RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten 1
RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten tussen de Staat der Nederlanden en de gemeente...betreffende het verrichten van loketdiensten door de gemeente...in het kader van de Wet basisregistratie personen. Partijen, 1. De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, tevens handelend als bestuursorgaan, hierna genoemd Opdrachtgever ; 2. De gemeenteraad/het college van burgemeester en wethouders van gemeente X, handelend als bestuursorgaan, namens deze. (naam gemandateerde) en de burgemeester van gemeente X, handelend als vertegenwoordiger van gemeente X, namens deze (naam gevolmachtigde), hierna genoemd, Opdrachtnemer ; Overwegende dat: in het kader van de Wet basisregistratie personen, niet-ingezetenen op hun verzoek ingeschreven kunnen worden in de basisregistratie personen; Opdrachtnemer in opdracht van Opdrachtgever een inschrijfvoorziening inricht als bedoeld in hoofdstuk 1, afdeling 2, paragraaf 1 van de Wet basisregistratie personen; Opdrachtgever en Opdrachtnemer afspraken hebben gemaakt inzake de uitvoering van de werkzaamheden door Opdrachtnemer; - Opdrachtnemer overeenkomstig artikel 10:4 Awb door ondertekening van dit convenant instemt met het door Opdrachtgever verlenen van mandaat aan hen die in dienst van Opdrachtnemer de werkzaamheden verrichten; in dit convenant wordt vastgelegd welke rechten en verplichtingen Opdrachtgever en Opdrachtnemer over en weer jegens elkaar hebben; de Belastingdienst en Opdrachtnemer de personele consequenties die voortvloeien uit dit convenant hebben vastgelegd in apart convenant Personeel en dit hebben ondertekend op <datum>; Komen als volgt overeen: Artikel 1 Doel van dit convenant In dit convenant worden afspraken gemaakt tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer over het inschrijven van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen. Artikel 2 Omschrijving van de werkzaamheden 1. Op verzoek van een niet-ingezetene schrijft Opdrachtnemer betrokkene in de RNI 1 in. Een inschrijving behelst: a. het eenduidig identificeren van de niet-ingezetene, b. het vaststellen dat de niet-ingezetene niet elders staat ingeschreven, c. het aanleggen van een persoonslijst, d. het toekennen van een burgerservicenummer (hierna: BSN), en 1 De Registratie van Niet-Ingezetenen (RNI) moet worden gezien als onderdeel van de Basisregistratie personen (Brp). 2
e. het eenmalig kosteloos verstrekken van een afschrift van de geregistreerde gegevens aan de niet-ingezetene. 2. Gedurende de looptijd van dit convenant kunnen partijen in overleg het pakket werkzaamheden wijzigen. 3. Partijen leggen wijzigingen over het pakket werkzaamheden vast in een bijlage bij dit convenant. Artikel 3 Resultaten en kwaliteitsbewaking 1. Opdrachtgever en Opdrachtnemer hebben een verplichting om de kwaliteit van de werkzaamheden tenminste overeen te laten komen met het gestelde in alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving. 2. Opdrachtnemer spant zich in om een niet-ingezetene op diens verzoek zo snel mogelijk in te schrijven en garandeert dat tussen de dag waarop een niet-ingezetene vraagt om een afspraak op zo kort mogelijke termijn en de dag waarop de afspraak plaatsvindt maximaal vijf werkdagen liggen. 3. Opdrachtnemer kan in afwijking van het bovenstaande een jaarlijkse zogenaamde piekperiode aanwijzen. 4. Opdrachtnemer stelt de niet-ingezetene ook buiten reguliere kantooruren in de gelegenheid om zich te laten inschrijven. 5. Opdrachtnemer draagt ervoor zorg dat hij steeds een adequate inschrijvingsvoorziening beschikbaar houdt voor situaties waarin inschrijving van niet-ingezetenen op de locatie van een werkgever of inhoudingsplichtige aangewezen is of waarin inschrijving anderszins niet bij de reguliere loketten kan plaatsvinden. Over de modaliteiten voor een adequate inschrijvingsvoorziening voeren opdrachtgever en opdrachtnemer overleg met het georganiseerde bedrijfsleven, met name werkgeversorganisaties en uitzendbranche. Artikel 4 Proces en systeem 1. Partijen hebben een inspanningsverplichting om elkaar op tijd te voorzien van alle gegevens die nodig zijn voor de uitvoering en monitoring van het convenant. 2. Opdrachtnemer verricht de inschrijvingen met behulp van het centrale systeem dat door Opdrachtgever om niet ter beschikking wordt gesteld. Opdrachtgever garandeert dat het systeem voldoet aan de eisen zoals gespecificeerd in de bijlage. 3. Opdrachtnemer garandeert dat de gemeentelijke infrastructuur de benodigde voorzieningen bevat die nodig zijn om in combinatie met het centrale systeem de inschrijvingen te kunnen verrichten. De eisen aan de gemeentelijke infrastructuur zijn gespecificeerd in de bijlage. 4. De wijze waarop Opdrachtnemer het inschrijvingsproces vormgeeft wordt aan Opdrachtnemer overgelaten, met dien verstande dat Opdrachtnemer daarbij invulling geeft aan de afspraken en randvoorwaarden zoals die in dit convenant beschreven zijn. 5. De Opdrachtnemer zet personeel in dat over voldoende kennis en kunde beschikt om de inschrijvingen uit te voeren. 