3 Verkeerstekens. 3.1 Verkeerslichten. 3.1.1 Driekleurige verkeerslichten



Vergelijkbare documenten
VERKEERSBORDEN.

Gevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links

Aangepast op 1 maart Verkeersborden raakt u er wijs uit?

Verkeersborden raakt u er wijs uit?

Code van de wegbeheerder Minder bordengids

Stilstaan- en parkeerborden

Verkeersborden. raakt u er wijs uit?

Verkeersborden. raakt u er wijs uit?

Code van de wegbeheerder Minder bordengids

Code van de wegbeheerder Minder bordengids

STILSTAAN EN PARKEREN

9. Verschillende soorten wegen

12 STILSTAAN EN PARKEREN

a. op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter "P" aangebracht is;

Artikel 4 In voetgangerszones is het parkeren verboden. Deze overtreding van de eerste categorie kan worden bestraft met een administratieve

Politiereglement betreffende stilstaan en parkeren. Gemeente De Panne

Bijzondere bestuurlijke verordening VERKEER

Programma cursussen verkeersreglementering voor het jaar 2019.

5. PLAATS OP DE OPENBARE WEG RIJBEWIJS OP SCHOOL

20 november Hervaststelling van politiereglement betreffende stilstaan en parkeren (GAS 4)

Verkeersborden Nederland voor Onderweg

Maak je kinderen wegwijs in het verkeer

Bijlage 1 Verkeersborden

Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied. Hoofdstuk 2. Definities. Afdeling Territoriaal toepassingsgebied

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied

Opschrift aldus gewijzigd bij K.B. van 4 april 2003, art. 1 (inw. 1 januari 2004) (B.S ) Uittreksels TITEL I. INLEIDENDE BEPALINGEN

Fietsen en reglementering Info avond wegcode fietsersbond PZ HEKLA Dienst verkeer Hoofdinspecteur Steven Van Leeuwe

Algemene regel. Soorten borden

1 JE RIJBEWIJS HALEN...11

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende gemeentewegen (Duinenstraat)

Verkeersborden: Groep A - Snelheid

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Verkeersborden met omschrijving

Aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende gewestwegen (Koninklijke Baan)

5. De plaats van de fietser op de openbare weg 1 M. Is er een fietspad, dan moeten fietsers daar op rijden, tenminste indien het berijdbaar is.

BORCHI DI TRAFIKO NOBO ANEKSO LEI DI TRAFIKO 2000

Einde Autosnelweg. Woonerf

Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende minimumafmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens

De parkeerreglementering. Caelen Erik Adviseur Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk gewest

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis

1.3. Aanvullend reglement m.b.t. gewestweg N403 Potterstraat

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

De verkeersborden voor kinderen

7 Manoeuvres en bewegingen

De verkeersborden voor kinderen

Gemeentebestuur AARTSELAAR

Verkeersborden en tekens

Overzicht Verkeersinbreuken 2016: 1e semester. Arrondissement Brussel-19

college van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen

1. AANVULLEND POLITIEREGLEMENT OP HET VERKEER GEWESTWEGEN PER STRAAT

Wijzigingen verkeersreglement op 31 mei en 1 juli 2019

districtscollege Antwerpen Zitting van 19 juni 2017

college van burgemeester en schepenen

Reglement. Hoofdstuk I. Algemene bepalingen. Artikel 1. Doel

Verkeerswetgeving fietsers

Lokale Politie LAN. Foutparkeren. Je doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor!

HOOFDSTUK 1 Toepassingsgebied

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen. Artikel 1. Doel

Kies het goede verkeersbord

Verklarende nota. Technisch Reglement (KB 15/03/1968)

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45

Verkeersborden overzicht

Verkeersborden. voorbeeld blad 1 tm 8

college van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen

Citeertitel: Regeling verkeersaanwijzingen en -borden. Vindplaats : AB 2000 no. 10 (inwtr. AB 2000 no. 11)

rijbewijs op school leidraad theorie voor de leerling

college van burgemeester en schepenen

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

college van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN DE STAD IEPER. Zitting van 5 februari 2018

college van burgemeester en schepenen

AANVULLEND VERKEERSREGLEMENT met toepassing op de Gewestwegen VAN ZWEVEGEM. N391 (Kanaalweg) en N8 AANPASSING 12/2018

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015.

