (Acht maanden.) Waarvan groeit hij in de buik? (Voedingsstoffen via de navelstreng.) MOEILIJKER Vergelijk de buidel van de kangoeroe met die van het zeepaardje. Vraag: Kunnen buidel dieren in de buidel van een vader groeien? (Nee, een buideldier is een zoogdier, vaders geven geen melk.)