DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT

Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk. Feiten

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf

Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen?

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Levenslang is levenslang

Perspectief voor levenslanggestraften?

De levenslange gevangenisstraf in Nederland

Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein?

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon?

De levenslange gevangenisstraf in Nederland

De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft?

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Zorg, behandeling en perspectief, de volgprocedure levenslanggestraften.

2

Europees Arrestatiebevel

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

In Nederland veroordeeld, in eigen land de straf of maatregel ondergaan Informatie voor buitenlandse gedetineerden in Nederland over de mogelijkheid

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

Hoe te reageren op de allerergste misdaden?

FACTSHEET FEITELIJKE GEGEVENS OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF FORUM LEVENSLANG

GEEN STREEPJES OP DE MUUR

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hof van Cassatie van België

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

WODC. De levenslange vrijheidsstraf. Justitiële verkenningen. verschijnt 8 maal per jaar jaargang 39 april

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Datum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda

Aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag

EEN LEVEN LANG LEVENSLANG?

Voorwoord. 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Europees Arrestatiebevel

Citation for published version (APA): van Hattum, W. F. (2013). De rechter, de minister en de levenslange gevangenisstraf. Trema, 2013(7),

Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

Aangenomen en overgenomen amendementen

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

Levenslang post Vinter

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

Strafuitvoeringsrechtbanken

Verkorte inhoudsopgave

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

No.W /II 's-gravenhage, 16 juli 2012

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

De uitzichtloosheid van levenslang

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015

Kwetsbare minderheidsgroep

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rapport. Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

Transcriptie:

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF EEN ONDERZOEK NAAR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN NEDERLAND IN HET LICHT VAN EHRM VINTER E.A. VS. VERENIGD KONINKRIJK EN DE EISEN VAN ART. 3 EVRM ARCHENA BIEKRAM

TILBURG DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF EEN ONDERZOEK NAAR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN NEDERLAND IN HET LICHT VAN EHRM VINTER E.A. VS. VERENIGD KONINKRIJK EN DE EISEN VAN ART. 3 EVRM DOOR ARCHENA BIEKRAM ANR 484370 SCRIPTIE REHTSGELEERHEID, ACCENT STRAFRECHT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN TEN OVERSTAAN VAN DE EXAMENCOMMISSIE VAN DE FACULTEIT RECHTSWETENSCHAPPEN AAN DE UNIVERSITEIT VAN TILBURG ( DR. MR. A.L.M DE BROUWER) ( DR. MR. B. VAN DEN VORM) OP VRIJDAG 26 SEPTEMBER 2014 OM 12:00 UUR ( ZAAL: WZ206) 2

Nelson Mandela levenslang gestraft. 1 Our human compassion binds us the one to the other - not in pity or patronizingly, but as human beings who have learnt how to turn our common suffering into hope for the future Nelson Madela (1918-2013) - 1 N. Mandela, De lange weg naar de vrijheid (oorspronkelijke titel: Long Walk to Freedom. The Autobiography of Nelson Mandela). Olympus, Amsterdam: 1995, 2008, p. 19. 3

Inhoudsopgave Voorwoord 6 Afkortingenlijst 7 1. Introductie 8 1.1 Aanleiding 8 1.2 Probleemstelling 11 1.3 Theoretische kader 13 1.4 Afbakening en opbouw van het onderzoek 13 2. Levenslange gevangenisstraf in Nederland 14 2.1 Historie 14 2.1.1 Beknopte historische omschrijving 14 2.2 Het wettelijke kader 15 2.3 Voormalige gratiebeleid 17 2.4 Huidige gratiebeleid 18 2.5 Cijfers 19 2.5.1 Gratieverlening 20 2.5.2 Dokter O. 22 2.5.3 Hans van Z. 24 2.5.4 A.C 24 2.6 Strafdoeleinden 25 2.6.1 Generaal- preventieve werking 26 2.6.2 Speciaal- preventieve werking 27 2.6.3 Vergelding 28 2.7 Resocialisatiebeginsel 28 2.8 Conclusie 30 3. Europa 31 3.1 Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens 31 3.2 Art. 3 EVRM 32 4

3.2.1 Minimum level of severity 32 3.3 Glijdende schaal 34 3.4 Foltering 35 3.5 Onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing 36 3.5.1 Onmenselijke behandeling of bestraffing 36 3.5.2 Vernederende behandeling of bestraffing 36 3.6 Straffen 37 3.6.1 Lijfstraffen 37 3.6.2 Doodstraf 39 3.6.3 Levenslange gevangenisstraf 39 3.7 Conclusie 43 4. EHRM Vinter e.a. v. Verenigd Koninkrijk 44 4.1 Feiten en omstandigheden 45 4.1.1 Vinter, Bamber en Moore 45 4.1.2 Aard whole life order 45 4.2 Oordeel EHRM 46 4.3 Review 47 4.3.1 Argumenten review 48 4.3.1.1 Penologische gronden 48 4.3.1.2 Proportionaliteitseis 48 4.2.1.3 Menselijke waardigheid 49 4.4 Algemene beginselen 49 4.5 Conclusie 51 5. Toetsing en eindconclusie 52 Literatuurlijst 56 5

Voorwoord Voor u ligt de masterscriptie die ik heb geschreven voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, accent Strafrecht. De levenslange gevangenisstraf is een straf die je geheel kan afsluiten van de normale wereld en waar je als criminele burger voor de rest van je leven een ander mens kan worden in een geheel andere omgeving, waaruit je bijna niet meer kunt ontkomen. De reden dat ik voor het onderwerp levenslange gevangenisstraf heb gekozen is te danken aan de periode dat ik werkzaam ben geweest voor Prison Project Leiden. Voor het schrijven van de scriptie heeft een jaar gesprekken voeren met ex- gedetineerden mij getrickerd. Het gevolg daarvan was dat ik aan het einde van de masterstudie ervoor heb gekozen om ook over het onderwerp detentie te schrijven. Bij het schrijven van mijn scriptie merkte ik dat ik vaak de motivatie had om aan mijn scriptie te zitten. Niet alleen om de studie af te ronden, maar ook omdat het onderwerp erg boeiend is. Tijdens het schrijven viel me duidelijk op dat ik tijdens de studie veel heb geleerd maar ook het schrijven zich ontwikkelde. Deze vaardigheden als kwalitatief analyseren, informeren en beschrijven heb ik tijdens het schrijven van de masterscriptie dan ook goed benut. Zo heb ik ook tijdens het schrijven nieuwe vaardigheden opgedaan, waaronder mijn eigen werk beoordelen maar ook om niet te snel een mening te vormen. Mijn begeleider Anne- Marie de Brouwer heeft mij op zoveel mogelijk vlakken geadviseerd en geholpen door goed mee te denken. In het kader daarvan wil ik haar daarvoor ontzettend bedanken. Daarnaast wil ik mijn tweede lezer Benny van der Vorm bedanken voor het plaatsnemen in de Examencommissie als tweede beoordelaar en Sylvia Walther die mij altijd het vertrouwen heeft gegeven dat het mij wel gaat lukken met het schrijven van de masterscriptie. Mijn dankwoord gaat in het bijzonder uit naar alle lieve dierbare mensen om mij heen. In de dagen dat ik voor mijn scriptie werkzaam was in de bibliotheek of thuis op de laptop stonden zij te allen tijde voor mij klaar en stimuleerden zij mij enorm bij het afronden van mijn studie c.q. het schrijven van mijn scriptie. Tilburg, 2 september 2014 6

