Economie voor havo & vwo bovenbouw



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie Risico en Rendement

Module 6 Stop! Geen risico!?

Samenvatting Economie Risico en rendement

Samenvatting Economie Module 6: Stop! Geen risico!?

3.2 De wereld van transacties

Productwijzer Reis- en annuleringsverzekering

Eindexamen vwo economie pilot 2013-I

Oefentoets Klas: havo 4

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

de digitale les Fix je Risk

Averechtse selectie & marktfalen Een Experiment. Spelregels. Formeer een tweedehands automarkt

Allianz Arbeidsongeschiktheids-

Vergelijk uw. overlijdensrisicoverzekering. Nieuw Voor leden en niet-leden

Verzekeringsovereenkomst vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

Productwijzer. Pleziervaartuigverzekering

Productwijzer Motorrijtuigenverzekering (WAM-verzekering)

Productwijzer Pleziervaartuigenverzekering

GOED VERZEKERD Opdrachtenblad Niveau:

De zin en onzin van reisverzekeringen

Bijlage HAVO. economie (pilot) tijdvak 2. Bronnenboekje. HA-1022-f-11-2-b

Productwijzer Rechtsbijstand in het verkeer

Questions and answers

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Productwijzer Rechtsbijstand in het verkeer

Productwijzer Rechtsbijstand in het verkeer

Productwijzer Rechtsbijstand in het verkeer

Vraag Antwoord Scores

Productwijzer individuele Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Sociale zekerheid in de crisis

Wij zijn VDZ. Onze boodschap is helder: niemand regelt je geldzaken. beter dan wij. Dat is niet arrogant bedoeld, maar het uitgangspunt

Wat moet ik weten als ik een hypotheek kies?

[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.

Opdracht verzekeren:

Woonhuisverzekering. Wat is verzekerd?

Hypotheekrecht en - vormen

Inhoudsopgave 1 Inleiding Onderzoeksresultaten Conclusies

Thema Informatie vragen bij een instelling

Ouderavond profielkeuze Economie en M&O. Februari 2016

M&O - een nieuw vak. Management & Organisatie. Management. Organisatie. Een nieuw vak in de bovenbouw van havo/vwo

Productwijzer Verzekering aanhangwagen,

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Ongevallenverzekering Collectief

Eindexamen economie pilot havo I

Ouderavond profielkeuze Economie en Bedrijfseconomie Voorlichting 3H & 3V

Productwijzer Aansprakelijkheidsverzekering. Particulier (AVP)

Als je allemaal iets in de pot moet doen, voor bijvoorbeeld een uitje, heb je verschillende manieren om vast te stellen wie wat moet betalen:

Productwijzer Schadeverzekering inzittenden (SVI) OVZ verzekeringen

Wat je moet weten als je een hypotheek kiest?

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Productwijzer Schadeverzekering inzittenden (SVI)

OP KAMERS Opdrachtenblad Categorie:

De 15 valkuilen om voor op te passen bij het aangaan van een lening of krediet!

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Productwijzer individuele Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Productwijzer Aanhangwagen, boottrailer, paardentrailer en bagagewagen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Beleggingsmodel Fondsen

De grootste financiële beslissing in een mensenleven

RISICO = KANS X FINANCIEEL EFFECT Opdrachtenblad Categorie:

Eigen huis. Overlijdensrisicoverzekering Woon+ / Zeker+

Antwoorden Verbond van Verzekeraars

Individuele Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.

Productwijzer Aansprakelijkheidsverzekering

Productwijzer Aansprakelijkheidsverzekering Particulier (AVP)

Wat u moet weten over beleggen

Productwijzer collectieve WIAexcedentverzekering. voor werknemers

Productwijzer individuele vaste lasten Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)

Productwijzer individuele vaste lasten Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Je leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee. Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Samenvatting Economie H.8 / H.3

Productwijzer collectieve verzekering voor vaste WIA-aanvulling

INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING

Individuele vaste lasten Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Productwijzer collectieve WIA-excedentverzekering voor werknemers

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

Welke soorten beleggingen zijn er?

Sparen voor je hartenwens

5.5 a. Een bezit: Natascha heeft nog geld van de klant tegoed. b. Er is nog niets verkocht, dus ook niet op rekening.

Ik heb eerst informatie en plaatjes gezocht en toen ben ik begonnen met het typen van het werkstuk.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Een hypotheek van Delta Lloyd

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Verkort Jaarverslag 2013

Productwijzer collectieve WIAexcedentverzekering. voor werknemers

Alles over schadevrije jaren

Polisvoorwaarden= hierin staat tegen welke risico s je verzekerd bent en onder welke voorwaarde er schade-uitkering wordt gegeven

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Money Matters. Docentenhandleiding

Productwijzer Caravanverzekering

Productwijzer collectieve verzekering voor vaste WIAaanvulling

De Noordhollandsche. de zekerheid van prettig zakendoen! Productleeswijzer Motorrijtuigen verzekering

Productwijzer verzekering voor Loondoorbetaling. werknemers (conventioneel)

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Allianz Arbeidsongeschiktheids-

Samenvatting Economie Vervoer

Productwijzer individuele vaste lasten Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)

Transcriptie:

Economie voor havo & vwo bovenbouw Risico en rendement havo prof. dr. J. Hinloopen drs. P. Adriaansen

Werken met Praktische Economie Praktische Economie, de titel van dit boek, geeft meteen de essentie weer van deze methode: vanuit de praktijk kennismaken met economie. Je ontdekt dat economie overal om je heen is. Je gaat economische principes herkennen en inzien dat situaties die verschillend lijken, toch dezelfde economische logica kennen. Je gaat begrijpen dat economie overal om je heen is en dat het juist daarom zo n actief en boeiend vak is. Werken vanuit concepten In de economie vormen acht concepten de basis van het vak. Om het vak economie te leren beheersen, moet je met deze acht basisconcepten goed kunnen omgaan. De acht concepten zijn: Schaarste, Ruil, Markt, Ruilen over de tijd, Samenwerken en onderhandelen, Risico en informatie, Welvaart en groei, Goede tijden, slechte tijden. In elke module van Praktische Economie behandelen we één concept. De concepten Schaarste en Ruil zijn zo nauw met elkaar verbonden dat deze twee concepten zijn samengevoegd in de module Schaarste, geld en handel. Het concept Markt is het grootste concept. Dit concept behandelen we in twee modules. Praktische Economie bestaat uit de volgende acht modules: Module Schaarste, geld en handel Vraag en aanbod Markt en overheid Heden, verleden en toekomst Speltheorie Risico en rendement Economische groei Conjunctuur en economisch beleid Concepten Schaarste en Ruil Markt Markt Ruilen over de tijd Samenwerken en onderhandelen Risico en informatie Welvaart en groei Goede tijden, slechte tijden Opbouw Praktische Economie Een module bestaat uit drie of vier hoofdstukken, opgebouwd rond een economisch concept. Hoofdstuk 1 Risico 1.1 Risico en onzekerheid 1.1 Risico en onzekerheid Het leven kent vele risico s. Weinig dingen zijn zeker. Met een goede opleiding is de kans op een goede baan groot. Maar zeker is dat niet. Als je een goed idee hebt voor een nieuw product bestaat er een kans dat je er veel geld mee gaat verdienen. Maar zeker is dat niet. Met een nieuwe scooter hoop je jarenlang schadeloos te rijden. Maar zeker is dat niet. Bron 1 Een ongeluk zit in een klein hoekje. Elk hoofdstuk bestaat uit: Hoofdstukopener Hier maak je kort kennis met het onderwerp van het hoofdstuk, inclusief de Kernbegrippen. Volgens de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid is iemand die ten gevolge van een ongeval op de openbare weg, waarbij ten minste een rijdend voortuig is betrokken, en binnen dertig dagen aan de gevolgen van dat ongeval overlijdt een verkeersdode. In 1950 telde Nederland ongeveer 1.000 verkeersdoden. Dat liep op tot ruim 3.000 verkeersdoden in 1972. Daarna nam het aantal verkeersdoden ieder jaar weer af. In 2014 kwamen er in Nederland nog 570 mensen om het leven door een verkeersongeval. Dat is een spectaculaire daling als je bedenkt dat Nederland in 2014 bijna 8 miljoen personenauto s telde tegenover 139.000 in 1950. Bovendien rijden auto s tegenwoordig een stuk harder dan vroeger. Door allerlei veiligheidsmaatregelen op de wegen en aan de auto s is het risico van een dodelijk ongeluk in het verkeer sterk afgenomen. Daarbij is dat risico door de tijd heen verschoven. In 1950 waren veel van de verkeersdoden voetgangers en fietsers; dat zijn er tegenwoordig veel minder. En kinderen onder de tien jaar zijn nog zelden betrokken bij een dodelijk verkeersongeval. Zestig jaar geleden kwamen kinderen veel vaker om in het verkeer. Kernbegrippen Onvrijwillig risico Onzekerheid Risico Risicoaversie Verwachte opbrengst Verwachte schade Vrijwillig risico Risico s in de economie Het bestaan van risico s beïnvloedt de economie. Mensen maken voortdurend keuzes over de manier waarop ze hun schaarse middelen gebruiken. Maar al die verschillende manieren brengen risico s met zich mee. Je besluit bijvoorbeeld om appels op de markt te gaan kopen. Er bestaat altijd het risico dat de groente-en-fruitkraam er die dag niet staat. Had je dat geweten, dan zou je je schaarse tijd anders hebben gebruikt. Je zou bijvoorbeeld een nieuw boek zijn gaan kopen. Dat levert jou consumentensurplus op en de boekhandel producentensurplus. Maar omdat je gekozen had om appels te gaan kopen, lopen jij en de boekhandel surplus mis. Risico Maar wat verstaan economen onder risico? Risico is de verwachte schade van een gebeurtenis. Als een scooter wordt gestolen, is scooterdiefstal de gebeurtenis. Als één op de tien scooters gestolen wordt, is de kans op scooterdiefstal gelijk aan 1 / 10. De waarde van de scooter is bijvoorbeeld 1.000. Dit is de schade als gevolg van de gebeurtenis. Het risico is dan gelijk aan de verwachte schade van scooterdiefstal: 1 / 10 1.000 = 100. Risico is dus als volgt gedefinieerd: risico = kans op schade schade 6 Hoofdstuk 1 Risico Hoofdstuk 1 Risico 7 2 Werken met Praktische Economie

