38RA Serie. Bediening en onderhoud



Vergelijkbare documenten
SUI Bedieningspaneel

ELVA Security

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

code Foutmelding Omschijving en Mogelijke oplossingen

AT1G rev Toegangscontrole Module AT1G Handleiding. thinks outside the box!

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud.

ELWSE sturing met BOX10

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

Inhoudsopgave. Handleiding: MC v2.0a. Pagina - 1 -

Technische handleiding

ATP2S200. rev Toegangscontrole Module. Handleiding. thinks outside the box!

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

MotorControl gebruiksaanwijzing V3 vanaf softwareversie 2.0e

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

HANDLEIDING. SCU209DE / basis ontvanger. Inhoud;

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

STORINGEN BASIS.

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

Configuratieoverzicht en storingscodes Carrier splitsystemen met Xpower + regeling (toerengeregelde compressor)

33MC-FS-L (99DA9004) 33MC-VS-L (99DA9002)

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

Installatiehandleiding

Installatie handleiding Emergency Battery System.

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

FP400-serie. Klassieke microprocessorgestuurde brandmeld- en detectiepanelen. Gebruikershandleiding

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

GA-2 Alarmtoestel vetafscheider met twee sensoren Installatie- en bedieningsinstructies

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Technische handleiding

Installatiehandleiding

SAMENVATTING VAN DE HANDLEIDING VAN DE FREQUENTIEREGELAAR ECO VOOR TOEPASSINGEN MET VARIABEL KOPPEL

RF STANDAARD THERMOSTAAT

Handleiding Electro - visapparaat

Installateurshandleiding

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

ROGER Belgium SCHUIFHEK OPENER R30 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN R30 MODELLEN R30/ R30/ R30/ R30/1209

Gebruiksaanwijzing ALFA 85 Koel Thermostaat met fanen ontdooisturing

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET

Installatiehandleiding

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing.

Installatiehandleiding

BoxControl R D 400 besturing voor DFM(-ZE) en DKM(-ZE)

MGC OpenTherm regelaar

Emotron I/O-board 2.0 Optie

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Handleiding ALFA(NET) 71 0/+100 C

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we

Sinthesi Deuropenermodule

MEUBELSLOTEN (LOCKERSLOTEN) DS300 / DS400 1/13. t f INHOUDSOPGAVE

Gebruiksaanwijzing ALFA 55 24Vdc Koel/Ontd. Thermostaat met ventilator-sturing.

GALAXY 16 & 16+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6. versie 4 oktober

MC 785D-6p in- en opbouw

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C

Gebruikshandleiding TFT touchscreen

GEBRUIKSAANWIJZING CENTRALE VOEDINGSKAST 24 SVK

MICRO FOX DRIVE Gebruikers handleiding

Gebruiksaanwijzing & Installatiehandleiding. TC - 6 Telecontroller

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT

HANDLEIDING VLEUGELHEKOPENER

Contact aansluitingen. MultiOpener GSM

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004

DVM830L -- Digitale Mini Multimeter

GEBRUIKERSHANDLEIDING

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

SELCA IS200 klasse 2 alarm SELCA IS300 klasse 3 alarm

BESCHRIJVING VVVF PRIMA FREQUNTIE REGELAAR

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

RUKRA REMOTE PSTN IO_04_NL ARTIKELNUMMER: RK-3000

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving

INSTALLATIE HANDLEIDING MKR 41

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

Byzoo Sous Vide Turtle

MEUBELSLOTEN (LOCKERSLOTEN) TC-LS100 LS VERGRENDELINGEN. t f

BEDIENINGSINSTRUCTIE BLUSCENTRALE TYPE 8010

30RW - 30RWA. Bediening en onderhoud

Gebruikershandleiding 3 fase test adapter

27/03/2014. GSM102 2 relais GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

montage inbedrijfstelling Comfort Zone II Smart Sensor (zonethermostaat) Hold Out Set Temp Smart Sensor

Televariator 0-10 V

NL PROGRAMMERINGS HANDLEIDING. Digitale elektronische sleutelmodule art. 3348B / 3348BM. Passion.Technology.Design.