Afkortingenlijst Appl. No Application Number Art. Artikel CPT European Committee for Prevention of Torture D.d. De datum Dd Delikt en Delinkwent E.a En andere EHRM Europees Hof voor de Rechten van de Mens E.v En verder EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens HR Hoge Raad der Nederland NJD Nederlandse Juristen Dagblad Nr. Nummer O.m Onder meer P. Pagina Par. Paragraaf Rb. Rechtbank R.o Rechtsoverweging Stb. Statenblad Trb. Traktatenblad T. Tegen VI Voorwaardelijke invrijheidsstelling Vol. Volume 7

1. Introductie 1.1 Aanleiding Binnen de huidige samenleving heeft de strafrechtelijke sanctie levenslange gevangenisstraf een steeds uitdrukkelijkere rol gekregen. Denk aan de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam in 2005 waarin de rechtbank Mohammed B. veroordeelt tot levenslange gevangenisstraf voor onder andere de moord op Theo van Gogh. 11 Het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) stelt sinds de afschaffing van de doodstraf in 1870 op een aantal delicten de mogelijkheid om naast de tijdelijke duur van gevangenisstraf een levenslange gevangenisstraf op te leggen. 2 In ons politieke klimaat brengt de oplegging van de levenslange gevangenisstraf veel aandacht met zich mee. Voor de samenleving is het vaak onduidelijk wat onder de levenslange gevangenisstraf wordt verstaan. Een vraag die rijst is of de levenslang gestrafte alleen vrijkomt als hij terminaal ziek is of bestaat er een mogelijkheid dat hij eerder vrij komt. 3 In het Kamerdebat van 2004 stelde de toenmalige minister van Justitie Donner ter vergelijking met de tijdelijke gevangenisstraf dat levenslang gewoon voor de rest van het leven is. 4 Ook heeft minister Teeven van Justitie en Veiligheid zich hierover uitgesproken: levenslang is levenslang. Van terugkeer in de samenleving is geen sprake tenzij in een uitzonderlijk geval aan een levenslang gestrafte gratie is verleend. 5 In de praktijk wordt door de rechter, bij de oplegging van de sanctie levenslange gevangenisstraf rekening gehouden met de duur van de straf. Er zijn rechters die er uitdrukkelijk voor kiezen om geen levenslange gevangenisstraf op te leggen vanwege het feit dat deze straf onvoldoende perspectief op invrijheidsstelling biedt. 6 In 2012 overweegt de rechtbank in de Baflo-zaak het volgende: De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank verdachte wegens het doodschieten van een motoragent en doodslaan van vriendin een levenslange gevangenisstraf 1 Rb. Amsterdam 26 juli 2006, LJN AU0025. 2 Wet van 17 september 1870 (tot afschaffing der doodstraf), Stb. 1870, 162. 3 >http://www.nrcnext.nl/blog/2009/08/14/kan-mohammed-b-nog-vrijkomen/< (geraadpleegd op 19 juni 2014). 4 Kamerstukken II 2003/04, 28 484, nr. 4, p. 30-31. 5 Kamerstukken II 2011/12, 24 587, nr. 464 (brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 april 2012, Modernisering penitentiaire arbeid, Samenplaatsing (levens)langgestraften ). 6 Zie o.m. Rb. Utrecht 28 april 2010, LJN BM2730, Hof Den Haag 3 maart 2011, LJN BP6640 en Factsheet Forum Levenslang 2011, p. 39. 8

zal opleggen. Een dergelijke vrijheidsbeneming biedt, gelet op de aard ervan, geen enkel perspectief ooit nog terug te keren naar de samenleving. De rechtbank overweegt dat het om die reden aangewezen is om in beginsel op humanitaire gronden terughoudend te zijn met het opleggen van een levenslange gevangenisstraf. De rechtbank acht daarom, hoewel er sprake is van zeer ernstige delicten, een levenslange gevangenisstraf voor deze verdachte een te zware straf. 7 Op dit moment is gratie de enige mogelijkheid in Nederland tot verkorting van de levenslange gevangenisstraf. Met de gratieprocedure heeft de veroordeelde op basis van art. 2a Gratiewet twee gronden om herziening omtrent de straf te vragen. Dit kan op grond van een omstandigheid waarmede de rechter op het tijdstip van zijn beslissing geen of onvoldoende rekening heeft gehouden of kunnen houden en die, ware zij op dat tijdstip wel of voldoende bekend geweest, hem aanleiding zou hebben gegeven tot het opleggen van een andere straf of maatregel, of tot het afzien daarvan. Bijvoorbeeld indien de veroordeelde een ongeval heeft gekregen of ernstig ziek is geworden. 8 Maar ook is gratieverlening mogelijk indien aannemelijk is geworden dat met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing of de voortzetting daarvan geen met de strafrechtstoepassing na te streven doelen worden gediend. Bijvoorbeeld als de veroordeelde psychisch en/of fysiek dus zodanig veranderd is dat het recidiverisico sterk is afgenomen. 9 Door het forse aantal stijgingen levenslange gevangenisstraf en de tenuitvoerlegging van het huidige beleid is in 2009 door W. Van Hattum het Forum Humane tenuitvoerlegging levenslange gevangenisstraf opgericht. Het Forum zet zich in voor een meer humane tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf en richt zich daarbij op het voorkomen van detentieschade als het bieden van een perspectief op invrijheidsstelling. 10 De meeste omliggende Europese landen kennen een regeling tot verkorting van de levenslange gevangenisstaf door voorwaardelijke invrijheidsstelling (hierna: VI), verplichte invrijheidsstelling en gratie. Zo kennen België, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Zwitserland een vervroegde invrijheidsstellingmogelijkheid na 10 of 15 jaar gevangenisstraf. 11 In Zweden bestaat de mogelijkheid van een verplichte invrijheidsstelling na tweederde deel van de straf. 12 Er zijn slechts vijf landen (IJsland, Litouwen, Malta, Nederland en Oekraïne) die geen rechterlijke herzieningsprocedure kennen en daarmee verbonden de voorwaardelijke invrijheidstelling. In deze landen biedt alleen gratie de mogelijkheid tot 7 Rb. Groningen 5 maart 2012, LJN BZ3265. 8 Factsheet Forum Levenslang 2011 p. 23. 9 Factsheet Forum Levenslang 2011 p. 82. 10 Factsheet Forum Levenslang 2011 p. 44. 11 Factsheet Forum Levenslang 2011 p. 43. 12 Factsheet Forum Levenslang 2011 p. 44. 9