Hoofdstuk 1 Risico Hoofdstuk 1 Risico Naar het examen 8 uit de wetenschap 1.1 Risico en onzekerheid Bron 2 Cafébezoek is niet zonder risico. Omvang van risico s De omvang van een risico wordt beïnvloed door de twee onderdelen waaruit risico bestaat: de kans op een gebeurtenis en de schade als gevolg van die gebeurtenis. Het risico dat hoort bij scooterdiefstal is meestal groter in een stad dan in een dorp. De aanschafprijs van een nieuwe scooter is in beide gevallen gelijk. Maar de kans op diefstal is doorgaans groter in de stad dan in een dorp. Daardoor is het risico van scooterdiefstal in een dorp kleiner dan in een stad. Sportevenementen en criminaliteit Sportevenementen die veel bezoekers trekken kunnen op en rond de locatie gepaard gaan met kleinere criminaliteit, zoals tassenroof, zakkenrollen, autodiefstal, inbraken en winkeldiefstal. De oorzaak is dat de plaats van het evenement chaotischer en anoniemer wordt. Er zijn veel mensen aanwezig die elkaar niet kennen. De relatief anonieme en meer chaotische sfeer verhoogt de kans op criminaliteit. Een Italiaanse econome van de Universiteit van Turijn heeft de invloed van een sportevenement op de kleinere criminaliteit onderzocht voor het wereldkampioenschap voetbal van 1990 in Italië. Voor haar onderzoek bestudeerde ze de criminaliteitscijfers van de provincies waar wel wedstrijden werden gespeeld met die van provincies waar geen wedstrijden werden gespeeld. Wat blijkt? Het wereldkampioenschap voetbal zorgt voor extra criminaliteit: het aantal inbraken en winkeldiefstallen ligt 29% hoger in provincies waar wedstrijden gespeeld worden, er worden 51% meer tassenroven gepleegd en de kans dat je zakken gerold worden is zelfs 80% hoger. Intentional personal injuries komen 34% meer voor, wat verklaard wordt door de vijandigheden tussen fans van rivaliserende teams. Kortom: het wereldkampioenschap voetbal verhoogt de kans op allerhande schades en daarmee vergroot het een aantal risico s. (Bron: Nadia Campaniello (2011). Mega events in sports and crime: evidence from the 1990 football world cup. Journal of Sports Economics 14(2), 148 170.) in context Risico s kunnen ook verschillen terwijl de kans op een gebeurtenis hetzelfde is. Zo is de kans om een ongeluk te krijgen waarbij eerste hulp nodig is in Italië gelijk aan die in Nederland. Maar voor Italianen is de eerste hulp gratis. Daardoor is het risico van een ongeval voor Nederlanders groter dan voor Italianen. Bron 3 Italianen kunnen gratis gebruikmaken van de Italiaanse spoedeisende hulp. Zwarte zwanen Sommigen gebeurtenissen komen hoogst zelden voor. Maar als ze gebeuren, hebben ze een heel grote invloed. Deze gebeurtenissen hebben een speciale naam: zwarte zwanen, vernoemd naar de ervaringen van ontdekkingsreiziger Willem de Vlamingh. Tijdens zijn rondreizen in Australië ontdekte hij in 1697 een groep zwarte zwanen. Zwarte zwanen waren tot dan toe onbekend. Inmiddels weten we dat zwarte zwanen bestaan, maar ook dat ze hoogst zelden voorkomen. Voorbeelden van spreekwoordelijke zwarte zwanen zijn de opkomst van het internet, het succes van de Harry Potter-reeks en de aanslagen van 11 september 2001 op de Twin Towers in New York. Het gaat steeds om een gebeurtenis die niemand zag aankomen (de kans op de gebeurtenis is erg klein) terwijl de gevolgen van de gebeurtenis groot zijn. Een belangrijke zwarte zwaan in de recente economische geschiedenis is de wereldwijde kredietcrisis in 2008. Bijna niemand had deze crisis voorspeld, maar de gevolgen van de crisis waren erg groot. Het probleem van zwarte zwanen is dat hun risico niet groot hoeft te zijn; de impact (schadeomvang) is weliswaar erg groot, maar de kans op deze schade is erg klein. Een bescheiden risico kan zo een catastrofale gebeurtenis herbergen. Inschatten van risico s In het scootervoorbeeld hebben we het risico precies berekend. Maar in de praktijk is dat vaak lastig. Is de kans op scooterdiefstal 1 / 10? Misschien wordt maar een op de twintig scooters gestolen. De kans op scooterdiefstal is dan 1 / 20 en het risico van scooterdiefstal is dan geen 100 maar 50. En wie zegt ons dat een nieuwe scooter 1.000 kost? Misschien kost een nieuwe scooter slechts 800 of misschien wel 1.200. Een andere aanschafprijs geeft ook weer een ander risico. Hoofdstuk 1 Risico 9 Theorie Paragrafen met theorie en economische contexten. Hierbij onderscheiden we twee speciale rubrieken: Uit de wetenschap: vraagstukken en discussies in de economische wetenschap; In context: economische onderwerpen in de praktijk. De paragrafen bevatten verder Bronnen en Markeerpunten en sluiten af met Opdrachten. Toepassen In dit onderdeel pas je het geleerde uit de theorie toe op andere economische contexten. Toepassen Toepassen 12 Lees bron 17. In Panonië kiezen steeds meer scholieren na het behalen van een diploma voor een vervolgopleiding. Leg uit dat er bij deze scholieren sprake kan zijn van risicoaversie. Bron 17 Uit een krant van augustus 2017 In 2017 is het einde van de economische crisis in Panonië nog niet in zicht. Dat is vooral te zien aan de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De toename van de werkloosheid komt vooral voor rekening van de jongeren. Zij worden als eerste ontslagen als het bedrijf waarvoor zij werken het moeilijk krijgt. En schoolverlaters komen moeilijker aan hun eerste baan. Het aantal werklozen steeg in de afgelopen maand met 13.000 en komt daarmee op een gemiddelde van 386.000 in de periode mei-juli. Na correctie voor seizoensinvloeden komt het gecorrigeerde gemiddelde uit op 371.000. Daarnaast is opvallend dat meer scholieren ervoor kiezen om na het behalen van het diploma een vervolgopleiding te gaan doen. 13 In een land zijn drie verschillende loterijen (bron 18). De prijs per lot is bij alle loterijen gelijk, maar de kans op een winnend lot en de bijbehorende uitkering zijn bij elke loterij verschillend. Er vindt bij alle loterijen eenmaal per maand, op de laatste dag van de maand, een trekking plaats voor de loten die in die maand verkocht zijn. Ieder lot heeft maar één keer kans op een prijs; de volgende maand moeten spelers een nieuw lot kopen. a Toon aan dat het risico bij een lot van de Eurobingo (bedrag A) 24,95 is. b Neem de tabel over en vul de bedragen op plaats B tot en met G in. Bron 18 Loterij Prijs per Kans op Uitbetaling Verwachte Mogelijke Risico lot een prijs op een winnend lot opbrengst schade Eurobingo 25 1 / 500 10.000 20 25 A Lucky Lot 25 1 / 100 2.000 B C D Krasloterij 25 1 / 10 200 E F G Ria wil eenmalig in één van de drie loterijen van bron 18 gaan meespelen, maar twijfelt welke loterij zij zal kiezen. c Welke afweging moet Ria maken om tot een goede keuze te komen? Het motief om mee te spelen speelt een grote rol bij het bepalen van een goede keuze. Ria wil graag een auto kopen, maar heeft daar niet genoeg geld voor. Zij hoopt dat het lot haar gunstig gezind is, waardoor zij de auto kan kopen. d Welke loterij moet zij kiezen? Verklaar je antwoord. 