Regeling betreffende indexering eigen bijdragen en actualisering en deregulering Regeling hulpmiddelen 1996 e.a.



Vergelijkbare documenten
Uittreksel regeling hulpmiddelen 1996

Hulpmiddelen 2006 SR-Zorgverzekeraar. In deze brochure Reglement

Hulpmiddelen 2007 Zorgverzekeraar DSW. In deze brochure Reglement

N.V. Univé Zorg O.V.M. Univé Zorgverzekeraar u.a.

Reglement hulpmiddelen Natura 2014

Agis Reglement hulpmiddelen 2004

Reglement hulpmiddelen Ditzo 2014

Wijziging Regeling hulpmiddelen 1996

Bots 9 Hulpmiddel of onderwijsvoorziening

Toestemming vooraf bij afspraken leverancier. ja ja 3 jaar - Eigendom. ja ja 3 jaar - Eigendom. ja ja 5 jaar - Eigendom. ja nee - - Eigendom

Reglement Hulpmiddelen Asn

Reglement hulpmiddelen VGZ 2006

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Reglement Hulpmiddelen. Zorgverzekeraar Trias

Reglement Hulpmiddelenzorg 2008

ANONIEM BINDEND ADVIES

Wereldwijdpolis Overzicht hulpmiddelen behorend bij de Bepaling hulpmiddelen 2015

Reglement Hulpmiddelen Stad Holland Zorgverzekeraar Algemeen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoudsopgave. Ditzo Zorgverzekering Heb je vragen? Bel (lokaal tarief) 2

De Regeling tandheelkundige hulp ziekenfondsverzekering. en Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden VWS

Reglement hulpmiddelen Flexibel 2013

Achmea reglement Hulpmiddelen 2008

Reglement Hulpmiddelenzorg 2009 (geldig vanaf 1 januari 2009)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 44 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

Geldend vanaf 1 januari 2012

ANONIEM BINDEND ADVIES

Datum: 11 maart Onderstaand de volledige uitspraak. Compressiekousen bij ulcus cruris venosum (dubbellaags koussysteem) Samenvatting

Reglement hulpmiddelen Ditzo Geldend vanaf 1 januari Definities

Hulpmiddelenlijst NTAC Onderverdeling budgetten van: - - Zorgverzekeraars - Zorgkantoren (AWBZ) - Gemeenten (WMO) - Versie 2008

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

(Regeling hulpmiddelen 1996)

Restitutie-tarievenlijst hulpmiddelen en zittend ziekenvervoer

OHRA restitutie tarievenlijst Hulpmiddelen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels UWV vergoeding computers in het regulier onderwijs

Reglement hulpmiddelen Ditzo Zorgverzekering Restitutiepolis 2012

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DWJZ/SWW nov. 08

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ANONIEM BINDEND ADVIES

Reglement hulpmiddelen AEGON Ziektekosten 2007

ANONIEM Bindend advies

VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING. Ontvangen. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Voorzieningenregeling militaire oorlogs- en dienstslachtoffers

b. In het eerste lid, onderdeel l, wordt bij besluit als bedoeld in artikel 21 vervangen door: bij besluit als bedoeld in artikel 20.

Aandachtspuntenlijst beoordeling modelpolissen

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

DERDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Hulpmiddelen die onder artikel 3.4 van het Reglement Hulpmiddelen vallen:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Restitutie-tarievenlijst hulpmiddelen en zittend ziekenvervoer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

REGLEMENT HULPMIDDELEN behorende bij de Zorg-op-maatpolis

Restitutie-tarievenlijst hulpmiddelen en zittend ziekenvervoer

Restitutie-tarievenlijst Hulpmiddelen en Zittend Ziekenvervoer. Tarievenlijst geldig vanaf 1 januari 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reglement Hulpmiddelen RH2012

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

Wijziging van de Ziektewet i.v.m. harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

kosten daarvan (Regeling ziekenvervoer Ziekenfondswet) Z/VU

Wijziging Regeling zorgverzekering

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Vergoeding Hulpmiddelen 2011

Artikel I Artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ARTIKEL I. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

Restitutie tarievenlijst, Hulpmiddelen en Zittend Ziekenvervoer. Tarievenlijst geldig vanaf 1 januari 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

In artikel 39, derde lid, wordt onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel h door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Restitutie-tarievenlijst hulpmiddelen en Zittend Ziekenvervoer. Tarievenlijst geldig vanaf 1 januari 2016

Restitutie tarievenlijst, Hulpmiddelen en Zittend Ziekenvervoer

Restitutie tarievenlijst, Hulpmiddelen en Zittend Ziekenvervoer

REGLEMENT HULPMIDDELEN behorende bij de Zorg-op-maatpolis en de Zorgkeuzepolis. per 1 januari 2008

Reglement Hulpmiddelenzorg 2011

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Zorgovereenkomst verbandmiddelen, voorzetkamers, oogpleisters/bandagelenzen en toebehoren bij zwachtelen 2013

ANONIEM BINDEND ADVIES

Verzekeringsreglement 2005 (geldig vanaf 1 januari 2005) Ziekenfondswet en Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

JURISPRUDENTIE --- Zfw

Implementatierichtlijn RZV-verstrekking

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Het opschrift komt te luiden:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Restitutie-tarievenlijst hulpmiddelen en zittend ziekenvervoer

Onderlinge Verzekerings Maatschappij Univé Zorg u.a.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

ONVZ Reglement Hulpmiddelen 2011

Transcriptie:

VWS Regeling betreffende indexering eigen bijdragen en actualisering en deregulering Regeling hulpmiddelen 1996 e.a. 29 november 2002/nr. Z/VU-2334315 De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op de artikelen 15, 16 en 17, vijfde lid, van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering en artikel 11, vijfde lid, van het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden; Besluit: Artikel I De Regeling hulpmiddelen 1996 1 wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 2 komt te luiden als volgt: Artikel 2 1. De aanspraak op hulpmiddelen omvat de verschaffing van een te allen tijde adequaat functionerend hulpmiddel, bestaande uit: a. prothesen voor schouder, arm, hand, been of voet, als aangegeven in artikel 7; b. mammaprothesen als aangegeven in artikel 8; c. gelaatsprothesen als aangegeven in artikel 9; d. oogprothesen als aangegeven in artikel 10; e. orthesen voor romp, arm, been, voet, hoofd of hals als aangegeven in artikel 11; f. gezichtshulpmiddelen als aangegeven in artikel 12; g. gehoorhulpmiddelen als aangegeven in artikel 13; h. verzorgingsmiddelen als aangegeven in artikel 14; i. hulpmiddelen voor anticonceptionele doeleinden als aangegeven in artikel 15; j. eenvoudige hulpmiddelen voor de mobiliteit van personen als aangegeven in artikel 16; k. pruiken als aangegeven in artikel 17; l. injectiespuiten en toebehoren als aangegeven in artikel 18; m. uitwendige hulpmiddelen, te gebruiken bij het langdurig compenseren van het functieverlies van aderen bij het transport van bloed en het functieverlies van lymfevaten bij het transport van lymfe; n. hulpmiddelen bij diabetes als aangegeven in artikel 20; o. apparatuur voor positieve uitademingsdruk als aangegeven in artikel 21; p. draagbare, uitwendige infuuspompen met toebehoren als aangegeven in artikel 22; q. schoenvoorzieningen, niet zijnde orthesen als aangegeven in artikel 23; r. hulpmiddelen voor het toedienen van voeding als aangegeven in artikel 24; s. allergeenvrije en stofdichte hoezen, als aangegeven in artikel 25; t. hulpmiddelen voor communicatie, informatievoorziening en signalering als aangegeven in artikel 26; u. prothetische voorzieningen voor de onder- of bovenkaak als aangegeven in artikel 26a; v. zuurstofapparaten dan wel zuurstofconcentratoren met toebehoren; w. longvibrators; x. vernevelaars met toebehoren; y. beeldschermloepen; z. uitwendige elektrostimulators tegen chronische pijn met toebehoren; aa. hulpmiddelen voor continue positieve luchtdruk tijdens het ademen (CPAP-apparatuur) met toebehoren; bb. solo-apparatuur met toebehoren; cc. tactiel-leesapparatuur met toebehoren; dd. hoortoestellen die kunnen worden aangesloten op een te implanteren beengeleider (BAHA-hoortoestel); ee. hulpmiddelen voor de mobiliteit van personen als aangegeven in artikel 26b; ff. inrichtingselementen van woningen als aangegeven in artikel 26c. 2. De aanspraak op hulpmiddelen omvat in voorkomende gevallen wijziging of herstel van hulpmiddelen. 3. Het ziekenfonds bepaalt of middelen in eigendom dan wel in bruikleen worden verschaft. 4. Indien het ziekenfonds middelen in bruikleen verschaft, zijn de artikelen 7 tot en met 26a van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 11a, vierde lid, 13, vijfde, zesde en zevende lid, 17, derde lid, 23, vierde en vijfde lid, en 26, zevende lid. B Na artikel 2 wordt Hoofdstuk 2. Verschaffing in eigendom vervangen door: Hoofdstuk 2. Verschaffing van hulpmiddelen. C Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 6 1. Indien een middel in bruikleen wordt verschaft, kan het ziekenfonds van de verzekerde een redelijke waarborgsom vragen. Over de waarborgsom wordt door het ziekenfonds geen rente vergoed. 2. De verschaffing in bruikleen omvat tevens vergoeding van de kosten van vervoer van het hulpmiddel naar en van de woning van de verzekerde, van het regelmatig technisch onderhoud ervan, alsmede van de voor het gebruik, ontsmetting en reiniging van de apparatuur benodigde chemicaliën. D In artikel 8 vervalt het vierde lid. E In artikel 11a, vierde lid, wordt 112,00 vervangen door 117,50 en 56,00 door: 58,50. F Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. brillenglazen, waaronder filterglazen met of zonder visuscorrigerende werking;. 2. In het tweede lid wordt brilleglazen of contactlenzen vervangen door: deze hulpmiddelen. G Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het vijfde lid wordt 467,50 vervangen door: 462,50. 2. In het zesde lid wordt 558,00 vervangen door: 553,00. Uit: Staatscourant 2 december 2002, nr.232 / pag. 13 1