invrijheidsstelling. 213 De meeste landen kennen de mogelijkheid om na 20 of 25 jaar voorwaardelijk in vrijheid te worden gesteld. 14 Uit rapporten van de European Committee for the Prevention of Torture (hierna: CPT) blijkt dat in onder meer Bulgarije, Hongarije, Italie, Letland, Oekraine, Slowakije, Rusland en Turkije laten zien dat in veel landen de levenslange gevangenisstraf wegens de detentieomstandigheden niet genoeg menswaardig is. 15 In veel landen betekent levenslang namelijk ook echt levenslang. Een overgrote deel van de Raad van Europa kent een dergelijk wettelijke herzieningsmechanisme. 16 Op 9 juli 2012 heeft de Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het Hof ) in Vinter and others v. Verenigd Koninkrijk een opmerkelijke uitspraak gedaan omtrent de levenslange gevangenisstraf. 17 In deze zaak zijn Vinter, Bamber en Moore wegens (veelvoudige) moord veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. In Engeland betekende dat, dat levenslang gestraften alleen konden worden vrijgelaten op basis van compassionate grounds, waaronder medische gronden. Volgens het Hof vormt de mogelijkheid van vrijlating een belangrijk criterium om te beoordelen of een levenslange gevangenisstraf in strijd komt met het folterverbod. 18 Het staat de lidstaten wel vrij om bij het plegen van ernstige misdrijven zoals moord om bij volwassenen een levenslange gevangenisstraf op te leggen. 19 Een eerdere uitspraken van het Hof, Kaykaris vs Cyprus oordeelt het Hof dat levenslange gevangenisstraf mag worden opgelegd, maar dient de straf verkortbaar te zijn om deze alsnog als humaan te kunnen beschouwen. 20 In Vinter and others v Verenigd Koninkrijk oordeelt het Hof onder andere naar aanleiding daarvan dat een door de rechter opgelegde whole life order in strijd is met het folterverbod zoals is bepaald in art. 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mensen (hierna: EVRM). Het Hof formuleert daar een aantal eisen bij. Vereist is dat naast de eis dat de levenslange gevangenisstraf de iure en de facto irreducible is en dat bij het opleggen van een levenslange gevangenisstraf een mechanism of review moet bestaan: 13 Noot prof. Dr. A.M. van Kalmthout, Europees hof voor de Rechten van de Mens, 9 juli 2013, nrs. 66069/09, 130/10 en 3869/ 10, p. 4. 14 Noot prof. Dr. A.M. van Kalmthout, Europees hof voor de Rechten van de Mens, 9 juli 2013, nrs. 66069/09, 130/10 en 3869/ 10, p. 2-3 (Vinter e.a. vs. Verenigd Koninkrijk). 15 Aanbeveling Bulgarije CPT/Inf (2012) 32, onder punt 32, http://www.cpt.coe.int/ documents/bgr/2012-32-infeng.htm (geraadpleegd op 1 september 2014). 16 Noot prof. dr. A.M. van Kalmthout, Europees hof voor de Rechten van de Mens, 9 juli 2013, nrs. 66069/09, 130/10 en 3869/ 10, p. 4. 17 EHRM 17 januari 2012, nrs. 66069/09 en 130/10 en 3896/10. 18 EHRM 12 februari 2008 nrs. 21906/04 par. 97. 19 J. Claassen, Redactioneel 283, NBSR, 26-9-2013, aflevering 10, SDU Uitgevers, p. 1111. 20 EHRM 12 februari 2008 nrs. 21906/04 par. 97 en 98. 10

A whole life prisoner is entitled to know, at the outset of his sentence, what he must do to be considered for release and under what conditions, including when a review of his sentence will take place or me be sought. Consequently, where domestic law does not provide any mechanism or possibility for review of a whole life sentence, the incompatibility with article 3 already arises at the moment of the imposition of the whole life sentence and not at a later stage of incarceration. 21 Uit de formulering van het Hof blijkt dat de levenslang gestrafte dient te weten op welk moment een review zal plaatsvinden en onder welke voorwaarden de veroordeelde daarvoor in aanmerking komt om strijdigheid met art. 3 EVRM te voorkomen. 22 1.2 Probleemstelling Voor levenslang gestrafte is gratieverlening sinds 1870 de enige mogelijkheid tot verkorting van de levenslange gevangenisstraf. 23 Door velen wordt de levenslange gevangenisstraf in Nederland daardoor gezien als een gevangenisstraf dat een absolute karakter heeft gekregen. 24 Uit de uitspraak van Vinter and others v. Verenigd Koninkrijk blijkt dat bij het opleggen van een levenslange gevangenisstraf rekening moet worden gehouden met een mogelijkheid van vrijlating. Volgens het Hof is een levenslange gevangenisstraf een humane behandeling in de zin van art. 3 EVRM, indien er juridisch en feitelijk een perspectief op invrijheidsstelling is. Zoals het Hof dit verwoordt dient de levenslange gevangenisstraf de iure en de facto irreducible te zijn om niet in strijd met art. 3 EVRM te kunnen handelen. 25 Daarnaast is in ons huidige gratiebeleid niet duidelijk of een review er is dan wel op welk moment een review zal plaatsvinden. In 2009 heeft de Hoge Raad der Nederlanden (hierna: HR) een uitspraak gedaan over de vraag of de levenslange gevangenisstraf in Nederland de iure en de facto irreducible is. 26 Uit deze zaak blijkt dat er geen onderzoek hoeft te worden gedaan naar het huidige gratiebeleid. De HR oordeelt dat de iure- mogelijkheid aanwezig is in die zin dat aan de veroordeelde gratie kan worden verleend. 27 Volgens de conclusie van Knigge in deze zaak 21 EHRM (GK) 9 juli 2013, appl. Nrs. 66069/09, 130/10, par. 122 (Vinter e.a. vs. VK). 22 EHRM (GK) 9 juli 2013 appl. Nrs. 66069/09, 130/10, par. 122 (Vinter e.a. vs. VK). 23 W.F. van Hattum Levenslang Post Vinter Nederlands Juristenblad 2013 nr. 29, p. 1960. 24 W.F. van Hattum. De levenslange gevangenisstraf en de toevalsfactor Delikt en Delinkwent 2006, afl. 7/5 P. 755 776. 25 J. Claassen, Redactioneel 283, NBSR, 26-9-2013, aflevering 10, SDU Uitgevers, p. 1110. EHRM 17 januari 2012, nrs. 66069/09 en 130/10 en 3896/10. 26 HR 16 juni 2009, NJ 2009, 602. 27 HR 16 juni 2009, NJ 2009, 602. 11

is er onvoldoende materiaal om vast te stellen of aan de facto- eis is voldaan. 28 Hij meent dat het een zorgwekkende kloof tussen het recht en politieke wil is om het recht meer in praktijk te brengen. Hij stelt dat het nog onduidelijk is of de levenslange gevangenisstraf een perspectief biedt. Hierdoor is het nog te vroeg om te kunnen stellen dat de levenslang gestrafte in Nederland de iure en de facto geen perspectief op vrijlating heeft. 29 De HR oordeelt ten aanzien van van de facto- mogelijkheid tot verkorting van de levenslange gevangenisstraf het volgende: Indien evenwel vast zou komen te staan dat een levenslange gevangenisstraf in feite nimmer wordt verkort, kan dat van betekenis zijn bij de beantwoording van de vraag of oplegging van een levenslange gevangenisstraf dan wel verdere voortzetting van een dergelijke straf zich verdraagt met de uit artikel 3 EVRM voortvloeiende eisen, aldus de HR. 30 Daaruit blijkt dat in Nederland een opgelegde levenslange gevangenisstraf nimmer wordt verkort dat dan de mogelijkheid de facto feitelijk gezien niet bestaat. Kort na de bovenstaande uitspraak van de HR is in het jaar 2011 aan het Hof de feitelijke stelling voorgelegd of de levenslange gevangenisstraf de facto niet verminderbaar is. Volgens het Hof is het nog te vroeg om te kunnen vaststellen of de levenslange gevangenisstraf de iure en de facto irreducible is om in strijd met art. 3 EVRM te handelen. 31 De reden hiervan is dat de huidige levenslang gestraften nog niet een aanzienlijk deel van detentie heeft ondergaan om te kunnen bepalen of gratie kan worden overwogen. De HR kan zich hierin vinden en beroept zich tevens op de brief van de toenmalige minister van Justitie, waaruit blijkt dat voor de levenslang gestraften een mogelijkheid van gratieverlening niet wordt uitgesloten en dat een gratieverlening per individueel geval moet worden bekeken. 32 Het valt nog niet mee om eenduidig vast te stellen of de levenslange gevangenisstraf in Nederland de iure en de facto irreducible is. Immers, sinds 1986 is in 2009 voor het eerst gratie verleend aan een levenslang gestrafte, hier kom ik in hoofdstuk 2 op terug. 33 28 HR16 juni 2009, Conclusie A.G. Knigge onder nr. 8.6 e.v. 29 HR16 juni 2009, Conclusie A.G. Knigge onder nr. 8.17, 8.24 en 8.25. 30 HR 16 juni 2009, NJ 2009, 602. 31 HR 22 februari 2011, NJ 2012, 608 m.nt. B.F. Keulen. Zie over deze zaak tevens Mevis in zijn noot bij HR 14 oktober 2011, NJ 2013, 58 m.nt. P.A.M. Mevis. 32 HR 22 februari 2011, NJ 2012, 608 m.nt. B.F. Keulen. Zie over deze zaak tevens Mevis in zijn noot bij HR 14 oktober 2011, NJ 2013, 58 m.nt. P.A.M. Mevis. 33 Rb. s-gravenhage, 25 maart 2009, KG ZA 09-371. 12