14 Lees bron 19. a Leg uit dat het begrip verwachte opbrengst in deze bron een andere betekenis heeft dan in de leertekst. b Waarom was het van tevoren niet zeker dat de tekening van Hergé verkocht zou worden? c Stel dat de kans op verkoop van de tekening van Hergé van tevoren op 80% geschat werd. Bereken met deze informatie de verwachte opbrengst van de tekening. d Leg uit welke rol onzekerheid speelt bij het vooraf uitrekenen van de verwachte opbrengst van de tekening. Bron 19 Tekening Kuifje levert 24.700 op In Parijs zijn 1.100 striptekeningen geveild. Een tekening van Hergé van Kuifje in het oerwoud bracht 24.700 op. Dat was flink hoger dan de verwachte opbrengst. Men verwachtte de tekening voor 7.000 te verkopen. Slechts zeventig procent van de striptekeningen werd verkocht. (Vrij naar hbvl.be) 15 De bereidheid om risico s te nemen is bepalend voor veel beslissingen in de economie. Dit geldt voor het wel of niet beleggen van vermogen in aandelen of obligaties of het vermogen te sparen bij de bank. Ook speelt dit een rol bij de beslissing om een bepaald risico te verzekeren. Uit onderzoek blijkt dat mensen onder te verdelen zijn in drie groepen, afhankelijk van de mate waarin ze bereid zijn risico s te nemen. Die groepen zijn, in oplopende mate van risicobereidheid: mensen met een risicoavers gedrag; mensen met een risiconeutraal gedrag; mensen met een risicozoekend gedrag. Lees bron 20. In welke beleggingsproducten van Bankinvest zal een risicoavers persoon zijn vermogen bij voorkeur beleggen? Verklaar je antwoord. Bron 20 Drie beleggingsproducten van Bankinvest. 1 Een spaarrekening van Bankinvest 4,25% rente Looptijd minimaal tien jaar. Vaste rente gedurende looptijd. 2 Een obligatierekening bij Bankinvest Uw portefeuille wordt belegd in een mix van wereldwijde fondsen. Het rendement kan oplopen tot negen procent. Het rendement kan ook lager uitvallen. 3 Open een aandelenportefeuille bij Bankinvest Uw inleg van minimaal 10.000 kan bij fors stijgende koersen in een paar jaar tijd verdubbelen. Koersen van aandelen kunnen fors fluctueren. Begrippen & Samenvatting De module sluit af met Begrippen & Samenvatting, waarin je alle gemarkeerde begrippen uit de tekst aantreft met uitleg en waarin de theorie uit de hoofdstukken kort en bondig is samengevat. Naar het examen In Naar het examen vind je opgaven op eindexamenniveau. Met deze opgaven combineer je verschillende concepten binnen een context, zoals dat ook tijdens het eindexamen gebeurt. 20 Naar het examen Naar het examen Naar het examen kun je ook in uitgebreidere vorm in de digitale leeromgeving maken. Een examenopgave kan contexten en / of formules introduceren die je niet eerder hebt geoefend. Dat betekent niet dat zo n opgave altijd moeilijk is. Opdracht 1 biedt met de financiële overzichten en de kapitaalfactor een wat ongewone context. Toch is deze opdracht als je de gegevens nauwkeurig bestudeert niet zo moeilijk. 1 De school als (voorzichtige) onderneming Veel scholen voor voortgezet onderwijs staan voor grote investeringen in informatietechnologie (IT): elektronische leeromgevingen en centrale examens via de computer vragen om moderne IT-faciliteiten voor alle leerlingen. Voor deze investeringen is geld nodig. Een commissie die het financieel beheer van de scholen in Nederland heeft onderzocht, komt met twee conclusies als het gaat om de financiële ruimte voor investeringen. De meeste scholen voor voortgezet onderwijs hebben, in verhouding tot andere sectoren, veel eigen vermogen en vaak een positief financieel resultaat: er lijkt dus voldoende ruimte voor investeringen te zijn. Bij veel scholen lijkt er sprake te zijn van leenaversie : uit de verhouding tussen bezittingen en schulden leiden we af dat scholen weinig geld lenen. Hollands College (HC) is een grote scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. Uit het financieel jaarverslag 2018 van HC komen de balans, de resultatenrekening en enkele kerngegevens (bron 1 en 2). a Leg uit in hoeverre leenaversie gezien kan worden als een vorm van risicoaversie. Gebruik bron 1 en 2 bij opdracht b en c. b Leg uit hoe je uit de verhouding tussen bezittingen en schulden bij HC af kunt leiden dat er sprake lijkt te zijn van leenaversie. c Heeft HC in het jaar 2018 voldoende inkomsten gekregen om alle uitgaven te kunnen betalen? Verklaar je antwoord. HC is een school met een groeiend leerlingaantal, die graag wil investeren in een nieuwe elektronische leeromgeving voor alle leerlingen en docenten. De commissie adviseert elke school te kijken naar de kapitaalfactor (bron 3). Daaruit is af te leiden of er nog financiële ruimte is voor extra investeringen. d Gebruik bron 1, 2 en 3. Heeft HC nog ruimte om te investeren volgens de norm die de commissie voorstelt? Bereken de kapitaalfactor. Leg uit wat de uitkomst van de berekening betekent voor HC. Bron 1 Bezittingen en schulden van Hollands College op 31 december 2018. Bezittingen Bedrag Schulden Bedrag Schoolgebouwen en terreinen 2.293.545 Langlopende schulden 656.100 Inventaris en apparaten 1.188.885 Kortlopende schulden 653.300 Overige bezittingen 774.250 Saldo bezittingen schulden 3.009.145 Bank en kas 61.865 Totaal 4.318.545 4.318.545 Bron 2 Opbrengsten en kosten van het Hollands College in 2018. Kosten Bedrag Opbrengsten Bedrag Personeel 4.920.000 Bijdrage rijksoverheid 5.180.000 Huisvesting 83.000 Bijdrage gemeente 89.000 Afschrijvingen 345.000 Verhuur gebouwen 11.550 Leermiddelen en 58.000 Ouderbijdragen 145.300 inventaris Excursies, reizen en schoolkampen 42.000 Uitleen van personeel 15.800 Overige kosten 12.000 Overige opbrengsten 33.350 Resultaat 15.000 Totaal 5.475.000 Totaal 5.475.000 Bron 3 Advies van de commissie (vereenvoudigd). Wij adviseren scholen om de kapitaalfactor (KF) jaarlijks te berekenen: totaal aan bezittingen waarde schoolgebouwen en terreinen KF = 100% totale opbrengsten Hoe hoger de kapitaalfactor, hoe voorzichtiger de school blijkbaar is. Bij een kapitaalfactor boven de 35 procent is de school té voorzichtig. Opdracht 2 is een klassieke opdracht waarin de economische begrippen verzonken kosten en moral hazard zijn verwerkt. Opdracht 2d is een goed voorbeeld van een rekenvraag die vaak op het examen voorkomt: het rekenwerk is technisch niet moeilijk, de moeilijkheid zit m in het bedenken van de stapjes die je moet nemen. 2 Met een fiets verdien je iets Automobiliteit wordt een steeds groter probleem in Nederland. De files worden langer en veroorzaken extra kosten. Dit treft ook het Universitair Medisch Centrum (UMC) en zijn werknemers. Het UMC stimuleert al jaren het fietsgebruik onder zijn werknemers met verschillende maatregelen (bron 4). Het UMC presenteerde vervolgens in 2018 een nieuw plan om dit fietsgebruik nog verder te bevorderen (bron 5). De ondernemingsraad van het UMC was enthousiast over het plan, maar waarschuwt wel: Wij denken dat het UMC in zijn plan onvoldoende rekening houdt met het risico op moral hazard. Gebruik bron 4 bij opdracht a en b. a Leg uit dat er bij de investeringen die door het UMC werden gedaan voor fietsvoorzieningen sprake kan zijn van verzonken kosten. b Bereken de verwachte besparing op jaarbasis die het UMC met de genoemde maatregelen kon realiseren in 2017, vergeleken met de situatie vóór 2012. c Gebruik bron 5. Leg uit hoe er een risico op moral hazard van werknemers kon ontstaan bij de uitvoering van het UMC-fietsplan. Uit onderzoek bleek dat een werknemer in 2018 aan reiskostenvergoeding per dag minimaal 5 extra reiskostenvergoeding wil hebben om de auto te laten staan en de fiets te nemen voor het woon-werkverkeer. Gebruik bron 6 en bovenstaande zin. d Toon met een berekening aan dat de fietsvergoeding door het UMC ten minste 45,71 cent (afgerond) per kilometer moest bedragen, om ervoor te zorgen dat een werknemer in 2018 voor het woon-werkverkeer overstapte van de auto naar de fiets. Digitale leeromgeving Een belangrijk onderdeel van Praktische Economie is de digitale leeromgeving. Alle modules zijn ook volledig digitaal te bestuderen, waarbij je bovendien gebruik kunt maken van de Rekentrainer om je rekenvaardigheden te oefenen. Na elk bestudeerd hoofdstuk maak je de bijbehorende Test jezelf om een indruk te krijgen van je beheersing van de theorie. Aan het einde van de module maak je in de Examentrainer de toets met uitgebreide eindexamenvragen. Wij wensen je een boeiende en uitdagende tijd met Praktische Economie! De samenstellers 96 Naar het examen 97 Werken met Praktische Economie 3