3. In het zevende lid wordt 649,00 vervangen door: 644,00. 4. Het achtste en negende lid vervallen. 5. Onder vernummering van het tiende in het achtste lid wordt in dat lid 60,50 vervangen door: 60,00. H Artikel 14, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt: 1. De puntkomma aan het slot van onderdeel f wordt vervangen door een punt. 2. Onderdeel g vervalt. I In artikel 17, derde lid, wordt 260,00 vervangen door: 257,00. J Artikel 19 vervalt. K Artikel 20 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het vierde lid vervalt. 2. Het vijfde en zesde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid. 3. In het vierde lid vervalt: Het vierde lid is niet van toepassing. L Artikel 23 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het vierde lid wordt 134,00 vervangen door: 132,50. 2. In het vijfde lid wordt 112,00 vervangen door 117,50, 56,00 vervangen door 58,50, 286,00 vervangen door 289,50 en 230,00 vervangen door: 230,50. M Artikel 26 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt na invoer- en uitvoerapparatuur ingevoegd: en de daartoe benodigde programmatuur, noodzakelijke upgrades daarvan en de gebruiksinstructie,. 2. Onderdeel g komt te luiden: g. opname- en voorleesapparatuur voor gehandicapten: 1. memorecorders voor visueel gehandicapten; 2. daisy-spelers of daisy-programmatuur voor visueel gehandicapten, dyslectici en motorisch gehandicapten; 3. voorleesapparatuur voor zwartdrukinformatie voor visueel gehandicapten;. 3. Onderdeel h, subonderdeel 4, komt te luiden: 4. teksttelefoons, faxapparatuur dan wel beeldtelefoons voor auditief gehandicapten;. 4. In het tweede lid wordt na indien de lichamelijk gehandicapte voor ingevoegd: informatie en. 5. In het zevende lid wordt 93,50 vervangen door: 92,50. N Na artikel 26a vervalt: Hoofdstuk 3. Bepalingen inzake verschaffing in bruikleen. O In artikel 26b, eerste lid, aanhef, wordt tweede lid, onder k vervangen door: eerste lid, onder ee. P In artikel 26c, eerste lid, aanhef, wordt tweede lid, onder l vervangen door: eerste lid, onder ff. Q Artikel 27 vervalt. R Artikel 28 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het eerste lid vervalt alsmede de aanduiding 2. voor het tweede lid. 2. De zinsnede in bruikleen vervalt. 3. De zinsnede tweede lid, onder h wordt vervangen door: eerste lid, onder cc. S Artikel 29 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt tweede lid, onder a vervangen door: eerste lid, onder v. 2. In het tweede lid wordt tweede lid, onder f vervangen door: eerste lid, onder aa. 3. In het derde lid wordt tweede lid, onder g en h vervangen door: eerste lid, onder bb en cc. 4. In het vierde lid wordt tweede lid, onder i vervangen door: eerste lid, onder dd. 5. Het vijfde lid vervalt. T Na artikel 29 wordt Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen vervangen door: Hoofdstuk 3. Overgangsen slotbepalingen U In de aanhef van onderdeel I. in bijlage 2 wordt van brilleglazen vervangen door: van brillenglazen, waaronder filterglazen met of zonder visuscorrigerende werking,. V Bijlage 4 vervalt. W De aanhef van bijlage 5 wordt vervangen door: Bijlage 5 behorende bij artikel 20, vijfde lid, van de Regeling hulpmiddelen 1996. X Bijlage 8 wordt gewijzigd als volgt: 1. Voor Indicaties voor teksttelefoons of fax-apparatuur wordt de aanduiding I. geplaatst. 2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: II. Indicaties voor beeldtelefoons: Een indicatie voor een beeldtelefoon is aanwezig: 1. Indien een indicatie voor een teksttelefoon of fax-apparatuur aanwezig is, maar deze telefoon of apparatuur voor de verzekerde niet bruikbaar is, én de verzekerde de Nederlandse Gebarentaal voldoende beheerst, of 2. in geval van bijzondere individuele zorgvragen. Artikel II Het Besluit ziekenvervoer ziekenfondsverzekering 1980 2 wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 5, eerste lid, wordt 0,20 vervangen door: 0,21. B In artikel 7 wordt 76,60 telkens vervangen door: 79,00. Artikel III Artikel 1 van de Regeling eigen bijdrage kraamzorg ziekenfondsverzekering 3 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt 3,27 vervangen door: 3,40. 2. In het tweede lid wordt 13,00 vervangen door 13,50 en wordt 92,65 vervangen door: 95,50. Artikel IV In artikel 13, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden 4 wordt 2,72 vervangen door: 3,40. Artikel V Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003. Uit: Staatscourant 2 december 2002, nr.232 / pag. 13 2