Echter, hierdoor ontstaat de vraag op of voor levenslang gestraften, door de wijze van afhandeling in het licht van art. 3 EVRM, enig perspectief zichtbaar is bij een levenslange veroordeling. De probleemstelling welke in dit onderzoek centraal staat luidt daarom als volgt: Voldoet de tenuitvoerlegging van de Nederlandse levenslange gevangenisstraf in het licht van EHRM Vinter and others v. Vereningd Koninkrijk aan de eisen van art. 3 EVRM? 1.3 Theoretische kader In dit onderzoek fungeert als grondthema art. 3 EVRM het folterverbod in samenhang met de levenslange gevangenisstraf. Zoals in dit absolute notstandfeste recht is bepaald mag niemand onderworpen worden aan foltering en onmenselijke - of vernederende behandeling of bestraffing. In het onderzoek zal in het licht van de uitspraak EHRM Vinter and others v. Vereningd Koninkrijk naar voren worden gebracht of de Nederlandse levenslange gevangenisstraf voldoet aan de eisen van art. 3 EVRM. 1.4 Afbakening en opbouw van het onderzoek Dit onderzoek zal zich louter richten op de levenslange gevangenisstraf in het commune strafrecht van Nederland; enige samenhang met het civiele recht en het jeugdstrafrecht wordt daarbij buiten beschouwing gelaten. In dit onderzoek komt in hoofdstuk 2 de huidige Nederlandse tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf aan bod. In paragraaf 1 is een beknopte beschrijving van de historie van de levenslange gevangenisstraf gegeven. Vervolgens is in paragraaf 2 het wettelijke kader van de levenslange gevangenisstraf in kaart gebracht, waarna in de volgende twee paragrafen het voormalige- en huidige gratiebeleid onder de loep is genomen. In paragraaf 5 komen de cijfers en gratieverlening aan bod. In paragraaf 6 en 7 zijn de strafdoeleinden en resocialiteitsbeginsel besproken. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 8 waar een conclusie is gegeven van de levenslange gevangenisstraf in Nederland. Hoofdstuk 3 richt zich op de waarborgen van art. 3 EVRM. De onmenselijke behandeling en bestraffing bij straffen zijn hierin uitgebreid behandeld. In paragraaf 3.6.3 zal worden ingezoomd op de levenslange gevangenisstraf in de lijn met art. 3 EVRM. In hoofdstuk 4 is ingezoomd op de eisen welke voortvloeien uit EHRM Vinter and others v. Vereningd 13

Koninkrijk. Aan de hand van dit onderzoek heeft in hoofdstuk 5 een toetsing plaatsgevonden. Daaropvolgend zal een antwoord volgen op de centrale onderzoeksvraag en is een voorstel gedaan omtrent de verbetering van de huidige situatie. 2. Levenslange gevangenisstraf in Nederland [De levenslange straf is] eene pijniging, die den mensch kan verlagen tot het peil van het redelooze dier, omdat alle hoop in de toekomst wordt ontnomen. ( ) dat is pijniging zoo niet van het ligchaam, dan toch, veel erger, van de ziel, aldus Tweede Kamerlid De Brauw bij het afschaffen van de doodstraf en de invoering van de levenslange gevangenisstraf. 34 2.1 Historie 2.1.1 Beknopte historie omschrijving Sinds het jaar 1811 kent het Nederlandse strafstelsel de levenslange vrijheidsstraf. De invoering van de levenslange vrijheidsstraf kan worden gezien als gevolg van de inlijving van het Koninkrijk Nederland bij het Franse Keizerrijk in het jaar 1810. 35 In de Franse Code Pénal welke vanaf dat moment van toepassing werd verklaard werd de levenslange vrijheidsstraf in de vorm van eeuwige dwangarbeid gezien. 36 Twee jaar later, werd er een einde gemaakt aan de Franse tijd in Nederland, dit had als gevolg dat in het jaar 1813 deze vorm van levenslange vrijheidsstraf werd afgeschaft. 37 Sinds dat moment bestond er naast de doodstraf, de lijfstraf en de opsluiting van maximaal 20 jaar. Later werd nogmaals geprobeerd om de levenslange tuchthuisstraf op te nemen. In 1847 heeft de regering poena morti proxima voorgesteld, wat betekende dat de levenslange tuchthuisstraf naast de doodstraf zou komen. 38 Later in het jaar 1847 heeft de regering besloten om dit wetsvoorstel niet in het nieuw Wetboek van Strafrecht te verwerken en werd het voorstel van tafel geveegd. 39 Tot 1870 stond de doodstraf overeind. De 34 Handelingen II 1869/70, p. 1485. Bron: Bleichrodt 2006a, p. 1. 35 Van Laanen 200, p. 413. 36 Art. 7 sub 2 en art. 7 sub 3 jo. art. 17 Code Pénal (Wetboek van het Strafregt) van 1811. Zie voor de tekst: Bilderdijk 1811, p. 4-5. 37 Art. 7 van het Besluit van 11 december 1813 (houdende bepalingen ten aanzien van de Lijfstraffelijke Regtsoefening in de Vereenigde Nederlanden), Stb. 1813, 10. 38 Van Laanen 2003, p. 414. 39 Van Laanen 2003, p. 414. 14