Module Risico en rendement 4

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Risico 6 1.1 Risico en onzekerheid 7 1.2 Vrijwillig en onvrijwillig risico 13 1.3 Risicoaversie 15 Toepassen 20 Hoofdstuk 2 Verzekeren 24 2.1 Een risico verzekeren 25 2.2 De markt van verzekeraars 30 2.3 Averechtse selectie en moral hazard 34 2.4 Informatie, premiedifferentiatie en eigen risico 41 2.5 Verplichte verzekeringen 49 Toepassen 52 Hoofdstuk 3 Risico en rendement 61 3.1 Verhandelbare risico s 62 3.2 De waarde van risico s 66 3.3 Rente en de waarde van risico s 71 3.4 Informatie en de waarde van risico s 74 Toepassen 77 Hoofdstuk 4 Ondernemen is risico s nemen 81 4.1 De financiering van risico s 82 4.2 Ondernemingsrisico en bedrijfsvormen 86 Toepassen 89 Begrippen & Samenvatting 92 Naar het examen 96 Register 106 5

Hoofdstuk 2 Verzekeren Kernbegrippen In Nederland is iedereen verplicht verzekerd tegen ziektekosten. Bezitters van een auto of een motorfiets zijn daarnaast verplicht een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Deze polis dekt de mogelijke schade die motorrijders en automobilisten anderen in het verkeer toebrengen. En hypotheekverstrekkers verplichten huizenbezitters een opstalverzekering af te sluiten. Deze verzekering dekt mogelijke schade aan het huis waarop de hypotheek rust. Er zijn tal van andere risico s waarvoor je vrijwillig een verzekering kunt afsluiten, zoals een fietsverzekering, een smartphoneverzekering, een arbeidsongeschiktheidsverzekering, een inboedelverzekering, een scholierenongevallenverzekering, een bijstandsverzekering, een garantieverzekering, een catastrofeverzekering en een zinloosgeweldverzekering. Beroemdheden verzekeren de delen van zichzelf waar ze hun geld mee verdienen. Zo schijnt Keith Richards, de gitarist van de Rolling Stones, zijn middelvinger voor $ 1,6 miljoen verzekerd te hebben, Bruce Springsteen zijn stembanden voor 6 miljoen, Daniel Craig zijn hele lichaam voor $ 9,5 miljoen en Jennifer Lopez haar billen voor $ 300 miljoen. Averechtse selectie Bonus-malussysteem Eigen risico Informatieasymmetrie Moral hazard Perfecte premiedifferentiatie Premie Premiedifferentiatie Risicospreiding Verzekeraar Verzekeren Verzekering Verzekeringsnemer Volksverzekeringen 24 Hoofdstuk 2 Verzekeren

2.1 Een risico verzekeren 2.1 Een risico verzekeren In het vorige hoofdstuk zag je dat de meeste mensen risicoavers zijn. Als het even kan vermijden ze risico s. Bij vrijwillige risico s is dat gemakkelijk: je neemt het risico niet als je het niet wilt nemen. Bij onvrijwillige risico s is dit niet mogelijk; ze zijn onvermijdelijk. Is het dan mogelijk om op een andere manier van deze risico s af te komen? Ja, dat is mogelijk. Daarvoor moet je het risico verzekeren. Totaal risico Verzekeren werkt als volgt. Je verzamelt een groep mensen die allemaal aan hetzelfde onvrijwillige risico blootgesteld staan. Als het om een groep van honderd mensen gaat en het een schade van 10.000 betreft die met een kans van vijf procent geleden wordt, dan loopt iedereen een risico van 0,05 10.000 = 500. Het risico van de gehele groep is dan 100 500 = 50.000. Dit totale risico is gelijk aan de verwachte schade van de groep als geheel: totaal risico = verwachte schade van een gehele groep = kans op schade schade aantal mensen Verzekeringspremie Het idee van verzekeren is dat het totale risico van tevoren door de gehele groep wordt betaald. Als iemand uit de groep dan schade oploopt, wordt dat betaald uit het opgehaalde bedrag. Daarbij betaalt iedereen evenveel en betaalt iedereen mee. Het bedrag dat iedereen betaalt heeft een speciale naam: verzekeringspremie, kortweg premie. Het totale risico was gelijk aan 50.000. De premie is dan gelijk aan totaal risico / aantal mensen = 50.000 / 100 = 500. Kortom, iedereen betaalt als premie de waarde van het risico: premie = waarde van het risico Op deze manier wordt van tevoren het volgende bedrag opgehaald: aantal mensen premie = 100 500 = 50.000. En dat is precies de verwachte schade van de groep als geheel. Verzekeren Nadat iedereen de premie heeft betaald, is iedereen verzekerd. Dat betekent dat als iemand schade lijdt, de schade betaald wordt uit de eerder betaalde premies. Voor een premie van 500 is iedereen op deze manier verzekerd tegen een mogelijke schade van 10.000. Hoofdstuk 2 Verzekeren 25