Parameters en alarmen. Multifold Super V0100. Parameters & Alarms Multifold Super V0100 NL Page 1 of 15

Electronische PINcode Schakelaar. Gebruikers & Installatie Handleiding

Gebruikershandleiding

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

Transcriptie:

38RA Serie PRO-DIALOG Regeling Bediening en onderhoud

INHOUD 1 - VEILIGHEID...3 1.1 - Algemeen...3 1.2 - Voorkomen van elektrische schokken...3 2 - ALGEMENE BESCHRIJVING...3 2.1 - Algemeen...3 2.2 - Gebruikte afkortingen...3 3 - BESCHRIJVING VAN DE HARDWARE...4 3.1 - Algemeen...4 3.2 - Elektrische aansluiting van de printen...4 3.3 - LEDs (lichtgevende diodes) op de printen...4 3.4 - De opnemers...4 3.5 - Aansluitingen op het gebruikers-klemmenblok...5 4 - MACHINEBEDRIJF MET DE PRO-DIALOG PLUS REGELING...6 4.1 - Vergrendelcontact (externe beveiliging)...6 4.2 - Capaciteitsregeling...6 4.3 - Compressor startvolgorde...6 4.4 - Condensordrukregeling...6 4.5 - Capaciteitsbegrenzing...6 4.6 - Afpompcyclus...6 5 - STORINGSDIAGNOSE EN OPLOSSINGEN...6 5.1 - Algemeen...6 5.2 - Afbeelden van alarmmeldingen...6 5.3 - Reset van alarmmeldingen...6 5.4 - Alarmcodes...7 De foto op de voorpagina dient slechts ter illustratie en maakt geen deel uit van enige offerte of verkoopcontract. 2

1 - VEILIGHEID 1.1 - Algemeen Montage en onderhoud van deze apparatuur kunnen, door systeemdruk, elektrische componenten en plaats van opstelling risico s met zich meebrengen. Daarom mogen deze werkzaamheden alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Neem bij werkzaamheden de waarschuwingen in de documentatie, op de stickers in de unit en andere van toepassing zijnde voorzorgsmaatregelen in acht. - Volg alle lokale veiligheidsvoorschriften. - Draag een veiligheidsbril en werkhandschoenen. - Wees voorzichtig bij het transporteren, hijsen en plaatsen van grote apparaten. 1.2 - Voorkomen van elektrische schokken Alleen personeel dat gekwalificeerd is volgens de richtlijnen van het IEC (IEC = International Electrotechnical Commission) mag toegang krijgen tot de elektrische componenten. Schakel ALTIJD de hoofdstroom af voordat met werkzaamheden aan de unit wordt begonnen! BELANGRIJK: Gevaar voor elektrische schokken: Ook bij uitgeschakelde scheidings- c.q. hoofdschakelaar kunnen bepaalde machinedelen onder spanning staan, omdat ze op een afzonderlijke voeding zijn aangesloten. 2 - ALGEMENE BESCHRIJVING 2.1 - Algemeen PRO-DIALOG Plus is een regelsysteem voor 38RA luchtgekoelde condensing-units met 1 of 2 circuits. Het Pro-Dialog systeem moet worden aangevuld met een programmeerbare of niet-programmeerbare Carrier 33CS thermostaat waarmee de start van de binnenventilator en de twee koeltrappen worden aangestuurd. Deze thermostaat kan ook de twee verwarmingstrappen regelen. In koelbedrijf regelt Pro-Dialog Plus de ventilatoren om de juiste condensatiedruk in ieder circuit te handhaven. De beveiligingscircuits in de unit worden continu bewaakt door Pro-Dialog Plus om de goede werking te waarborgen. De verwarmingstrappen worden niet door Pro-Dialog Plus geregeld. 2.2 - Gebruikte afkortingen In deze handleiding heten de koudemiddelcircuits A en B. De compressoren in heten A1 en A2. Die in zijn B1 en B2. De volgende afkortingen worden regelmatig gebruikt: CCN : Carrier Comfort Netwerk LED : Lichtgevende diode SIO : Standaard Ingang/Uitgang - interne communicatiebus die de basismodule verbindt met de slave-modules Zelfs wanneer de unit is afgeschakeld blijft de hoofstroom bekrachtigd, tenzij de beveiligingsschakelaar van de unit of het circuit open is. Zie elektrisch schema voor nadere details. Breng waarschuwingslabels aan (vermeld dit in de veiligheidsinstructies). Gevaar voor verbranding: Door stroom worden bepaalde componenten voor korte tijd of permanent warm. Ga daarom voorzichtig om met voedingskabels, elektrische bedrading en doorvoeren, afdekpanelen van schakelkasten en motorframes! BELANGRIJK: Deze apparatuur werkt met elektromagnetische signalen en geeft deze ook af. Wanneer bij de montage de instructies niet worden gevolgd, kan radio-interferentie ontstaan. Uit tests is gebleken dat deze apparatuur voldoet aan alle van toepassing zijnde voorschriften op het gebied van elektromagnetische compatibiliteit. BELANGRIJK: Gebruik bij het vastpakken van printen antistatische handschoenen om beschadiging aan de elektronische componenten te voorkomen. Haal de printen pas uit hun antistatische verpakking op het moment dat ze gemonteerd worden. 3