toenmalige regering had besloten dat tegelijkertijd met het afschaffen van de doodstraf, de levenslange gevangenisstraf in beeld kwam. 40 De reden voor deze vervanging was tweeledig, aldus Franke. Ten eerste zou de doodstraf in het Wetboek van Strafrecht niet meer dan een dode letter in de wet zijn, omdat er sinds 1860 een moratorium op rustte. 41 Er werd namelijk aan de tot aan de dood veroordeelden automatisch gratie verleend. Dit betekende dat de opgelegde sanctie werd omgezet in een tijdelijke gevangenisstraf van 20 jaar. Ten tweede zouden er omtrent de sanctie doodstraf principiële twijfels bestaan. 42 De levenslange gevangenisstraf werd hierdoor gezien als een middel om de doodstraf af te schaffen. Bij de invoering van de levenslange gevangenisstraf ontstond er veel spektakel. Uit politieke debatten blijkt dat de levenslange gevangenisstraf een onrechtvaardige straf is, omdat de sanctie niet voor iedere veroordeelde dezelfde gevolgen zou hebben. 43 Ook blijkt dat de levenslange gevangenisstraf zwaarder zou kunnen zijn dan de doodstraf. 44 De toenmalige minister van Justitie Van Lilaar benadrukt hierover het volgende: ik wensch dat bij hare toepassing orde en tucht zal gehandhaafd worden, maar ik verlang dat zij menschelijk zal worden toegepast, en pijniging is den mensch onwaardig. 45 Uiteindelijk is in het jaar 1886 de sanctie levenslange gevangenisstraf opgenomen in het Strafwetboek. 46 2.2 Het wettelijke kader Sinds het jaar 1870 stelt het Wetboek van Strafrecht op een aantal zeer ernstige delicten op grond van art. 10 Sr een tijdelijke gevangenisstraf of een levenslange gevangenisstraf. 47 Tot 2006 gold als maximum van de tijdelijke gevangenisstraf een termijn van 20 jaar. Vanaf 2006 is de maximumtermijn met 10 jaar verhoogd. Het doel hiervan is om het gat tussen de tijdelijke- en levenslange gevangenisstraf te verkleinen. 48 Door de toenmalige minister 40 Art. 3 van de Wet van 17 september 1870 (tot afschaffing der doodstraf), Stb. 1870, 162. Noot prof. Dr. A.M. van Kalmthout, Europees hof voor de Rechten van de Mens, 9 juli 2013, nrs. 66069/09, 130/10 en 3869/ 10, p. 2. (Vinter e.a. vs. Verenigd Koninkrijk). 41 Franke 1990, p. 186-188. 42 Van Laanen 2003, p. 415. 43 Kamerstukken II 1869/70, 80, nr. 4, p. 4. 44 Wetsvoorstel tot afschaffing van de doodstraf met MvT, Bijlagen II 1869/70, p. 785-797, Handelingen II 1869/70, p. 1411-1492 (16-20 mei 1870); uitvoeriger over deze geschiedenis: Ten Voorde 2003. 45 Kamerstukken II 1969-1970/ 10329 nr. 1. 46 Kamerstukken II 1969-1970/ 10329 nr. 1. 47 Factsheet Forum Levenslang 2011, p. 1. 48 Wet Herijking strafmaxima; ingevoerd bij Wet van 22 december 2005, Stb. 2006, 11 en Stb. 2006, 23, Kamerstukken 28484. 15

Donner werd bij de behandeling van dit wetsvoorstel aan de levenslange gevangenisstraf de letterlijke betekenis gegeven. Levenslang, dat is gewoon voor de rest van het leven, aldus Donner. 49 Zoals in art. 10 lid 1 Sr is bepaald is een sanctie een tijdelijke- of levenslange gevangenisstraf. In lid 3 staat omschreven dat de tijdelijke gevangenisstraf in geen geval met meer dan 30 jaar wordt opgelegd. De levenslange gevangenisstraf kan voor circa 30 delicten uit het Wetboek voor Strafrecht worden opgelegd. Hieronder valt onder andere de gekwalificeerde doodslag (art. 288 Sr), moord (art. 289 Sr), misdrijven tegen de veiligheid van de Staat (art. 92 e.v. Sr) en algemene veiligheid van personen, misdrijven tegen de Koninklijke waardigheid (art. 108 e.v Sr) en tegen algemene veiligheid van personen (art. 168 Sr). Tevens kan sinds de inwerkingtreding van de Wet Terroristische Misdrijven een levenslange gevangenisstraf tegen misdrijven met een terroristisch oogmerk worden opgelegd (art. 281b Sr). Naast het reguliere Wetboek van Strafrecht zijn ook in een aantal bijzondere wetten, waaronder de Wet van Militair Strafrecht (hierna: WMS), bepalingen opgenomen die een strafbedreiging van de levenslange gevangenisstraf kennen. Hieronder vallen misdrijven tegen de veiligheid van de Staat (art. 77 en 78 WMS), schending van krijgsplichten, zonder oogmerk om de vijand hulp te verlenen of de Staat tegenover de vijand te benadelen (art. 84 t/m 87 WMS), misdrijven waardoor de militair zich aan de vervulling van dienstverplichting onttrekt (art 102 en 107 WMS), misdrijven waardoor de militair het functioneren van de krijgsmacht belemmert (art. 120 en 128 WMS), misdrijven tegen de persoon (art. 142 en 143 WMS), misdrijven tegen de openbare orde (art. 151, 153 en 156 WMS), misdrijven met betrekking tot goederen (art. 160 WMS). Ook de Wet Internationale Misdrijven (hierna: WIM) kent strafbepalingen waardoor een levenslange gevangenisstraf kan worden opgelegd, dit geldt voor genocide (art. 3 WIM ), misdrijven tegen de menselijkheid (art. 4 WIM ), inbreuken op de Verdragen van Genévé (art. 5 WIM), schending van art. 3 Verdragen van Geneve (art. 6 WIM), foltering (art. 8 WIM) en uitbreiding van strafbaarheid (art. 9 WIM). Tevens kent art. 80 WIM (afdeling Handhaving) de mogelijkheid voor het opleggen van de levenslange gevangenisstraf. Dat geldt ook voor art. 26 van het Besluit Buitengewoon Strafrecht waarin is bepaald dat degene die gedurende de tijd van de huidige oorlog opzettelijk een ander blootstelt aan opsporing, vervolging, vrijheidsberoving of -beperking, enige straf of enigen maatregel door of vanwege den vijand, diens helpers of een persoon, zoals is bedoeld in art. 21, kan worden gestraft met een levenslange gevangenisstraf. 49 Kamerstukken II 2003/04, 28484, nr. 34, p. 30-31. 16

2.3 Voormalige gratiebeleid Bij de invoering van de levenslange gevangenisstraf in 1870 heeft de toenmalige minister van Justitie Lilaar besloten om levenslang gestraften tegemoet te komen met een gratieverlening wat deel uitmaakt van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. 50 De levenslange gevangenisstraf werd daardoor niet als een straf met absoluut karakter gezien. Vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw, kwamen levenslang gestraften na 15 jaar in aanmerking voor een eventuele gratieverlening. In de jaren vijftig is deze termijn verkort naar 10 jaar. 51 Vervolgens werd in 1957, afkomstig van minister van Justitie Samkalden, voor levenslang gestraften de zogenaamde Samkaldenregeling getroffen. De Samkaldenregeling heeft ten doel voor lang- en levenslanggestraften re-integratie in de samenleving mogelijk te maken, voordat de duur van de detentie te grote schade heeft toegebracht, namelijk aanzienlijk verminderd recidivegevaar en verstoring van reclasseringskansen. Met de Samkaldenregeling werd door middel van gratie de VI- beslissing in de loop van de jaren naar voren gebracht om de verstoring van goede reclasseringskansen te voorkomen en om de duur van detentie en de schade daarvan te beperken. 52 De overige gronden voor gratieverlening waren: goed gedrag, betoond berouw en inzicht, mogelijkheid van reclassering en lichamelijke - en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde. 53 In 1978 werd de Samkaldenregeling voor langgestraften als levenslanggestraften opgenomen in de circulaire Volgprocedure langgestraften. 54 Hierdoor ontstond voor levenslang gestraften die een gevangenisstraf van 6 jaar of meer opgelegd kregen de mogelijkheid om na een bepaald moment vast te stellen of ambtshalve gratie kan worden verleend. Na een derde deel van hun detentie werd een klinisch onderzoek uitgevoerd. Met de onderzoeksresultaten werd in kaart gebracht wat detentie voor de gedetineerde heeft opgeleverd en aan de hand daarvan kon er worden vastgesteld op welke wijze de tenuitvoerlegging kon worden voortgezet. 55 Sinds 1998 is aan de Volgprocedure voor langgestraften een einde gekomen. Dit kwam onder andere door de hoge werkdruk van inrichtingspsychologen en de grote toename van langgestraften. Ook speelde de vermindering 50 Handelingen II 1869/70, p. 1487. 51 Handelingen II 1869/70, p. 1487. 52 Handelingen II 1956/57, 4500 (Justitiebegroting), p. 2307-2308. 53 Factsheet Forum Levenslang 2011 p. 17 en Handelingen II, 1956/57, 4500, p. 2307,8. 54 Circulaire d.d. 7 juni 1978, nr. 133/378. 55 Kamerstukken I 1994/95, 22 855 (R 1451), nr. 22a. 17