2.1 Een risico verzekeren Bron 1 Door het betalen van een premie kunnen risico s verzekerd worden. Verdwenen risico s Iemand die zich verzekert loopt geen risico meer. De kans op schade is niet verdwenen. Maar als de schade zich voordoet, wordt die betaald uit de eerder betaalde premies. De mogelijke schade is dus wel verdwenen. En daarmee ook het risico. In bron 2 staan de kosten en het risico van wel en niet verzekeren voor het eerder besproken voorbeeld. Iemand die zich niet verzekert, heeft een kans van vijf procent dat hij 10.000 schade oploopt. Dit brengt een risico van 500 met zich mee. Dat zijn ook zijn verwachte kosten. Iemand die zich wel verzekert, betaalt 500 aan premie. In geval van schade wordt deze schade betaald uit de eerder opgehaalde premies. Het risico is daarmee verdwenen. Hij betaalt 500 met zekerheid. Voor iemand die zich verzekert zijn dat zijn kosten. Bron 2 Verwachte kosten en risico bij wel en niet verzekeren. Premie Mogelijke schade Kans op schade Risico (= verwachte schade) (Verwachte) kosten Niet verzekeren 0 10.000 0,05 500 500 Wel verzekeren 500 0 0,05 0 500 26 Hoofdstuk 2 Verzekeren

in context Fietsendiefstal op school Van een klas komen twintig leerlingen op de fiets naar school. Ieder jaar wordt één van die twintig fietsen op school gestolen. Een nieuwe fiets kost 600. Zodoende dragen leerlingen die met een fiets naar school komen ieder jaar een risico van 1 / 20 600 = 30. Dit is een onvrijwillig risico; de leerlingen hebben geen andere mogelijkheid dan met de fiets naar school te komen. Het risico van de hele groep leerlingen is 20 30 = 600 per jaar. De leerlingen besluiten zich te verzekeren. Daarvoor betaalt iedere leerling een premie die gelijk is aan zijn risico: 30. Dit is de prijs van de verzekering. In ruil voor deze premie dekt de verzekering de aanschafkosten van een nieuwe fiets in geval van diefstal op school. Bron 3 geeft een overzicht van de twee opties: niet verzekeren en wel verzekeren. Bron 3 Verzekeren tegen fietsendiefstal op school. Premie per jaar Uitbetaling bij diefstal Mogelijke schade Kans op schade Verwachte kosten Risico Niet verzekeren 0 0 600 0,05 30 30 Wel verzekeren 30 600 0 0,05 30 0 Bron 4 Met een diefstalverzekering verdwijnt het risico van fietsendiefstal. Verzekeren en risicoaversie Een risicoavers persoon zal zich altijd verzekeren. De verwachte kosten van wel en niet verzekeren zijn gelijk: 500. Maar het risico bij niet verzekeren is veel groter dan bij wel verzekeren. Daar staat tegenover dat iemand die zich niet verzekert geen premie hoeft te betalen en 95 procent kans heeft om geen schade te lijden. Hij houdt dan 500 meer over. Maar voor een risicoavers persoon weegt deze mogelijke winst niet op tegen het bijbehorende risico. Omdat de verwachte kosten van wel en niet verzekeren gelijk zijn, kiest een risicoavers persoon voor de optie met het laagste risico: wel verzekeren. Hoofdstuk 2 Verzekeren 27

2.1 Een risico verzekeren uit de wetenschap Wie verzekert zich? Risicoaversie is niet het enige dat bepaalt of iemand zich verzekert. Mensen die in een onveilige buurt wonen, zullen waarschijnlijk sneller een inbraakverzekering afsluiten dan bewoners van een veilige buurt. Twee Amerikaanse economen van het California Institute of Technology en Arthur Andersen Economic Consulting hebben onderzocht hoe dat zit bij verzekeringen tegen telefoonstoringen in de Amerikaanse staat Colorado. In de jaren tachtig van de vorige eeuw kwamen daar storingen op vaste telefonielijnen af en toe voor. Mensen met een telefoonabonnement konden zich tegen deze storingen verzekeren. Een reparatie kostte gemiddeld $ 55. En iedere maand trad een storing op met een kans van iets minder dan 0,05 procent. Bij een telefoonabonnement hoorde dus een maandelijks risico van 0,275. Voor hun onderzoek gebruikten de economen de klantgegevens van het telefoonbedrijf Mountain Bell Colorado. Met de gegevens voor de maand juni 1990 onderzochten ze wie nu wel en wie niet een telefoonverzekering afsloot. Een verzekering kostte $ 0,45 per maand en dekte alle kosten van reparatie, inclusief de vervanging van kapotte apparatuur. Ongeveer de helft van alle abonnementhouders sloot een verzekering af. Het onderzoek laat zien dat mensen sneller geneigd zijn een verzekering af te sluiten naarmate ze meer risicoavers zijn, naarmate ze meer bellen, als ze in een postcodegebied wonen waar veel storingen voorkomen en naarmate ze een lager inkomen hebben. Dat mensen die meer bellen een verzekering afsluiten is logisch: zij hebben meer baat bij een goed werkende telefoonlijn. En dat mensen minder geneigd zijn een verzekering af te sluiten als hun inkomen stijgt, ligt ook voor de hand: mensen met een hoog inkomen hoeven geen verzekering af te sluiten; in geval van een storing betalen ze de storingsmonteur uit eigen zak. Omdat hun inkomen hoog is, kunnen ze het risico van een telefoonstoring zelf dragen. (Bron: Charles J. Cicchetti en Jeffrey A. Dubin (1994). A microeconometric analysis of risk aversion and the decision to self-insure. Journal of Political Economy 102(1), 169 186.) Bron 5 Er bestaat altijd een kans dat op telefoonstoringen. 28 Hoofdstuk 2 Verzekeren

Opdrachten 1 a Lees Uit de wetenschap Wie verzekert zich?. Waarom verzekeren mensen met een hoog inkomen zich gemiddeld minder vaak voor kosten van storingen dan mensen met een laag inkomen? b Welke drie andere factoren hebben in deze context invloed op de kans dat een persoon zich wel of niet verzekert tegen telefoonstoringen? 2 Bekijk bron 3. a Vul in de volgende zinnen bij A tot en met F de ontbrekende bedragen in. Als je de fiets verzekert, ben je elk jaar A kwijt, dat is B in twintig jaar tijd. Als je de fiets niet verzekert, word je één keer in de twintig jaar geconfronteerd met een gestolen fiets, wat ook C kost. Als gevolg van de verzekering is de mogelijke schade van D afgekocht. In ruil daarvoor betaal je elk jaar E. Daarmee is het risico gedaald naar F. b Welk type leerling zal zich verzekeren? Verklaar je antwoord. 3 Lees bron 6. a Waarom verzekeren mensen zich niet tegen het risico dat hun paraplu kapot waait bij een harde wind? b Verdedig de stelling dat veel Nederlanders beter geen reisverzekering kunnen afsluiten op vakantie. c Lees bron 7. Hoe zal de verzekeringsagent in bron 6 deze verzekering beoordelen? Verklaar je antwoord. Bron 6 Een verzekeringsagent legt uit Ik zeg altijd of het nu tegen mijn buurman, mijn beste vriend of een willekeurige bezoeker van Verzekeringssite.nl is dat mensen alleen datgene moeten verzekeren waarvoor zij de risico s niet kunnen dragen. In een land waar elke inwoner grossiert in een grote hoeveelheid (aanvullende) verzekeringen, vraag ik me dan ook soms af: Mag het misschien ietsje minder zijn? (Vrij naar de Telegraaf) Bron 7 Verzeker u tegen slecht weer op vakantie U kunt zich tegen alles verzekeren. Die stelling bevestigen sommige touroperators die aanbieden reizigers te verzekeren tegen slecht weer. De formule is nog maar net gelanceerd in Frankrijk en laat toe dat een deel van de vakantiekosten terugbetaald wordt in geval van slecht weer. Daaraan zijn wel strikte voorwaarden verbonden. Bij France Loc krijgen vakantiegangers een vergoeding van 400 als er tijdens één vakantieweek ten minste vier dagen lang regen viel. De verzekering kost 28. Voor hetzelfde tarief krijgt u bij Pierre & Vacances een vergoeding van 150 als u tijdens uw vakantieweek minstens drie dagen lang geen zon heeft gehad. (Vrij naar netto.tijd.be) Hoofdstuk 2 Verzekeren 29