3 - BESCHRIJVING VAN DE HARDWARE 3.3 - LEDs (lichtgevende diodes) op de printen 3.1 - Algemeen Figuur 1 - Regelprint Alle printen controleren voortdurend de juiste werking van hun elektronische circuits en geven dit ook aan. Op elke print gaat een lichtgevende diode (LED) branden als de print goed werkt. De rode basis-led op de NRCP-basisprint knippert bij correcte werking van de module met tussenpozen van ca. 2 seconden. Wanneer de LED permanent brandt/uit is op de basisprint, of afwisselend sterk en zwak knippert, dan is de basisprint defect of er is een EPROM verkeerd geplaatst. Bij units met twee circuits of optieprinten knippert de groene LED op alle printen wanneer de communicatie via de interne bus goed verloopt. Wanneer de LED niet knippert, moet de bedrading van de SIO-bus worden gecontroleerd. 3.4 - De opnemers Drukopnemers Er worden twee typen elektronische opnemers (lage- en hogedruk) gebruikt om de zuig- en persdruk te meten in elk circuit. Thermistors De buitenluchttemperatuuropnemer is gemonteerd onder de schakelkast. Verklaring: 1. Master-basisprint NRCP 2. Rode status-led 3. Groene SIO-LED 4. Slave-basisprint NRCP 5. Externe master-print regelcontacten 6. Externe slave-print regelcontacten 7. Master-basisprint droge contacten 8. Slave-basisprint droge contacten Het systeem bestaat uit 1 NRCP-basisprint voor units met 1 circuit en 2 NRCP-basisprinten (een master- en een slave-print) voor units met 2 circuits. Alle printen communiceren via een interne SIO bus. De NRCP-basisprinten verwerken continu de ontvangen informatie van de verschillende druk- en temperatuuropnemers. Op de NRCP hoofd-basisprint is het programma opgeslagen waarmee de machine wordt geregeld. Vloeistof magneetafsluiters In de vloeistofleiding van elk circuit moet een vloeistof magneetafsluiter worden gemonteerd voor het afpompen van de verdamper bij het stoppen en starten van de unit. Deze wordt vanuit de regeling aangestuurd. Alarm LED Alarmmeldingen worden aangegeven door een LED aan de voorzijde van de schakelkast Alarm reset toets Actieve alarmmeldingen kunnen worden gereset met een druktoets op de voorzijde van de schakelkast. 3.2 - Elektrische aansluiting van de printen Alle printen hebben een gezamenlijke, geaarde 24 VAC voeding. Na een spanningsonderbreking wordt de unit automatisch herstart zonder dat daarvoor een extern commando nodig is. Wanneer er echter voorafgaand aan deze onderbreking foutmeldingen bestonden, dan blijven deze in het geheugen bewaard, waardoor onder bepaalde omstandigheden een circuit of de gehele unit niet kan starten. 4