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Ross-van Dorp. Toelichting Met de onderhavige regeling wordt uitvoering gegeven aan een tweetal aanbevelingen van een werkgroep bestaande uit zorgverzekeraars en cliëntenorganisaties die opereert in het kader van de deregulering van de Regeling hulpmiddelen 1996. Deze voorstellen komen neer op het afschaffen van de vergoedingslimieten voor uitwendige mammaprothesen, ringleidingen, maskeerders ter behandeling van ernstig oorsuizen en bloedglucose-testmeters en het afschaffen van de huidige bruikleenverplichting voor diverse in de Regeling hulpmiddelen 1996 aangewezen hulpmiddelen. Voorts wordt met de onderhavige regeling een aantal aanbevelingen uit het Signaleringsrapport Hulpmiddelen 2002 van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) overgenomen. Het betreft de overheveling van de aanspraak op de botgroeistimulator en de drukpakken naar de aanspraak op medisch specialistische zorg, de vervanging van de aanspraak op therapeutische elastische kousen door een eenvoudiger en functiegerichte omschrijving, het aanmerken van de filterglazen zonder visuscorrectie als brillenglazen en het uitbreiden van de regeling met de beeldtelefoon voor doven die de Nederlandse Gebaren Taal beheersen. Verder wordt met deze regeling een tweetal aanbevelingen van het CVZ overgenomen uit het Signaleringsrapport hulpmiddelen ter compensatie van visuele beperkingen, van 28 november 2002, kenmerk CU701271. Deze rapportage heeft het CVZ uitgebracht in antwoord op mijn brief van 26 augustus 2002, kenmerk DGB/HM-2302509, waarin ik het CVZ verzocht te adviseren over het opnemen van apparatuur voor het afspelen van daisy-lectuur in de Regeling hulpmiddelen 1996. De aanbevelingen die worden overgenomen betreffen het opnemen van de daisyapparatuur (digital audiobased information system) en het voorleesapparaat voor gehandicapten die op deze voorziening zijn aangewezen, het verduidelijken van de aanspraak op computeraanpassingen en het vervangen van de aanspraak op t.v.-loupes door beeldschermloepen. Tot slot worden met de onderhavige regeling de bedragen in de Regeling hulpmiddelen 1996, de Regeling eigen bijdrage kraamzorg ziekenfondsverzekering, het Besluit ziekenvervoer ziekenfondsverzekering 1980 en het Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden trendmatig aangepast, overeenkomstig het voorstel van het CVZ 5. Achtergrond deregulering Regeling hulpmiddelen 1996 Met ingang van 1 januari 2002 is een eerste stap gezet in de deregulering van de Regeling hulpmiddelen 1996 6 (de zogenaamde eerste tranche ). Met deze eerste tranche is een aantal procedurele voorwaarden ter verkrijging van de in de regeling opgenomen hulpmiddelen geschrapt. Ziekenfondsen kunnen zelf in hun verzekeringsreglement nadere voorwaarden stellen voor het verkrijgen van hulpmiddelen. Inmiddels is een tweede tranche deregulering van de Regeling hulpmiddelen 1996 ingezet. Doel van deze tweede tranche is de regeling zodanig te vereenvoudigen dat nog slechts sprake is van een regeling op hoofdlijnen. Dit proces zal meerdere jaren in beslag nemen en door VWS begeleid worden met een stimuleringsbeleid voor zelfregulering, onder meer door middel van protocollering van de extramurale hulpmiddelenvoorziening. In dit kader is een breed overleg tot stand gebracht tussen zorgverzekeraars en vertegenwoordigers van patiënten- en ouderenorganisaties. De deelnemers van dit overleg hebben een werkgroep in het leven geroepen die de Regeling hulpmiddelen 1996 beoordeelt op knelpunten en onvolkomenheden. De partijen tonen hiermee aan dat zij zelf verantwoordelijkheid willen nemen voor een grotere mate van zelfregulering. De werkgroep komt tot een aantal aanbevelingen ter verdere vereenvoudiging van de Regeling hulpmiddelen 1996. De bevindingen van de werkgroep zijn aangeboden aan de Staatssecretaris van VWS. Een tweetal aanbevelingen wordt met deze regeling overgenomen. Het betreft het afschaffen van bepaalde vergoedingslimieten en het laten vervallen van de verplichte bruikleenverstrekking. De werkgroep wil haar werkzaamheden continueren. Nieuwe voorstellen van de werkgroep zullen in het vervolg ingebracht worden bij het CVZ ter beoordeling in het jaarlijkse Signaleringsrapport Hulpmiddelen. Afschaffen vergoedingslimieten Sommige vergoedingslimieten in de Regeling hulpmiddelen 1996 wijken slechts in geringe mate af van de marktprijs van de betreffende hulpmiddelen. Die limieten zijn destijds ingevoerd uit oogpunt van kostenbeheersing of om het zuinig gebruik van hulpmiddelen door verzekerden te bevorderen. Dit type vergoedingslimieten kent verschillende nadelen. De marktprijzen van hulpmiddelen hebben de neiging zich te richten naar een eenmaal ingestelde limiet. De prikkel tot zuinig gebruik verdwijnt daarmee. In de praktijk is gebleken dat vergoedingslimieten het initiatief tot prijsonderhandeling door het ziekenfonds belemmeren. Daardoor blijven prijzen kunstmatig hoog. Het verrekenen van de vergoedingslimiet met de kostprijs is een administratieve last, in het bijzonder wanneer het verschil tussen limiet en kostprijs gering is. Prijsonderhandelingen, waar die eerder niet plaatsvonden, kunnen leiden tot een versmalling van het aanbod (alleen het goedkoopste) en beperking van de keuzevrijheid (voorkeurspakketten, voorkeursleveranciers). Daarentegen zal juist op dit punt differentiatie tussen ziekenfondsen ontstaan, zodat verzekerden kunnen kiezen voor het ziekenfonds met het beste zorgarrangement. Met onderhavige regeling worden de vergoedingslimieten voor uitwendige mammaprothesen, ringleidingen, maskeerders ter behandeling van ernstig oorsuizen en de bloedglucose-testmeters afgeschaft (respectievelijk de onderdelen D, G lid 4 en K lid 1). Afschaffen bruikleenverplichting De Regeling hulpmiddelen 1996 kent een bruikleenverplichting voor diverse hulpmiddelen (artikel 2, tweede lid). De bruikleenconstructie is ooit uit doelmatigheidsoverwegingen ingevoerd en geldt voor dure hulpmiddelen die zich lenen voor hergebruik. Er Uit: Staatscourant 2 december 2002, nr.232 / pag. 13 3