2.2 De markt van verzekeraars 2.2 De markt van verzekeraars Verzekeringen worden aangeboden door verzekeringsmaatschappijen, kortweg verzekeraars. Er zijn verschillende verzekeraars. Zij bieden allemaal een verzekering aan die in de ogen van de consument verschillend zijn. De ene verzekeraar biedt een reisverzekering aan die alleen reizen binnen Europa dekt, de ander heeft een reisverzekering die ook reizen naar de VS dekt. De ene woonhuisverzekering dekt alle ruitschades aan een huis, bij een andere woonhuisverzekering zijn ruitschades uitgesloten. De markt van verzekeraars is een heterogeen oligopolie of er is sprake van monopolistische concurrentie. De marktvorm hangt af van het type verzekering. Bij zorgverzekeringen is het aantal aanbieders bijvoorbeeld beperkt terwijl er veel verschillende verzekeraars zijn die autoverzekeringen aanbieden. Bron 8 Afhankelijk van de verzekering is de markt voor verzekeraars een heterogeen oligopolie of een markt van monopolistische concurrentie. Verzekeringspolis De schades die een verzekering dekt staan in de verzekeringspolis, kortweg verzekering. Een verzekering is een contract tussen de aanbieder, de verzekeraar, en de vrager, de verzekeringsnemer. Daarom spreken we van het afsluiten van een verzekering, net zoals een contract wordt afgesloten. De verzekering bepaalt wat de verzekeraar uitbetaalt in geval van schade en hoeveel premie de verzekeringsnemer moet betalen. Het is een contract met een bepaalde geldigheidsduur. Na verloop van tijd loopt de verzekering af; het contract is dan niet meer geldig. Een verzekeringsmaatschappij biedt bij een verzekering een polis aan met bijbehorende premie. Consumenten en bedrijven zijn de vragers op de markt van verzekeringen. Het marktevenwicht op de verzekeringsmarkt bestaat uit de prijs per verzekering en het aantal verzekeringen dat wordt afgesloten: {premie, aantal verzekeringen}. 30 Hoofdstuk 2 Verzekeren

Bron 9 Verzekeraars bieden polissen aan met bijbehorende premies; consumenten besluiten vervolgens of ze een verzekering afsluiten. Totale opbrengsten verzekeraar Een verzekeraar biedt alleen verzekeringen aan waar hij geen verlies op lijdt. Zijn totale opbrengst moet ten minste even groot zijn als zijn totale kosten. De totale opbrengst is gelijk aan de optelsom van alle premies. In formule: TO = premie aantal verzekeringsnemers Totale kosten verzekeraar De totale kosten van een verzekeraar zijn gelijk aan de optelsom van alle uitgekeerde schades plus de overige kosten die een verzekeraar moet maken om zijn onderneming te kunnen voeren. Op deze overige kosten komen we later terug; voor nu laten we ze even buiten beschouwing. Een schade wordt alleen uitgekeerd als zich een schade voordoet. Dat een schade zich zal voordoen staat niet vast. We weten alleen dat er een kans op schade bestaat. Daarom moet je voor de kostenberekening rekenen met de verwachte schade per verzekeringsnemer. In formule: TK = verwachte schade per verzekeringsnemer aantal verzekeringsnemers In het vorige hoofdstuk heb je gezien dat de verwachte schade gelijk is aan het risico. De verwachte uitkering per verzekeringsnemer is dus gelijk aan het risico van de verzekeringsnemer. Hieruit volgt voor de TK van een verzekeraar het volgende: TK = risico verzekeringsnemer aantal verzekeringsnemers Minimale premie Om geen verlies te lijden moet voor een verzekeraar gelden: TO TK Als je de formules voor de TO en TK invult krijg je: premie aantal verzekeringsnemers risico verzekeringsnemer aantal verzekeringsnemers Hoofdstuk 2 Verzekeren 31

2.2 De markt van verzekeraars Oftewel: premie risico verzekeringsnemer Om geen verlies te maken moet een verzekeraar een premie vragen die minimaal gelijk is aan het risico van de verzekeringsnemer. Maar een verzekeraar heeft ook met andere kosten te maken. Hij heeft mensen in dienst, huurt kantoorruimte, beschikt over geavanceerde software om risico s te bepalen en zo verder. De premieopbrengsten moeten naast de risico s ook deze kosten dekken. Daarom moet gelden: premie > risico verzekeringsnemer Hoe meer de premie uitstijgt boven het risico, hoe meer winst een verzekeraar maakt. Hoeveel winst de verzekeraar kan maken hangt af van de marktstructuur. Als er een beperkt aantal verzekeraars is, ontstaat er een heterogeen oligopolie. Verzekeraars maken dan winst. De premie is hoger dan het risico plus de overige kosten. Als er sprake is van vrije toetreding trekt deze winst nieuwe verzekeraars aan. De concurrentie neemt toe en de premie daalt. Toetreding vindt plaats totdat alle winsten zijn weggeconcurreerd. Er ontstaat dan een situatie van monopolistische concurrentie. Geen enkele verzekeraar maakt nog winst. De premie is precies voldoende om het risico en de overige kosten te dekken. in context Verzekering tegen fietsendiefstal op school Het risico op fietsendiefstal was 30 (bron 3). Als alle leerlingen die met de fiets naar school komen een verzekering afsluiten, moet de verzekeraar naar verwachting 20 30 = 600 aan schade vergoeden. De verzekeraar heeft ook vaste kosten van 100. Zijn TK komen zodoende uit op 700. Die zijn gelijk aan zijn totale opbrengsten als hij een premie van 35 vraagt voor zijn verzekeringspolis. De verzekeraar is de enige in de omgeving van de school die een fietsverzekering aanbiedt. Zodoende kan hij een nog hogere premie vragen. Hij besluit de fietsverzekering voor 40 per polis in de markt te zetten. Als iedere leerling in de klas die met de fiets naar school komt de verzekering afsluit, is het marktevenwicht {aantal verzekeringen, polis} = {20, 40}. In bron 10 zijn de kosten en opbrengsten voor de verzekeraar bij dit marktevenwicht samengevat. Bron 10 Kosten en opbrengsten van een verzekeraar. Aantal verzekeringsnemers Premie TO Uitbetaling bij diefstal Kans op diefstal Vaste kosten TK Verwachte uitbetaling per verzekeringsnemer Verwachte winst 20 40 800 600 0,05 30 100 700 100 Markeerpunt Verzekeren Mensen kunnen zich verzekeren tegen risico s. Daarbij wordt door een groep gezamenlijk premie betaald waarbij de premieopbrengst minimaal zo groot is als het totale risico van de groep plus de overige kosten. Als een verzekerde dan schade lijdt, wordt die betaald uit de eerder opgehaalde premies. Een risicoavers persoon zal zich altijd verzekeren. Afhankelijk van het type verzekering is de markt van verzekeringen een heterogeen oligopolie of er is sprake van monopolistische concurrentie. Om geen verlies te maken moet een verzekeraar een premie vragen die ten minste groter is dan het risico van de verzekerden. 32 Hoofdstuk 2 Verzekeren