Onder verkeersborden kunnen onderborden worden geplaatst die kunnen aangeven:

College van Burgemeester en Schepenen

college van burgemeester en schepenen

College van Burgemeester en Schepenen

HOOFDSTUK 1. Toepassingsgebied. Afdeling 1. Territoriaal toepassingsgebied. Art. 1

college van burgemeester en schepenen

7 MEI Ministerieel besluit betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Belgisch Staatsblad 21 mei 1999

college van burgemeester en schepenen

college van burgemeester en schepenen

BIJZONDERE POLITIEVERORDENING

al. voertuigen: fietsen, bromfietsen, GEHANDICAPTENVOERTUIGen, motorvoertuigen, trams en wagens;

Pas op borden. - Driehoekige borden met punt. naar boven met een rode rand. naar boven met een rode rand.

FOUTPARKEREN. U doet er toch niet aan mee? Veiligheid? Samen zorgen we daarvoor! PZ HerKo. Lokale Politie Herent- Kortenberg

college van burgemeester en schepenen

IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

Transcriptie:

3 Verkeerstekens 18 3.1 Verkeerslichten Verkeerslichten regelen het verkeer aan kruispunten, aan oversteekplaatsen voor voet gangers en fietsers; boven de rijstroken van een rijbaan geven aan in welke richting op elke rijstrook mag worden gereden. Driekleurige cirkelvormige lichten staan rechts van de rijbaan. Driekleurige pijlvormige lichten staan rechts of boven de rijbaan. 3.1.1 Driekleurige verkeerslichten Een rood licht betekent dat het verboden is de stopstreep, als er geen stopstreep is, het verkeerslicht zelf, voorbij te rijden. Een vast oranjegeel licht betekent dat het verboden is de stopstreep, als er geen stopstreep is, het verkeerslicht zelf, voorbij te rijden, tenzij de bestuurder bij het aangaan van het licht zo dicht is genaderd, dat hij niet meer op voldoende veilige wijze kan stoppen. Als dit licht bij een kruispunt staat, mag de bestuurder die de stopstreep of het licht in die omstandigheden is voorbij gereden, het kruispunt slechts oversteken, op voorwaarde dat hij de andere weggebruikers niet in gevaar brengt. Een groen verkeerslicht mag worden voorbijgereden.

Rode, oranjegele of groene pijlen hebben dezelfde betekenis als de ronde lichten, maar het verbod of de toelating geldt voor de richtingen die door de pijlen worden aangegeven. 19 Als de lichten het silhouet van een fiets voorstellen, dan gelden ze alleen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen. Rood of vast oranjegeel licht met één of meer groene pijlen: alleen in de door de groene pijlen aangegeven richtingen mag worden voortgereden, op voorwaarde dat voorrang wordt verleend aan de bestuurders die op regelmatige wijze uit andere richtingen komen en aan voetgangers. 3.1.2 Ontruimingspijl op een kruispunt Deze ontruimingspijl is een naar links gerichte groene pijl, afzonderlijk geplaatst bij het verlaten van een kruispunt. De pijl geeft aan dat het tegemoetkomende verkeer wordt tegengehouden door een rood licht, om het ontruimen van het kruispunt te vergemakkelijken. 3.1.3 Tweekleurige verkeerslichten voor voetgangers Een rood licht betekent dat voetgangers zich niet op de rijbaan mogen begeven.

Bij groen licht mogen voetgangers zich wel op de rijbaan begeven. Het einde van deze toelating kan door knipperen van het groene licht aangekondigd worden. 20 3.1.4 Tweekleurige verkeerslichten aan een overweg Een maanwit knipperlicht aan een overweg betekent dat het signaal mag worden voorbijgereden of -gegaan. Twee beurtelings knipperende rode lichten aan een overweg betekenen dat geen enkele weggebruiker de stopstreep of, als er geen stopstreep is, het verkeerslicht zelf mag voorbijrijden of -gaan. 3.1.5 Verkeerslichten boven de rijstroken Een naar beneden gerichte groene pijl boven een rijstrook betekent dat je op deze rijstrook mag rijden. Een rood kruis boven een rijstrook betekent dat je niet op deze rijstrook mag rijden.