van aanbod die er was om de detentie in te vullen een rol bij de afschaffing. 56 2.4 Huidige gratiebeleid In Nederland kennen we sinds 1988 de Gratiewet. 57 De gratiewet geeft veroordeelden de mogelijkheid om als gevolg van het onherroepelijke vonnis de strafoplegging door middel van een Koninklijk Besluit te verminderen dan wel te beëindigen. 58 Op basis van art. 2 Gratiewet kan gratie op twee gronden worden verleend. De belangrijkste grond waarop gratie wordt verleend is a. op grond van een omstandigheid, waarmede de rechter op het tijdstip van zijn beslissing geen - of onvoldoende rekening heeft gehouden of kunnen houden en die, ware zij op dat tijdstip wel of voldoende bekend geweest, hem aanleiding zou hebben gegeven tot het opleggen van een andere straf of maatregel, of tot het afzien daarvan. De tweede grond welke in uitzonderlijke gevallen wordt toegepast is b. indien aannemelijk is geworden dat met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing of de voortzetting daarvan geen met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend. 59 De tweede gratiegrond wordt ook wel de doelmatigheidsgrond genoemd, dit omdat de grond is voorgesteld met het oog op de voortzetting van het beleid zoals geformuleerd in de Volgprocedure langgestraften. Vaak kan er bij langere vrijheidsstraffen een situatie worden ontwikkeld waarin met de verdere tenuitvoerlegging van de straf geen enkel in ons strafrecht erkend doel in redelijkheid meer wordt gediend, zodat verkorting van de straf door middel van gratie verantwoord wordt geacht. 60 Vanaf 1986 heeft in 2009 gratieverlening plaatsgevonden aan de levenslang gestrafte die zich in het terminale fase van zijn ziekte verkeerde. 61 De minister heeft besloten om enkele weken voor zijn overlijden de levenslang gestrafte in vrijheid te stellen. De gratieverlening had dus ten doel om de veroordeelde de gelegenheid te geven om thuis te sterven. 56 Van de Sande 2007, p.10: Sinds 1998 is er aan het systematisch volgen van langgestraften een eind gekomen. De hoge werkbelasting van inrichtingspsychologen, de grote toename van het aantal langgestraften en het steeds verder verdwijnen van mogelijkheden om de detentie in te vullen speelden hierin een rol. 57 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 april 2005, Stb. 2005, 194 (Kamerstukken 29 413). 58 Kamerstukken II 1979/80, 16 126, nr. 3, p. 23-24 (MvT). 59 Factsheet Forum Levenslang 2011 p. 6. 60 Kamerstukken II 1984/85, 19 075, nr. 3, p. 15. 61 Factsheet Forum Levenslang 2011 p. 23; Rechtbank s-gravenhage, 25 maart 2009, KG ZA 09 371. 18

2.5 Cijfers Tussen het jaar 1889 en het jaar 1970 werden 49 levenslange gevangenisstraffen uitgesproken, waarvan 1 tweemaal tegen dezelfde persoon (Dokter O.). Gesteld kan worden dus dat er in 48 zaken levenslange gevangenisstraffen zijn uitgesproken. Van de 49 levenslange gevangenisstraffen zijn er 40 omgezet; de levenslange gevangenisstraffen werden omgezet van levenslang naar een tijdelijke gevangenisstraf van tussen de 15 en 30 jaar. Van de 49 levenslang gestraften zijn er 5 levenslang gestraften na een korte detentie periode overleden en 2 levenslang gestraften zijn overleden als verpleegden in Rijks Krankzinnigengesticht in Eindhoven. Tevens is één levenslang gestrafte daaruit ontsnapt. Onder het oude gratiebeleid werd gratie verleend bij gronden als leeftijd, slechte gezondheidstoestand en toekomstig perspectief. 62 In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was het normaal dat levenslang gestraften in behandelklinieken verbleven als tussenstap naar de VI en ter versoepeling van een terugkeer naar de vrije maatschappij. 63 Doordat er een mogelijkheid bestaat voor een VI vielen het moment van gratieverlening en van de vrijlating in de meeste gevallen niet samen. Aan de hand van de VI- datum werd de levenslange gevangenisstraf omgezet in een tijdelijke gevangenisstraf. In 1969 werd Hans van Z. veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Onder het oude gratiebeleid werd zijn straf in 1986 na 17 jaar nog omgezet in voorwaardelijke vrijlating. Het oude gratiebeleid was gericht op een terugkeer in de maatschappij. Dit werd door de toenmalige Staatssecretaris van Justitie als volgt geformuleerd: In het Nederlandse strafstelsel wordt een levenslange gevangenisstraf opgelegd aan commune delinquenten in het algemeen niet tot het einde toe ten uitvoer gelegd. Naar onze opvatting behoort een dergelijke tot vrijheidsstraf veroordeelde uitzicht te houden op terugkeer in de samenleving, zo dit mogelijk is. Tijdens de detentie van iemand die tot levenslange vrijheidsstraf is veroordeeld komt ooit een moment waarop er zich een zodanige ontwikkeling heeft voorgedaan dat aan de hand van een behandelingsplan de terugkeer in de samenleving moet worden voorbereid. Wanneer die voorbereiding is voltooid zal er een beslissing moeten worden genomen. 64 Vanaf 1987 werd de vervroegde invrijheidsstelling vervangen door een automatische VI. Per 1 juli 2008 is de mogelijkheid weer terugveranderd in de vervroegde invrijheidsstelling. 65 62 Factsheet Forum Levenslang 2011, p.17. 63 Factsheet Forum Levenslang 2011, p.19. 64 Brief van Staatssecretaris van Justitie Glastra van Loon aan de Hoofdredacteur, d.d. 13 februari 1975 ter gelegenheid van de vrijlating van dokter O., zie Van Hattum, In de daad een mens. De gratieprocedure levenslanggestraften: departementaal beleid en magistratelijk toezicht, vroeger en nu, Delikt en Delinkwent 2009, p. 325-352. 65 Factsheet Forum Levenslang 2011, p. 16 en 36. 19