Opdrachten 4 Maak de juiste combinaties. 1 de consument die een verzekering koopt A verzekering 2 de prijs van een verzekering B polis 3 aangeboden dienst van een verzekeraar C risico 4 kans op schade verwachte schade D premie 5 de producent van een verzekeringsdienst E verzekeraar 6 bewijs van een verzekering op papier F verzekeringsnemer 5 Voor de gemiddelde Nederlander is het op lange termijn financieel voordeliger om risico s die hij zelf kan dragen niet te verzekeren. Leg dit uit. 6 In de leertekst staat dat een verzekeraar een premie moet vragen die minstens gelijk is aan de verwachte uitbetaling per verzekeringsnemer plus overige kosten per verzekeringsnemer. Waaraan is de verwachte uitbetaling per verzekeringsnemer gelijk? A de kans op schade B de mogelijke schade C het risico van de verzekeringsnemer 7 Gebruik bron 11. a Welke premie moet de verzekeraar minstens vragen om de verwachte uitbetaling per verzekeringsnemer te dekken? b Bereken de TO en TK als de verwachte uitbetaling per verzekeringsnemer precies gedekt wordt met de premie. Bron 11 TO en TK van een verzekeraar per jaar. Aantal verzekeringsnemers Premie TO Uitbetaling bij schade Kans op schade Verwachte uitbetaling per verzekeringsnemer 2.000 500 1 / 20 TK 8 Bekijk bron 12. De totale opbrengsten uit premies zijn hoger dan de totale kosten als gevolg van uitbetalingen door schade ( 200.000 opbrengst, 150.000 aan uitbetalingen). a Hoe had je ook zonder de gegeven TO en TK uit bron 12 kunnen afleiden dat deze verzekeraar meer premie ontvangt dan hij aan schade uitkeert? b Waarom moet iedere verzekeraar meer premie ontvangen dan aan schade uitkeren om te kunnen blijven bestaan? Bron 12 TO en TK van een verzekeraar per jaar. Aantal verzekeringsnemers Premie TO Uitbetaling bij schade Kans op schade Verwachte uitbetaling per verzekeringsnemer 5.000 40 200.000 900 1 / 30 30 150.000 TK 9 Gegeven voor een bepaald jaar: Aantal verzekeringsnemers: 3.000 Uitbetaling bij schade: 1.500 Overige kosten: 30.000 Kans op schade: 1 / 50 a Bereken de totale uitbetaling als gevolg van schade. b Bereken de minimaal benodigde premie per verzekeringsnemer om geen verlies te lijden. Hoofdstuk 2 Verzekeren 33

2.3 Averechtse selectie en moral hazard 2.3 Averechtse selectie en moral hazard Verzekeringen zijn geen gewone producten zoals een scooter of een paar schoenen. Een verzekering betaalt een schade uit wanneer een schade zich voordoet. Of die schade zich zal voordoen, is niet zeker. Alleen de kans op schade is bekend. Hierin verschilt een verzekering van andere producten. Als je een scooter koopt, weet je zeker dat je erop gaat rijden. En een paar schoenen schaf je aan om te dragen. Maar of je een beroep moet doen op je verzekering blijft onzeker. Schadekans Een verzekeraar kent de gemiddelde kans op een schade. Deze gemiddelde kans is gebaseerd op het gedrag van heel veel consumenten. Hoe groot de kans is dat een fiets op school wordt gestolen, is een ervaringsgegeven. Een verzekeraar die een fietsendiefstalverzekering aanbiedt, zal op heel veel scholen nagaan hoeveel fietsen er in een jaar gestolen worden. Met die gegevens kan hij de gemiddelde kans van fietsendiefstal berekenen. Bron 13 De kans dat een fiets gestolen wordt verschilt per leerling. Maar de gemiddelde kans zegt niet zoveel over een individuele leerling. De ene leerling zet zijn fiets netjes op slot en stalt zijn fiets bij voorkeur in een bewaakte fietsenstalling. De kans dat zijn fiets gestolen wordt, is relatief klein. De andere leerling zet zijn fiets nooit op slot en zal zijn fiets niet stallen in een bewaakte fietsenstalling. De kans dat zijn fiets gestolen wordt, is relatief groot. 34 Hoofdstuk 2 Verzekeren

Informatieachterstand Een verzekeraar heeft een informatieachterstand. Hij kent alleen de gemiddelde kans op schade. Daarom kent een verzekeraar alleen het gemiddelde risico. Hij kent het risico van een individuele verzekeringsnemer niet. Bij het afsluiten van een verzekering is er dus een verschil in de hoeveelheid informatie die de verzekeraar heeft over een verzekeringsnemer en wat de verzekeringsnemer over zichzelf weet. Is een verzekeringsnemer bijvoorbeeld slordig? De verzekeraar weet dat niet, de verzekeringsnemer weet dat wel. Dit verschil noemen we informatieasymmetrie: de verzekeringsnemer heeft meer informatie over het te verzekeren risico dan de verzekeraar. In bron 14 staan voor de leerlingen Tamar en Abel de kosten en opbrengsten van het afsluiten van een scooterverzekering. Een nieuwe scooter kost 1.500 en de kans dat een scooter wordt gestolen is gemiddeld tien procent per jaar. Het gemiddelde risico van scooterdiefstal is dus 0,1 1.500 = 150. Een verzekeraar biedt een verzekering aan tegen dit risico voor een premie van 200. Tamar is relatief slordig. Haar scooter wordt met een kans van twintig procent gestolen. Voor haar komt het risico op scooterdiefstal uit op 300. Als zij een verzekering afsluit, zal de verzekeraar naar verwachting verlies maken. De premie van 200 is niet genoeg om de verwachte kosten van Tamar te dekken. Dat ligt anders bij Abel. Hij is relatief netjes. De kans dat zijn scooter gestolen wordt is maar vijf procent. Het risico van scooterdiefstal is bij hem maar 75. Als hij een verzekering afsluit, maakt de verzekeraar naar verwachting winst. De premie van 200 is ruim voldoende om de verwachte kosten van Abel te dekken. Bron 14 Verschillende verzekeringsnemers hebben een verschillend risico. Premie Uitbetaling bij diefstal Kans op diefstal Risico (Gemiddeld) verzekerd risico Premie risico Abel 200 1.500 0,05 75 150 125 Tamar 200 1.500 0,2 300 150 100 Risicospreiding Omdat risico s verschillen tussen verzekeringsnemers, zal een verzekeraar winst maken op de ene verzekeringsnemer en verlies op een andere verzekeringsnemer. Dat is het wezen van verzekeren: risicospreiding over een hele groep. Omdat het risico van Tamar en Abel over hen gespreid wordt, maakt de verzekeraar geen verlies. Want voor een verzekeraar is alleen de optelsom van alle verzekerde risico s en premieopbrengsten van belang. De TO in bron 14 is 200 + 200 = 400 en de TK zijn 75 + 300 = 375. Een premie van 200 is dan voldoende om ook de overige kosten van de verzekeraar te dekken: TO TK = 400 375 = 25. Bron 15 Het wezen van verzekeren is het spreiden van individuele risico s. Hoofdstuk 2 Verzekeren 35