Een oranjegele, 45 schuin naar beneden gericht pijl, al dan niet knipperend, boven een rijstrook betekent dat je deze rijstrook zo snel mogelijk moet verlaten in de richting van de pijl. 21 3.1.6 Oranjegele knipperlichten Oranjegele knipperlichten moet je uiterst voorzichtig voorbijrijden. Ze veranderen niets aan de voorrangsregels, de borden betreffende de voorrang blijven gelden. 3.1.7 Bijzondere verkeerslichten De verkeerslichten in de vorm van balken, cirkels en driehoeken regelen het verkeer van trams, trolley- en autobussen, meestal op een overrijdbare bedding. Je moet de betekenis van deze lichten kennen, want als je de bedding mag of moet gebruiken, moet je ook de aanwijzingen van deze lichten opvolgen. Een horizontale balk heeft dezelfde betekenis als een rood licht. Een cirkel heeft dezelfde betekenis als een vast oranjegeel licht.

Een driehoek heeft dezelfde betekenis als een groen licht. 22 Bij een verticale balk mag je enkel rechtdoor rijden. Bij een 45 schuin naar rechts gerichte balk mag je enkel naar rechts doorrijden, bij een schuin naar links gerichte alleen naar links.

3.2 Verkeersborden De verkeersborden zijn onderverdeeld in zes categorieën: A gevaarsborden B borden betreffende de voorrang C verbodsborden D gebodsborden E borden betreffende het stilstaan en parkeren F aanwijzingsborden 23 Onderborden kunnen de betekenis beperken of aanvullen. 3.2.1 Categorie A: gevaarsborden De gevaarsborden staan rechts of hangen boven de rijbaan, op ongeveer 150 m vóór de gevaarlijke plaats. Soms staan ze op een andere afstand, die dan met een onderbord aangeduid wordt. De lengte van een gevaarlijk gedeelte van de openbare weg kan ook met een onderbord aangeduid worden. A1a Gevaarlijke bocht naar links A1b Gevaarlijke bocht naar rechts Meerdere bochten, de eerste naar links Meerdere bochten, de eerste naar rechts A1c A1d Gevaarlijke daling Steile helling A3 A5 A7a Rijbaanversmalling A7b Rijbaanversmalling langs links Rijbaanversmalling langs rechts A7c

Beweegbare brug Uitweg op kaai of een oever A9 A11 24 A13 Overdwarse uitholling of ezelsrug A14 Verhoogde inrichting(en) Glibberige rijbaan (slipgevaar) Kiezelprojectie A15 A17 Vallende stenen A19 Oversteekplaats voor voetgangers Plaats waar vooral veel kinderen komen A21 A23 A25 Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen of plaats waar de bestuurders van een fietspad op de rijbaan komen Overstekend groot wild Doortocht van vee A27 A29 Werk in uitvoering A31 A33 Verkeerslichten A35 Overvliegen van vliegtuigen op geringe hoogte A37 Zijwind A39 Verkeer toegelaten in beide richtingen na een gedeelte van de rijbaan met eenrichtingsverkeer (tegenliggers)

Overweg met slagbomen Overweg zonder slagbomen A41 A43 25 Overweg met enkel spoor Overweg met twee of meer sporen A45 A47 Kruising van een openbare weg door één of meer in de rijbaan aangelegde sporen A49 A51 Gevaar dat niet door een speciaal symbool wordt bepaald. Een onderbord duidt de aard van het gevaar aan. Gevaar: uitrit fabriek Gevaar: uitrit vrachtauto s Voertuig voor leerlingenvervoer 3.2.2 Categorie B: borden in verband met de voorrang Deze verkeersborden staan rechts. Voorrang verlenen Bord dat verkeersbord B1 aankondigt op de bij benadering aangegeven afstand B1 B3 B5 Stoppen en voorrang verlenen B7 Bord dat verkeersbord B5 aankondigt op de bij benadering aangegeven afstand B9 Voorrangsweg B11 Einde van voorrangsweg Bord dat verkeersbord B11 aankondigt op de benadering aangegeven afstand B13