is geen duidelijke noodzaak meer om wettelijk te bepalen welke middelen in bruikleen moeten worden verstrekt. Het past immers niet in een sturingsfilosofie waarin risicodragende ziekenfondsen de regie op zich nemen over de uitvoering van de hulpmiddelenzorg. Het kan aan het ziekenfonds worden overgelaten te beoordelen welke hulpmiddelen in bruikleen worden verstrekt en welke in eigendom. Met het afschaffen van de verplichte bruikleen krijgt het ziekenfonds een grotere beleidsruimte. Met deze beleidsruimte kan het ziekenfonds meer zorg op maat aan zijn verzekerden verlenen. Het is nu zo dat in bruikleendepots meestal een zeer smal assortiment hulpmiddelen, afgestemd op de gemiddelde cliënt, wordt aangehouden. Daardoor kan niet altijd voldoende worden ingespeeld op de individuele zorgbehoefte van de verzekerde. Bruikleenhulpmiddelen blijven dan ook vaak ongebruikt in de kast liggen. Het CVZ geeft in het Signaleringsrapport hulpmiddelen ter compensatie van visuele beperkingen (pagina 10) aan het afschaffen van de bruikleenverplichting een goede zaak te vinden. Met deze regeling komt de bruikleenverplichting te vervallen. Ziekenfondsen kunnen naar eigen oordeel hulpmiddelen in bruikleen dan wel in eigendom verstrekken (onderdeel A, artikel 2, derde lid). Met de onderdelen C, Q en R worden artikel 27 en artikel 28, eerste lid, van de Regeling hulpmiddelen 1996 verplaatst naar een nieuw artikel 6. Het betreft hier algemene bepalingen voor het verschaffen van hulpmiddelen in bruikleen. Aanbevelingen uit het Signaleringsrapport Hulpmiddelen 2002 Jaarlijks rapporteert het CVZ aan de minister van VWS over gesignaleerde knelpunten rond de verstrekking van hulpmiddelen. In 1999 is het CVZ gestart met het bijhouden van de signaleringslijst. Hierop staan alle signalen op het gebied van hulpmiddelen die het CVZ bereiken. Met ingang van 2001 heeft het CVZ voor het eerst op basis van deze lijst het Signaleringsrapport Hulpmiddelen uitgebracht. De rapportages vormen de basis voor de jaarlijkse actualisatie van de Regeling hulpmiddelen 1996. In het Signaleringsrapport Hulpmiddelen 2002 doet het CVZ een aantal aanbevelingen. Het CVZ adviseert de aanspraak op de botgroeistimulator en de drukpakken uit de Regeling hulpmiddelen 1996 over te hevelen naar de aanspraak op medisch specialistische zorg. Verder stelt het CVZ voor de aantrekhulp voor elastische kousen op te nemen in de Regeling hulpmiddelen 1996 en de maximumvergoedingsbedragen voor rondbreikousen uit de regeling te schrappen. Voorts adviseert het CVZ filterglazen zonder visuscorrectie niet langer aan te merken als bijzonder optisch hulpmiddel, maar als brillenglazen. Tot slot adviseert het CVZ de beeldtelefoon als alternatieve keuzemogelijkheid voor auditief gehandicapten in de regeling op te nemen. Onderstaand wordt kort op deze aanbevelingen ingegaan. Overheveling botgroeistimulator naar aanspraak op medisch specialistische zorg In de Regeling hulpmiddelen 1996 is de botgroeistimulator als verplichte bruikleenverstrekking geregeld. Aanspraak op dit hulpmiddel bestaat slechts indien sprake is van een botbreuk die na zes maanden nog niet is genezen en de botgroeistimulatie een (duurdere) chirurgische ingreep vervangt. Het CVZ constateert dat behandeling met botgroeistimulatie ook bij verse fracturen en osteomieën leidt tot een versnelde genezing. Daarnaast heeft de Nederlandse Orthopaedische Vereniging aangegeven dat de kwaliteit van de door sommige verzekeraars verstrekte botgroeistimulatoren te wensen overlaat. Overeenkomstig het voorstel van het CVZ wordt de botgroeistimulator onderdeel van de aanspraak op medisch specialistische zorg. Met onderdeel S komt het vijfde lid van artikel 29 van de regeling te vervallen. Hiermee vervallen ook de beperkingen voor de inzet zoals deze in de huidige regeling zijn benoemd. Zo kan de inzet van het hulpmiddel door de specialist worden afgestemd op de persoonlijke situatie van de verzekerde. Overheveling drukpakken naar de aanspraak op medisch specialistische zorg De Regeling hulpmiddelen 1996 geeft aanspraak op drukpakken ter behandeling van brandwonden. Het drukpak dient om woekering van littekenweefsel na uitgebreide huiddefecten tegen te gaan. Het CVZ voerde een praktijkevaluatie uit naar de verstrekking en vergoeding van drukpakken. Hieruit blijkt dat druktherapie met name in ziekenhuizen met diverse topklinische functies wordt toegepast. In 85% van de gevallen gaat het om behandeling van brandwonden en in 15% om andere indicaties. De door de vereiste machtigingsprocedure optredende vertraging wordt door de behandelaars als een ernstige beperking beschouwd van de huidige regeling. Overeenkomstig de aanbeveling van het CVZ vervalt met onderdeel H de aanspraak op drukpakken op grond van de Regeling hulpmiddelen 1996. Hiermee vervalt ook de beperking van de aanspraak op drukpakken uitsluitend bij de indicatie van brandwonden. De aanspraak op drukpakken wordt onderdeel van de aanspraak op medisch specialistische zorg. Elastische kousen en aantrekhulp In de Regeling hulpmiddelen 1996 is een maximumvergoeding opgenomen voor rondbreikousen, terwijl de duurdere vlakbreikous volledig wordt vergoed. Dit leidt in de praktijk in een aantal gevallen tot aanvraag van de duurdere vlakbreikous, terwijl met een rondbreikous kan worden volstaan. Het CVZ stelt voor om de maximale vergoeding van rondbreikousen af te schaffen, waarmee het oneigenlijke financiële voordeel voor de gebruiker van het aanvragen van een ander dan het meest doelmatige hulpmiddel vervalt. Voorts stelt het CVZ voor de aantrekhulp in de regeling op te nemen. Therapeutische elastische kousen zijn hulpmiddelen voor de ambulante compressietherapie. Ambulante compressietherapie past men toe bij aandoeningen en functiestoornissen van bloed- en lymfevaten. Uit onderzoek ( Steun de steunkous ) van het Kenniscentrum voor Revalidatie en Handicap komt naar voren dat het gebruik van een aantrekhulp voor elastische kousen, die ook als uittrekhulp kan worden gebruikt, de effectiviteit van de compressietherapie ten goede komt en leidt tot een aanzienlijke kostenbesparing op de inzet van professionele hulpverlening. Bovendien wijst het CVZ erop dat de aantrekhulp een bijdrage levert aan Uit: Staatscourant 2 december 2002, nr.232 / pag. 13 4

