Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober 2006 Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie, Maliebaan 50B, 3581 CS Utrecht T 030 251 01 61 E nvpst@euronet.nl I www.psychotherapie.nl
I Diagnostiek en indicatiestelling 4 a. De psychotherapeut is in staat op systematische wijze gegevens te verzamelen over de zorgvraag, de wensen en verwachtingen van de patiënt 2, evenals relevante informatie over voorafgaande zorg. b. De psychotherapeut heeft kennis van psychische problematiek en psychische stoornissen 3. c. De psychotherapeut heeft kennis en vaardigheden om op basis van anamnese en structurele en descriptieve diagnostiek zelfstandig de indicatie psychotherapie te stellen. d. De psychotherapeut heeft kennis van indicaties en contra-indicaties van verschillende behandelingsmethoden bij bepaalde (combinaties) van psychische stoornissen of in specifieke situaties. e. De psychotherapeut ziet erop toe dat het psychodiagnostisch onderzoek in voldoende mate is uitgevoerd voor de start van de psychotherapeutische behandeling. Hierbij wordt doelmatig gebruik gemaakt van (een combinatie van) relevante diagnostische methoden: zoals interview, observatie en psychologisch onderzoek. De gestelde indicatie wordt voorafgaand aan de behandeling met de patiënt besproken. f. De psychotherapeut stelt een behandelplan op en bespreekt dit met de patiënt 4. Het behandelplan is gebaseerd op de indicatiestelling en sluit aan bij de specifieke situatie van de patiënt. Na instemming van de patiënt met het behandelplan vindt de eigenlijke psychotherapie plaats in de vorm van een reeks gesprekken 5. g. Alle beslissingen die de psychotherapeut in het kader van de indicatiestelling neemt, voldoen aan de eisen van deskundigheid en zorgvuldigheid die, onder de gegeven omstandigheden, van een redelijk handelend psychotherapeut met inachtneming van de stand van wetenschap en techniek verwacht mogen worden. Deze beslissingen moet de psychotherapeut op adequate wijze kunnen verantwoorden. II Psychotherapeutische behandeling a. De psychotherapeut richt zich specifiek op de psychotherapeutische behandeling van psychische problematiek die de ontwikkeling en/of het functioneren van de patiënt belemmert 6. De psychotherapeut is in staat om de relatie tussen de persoonlijkheid van de patiënt en diens relationele context te benoemen en daar in de behandeling rekening mee te houden. b. De psychotherapeut is in staat om vanuit een theoretisch onderbouwde interpretatie van het probleem(gedrag) aansluiting te vinden bij de
verwachtingen van patiënten om vervolgens gezamenlijk behandeldoelen te formuleren. Het betreft een proces waarin de patiënt en psychotherapeut een samenwerkingsrelatie aangaan. c. De psychotherapeut heeft specifieke vaardigheden met betrekking tot het vakkundig en op methodische wijze vestigen, structureren en hanteren van de therapeutische werkrelatie als middel tot verandering. d. De psychotherapeut stemt de wijze waarop hij 7 het proces hanteert af op de doelstellingen, de fase en het soort behandeling. e. De psychotherapeut gaat uit van een behandelmethode die in dienst staat van het behandeldoel, aansluit bij de hulpvraag van de patiënt en in overleg met de patiënt is vastgesteld. f. De psychotherapeut gaat uit van psychotherapeutische methoden die bewezen effectief zijn. Bij ontstentenis van bewijs baseert hij zich op consensus in de beroepsgroep. De methoden zijn gericht op de verandering van cognities, emoties en overt gedrag. g. De psychotherapeut zet de in het kader van psychotherapie toe te passen methoden en attitudes in nadat hij: (1.) zich ervan vergewist heeft welke psychische stoornis aanwezig is; (2) de ontstaansgeschiedenis heeft ingeschat; (3) de methode heeft gekozen die opportuun is voor de betreffende patiënt, daarbij in overweging genomen de mogelijkheden van de patiënt om therapie te volgen. h De psychotherapeut past de psychotherapeutische methoden op zichzelf of in combinatie met andere vormen van behandeling - systematisch toe in het kader van een zorgvuldig opgebouwde en onderhouden relatie met de cliënt. i. De psychotherapeut werkt vanuit een op de doelstellingen van de behandeling toegespitste attitude. j. De psychotherapeut heeft invloed op de interpersoonlijke sfeer in de behandel-zitting door in zijn houding verschillende dimensies, zoals afstand/nabijheid, volgen/sturen en transparantie, doelbewust en systematisch te hanteren. k. De psychotherapeut heeft kennis van vigerende richtlijnen met betrekking tot de behandeling van veel voorkomende psychische stoornissen. l. De psychotherapeut moet zijn handelwijze kunnen verantwoorden wanneer wordt afgeweken van de door de beroepsgroep geaccordeerde richtlijnen voor de GGZ 8. 5