2.3 Averechtse selectie en moral hazard Door asymmetrische informatie ontstaan er voor de verzekeraar twee andere problemen: averechtse selectie en moral hazard. Averechtse selectie Waarom zou Abel zich verzekeren tegen scooterdiefstal voor een premie van 200? Hij weet van zichzelf dat hij voorzichtig is. De kans dat zijn scooter gestolen wordt, is zo klein dat hij het risico van 75 voor lief neemt. Hij vindt een premie van 200 te hoog. Tamar daarentegen verzekert zich maar wat graag. Zij weet van zichzelf dat ze slordig is. De kans dat haar scooter gestolen wordt is groot. Dat risico wil ze graag verzekeren voor 200 per jaar. Zo ontstaat er averechtse selectie: alleen mensen die van zichzelf weten dat ze een groot risico lopen sluiten een verzekering af. Bron 16 Door averechtse selectie sluiten vooral mensen met een hoog risico een verzekering af. uit de wetenschap Averechtse selectie bij postzegelveilingen Online postzegelveilingen kampen met een probleem: kopers kennen de kwaliteit van de postzegels niet. In een postzegelwinkel kunnen kopers de zegels in detail bekijken. Via het internet kan dat minder goed. Er zal dus altijd onzekerheid blijven over de kwaliteit van de postzegel. Zo ontstaat er een risico voor de kopers: de kans dat de gekochte postzegel niet van de juiste kwaliteit is maal de bijkomende waardevermindering. Kopers willen voor dit risico gecompenseerd worden en zijn daarom minder bereid om voor de postzegels te betalen. Aanbieders van postzegels van goede kwaliteit weten dit en hebben geen zin om hun goede kwaliteitsproducten tegen een gereduceerde prijs van de hand te doen. Ze kiezen er daarom voor hun postzegels niet via een online veiling aan te bieden. Anders gezegd: de onzekerheid over de kwaliteit van postzegels zorgt voor averechtse selectie. Alleen aanbieders van postzegels van lagere kwaliteit zullen hun producten via een online veiling aanbieden. Twee economen van de Universiteit van Californië en de George Mason Universiteit hebben onderzocht wat de gevolgen zijn van deze averechtse selectie. Daarvoor vergeleken ze de prijzen van twee online postzegelveilingen: ebay en Michael Rogers. De postzegels die via Michael Rogers worden aangeboden worden door de beheerders van de site geïnspecteerd en van een kwaliteitskeurmerk voorzien. De kans dat iemand via Michael Rogers een kat in de zak koopt, is nihil. Het probleem van averechtse selectie speelt er niet. Voor hun onderzoek vergeleken de economen de prijzen op de twee veilingsites voor dezelfde postzegels in de eerste negen maanden van 2000. In totaal hadden ze 1.266 waarnemingen. Uit het onderzoek blijkt dat de prijzen bij ebay gemiddeld tussen de tien en vijftien procent lager liggen. Door averechtse selectie trekt ebay vooral aanbieders aan van postzegels met een lagere kwaliteit en dat zorgt voor lagere prijzen. (Bron: Sanjeev Dewan en Vernon Hsu (2004). Adverse selection in electronic markets: evidence from online stamp auctions. Journal of Industrial Economics 70(4), 497 526.) 36 Hoofdstuk 2 Verzekeren

Moral hazard Mensen die verzekerd zijn hebben de neiging om zich roekelozer te gedragen. Want als ze schade oplopen, hoeven ze die niet te betalen; ze zijn er immers voor verzekerd. Dit meer roekeloze gedrag verhoogt de kans op schade en daarmee het risico. Dat iemand zich roekelozer gedraagt als hij verzekerd is, heeft een speciale naam: moral hazard (moreel wangedrag). In bron 17 staat de situatie van Abel als hij wel en niet verzekerd is. Zonder verzekering is hij voorzichtig. Eerder zagen we dat in dit geval zijn risico op scooterdiefstal 75 is. Als Abel verzekerd is, verandert zijn gedrag. Het zet zijn scooter nu niet altijd op slot. Dat is toch te veel moeite. En een bewaakte stalling hoeft ook niet meer. Hij is immers verzekerd tegen scooterdiefstal. Door dit meer roekeloze gedrag neemt de kans dat zijn scooter gestolen wordt toe tot 25 procent. Hierdoor stijgt zijn risico naar 375. Eerder zagen we dat de verzekeraar uitgaat van een gemiddeld risico van 150. Daar is de premie op afgestemd. Maar door het meer roekeloze gedrag van Abel dekt de premie het risico nu niet meer. De verzekeraar maakt verlies door de gedragsverandering van Abel: 200 375 = 175. Bron 17 Het gevolg van moral hazard. Premie Uitbetaling bij diefstal Kans op diefstal Risico Verzekerd risico (= verwachte uitbetaling) Premie risico Onverzekerd Abel * 0 0,05 75 * * Verzekerd Abel 200 1.500 0,25 375 150 175 Bron 18 Soms lost moral hazard vanzelf op. uit de wetenschap Moral hazard bij verzekeringen tegen ziekteverzuim Werknemers zijn verzekerd tegen ziekte: iemand die tijdelijk ziek wordt, krijgt een deel van zijn loon doorbetaald. Deze ziekteverzekering kan moral hazard uitlokken. Waarom zou ik me deze ochtend niet ziek melden als ik geen zin heb om te werken? Twee Zweedse economen van de Universiteit van Stockholm en de Universiteit van Uppsala hebben de omvang van dit morele wangedrag onderzocht. Voor hun onderzoek maakten ze gebruik van een verandering in de Zweedse ziektewet die op 1 maart 1991 inging. Voor die tijd kregen werknemers gedurende de eerste drie dagen van hun ziekte 90 procent van hun loon doorbetaald. In de nieuwe ziektewet was dat nog maar 65 procent. Voor hun onderzoek gebruikten ze gegevens over het gedrag van zesduizend Zweden in 1990 en 1991. Uit het onderzoek blijkt dat door de wetswijziging mensen minder snel thuis bleven vanwege ziekte. Hoewel ziekte een onvrijwillig risico is, lokt een ziekteverzekering moral hazard uit. Zoals Nobelprijswinnaar Ragnar Frisch in 1962 al op een mededelingenbord op zijn universiteit schreef: Regarding the high absence rate at the department: acquiring minor diseases, such as colds or flu, is an act of choice. (Bron: Per Johansson en Marten Palme (2005). Moral hazard and sickness insurance. Journal of Public Economics 89(9 10), 1879 1890.) Hoofdstuk 2 Verzekeren 37

2.3 Averechtse selectie en moral hazard Premieverhoging Vanwege averechtse selectie sluiten vooral mensen met een hoog risico een verzekering af. Het gemiddelde risico waarmee de verzekeraar rekening hield, is daardoor te laag. En dat geldt dan ook voor de premie. Om het verhoogde risico op te vangen, moet de premie stijgen. Anders gezegd: averechtse selectie werkt premieverhogend. De verzekeraar moet de premie ook verhogen bij moral hazard. Als verzekerden zich roekelozer gaan gedragen, moet een verzekeraar vaker een schade vergoeden. De kans op schade neemt toe. En daardoor stijgt het gemiddelde risico van de mensen die een verzekering hebben afgesloten. Deze risicostijging zorgt ervoor dat de verzekeraar een hogere premie moet vragen. Markeerpunt Averechtse selectie en moral hazard Een verzekeraar heeft een informatieachterstand: verzekerden kennen hun risico beter dan de verzekeraar; hij kent alleen het gemiddelde risico. Hierdoor ontstaan twee problemen: averechtse selectie en moral hazard. Bij averechtse selectie verzekeren zich alleen mensen die van zichzelf weten dat ze een hoger risico lopen. Bij moral hazard gaan verzekerden zich roekelozer gedragen. Zowel averechtse selectie als moral hazard zorgen ervoor dat een verzekeraar zijn premies moet verhogen om geen verlies te lijden. Opdrachten 10 a Met welke problemen heeft een verzekeraar te maken op de verzekeringsmarkt? b Leg uit welke invloed die problemen hebben op de hoogte van de premie. 11 Lees bron 19. a Welk begrip uit dit hoofdstuk past op plaats A? b Leg uit waarom solidariteit waarschijnlijk hoger is binnen homogene groepen dan binnen heterogene groepen. Bron 19 Tast de zzp er het sociale stelsel aan? Stort het sociale stelsel voor werkloosheid en ziekte in als er steeds meer zzp ers komen? Enerzijds: als de sterkste werknemers gaan ondernemen en niet langer bijdragen aan het sociale stelsel, ontstaat het probleem van A. Degenen die in loondienst blijven, zullen niet in staat blijken om die zekerheden van het sociale stelsel overeind te houden en de hele boel zal imploderen. Anderzijds: als juist de zwakkere werknemers uit loondienst gaan en als zzp er worden ingezet voor wegwerparbeid aan de onderkant van de arbeidsmarkt, wordt de groep mensen binnen de muren van het loondienstverband homogener. Aangezien verzorgingsstaatarrangementen sterk leunen op de bereidheid tot solidariteit die hoger is onder homogene groepen kan de verzorgingsstaat juist sterker worden. Althans, voor diegenen die er niet uitstappen om te ondernemen. (Vrij naar z24.nl) 12 Bekijk bron 14. a Leg uit dat het in het belang van de verzekeraar is dat Abel zijn fiets verzekert. b Leg uit dat het in het belang van Tamar is dat Abel zijn fiets verzekert. 13 Lees bron 20. Welk begrip past op plaats A? Verklaar je antwoord. 38 Hoofdstuk 2 Verzekeren