het behoud van de kwaliteit van de kous en de levensduur van de elastische kousen verlengt, en ook wat dat betreft tot kostenbesparing leidt. De aanbevelingen van het CVZ worden met deze regeling overgenomen, maar een en ander is in het licht van de voornemens de Regeling hulpmiddelen 1996 te vereenvoudigen tot een regeling op hoofdlijnen, anders omschreven. De nieuwe omschrijving (onderdeel A, artikel 2, eerste lid, onderdeel m) van de aanspraak gaat uit van de verloren gegane lichaamsfunctie (het transport van bloed en lymfe door aderen respectievelijk lymfevaten). De uitwendige hulpmiddelen die dit functieverlies langdurig kunnen compenseren komen voor vergoeding in aanmerking. Inwendige hulpmiddelen, zoals vaatprotheses, vallen hier dus niet onder. De nieuwe omschrijving van de aanspraak spreekt van langdurig compenseren van functieverlies. Dit om onderscheid te maken met hulpmiddelenzorg die tijdelijk wordt ingezet als onderdeel van medische behandeling en als zodanig behoort tot de aanspraak op die behandeling. Met de onderdelen J en V van deze regeling komen artikel 19 en bijlage 4 van de Regeling hulpmiddelen 1996 te vervallen. Hiermee vervalt de vergoedingslimiet voor rondbreikousen en wordt verstrekking van de aantrekhulp mogelijk. Het ziekenfonds heeft op basis van zijn zorgplicht de verantwoordelijkheid om bij de contractering van zorgaanbieders eisen te stellen aan indicatiestelling en zorgrealisatie, zodanig dat gewaarborgd wordt dat het functieverlies afdoende wordt gecompenseerd door middel van hulpmiddelenzorg. Hierbij kan, wat betreft de elastische kousen, gebruik worden gemaakt van het pas verschenen Hulpmiddelenkompas, onderdeel Therapeutische Elastische Kousen van het CVZ, waarin een richtlijn voor het rationeel voorschrijven en doelmatig verstrekken van elastische kousen is vastgelegd. Uitsluiting aanspraak op filterglazen zonder visuscorrectie Op grond van artikel 12, van de Regeling hulpmiddelen 1996, bestaat onder bepaalde voorwaarden aanspraak op gezichtshulpmiddelen. Hieronder vallen onder meer brillenglazen (artikel 12, eerste lid, onderdeel a) en bijzondere optische hulpmiddelen (artikel 12, eerste lid, onderdeel d). Aanspraak op brillenglazen bestaat slechts indien sprake is van een medische indicatie als omschreven in de regeling (bijlage 2, onder I) én de aanschaf plaatsvindt binnen 12 maanden na eerdere aanschaf van brillenglazen (zogenaamde vervangingsregeling ). De eerste aanschaf is altijd voor eigen rekening. Op een bijzonder optisch hulpmiddel bestaat aanspraak als de verzekerde een dusdanig verlies van gezichtsvermogen heeft dat redelijkerwijs niet kan worden volstaan met brillenglazen of contactlenzen. Hierbij geldt niet de zogenaamde vervangingsregeling. De eerste aanschaf komt hier wel voor vergoeding in aanmerking. In het Signaleringsrapport Hulpmiddelen 2002 geeft het CVZ aan dat de grens tussen de aanspraak op brillenglazen en die op bijzondere optische hulpmiddelen in de uitvoeringspraktijk problemen geeft als het gaat om de verstrekking van filterglazen. Filterglazen zijn glazen die bepaalde golflengten van het licht uitfilteren, waardoor mensen met een bepaalde oogafwijking (Retinitis Pigmentosa) beter zicht hebben. Filterglazen met visuscorrectie worden gezien als brillenglazen in de zin van de Regeling hulpmiddelen 1996 (eerste aanschaf voor eigen rekening). Op grond van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep uit 1987 7 worden filterglazen zonder visuscorrectie aangemerkt als bijzonder optisch hulpmiddel en worden op grond van de Regeling hulpmiddelen 1996 altijd volledig vergoed. Hierdoor is sprake van een rechtsongelijkheid. Met onderdeel F worden filterglazen zonder visuscorrectie uitgezonderd van de aanspraak op bijzondere optische hulpmiddelen door deze expliciet bij de brillenglazen te noemen. Voor alle brillenglazen met of zonder visuscorrectie of filtering gelden voortaan dezelfde voorwaarden als voor gewone brillenglazen. In onderdeel U van deze regeling wordt bijlage 2 aangepast met betrekking tot de indicaties voor de filterglazen. Beeldtelefoon voor doven die de Nederlandse Gebaren Taal beheersen Op basis van de Regeling hulpmiddelen 1996 kunnen doven uitsluitend aanspraak maken op een teksttelefoon of faxapparatuur voor telefonische communicatie. De groep doven die gebruik maakt van de Nederlandse Gebaren Taal (NGT) beheerst het geschreven Nederlands doorgaans in onvoldoende mate, waardoor deze apparatuur voor hen onbruikbaar is. Met behulp van een beeldtelefoon kunnen zij onderling in gebarentaal communiceren. Daarnaast maakt de beeldtelefoon ook het tolken op afstand mogelijk voor deze specifieke doelgroep, hetgeen in verband met het tekort aan doventolken van belang is. Met onderdeel M, derde lid, van deze regeling wordt de beeldtelefoon opgenomen als keuzemogelijkheid voor auditief gehandicapten, die niet met behulp van enig ander hulpmiddel kunnen telefoneren én gebruik maken van de NGT. In onderdeel X wordt bijlage 8 aangepast met betrekking tot de indicaties voor beeldtelefoons. Met het uitbreiden van de aanspraak in bovengenoemde zin wordt een bijdrage geleverd aan de maatschappelijke participatie van deze groep doven en wordt een positieve impuls gegeven aan het tolken op afstand. Beide doelstellingen sluiten aan bij het Actieplan Doven dat op 3 juli 2002 door de Staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer is aangeboden. Aanbevelingen uit het Signaleringsrapport hulpmiddelen ter compensatie van visuele beperkingen In het Signaleringsrapport hulpmiddelen signaleerde het CVZ al diverse knelpunten voor mensen met visuele beperkingen, waaronder de verstrekking van apparatuur voor het afspelen van daisy-lectuur. Het CVZ heeft daarbij aangegeven niet te wachten op een volgend signaleringsrapport, als er aanleiding is bepaalde aspecten eerder onder de aandacht van de Minister te brengen. Zoals eerder in deze toelichting aangegeven, heb ik het CVZ gevraagd een uitvoeringstoets te doen naar de opname van daisy-spelers in de Regeling hulpmiddelen 1996 met ingang van 1 januari 2003. Het CVZ is in antwoord op dit verzoek gekomen met een tussentijdse signaleringsrapportage over hulpmiddelen ter compensatie van visuele beperkingen. Onderstaand wordt ingegaan op de aanbeveling van het CVZ tot het opnemen van de daisyapparatuur in de Regeling hulpmid- Uit: Staatscourant 2 december 2002, nr.232 / pag. 13 5