6. De inschrijving wordt door twee medewerkers uitgevoerd. De eerste medewerker verricht de inschrijving van de niet-ingezetene, maar kent nog geen BSN toe. De tweede medewerker controleert de inschrijving van de niet-ingezetene en kent een BSN toe. 7. Partijen kunnen de bijlage zoals genoemd in dit artikel in onderling overleg wijzigen. Artikel 5 Financiering Registratie niet-ingezetenen 1. Ten behoeve van de voorbereidingen om tot het inschrijven van niet-ingezetenen te kunnen overgaan, zal Opdrachtgever aan Opdrachtnemer een eenmalig bedrag uitkeren ter hoogte van.. 2. Opdrachtgever zal aan Opdrachtnemer ten behoeve van de coördinatiekosten jaarlijks een bedrag uitkeren te hoogte van.. 3. Opdrachtgever zal aan Opdrachtnemer per verrichte inschrijving een bedrag uitkeren van 25,42, uitgaande prijspeil 2010. 3
4. De bedragen zoals genoemd in 5.2 en 5.3 worden jaarlijks aangepast aan de kostenontwikkeling conform de Handleiding overheidstarieven van het ministerie van Financiën. Het bedrag zoals genoemd in artikel 5.2 zal tevens jaarlijks worden aangepast aan het aantal inschrijvingen in de gemeente in relatie tot het totaal aantal RNI inschrijvingen in Nederland. Artikel 6 Overleg en evaluatie 1. Opdrachtgever organiseert een regulier overleg met haar Opdrachtnemers waar alle aspecten van de dienstverlening zoals in dit convenant beschreven aan de orde kunnen worden gesteld. 2. Jaarlijks vindt een evaluatie plaats. De evaluatie in het vierde jaar heeft mede ten doel de besluitvorming over de verlenging van dit convenant voor te bereiden. Artikel 7 Bezwaar- en klachtafhandeling 1. Opdrachtgever handelt bezwaar- en beroepschriften af. Opdrachtnemer verschaft daartoe Opdrachtgever op eerste aanvraag alle benodigde gegevens en documenten. 2. Klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 Awb worden door Opdrachtnemer afgehandeld volgens de voor Opdrachtnemer geldende klachtenregeling. Artikel 8 Onvoorziene Omstandigheden 1. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van dit convenant niet mag worden verwacht. 2. Partijen zullen in goed overleg bezien voor wier rekening de onvoorziene omstandigheden behoren te komen en zullen zo nodig dit convenant daaraan aanpassen. Artikel 9 Beëindigen convenant 1. Opdrachtgever en Opdrachtnemer kunnen beide het convenant opzeggen. Opzegging vindt niet plaats dan nadat daarover overleg tussen partijen heeft plaatsgevonden. 2. De opzegtermijn is 6 maanden. 3. In geval van beëindiging van het convenant door opzegging is geen van de partijen jegens de andere partij schadeplichtig. Artikel 10 Geschillenregeling 1. Op dit convenant is Nederlands recht van toepassing. 2. Partijen verbinden zich om geschillen die voortvloeien uit de inhoud, de strekking dan wel de uitvoering van dit convenant in goed overleg tot een oplossing te brengen. 3. Zij overwegen daarbij uitdrukkelijk de mogelijkheid om het geschil, indien de aard van het geschil daartoe aanleiding geeft, op te lossen met behulp van mediation overeenkomstig het Reglement van de Stichting Nederlands Mediation Instituut te Rotterdam. 4. Indien het onmogelijk is gebleken een geschil, als genoemd in het derde lid, met behulp van mediation op te lossen, wordt het geschil beslecht door de bevoegde rechter in het arrondissement Utrecht. Artikel 11 Looptijd van dit convenant 1. Dit convenant treedt in werking op... en heeft een looptijd van vijf jaar vanaf het moment van inwerkingtreding, mits de Wet basisregistratie personen op dat moment in werking is getreden. Bij uitstel of afstel van de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen vindt overleg tussen partijen plaats. 2. Rechtsgevolgen die voortvloeien uit dit convenant en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na de beëindiging van dit convenant, worden afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in dit convenant. Artikel 12 Slotbepalingen 4
1. Indien bepalingen uit dit convenant afwijken van of strijdig zijn met eerder ten aanzien van tussen Partijen gemaakte afspraken, hoe ook genaamd, gelden de bepalingen uit dit convenant. 2. De bijlage (Eisen aan het centrale systeem van BZK en aan de gemeentelijke infrastructuur) bij dit convenant maakt daarvan integraal onderdeel uit. In geval van strijdigheid tussen het bepaalde in de bijlage en het convenant prevaleert het convenant. 3. Indien een bepaling van dit convenant in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voor zover nodig, uit dit convenant worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige van dit convenant blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd. Artikel 13 Publicatie Binnen 5 dagen na inwerkingtreding van dit convenant wordt de zakelijke inhoud daarvan gepubliceerd in de Staatscourant en in../op de website van de gemeente. Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend, Op [datum], te [plaats] De Minister van Binnenlandse Zaken, mede namens de Staat der Nederlanden, [Gemeente enz.] 5