3.5 - Aansluitingen op het gebruikers-klemmenblok Op het gebruikers-klemmenblok of op een extern klemmenblok (zie figuur 1) kunnen de onderstaande aansluitingen worden gemaakt. In onderstaande tabel worden de aansluitingen weergegeven. UNITS MET 1 CIRCUIT Beschrijving Connector/kanaal Klem Print Opmerkingen Opmerkingen Relais uitgang storingsmelding J3/CH24 30-31 NRCP-basis Geeft alarms circuit aan Potentiaalvrij contact 24VAC 48VDC max. 20VAC of VDC, 3A max., 80 ma min., externe voeding Connector: 4-pens Wago 231-304/026000 afstand 5,08 Contact 1: Binnenventilator J4/CH8 32-33 NRCP-basis Dit contact kan worden gebruikt voor 24 VAC, 20 ma verkeerde draairichting van de binnenventilator. Als het niet wordt gebruikt Connector: 8-pens Wago 734-168, moet het worden overbrugd. afstand 3,5 Contact 2: Koeling 1 J4/CH9 63-64 NRCP-basis Dit contact wordt gebruikt voor regeling van de eerste koeltrap: aangesloten op de thermostaat. Contact 3: Koeling 2 J4/CH10 73-74 NRCP-basis Dit contact wordt gebruikt voor regeling van de tweede koeltrap: aangesloten op de thermostaat. Aansluiting externe beveiliging J4/CH11a 34-35 NRCP-basis Dit contact kan worden gebruikt voor een externe beveiliging waardoor de unit moet afschakelen als het open is. Als het niet wordt gebruikt moet het worden overbrugd. Aansluiting voor 52-12 Extern Dit contact wordt gebruikt voor Maximum 18 VA, 10 W, 24 VAC vloeistofmagneetklep A1 regeling van de magneetklep van compressor A1 Aansluiting voor 53-12 Extern Dit contact wordt gebruikt voor Maximum 18 VA, 10 W, 24 VAC vloeistofmagneetklep A2 regeling van de magneetklep van compressor A2 (indien van toepassing) 24 VAC voeding voor thermostaat R.C. Extern Maximum 10 VA UNITS MET 2 CIRCUITS Beschrijving Connector/kanaal Klem Print Opmerkingen Opmerkingen Relais uitgang storingsmelding J3/CH24 30A - 31A NRCP-basis Geeft alarms aan Potentiaalvrij contact 24VAC 48VDC max. 20VAC of VDC, 3A max., 80 ma min., Relais uitgang storingsmelding J3/CH25 30B - 31B Slave basis Geeft alarms aan externe voeding Connector: 4-pens WAGO 231-304/026000 afstand 5,08 Contact 1: Binnenventilator J4/CH8 32-33 NRCP-basis Dit contact kan worden gebruikt voor 24 VAC, 20 ma verkeerde draairichting van de binnenventilator. Als het niet wordt gebruikt Connector: 8-pens Wago 734-168, moet het worden overbrugd. afstand 3,5 Contact 2: Koeling 1 J4/CH9 63-64 NRCP-basis Dit contact wordt gebruikt voor regeling van de eerste koeltrap: aangesloten op de thermostaat. Contact 3: Koeling 2 J4/CH10 73-74 NRCP-basis Dit contact wordt gebruikt voor regeling van de tweede koeltrap: aangesloten op de thermostaat. Aansluiting externe beveiliging J4/CH11a 34-35 NRCP-basis Dit contact kan worden gebruikt voor een externe beveiliging waardoor de unit moet afschakelen als het open is. Als het niet wordt gebruikt moet het worden overbrugd. Aansluiting voor 52-12 Extern Dit contact wordt gebruikt voor Maximum 18 VA, 10 W, 24 VAC vloeistofmagneetklep regeling van de magneetklep van Aansluiting voor 53-12 Extern Dit contact wordt gebruikt voor Maximum 18 VA, 10 W, 24 VAC vloeistofmagneetklep regeling van de magneetklep van 24 VAC voeding voor thermostaat R.C. Extern Maximum 10 VA 5