delen 1996 en verduidelijking van de aanspraak op computeraanpassingen. Opname- en voorleesapparatuur Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is bezig een reorganisatie door te voeren in het blindenbibliotheekwerk. De reorganisatie gaat gepaard met de versnelde digitalisering van het gesproken boek. Dit betekent dat de circa 25.000 leden van de blindenbibliotheken na 1 januari 2004 geen gebruik meer kunnen maken van de cassetteafspeelapparatuur die krachtens de Regeling hulpmiddelen 1996 wordt verstrekt (artikel 26, eerste lid, onderdeel g). Voor het afspelen van het digitaal gesproken boek is een speciale CDromlezer nodig of een computer met een uitleesprogramma (programmatuur) gebaseerd op een internationaal geaccepteerde standaard voor verwerking en afspelen van digitaal opgenomen gesproken lectuur, het zogenaamde digital audiobased information system (daisy). In het Signaleringsrapport hulpmiddelen ter compensatie van visuele beperkingen geeft het CVZ een beschrijving van het daisy-systeem en brengt het de financiële en logistieke gevolgen in beeld wanneer de aanspraak op cassetterecorders wordt vervangen door de aanspraak op daisy-spelers of -software. De daisyspeler is een draagbare CD-romspeler die niet vervangen kan worden door een reguliere CD-romspeler. Opnamecapaciteit, zoekmogelijkheden en geluidskwaliteit zijn vele malen beter dan van de cassette. Naast de 25.000 visueel gehandicapten zijn ook zo n 1.600 dyslectici en 1.000 motorisch gehandicapten vanwege hun handicap aangewezen op het gesproken boek. Er is daisy-apparatuur in verschillende prijsklassen, voorzien van verschillende functionaliteiten. Wanneer naast gebruik in de thuissituatie de daisy-speler wordt gebruikt voor het volgen van een studie kan bijvoorbeeld een opnamefunctie belangrijk zijn voor het opnemen van colleges. Voor uitsluitend lezen van ontspannende lectuur kan volstaan worden met de eenvoudigste apparatuur. Het CVZ geeft aan dat het van belang is dat bij de verstrekking van de daisyspeler een goede indicatiestelling plaatsvindt om de functionaliteit van de voorziening zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de individuele behoefte van de verzekerde. Met de daisysoftware kan op een normale PC, voorzien van speciale in- en uitvoerapparatuur voor blinden, het gesproken boek worden weergegeven. Als een daisy-speler nodig is voor het volgen van onderwijs of in het kader van de arbeid dient deze op grond van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te worden aangevraagd. Naast de aanbeveling van het CVZ tot het opnemen van de daisy-speler en daisy-programmatuur in de Regeling hulpmiddelen 1996 adviseert het CVZ het voorleesapparaat in de regeling op te nemen. Het CVZ geeft in het Signaleringsrapport hulpmiddelen ter compensatie van visuele beperkingen aan dat op grond van de Regeling hulpmiddelen 1996 een aantal hulpmiddelen worden verstrekt die tot doel hebben teksten te vergroten, voor te lezen of om te zetten in braille. Het doel van deze apparatuur is vergelijkbaar, namelijk de visueel gehandicapte in staat te stellen kennis te nemen van geschreven tekst. De huidige regeling biedt geen mogelijkheid andere apparatuur zoals het voorleesapparaat te vergoeden, ook al heeft dit apparaat hetzelfde doel. Het CVZ adviseert het voorleesapparaat op te nemen in de regeling. Het voorleesapparaat is geschikt voor blinden en zeer slechtzienden die vanwege hun visuele beperking geen geschreven tekst meer kunnen lezen en niet te helpen zijn met enig ander hulpmiddel, zoals een beeldschermloep, contrastverhogende apparatuur of optische hulpmiddelen. Vaak zal het voorleesapparaat worden ingezet ter vervanging van een beeldschermloep op het moment dat deze vanwege het achteruitgaan van het gezichtsvermogen niet meer bruikbaar is. Met onderdeel M, subonderdeel 2, van deze regeling worden de daisyspeler en software en het voorleesapparaat opgenomen in de Regeling hulpmiddelen 1996. Ziekenfondsverzekerden kunnen aanspraak maken op daisy-spelers of daisy-software voor zover deze niet worden gebruikt voor studie of beroep, onder voorwaarde dat zij wegens hun handicap op deze voorziening zijn aangewezen. Het ziekenfonds kan op basis van een indicatiestelling, verricht door een ter zake deskundige, bepalen in welke uitvoering deze hulpmiddelen worden verstrekt. Computeraanpassingen Op grond van artikel 26, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling hulpmiddelen 1996 bestaat aanspraak op invoer- en uitvoerapparatuur alsmede accessoires voor computers, schrijfmachines en rekenmachines, aangepast aan een lichamelijke handicap. In onderdeel e is vervolgens de aanspraak op computerprogrammatuur voor grootlettersystemen voor visueel gehandicapten geregeld. De specifieke software voor genoemde in- en uitvoerapparatuur wordt niet in artikel 26 genoemd. Dit leidt tot onduidelijkheid over de vraag of deze software en de noodzakelijke upgrades van de software eveneens tot de aanspraak behoort. Verder is in de regeling niet vermeld dat ook de gebruikersinstructie tot de aanspraak behoort. Het CVZ merkt op dat het voorkomt dat de vergoeding voor deze gebruikersinstructie door zorgverzekeraars wordt geweigerd of slechts beperkt wordt aangeboden. Het uitgangspunt bij de verstrekking van hulpmiddelen is dat een hulpmiddel altijd gebruiksklaar wordt afgeleverd. Een hulpmiddel is pas gebruiksklaar als het werkt (geïnstalleerd is) en de verzekerde weet hoe hij of zij met het hulpmiddel moet omgaan (gebruikersinstructie). Het CVZ stelt voor de aanspraak in bovengenoemde zin te verduidelijken. In onderdeel M, eerste lid, wordt aan bovenomschreven aanbevelingen uitvoering gegeven. Beeldschermloepen Op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Regeling hulpmiddelen 1996 bestaat aanspraak op t.v.-loupes. De omschrijving t.v.- loupe is verouderd en door de technologische ontwikkelingen op het gebied van de beeldschermloepen niet langer dekkend voor het huidige marktaanbod. Hierdoor wordt niet altijd de meest adequate apparatuur aansluitend op de zorgbehoefte van de gebruiker verstrekt. Teneinde zorgverzekeraars de mogelijkheid te geven zo adequaat mogelijk aan de zorgvraag van de gebruiker tegemoet te kunnen komen stelt het CVZ voor de omschrijving van de aanspraak op Uit: Staatscourant 2 december 2002, nr.232 / pag. 13 6