Tussen het jaar 1970 en 2012 is in Nederland 57 keer een voor levenslang gevangenisstraf opgelegd. Van de 57 onherroepelijke veroordelingen hebben er, tot het jaar 2000, 33 onherroepelijke veroordelingen plaatsgevonden. Tussen het jaar 2000 en 2012 hebben er 24 onherroepelijke veroordelingen plaatsgevonden. 66 Daarnaast hebben er vanaf het jaar 2012, 5 niet-onherroepelijke veroordelingen plaatsgevonden. 67 De drie langstzittende levenslang gestraften op dit moment zijn Koos H, Cevdet Y en Loi Wah C. Zij zijn in 1982, 1983 en 1987 veroordeeld en zitten op dit moment 32, 31 en 27 jaar gevangen. 68 Loi Wah C. eist eind augustus 2014 een kort geding omdat hij meent geen enkel perspectief te hebben op de terugkeer in de samenleving. Het kort geding zal op 4 september plaatsvinden. 69 2.5.1 Gratieverlening De Koning kan op voorstel van de minister van Justitie gratie verlenen. Als de gedetineerde ernstig of doodziek is bestaat de mogelijkheid om op verzoek van de gedetineerde of ambtshalve de strafoplegging (voorwaardelijk) te beëindigen dan wel (voorwaardelijk) gratie te verlenen. Immers art. 2 onder b van de Gratiewet omschrijft dat gratie kan worden verleend indien de waarschijnlijkheid dat met de (verdere) tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing geen met de strafrechttoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend. 70 Als strikte criterium hanteert de Medische Adviseur dat het penitentiair systeem voldoende in staat dient te zijn om op dat moment of in de nabije toekomst de medische - of verpleegkundige zorg te geven. Indien dit niet het geval is dan kan de minister van Justitie ambtshalve op basis van medische gronden een gratieverzoek indienen en kan er gratie worden verleend. Hierbij kan gedacht worden aan gevallen van ernstig hartlijden, kanker en aids met complicaties maar ook ernstige psychoses. Kan er bij een ernstige situatie zorg worden geboden, maar zal de gedetineerde naar verwachting op korte termijn komen te overlijden dan wordt een gratieverzoek om humanitaire redenen door de Medische Adviseur ondersteund. 71 66 Factsheet Forum Levenslang 2011, p. 21-22. 67 Rb. 11-10-2012 LJN: BX9919, Rb. 29-01-2013 LJN: BZ0392, Rb. 29-01-2013 LJN: CA4041, Rb. 29-01-2012 LJN: BZ3412, Rb. 25-7-2013 LJN: 5762. 68 Factsheet Forum Levenslang 2011, p. 36. 69 http://nos.nl/artikel/692445-moordenaar-gezin-tang-eist-vrijlating.html (geraadpleegd op: 29 augustus 2014). 70 R. Schutgens en J. Sillen Constitutionele toetsing in West NJB, 28 februari 2014 aflevering 8 p. 511. 71 C. Kelk, Nederlands detentierecht Kluwer, Deventer: 2008 p. 268. 20

Uit de praktijk van het oude gratiebeleid blijkt dat sinds 1986 er éénmaal gratie is verleend aan een levenslang gestrafte, die zich in een terminaal stadium bevond. De minister hield in 2009 een kort geding, waarin hij had vermeld dat invrijheidsstelling pas kan plaatsvinden als de allerlaatste fase van zijn ziekte is bereikt. De gratieverlening werd vervolgens enkele weken voor overlijden genomen met het doel dat veroordeelde de gelegenheid kreeg om thuis te sterven. 72 Volgens Albayrak en Hirsch Ballin kan er geen standaardbeleid worden voorgeschreven met betrekking tot het verlenen van gratie. De reden hiervan is dat de regering vindt dat gratieverlening per individueel geval moet worden beoordeeld. 73 Het Forum Humane tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf heeft in het jaar 2011 het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de Rechterlijke Organisatie in verband met de aanpassing van de regeling van VI voor levenslanggestraften ingediend. Dit wetsvoorstel maakt het voor levenslang gestraften mogelijk om na minimaal 20 jaar in aanmerking te komen voor een VI. 74 In 2011 is dit wetsvoorstel aan alle fracties aangeboden. Tot op heden is dit wetsvoorstel nog niet verder uitgewerkt. De Kamer neemt de situatie omtrent levenslanggestraften en mogelijke VI nog steeds in het ogenschouw. In maart 2014 heeft de Kamer naar aanleiding van het arrest van het Constitutionele Hof van Sint Maarten het onderwerp tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf behandeld. 75 In het onderhavig arrest bevestigt het Hof dat een periodieke toetsing na 20 jaar detentie voldoet aan de criteria dat het Hof heeft geformuleerd in het Vinter arrest. 76 De periodieke toetsing van art. 1:13 Wetboek van Strafrecht geeft de mogelijkheid indien met de tenuitvoerlegging geen redelijk doel meer wordt gediend dat de levenslang gestrafte in vrijheid wordt gesteld. Daarnaast zal bij afwijzing vanaf dat moment om de vijf jaar een herbeoordeling plaatsvinden. Door Kamerleden van de PvdA is afgevraagd of een dergelijke bepaling ook in 72 Factsheet Forum Levenslang 2011, p. 23 en 24. 73 Kamerstukken II, 2009/2010, 32 123 VI, nr. 10, pag. 4-5. 74 Forum Levenslang, Wetsvoorstel - wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met de aanpassing van de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling voor levenslanggestraften (2011), p. 11. Digitaal te raadplegen via: <http://www.forumlevenslang.nl/wetsvoorstel.pdf> (geraadpleegd op 19 juni 2014). 75 Constitutioneel Hof van Sint- Maarten tussenbeslissing van 15 augustus 2013 in zaak 2013/1. Kamervragen 2013Z25341 van het lid Recourt (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf (ingezonden 20 december 2013) Beantwoording Kamervragen over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf 4 maart 2014, p. 6. 76 Constitutioneel Hof van Sint- Maarten tussenbeslissing van 15 augustus 2013 in zaak 2013/1 R.o. 3.5.3.EHRM 9 juli 2013, nr. 66069/09 en 130/10 en 3896/10 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 21

Nederland zou moeten worden opgenomen worden in het Wetboek van Strafrecht. 77 De Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie geeft aan dat Nederland met de gratiemogelijkheid is voorzien in een mechanisme dat de mogelijkheid biedt tot een nieuwe beoordeling van de doelen die met de voorzetting van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf wordt gediend. De uitspraak van het EHRM in het Vinter arrest hoeft daarom geen consequenties te hebben voor de wijze waarop Nederland moet omgaan met levenslanggestraften. Ook ziet hij geen aanleiding om een bepaling in het Wetboek van Strafrecht op te nemen die voorziet in de mogelijkheid tot voorwaardelijke invrijheidstelling van levenslanggestraften. 78 Opmerkelijk is dat van de tientallen onherroepelijke levenslang gestraften er sinds 1970 slechts driemaal gratie is verleend; namelijk in het jaar 1975, 1986 en in 2009. In het onderstaande is daar uitgebreid op in gegaan. In de zaak van Dokter John O. en Hans van Z. is de levenslange gevangenisstraf op basis van het oude gratiebeleid omgezet in een VI. In de zaak van A.C. heeft invrijheidsstelling plaatsgevonden op grond van art. 2a Gratiewet. Gratieverlening aan A.C. heeft plaatsgevonden vanwege de laatste fase van zijn terminale ziekte. 79 2.5.2 Dokter John O. John Opdam was een gehuwde arts uit Berkel en Rodenrijs (provincie Zuid-Holland). In 1951 begint hij een relatie met zijn dienstmeisje Nellie Aaldering. Zijn echtgenote Arnolda van Opdam-van Eijl kwam hier achter en zij hebben toen besloten om de relatie te verbreken. 80 In 1952 kwakkelde Arnolda met haar gezondheid. Uiteindelijk viel zij op 24 september 1952 dood op haar bed in bijzijn van haar partner, moeder en schoonmoeder. Volgens John O. zou zijn vrouw aan een hersentumor zijn overleden. Na een obstructie door pathaloog dr. Huls bleek dat Arnolda door cyaankalivergiftiging is omgekomen. John werd als verdachte gezien en is vervolgens gearresteerd. Op 6 mei 1954 startte de rechtszaak tegen John O. op de moord van zijn vrouw. Bij de rechtszaak gaf John O. als argument aan dat hij als dokter een ander middel zou gebruiken om 77 Kamervragen 2013Z25341 van het lid Recourt (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf (ingezonden 20 december 2013) vraag 6, p. 5. 78 Kamervragen 2013Z25341 van het lid Recourt (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf (ingezonden 20 december 2013) Beantwoording Kamervragen over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf 4 maart 2014, p. 6. 79 Rechtbank s-gravenhage, 25 maart 2009, KG ZA 09-371. 80 R. Boost: Dokter O. Levenslang vergiftigd, Uitgeverij Ridderhof 1973, p. 19. 22