III Evaluatie van psychotherapeutische behandelingen a. De psychotherapeut is in staat het effect van de behandeling te evalueren en de (mate van) tevredenheid van de cliënt erover. IV Wetenschappelijke ontwikkelingen en toetsing van psychotherapie a. De psychotherapeut is op de hoogte van relevante wetenschappelijke ontwikkelingen in de psychotherapie via vaktijdschriften en bij- en nascholing. b. De psychotherapeut is in staat om desgevraagd op basis van zijn dossiervoering geanonimiseerde gegevens aan te leveren aan onderzoeksinstellingen ten behoeve van onderzoek naar de wetenschappelijke toetsingvan psychotherapie 9. V Algemene professionele competenties 6 a. De psychotherapeut treedt de patiënt met een beroepsmatige attitude tegemoet, zoals omschreven in de Beroepscode voor Psychotherapeuten. b. De psychotherapeut is in staat de behandelrelatie therapeutisch te hanteren. Naast zelfkennis is de vaardigheid tot metacommunicatie en feedback daarbij van cruciaal belang. c. De psychotherapeut kent de grenzen van zijn bekwaamheid en is in staat zijn mogelijkheden om bepaalde doelgroepen of individuen te behandelen in te schatten (zoals kinderen/jeugdigen 10. d. De psychotherapeut is in staat tot adequate verslaglegging en dossiervorming. e. De psychotherapeut is in staat zorg te dragen voor continuïteit van de diagnostiek en behandeling. 11 Hij ziet toe op adequate vormgeving en uitvoering van een multidisciplinaire behandeling van een individu (of systeem); hierover vindt regelmatig overleg plaats. f. De psychotherapeut is in staat te functioneren in een intervisieverband. g. De psychotherapeut is in staat op adequate wijze te communiceren met verwijzers en andere partijen waarmee wordt samengewerkt. h. De psychotherapeut heeft kennis van relevante wettelijke regelgeving 12 en beroepsethische codes 13 en neemt deze in acht.
voetnoten 1 In samenspraak met de Kamer Psychotherapeut van het CONO; en het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten heeft aangegeven zich goed in het opgestelde document te kunnen vinden. 2 Daar waar in dit document wordt gesproken over patiënt kan ook patiëntsysteem worden gelezen; alle leeftijdsgroepen (kinderen, jeugdigen, volwassenen en ouderen) worden geïncludeerd. 3 Volgens de criteria van een classificatiesysteem dat de beroepsgroep hanteert. 4 Bij kinderen of jeugdigen moet de psychotherapeut de behandelovereenkomst uitsluitend (tot 12 jaar) of ook (vanaf 12 jaar tot 16 jaar) met de ouders of wettelijke vertegenwoordigers afsluiten. 5 In het geval van kinderen eventueel door middel van spel. 6 Een psychotherapeutische behandeling van een kind of jeugdige is onlosmakelijk verbonden met behandeling van de ouders in de vorm van een meer of minder intensieve oudertherapie. Soms zijn daarbij gesprekken met het hele gezin geïndiceerd. 7 Daar waar hij staat kan ook zij worden gelezen. 8 Zie www.ggzrichtlijnen.nl. 9 Hiermee is niet gezegd dat de psychotherapeut altijd zijn medewerking aan extern onderzoek dient te verlenen. De psychotherapeut maakt hierin, bijvoorbeeld op basis van de gevraagde tijdsinvestering, zijn eigen afwegingen. 10 Voor de behandeling van specifieke doelgroepen, zoals kinderen en jeugdigen is een specifieke opleiding noodzakelijk. 11 Dit geldt alleen voor psychotherapeuten die werkzaam zijn in instellingsverband 12 In het bijzonder: Wet op de beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG), Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO), Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), Wet Klachtrecht Cliënten in de Zorgsector (WKCZ). 13 In het bijzonder: Beroepscode voor Psychotherapeuten (uitgave NVP). 7