t.v.-loupes te vervangen door beeldschermloepen. Met onderdeel A, artikel 2, eerste lid, onderdeel y, wordt hieraan uitvoering gegeven. Trendmatige aanpassing eigen bijdragen Regeling hulpmiddelen 1996 De eigen bijdragen in de Regeling hulpmiddelen 1996 zijn aangepast overeenkomstig het rapport van het CVZ Trendmatige aanpassing bedragen Regeling hulpmiddelen 1996 voor het jaar 2003 (rapport van 24 oktober 2002, kenmerk HM/22049676). De trendmatige aanpassing van de eigen bijdragen voor orthopedische schoenen en voor allergeenvrije schoenen is gebaseerd op de Consumentenprijsindex Alle Huishoudens, artikelgroep Schoeisel en schoenreparaties van het CBS. Dit indexcijfer stond voor juli 2001 op 106,8 en voor juli 2002 op 112,5 en is dus gestegen met 5,3%. Met onderdeel E en onderdeel L, tweede lid zijn de eigen bijdragen voor het orthopedisch schoeisel en de orthopedische voorzieningen respectievelijk voor de allergeenvrije schoenen conform deze index aangepast. De overige vergoedingslimieten in de Regeling hulpmiddelen 1996 worden aangepast overeenkomstig de ontwikkeling van het indexcijfer voor medische apparatuur en instrumenten en orthopedische artikelen. Dit indexcijfer stond voor juli 2001 op 105 en voor juli 2002 op 104 en daalde dus met 1,0%. Met de onderdelen E, G, I, L, eerste lid, en M, vijfde lid is hieraan uitvoering gegeven. De drie (getrapte) vergoedingslimieten voor de hoortoestellen worden met hetzelfde absolute bedrag aangepast, te weten de stijging van het prijsindexcijfer maal de laagste vergoedingslimiet. Zonder deze methodiek zouden de vergoedingslimieten door jaarlijkse indexeringen uit elkaar gaan lopen, omdat de hoogste vergoedingslimiet door de cumulatie van indexeringen sneller zou stijgen dan de laagste vergoedingslimiet. Besluit ziekenvervoer ziekenfondsverzekering 1980 Met artikel II, onderdelen A en B, zijn de kilometervergoeding voor het gebruik van een particuliere auto en het maximumbedrag van de eigen bijdrage aangepast, conform het rapport van het CVZ Trendmatige aanpassing bedragen Besluit ziekenvervoer ziekenfondsverzekering 1980 voor het jaar 2003 (rapport van 24 oktober 2002, kenmerk CZ/22049681). Sinds 1981 wordt de aanpassing van de kilometervergoeding gebaseerd op de ontwikkeling van de uitgaven voor het gebruik van voertuigen, zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt waargenomen in de consumentenprijsindex. In de periode van 31 juli 2001 tot 31 juli 2002 is dit indexcijfer met 1,41% gestegen. Het maximumbedrag van de eigen bijdrage per twaalf maanden voor ziekenvervoer is gebaseerd op de ontwikkeling van het indexcijfer van de CAO-lonen per maand exclusief bijzondere uitkeringen, sector particuliere bedrijven. In de periode van 31 juli 2001 tot 31 juli 2002 is dit indexcijfer met 3,34% gestegen. Regeling eigen bijdrage kraamzorg In artikel III van onderhavige regeling zijn de eigen bijdragen voor kraamzorg voor het jaar 2003 aangepast, conform het rapport van het CVZ Trendmatige aanpassing bedragen Regeling eigen bijdrage kraamzorg ziekenfondsverzekering voor het jaar 2003 (rapport van 24 oktober 2002, kenmerk CZ/22049680). De aanpassing van de eigen bijdragen kraamzorg is gebaseerd op de reeks van indexcijfers CAO-lonen per maand inclusief bijzondere uitkeringen, sector particuliere bedrijven. In de periode van 31 juli 2001 tot 31 juli 2002 is dit indexcijfer met 3,34% gestegen. Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden In artikel IV is de eigen bijdrage kraamzorg voor verzekerden op grond van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 afgestemd op het bedrag zoals dit is vastgesteld voor de ziekenfondsverzekerden. De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Ross-van Dorp. 1 Stcrt. 1995, 229, laatstelijk gewijzigd bij Regeling van 17 december 2001, Z/VU-2243503, Stcrt. 248. 2 Stcrt. 1980, 165, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 9 november 2001, Stcrt. 219. 3 Stcrt. 1995, 153, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 9 november 2001, Stcrt. 219. 4 Stcrt. 1986, 61, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 18 december 2001, Stcrt. 246. 5 Rapportages van respectievelijk: 24 oktober 2002, kenmerk HM/22049676 (hulpmiddelen), 24 oktober 2002, kenmerk CZ/22049680 (kraamzorg) en 24 oktober 2002, kenmerk CZ/22049681 (ziekenvervoer). 6 Wijzigingsbesluit van 27 november 2001, Z-VU- 2229650, Stcrt. 232. 7 Centrale Raad van Beroep, 26 november 1987, RZA 1985/22. Uit: Staatscourant 2 december 2002, nr.232 / pag. 13 7