iemand te vermoorden. De officier van justitie wist zijn argument te weerleggen. Hij gaf aan dat in het verleden er meerdere artsen geweest zijn die voor moord zijn veroordeeld door cyaankalivergiftiging. De officier van justitie eiste uiteindelijk een levenslange gevangenisstraf. Op 8 juni 1954 werd John O. schuldig verklaard van moord op zijn vrouw en veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Naar aanleiding daarvan stelde hij hoger beroep in. Ook het Hof achtte John schuldig. Op 1 december 1954 veroordeelde het Hof John tot levenslange gevangenisstraf van moord met voorbedachten rade. 81 In cassatie werd de zaak bevestigd. John O. zat zijn straf uit in de gevangenis in Leeuwarden. In de gevangenis kwam hij in aanraking met een medegedetineerde Arie Lodder. Arie Lodder werd op 15 april 1954 voor levenslange gevangenisstraf veroordeeld wegens het ombrengen van zijn vrouw met arsenicum. Op 5 februari 1958 vond de bewaarder Arie Lodder dood in zijn cel. Hij bleek te zijn vergiftigd met cyaankali. John O. werd in de zaak van Arie Lodder als hoofdverdachte gezien. Hij werd vervolgens overgebracht naar de Huis van Bewaring op verdenking van gifmoord van Arie Lodder. Op 27 april startte de zaak op de moord van Arie Lodder tegen John O. Op 31 maart 1961 werd John O. voor de tweede keer veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Ook het Hof oordeelde dat John O. schuldig is bevonden voor de dood op Arie Lodder. 82 John wordt na een paar jaar uitzitten van zijn straf in de Koepel te Breda overgebracht naar de gevangenis in Winschoten. Vanuit de gevangenis schreef John in zijn brief aan journalist Leo Uittenboggaard het volgende: De doodstraf is verkieselijker dan levenslange gevangenisstraf, want dat laatste houdt één verschrikkelijk lijden in en zeker als je, zoals ik, onschuldig zit. 84 Dertien jaar later, in 1965, bekende John O. de dood op zijn vrouw en gaf hij aan dat hij Lodder heeft geholpen bij het ontstaat van zijn dood. John O. diende vervolgens een gratieverzoek in. Op 24 augustus 1966 werd zijn gratieverzoek afgewezen. In 1968 werd John O. overgebracht naar de strafgevangenis in Scheveningen. Zijn therapeut Dorpmans was ervan overtuigd dat hij kon worden voorbereid om terug te keren in de maatschappij. Na 21 jaar te hebben vastgezeten is aan John in 1975 voorwaardelijk gratie verleend onder het oude gratiebeleid met een proeftijd van 8 jaar. Daarbij kreeg hij als voorwaarde opgelegd nooit meer de artsenpraktijk te mogen uitoefenen. De 8 jaren gingen voorbij zonder enige incidenten. Zijn arts stelde vast dat de resocialisatie van hem goed was 81 Hof s-gravenhage 1 december 1954 (niet gepubliceerd), HR 3 mei 1955, NJ 1955, 684, m.nt. BVAR.) 82 Hof Leeuwarden 5 juni 1962 (niet gepubliceerd), HR 18 juni 1963, NJ 1962, 92. 84 R. Boost: Dokter O. Levenslang vergiftigd, Uitgeverij Ridderhof 1973, p. 114. 23

verlopen. 85 In 1975 had Glastra Van Loon als staatssecretaris van Justitie het onderwerp gratie in zijn portefeuille. Hij schreef ter gelegenheid van de VI van meervoudig moordenaar en tweemaal tot levenslang veroordeelde dokter O. in het besef dat het nieuws tot publieke verontwaardiging en onrust zou kunnen leiden aan de landelijke media: In het Nederlandse strafstelsel wordt een levenslange gevangenisstraf, opgelegd aan commune delinquenten, in het algemeen niet tot het einde toe ten uitvoer gelegd. Naar onze opvatting behoort een dergelijke tot vrijheidsstraf veroordeelde uitzicht te houden op terugkeer in de samenleving, zo dit mogelijk is. 86 John is na zijn vrijlating werkzaam geweest in de bibliotheek van de Katholieke Universiteit in Nijmegen en op 14 oktober 1983 overleed hij in Leiden. 87 2.5.3 Hans van Z. Op 13 december 1967 werd Hans van Z. in zijn woning gearresteerd in Utrecht. Hij zou in 10 dagen meerdere moorden hebben gepleegd met een zelfgemaakte loden pijp. Naar aanleiding van een psychiatrisch onderzoek werd Hans van Z. ontoerekeningsvatbaar verklaard. In maart 1970 werd Hans van Z. tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld wegens 2 moorden, roofmoord en poging tot moord. In 1986 vroeg hij met succes gratieverlening aan. In 1986 is aan Hans van Z gratie verleend onder het oude gratiebeleid. Hij werd na 17 jaar in vrijheid gesteld waarna hij 12 jaar later is komen te overlijden door een maagbloeding. 88 Zijn straf is in 1986 omgezet naar een straf van 28,5 jaar zodat hij met 1 been in de maatschappij kon functioneren en na 19 jaar werd hij voorwaardelijk in vrijheid gesteld. 89 2.5.4 A.C A.C was een 50- jarige van oorsprong Turkse man uit Voorne- Putten (provincie Zuid-Holland). In 1992 werd hij in Duitsland tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld voor het plegen van een dubbele moord. Hij zou twee mannen hebben 85 De praktijk van de levenslange gevangenisstraf in Nederland. Hoofdstuk 2: John Opdam. Tweemaal veroordeeld tot levenslang en kreeg op het einde van zijn leven gratie; http://www.blikopdewereld.nl/rechtspraak/levenslang/boek-de-praktijk-van-de-levenslange-gevangenisstraf-innederland/3532-hoofdstuk-2-john-opdam-tweemaal-veroordeeld-tot-levenslang-en-kreeg-op-het-einde-van-zijnleven-gratie (geraadpleegd op 11 augustus 2014). 86 Factsheet Forum Levenslang 2011, p. 36. 87 Factsheet Forum Levenslang 2011, p. 30. 88 De praktijk van de levenslange gevangenisstraf in Nederland. Hoofdstuk 3: Hans van Zon, levenslang en kreeg gratie na 19 jaar in de gevangenis te hebben doorgebracht: http://www.blikopdewereld.nl/rechtspraak/levenslang/boek-de-praktijk-van-de-levenslange-gevangenisstraf-innederland/3533-hoofdstuk-3-hans-van-zon-levenslang-en-kreeg-gratie-na-19-jaar-in-de-gevangenis-te-hebbendoorgebracht (geraadpleegd op 11 augustus 2014). 89 Factsheet Forum Levenslang 2011, p. 30. 24