4 - MACHINEBEDRIJF MET DE PRO-DIALOG PLUS REGELING 4.1 - Vergrendelcontact (externe beveiliging) Dit contact controleert de status van de externe beveiliging. Bij geopend contact mag de unit niet starten. Wanneer de unit in werking is leidt dit open contact tot het afschakelen van de unit, gevolgd door een alarmmelding. 4.2 - Capaciteitsregeling De regeling schakelt de compressoren in op basis van de koelvraag van de thermostaat. OPMERKING: Pro-Dialog wacht minimaal 4 minuten alvorens de volgende koeltrap in te schakelen, en minimaal 3 minuten alvorens een koeltrap af te schakelen. 4.3 - Compressor startvolgorde De compressoren worden bij toerbeurt gestart en gestopt om het aantal draai-uren te egaliseren (waarde bepaald door aantal compressorstarts). 4.4 - Condensordrukregeling De condensordruk wordt automatisch geregeld door een ventilator met twee toerentallen (geen instelling). 4.5 - Capaciteitsbegrenzing Voor deze functie is geen extra print nodig. Hij voorkomt hogedrukstoringen in een circuit door de volgende acties: Voorkomen van capaciteitsverhoging van het circuit zodra een eerste hogedruklimiet is bereikt. Afschakelen van 1 compressor zodra een tweede beveiligingslimiet is bereikt. Bij een capaciteitsafschakeling van een compressor mag de capaciteit in het betreffende circuit 10 minuten lang niet hoger worden. 5 - STORINGSDIAGNOSE EN OPLOSSINGEN 5.1 - Algemeen De PRO-DIALOG Plus regeling heeft vele mogelijkheden voor storingsdiagnose. Als er een werkingsfout wordt geconstateerd, dan wordt een alarm geactiveerd en een alarmcode gegenereerd. 5.2 - Afbeelden van alarmmeldingen Op de alarm LED op de unit kunnen alarmmeldingen direct worden weergegeven. Dit gebeurt door middel van knipperreeksen. Voorbeeld: Pro-Dialog constateert alarm 36. De LED blijft 5 seconden branden, knippert dan 3 keer, gaat uit, knippert 6 keer, gaat uit en begint de reeks opnieuw. Er kunnen maximaal 5 actieve alarmcodes worden afgebeeld. 5.3 - Reset van alarmmeldingen Nadat de oorzaak van het alarm is verholpen kan het alarm, afhankelijk van het soort, worden gereset: automatisch bij terugkeer naar normaal bedrijf handmatig op de unit. Hand-reset moet worden uitgevoerd op de unit door middel van de volgende procedure: Druk op de alarm reset toets tot de alarm LED gaat branden. Druk nog een keer op de toets om de alarms te resetten. Tevens dient de hogedrukschakelaar handmatig te worden gereset d.m.v. de drukknop op de schakelaar. Alarmmeldingen kunnen worden gereset zelfs als de unit in bedrijf is. Het is daarom mogelijk om een alarm te resetten zonder de machine af te schakelen. Als de elektrische voeding wordt onderbroken herstart de unit automatisch als de voeding weer is hersteld. Alarmmeldingen die actief waren toen de voeding werd onderbroken zijn opgeslagen en kunnen er de oorzaak van zijn dat een circuit, of de unit, niet herstart. 4.6 - Afpompcyclus Wanneer een circuit stopt of start na meer dan 15 minuten na de vorige start of stop, dan wordt een afpompcyclus uitgevoerd om het koudemiddel uit de verdamper en de vloeistofleiding te verwijderen. De maximale duur van de afpompcyclus is 2 minuten. 6

5.4 - Alarmcodes In de volgende tabel worden alle alarmcodes en hun mogelijke oorzaken uitvoerig beschreven. BESCHRIJVING VAN DE ALARMCODES Alarm Waarom dit Alarm? Beschrijving Actie Reset Mogelijke oorzaak 1 Fout compressor A1 Beveiliging hoge motortemperatuur Compressor stopt Handmatig Te hoge motortemperatuur aangesproken 2 Fout compressor A2 Zie boven Zie boven Zie boven Zie boven 3 Fout compressor B1 Zie boven Zie boven Zie boven Zie boven 4 Fout compressor B2 Zie boven Zie boven Zie boven Zie boven 5 Fout buitenlucht- Opnemer buiten limieten Unit stopt Automatisch als de gemeten tempera- Defecte opnemer temperatuuropnemer tuur weer binnen de toegestane limieten ligt 11 Fout persdrukopnemer De opnemer geeft een onjuiste spanning Circuit A stopt Automatisch als de waarde weer Defecte opnemer, bedradingsfout normaal is 12 Fout persdrukopnemer De opnemer geeft een onjuiste spanning Circuit B stopt Zie boven Zie boven 13 Fout zuigdrukopnemer De opnemer geeft een onjuiste waarde Circuit A stopt Zie boven Zie boven 14 Fout zuigdrukopnemer De opnemer geeft een onjuiste waarde Circuit B stopt Zie boven Zie boven 15 Fout CCN/klokprint CCN/klokprint reageert niet Unit stopt Automatisch als de print weer reageert Defecte CCN/klokprint 16 Communicatiestoring met Er is geen communicatie met de Circuit B stopt Automatisch als de communicatie weer Ondeugdelijke bus bedrading, slave-print slave-print () is hersteld verkeerde software in slave-print, defecte slave-print 21 Lage druk De unit is in bedrijf en de zuiggasdruk is Circuit A stopt Handmatig Onvoldoende koudemiddelinhoud, te laag verstopt filter, defecte drukopnemer 22 Lage druk Zie boven Circuit B stopt Zie boven Zie boven 23 Hoge druk De unit is in bedrijf en de persgasdruk is Circuit A stopt Handmatig. De hogedrukschakelaar Fout ventilatorbedrading, hoge hoger dan de toegestane limiet moet handmatig worden gereset d.m.v. buitenluchttemperatuur de drukknop op de schakelaar 24 Hoge druk Zie boven Circuit B stopt Zie boven Zie boven 25 Hogedrukschakelaar niet De hogedrukschakelaar is niet gereset Circuit A stopt Zie boven Nadat het alarm was gereset is de gereset of verkeerde draai- nadat de beveiliging is aangesproken of hogedrukschakelaar niet gereset, richting compressor een compressor werkt in verkeerde draai- onjuiste compressorbedrading richting 26 Hogedrukschakelaar niet De hogedrukschakelaar is niet gereset Circuit B stopt Zie boven Nadat het alarm was gereset is de gereset of verkeerde draai- nadat de beveiliging is aangesproken of hogedrukschakelaar niet gereset, richting compressor een compressor werkt in verkeerde draai- onjuiste compressorbedrading richting 31 Herhaaldelijke overbrugging Meer dan 6 opeenvolgende capaciteits- Circuit A stopt Handmatig Defecte drukopnemer, verstopt filter verdamper zuiggas- afschakelingen door lage zuiggas- of te weinig koudemiddel temperatuur temperatuur 32 Herhaaldelijke overbrugging Zie boven Circuit B stopt Zie boven Zie boven verdamper zuiggastemperatuur 33 Herhaaldelijke overbrugging Meer dan 6 opeenvolgende capaciteits- Geen Automatisch Defecte drukopnemer, hoge hogedruk afschakelingen door bereiken hoge- buitenluchttemperatuur, vervuilde druklimiet condensor, te weinig luchtverplaatsing over de condensor 34 Herhaaldelijke overbrugging Zie boven Zie boven Zie boven Zie boven hogedruk 35 Status binnenventilator onjuist De thermostaat heeft een koelvraag terwijl Unit mag niet starten Handmatig Thermostaat of ventilator defect de binnenventilator is afgeschakeld 36 Fout vergrendelcontact Vergrendelcontact niet gesloten voor het Unit mag niet starten Handmatig Externe beveiliging niet gemaakt einde van de tijdvertraging of opent tijdens of stopt bedrijf 41 CCN Noodstop CCN heeft een noodstop commando Unit stopt CCN CCN Netwerk commando gegeven 42 Illegale fabrieksinstelling Onjuiste fabrieksinstelling Unit mag niet starten Automatisch Onjuiste fabrieksinstelling 7

Ordernr.: 93051-76, 06.2000. Vervangt ordernr.: Nieuw Wijzingen voorbehouden. Geproduceerd door: Carrier SA, Montluel, Frankrijk. Gedrukt in Nederland. Gedrukt op chloorvrij papier.