Voorrangskruispunt met aansluiting links en rechts Voorrangskruispunt met aansluiting links B15a B15b 26 B15c Voorrangskruispunt met aansluiting rechts B15d Voorrangskruispunt met schuine aansluiting rechts Een onderbord van dit model mag de verkeersborden B1, B3, B5, B7, B9 en B15 aanvullen om het tracé van de weg aan te geven waarop bestuurders aan het volgende kruispunt voorrang hebben. Kruispunt waar de regel rechts heeft voorrang geldt B17 Smalle doorgang, gebod voorrang te verlenen ten opzichte van de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen Smalle doorgang, voorrang ten opzichte van de bestuurders die uit de tegenovergestelde richting komen B19 B21 3.2.3 Categorie C: verbodsborden Deze verkeersborden staan rechts, of hangen soms boven de rijbaan. 3 Een verbodsbord mag worden aangekondigd door een gelijkaardig bord, aangevuld met een onderbord dat bij benadering de afstand aangeeft waarop het verbod begint, bv. 300 meter. Verboden richting voor iedere bestuurder Verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder C1 C3 C5 motorvoer tuigen met meer dan twee wielen en van motorfietsen met zijspan C6 motorvoer tuigen met vier wielen, geconstrueerd voor onverhard terrein, met een open carrosserie, een stuur als op een motorfiets en een zadel (quad) motorfietsen (met of zonder zijspan) bromfietsen (twee, drie of vierwielig) C7 C9

Verboden toegang voor fietsers en andere rijwielen gespannen C11 C13 27 Verboden toegang voor ruiters handkarren C15 C17 Verboden toegang voor voetgangers voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa C19 C21 C22 autocars C23 voertuigen, gebruikt voor het vervoer van zaken Een onderbord kan het verbod beperken tot voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa. C24a voertuigen die bepaalde gevaarlijke goederen vervoeren voertuigen die bepaalde gevaarlijke ontvlambare of ontplofbare goederen vervoeren voertuigen die bepaalde gevaarlijke verontreinigende goederen ver voeren C24b C24c C25 voertuigen of slepen waarvan de lengte, lading inbegrepen, groter is dan de aangegeven lengte C27 voertuigen waarvan de breedte, lading inbegrepen, groter is dan de aangegeven breedte voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, groter is dan de aangegeven hoogte C29 Verbod aan het volgende kruispunt naar links af te slaan Verbod aan het volgende kruispunt naar rechts af te slaan C31a C31b Een onderbord kan het verbod beperken tot voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa. C33 Verbod te keren vanaf het bord tot en met het volgende kruispunt

C35 Vanaf het bord tot het volgende kruispunt verboden een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen, links in te halen C37 Einde van het verbod opgelegd door bord C35 28 C39 Vanaf het bord tot het volgende kruispunt verboden voor bestuurders van voertuigen of slepen, gebruikt voor het vervoer van zaken waarvan de MTM meer dan 3 500 kg bedraagt, een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen C41 Einde van het verbod opgelegd door bord C39 Vanaf het bord tot het volgende kruispunt verboden te rijden met een hogere snelheid dan de aangegeven snelheid Einde van de snelheidsbeperking opgelegd door bord C43 C43 C45 Einde van elk plaatselijk verbod opgelegd aan voertui gen in beweging C46 C47 Tolpost. Verboden voorbij te rijden zonder te stoppen. C48 Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod de cruise control of kruissnelheidsregelaar te gebruiken 2 Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurders van voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide massa. C49 Einde van het verbod opgelegd door verkeersbord C48 Begin en einde van een zone waar het verboden is een gespan of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen Begin en einde van een zone waar een snelheidsbeperking geldt

3.2.4 Categorie D: gebodsborden Deze verkeersborden staan waar ze het best zichtbaar zijn. Ze kunnen aangekondigd worden door een gelijkaardig bord, aangevuld met een onderbord dat bij benadering de afstand aangeeft tot het gebod. 29 D1 D1 D1 D1 D1 D1 D1 Verplichting de door de pijl aangegeven richting te volgen Verplichting één van de door de pijlen aangegeven richtingen te volgen Verplichting voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren om de door de pijl aangeduide richting te volgen D3 D4 Verplicht rondgaand verkeer D5 D7 Verplicht fietspad D9 Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en tweewielige bromfietsers klasse A (verplicht fietspad links, voetgangers rechts) Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers Verplichte weg voor voetgangers D10 D11 Verplichte weg voor ruiters D13 3.2.5 Categorie E: borden in verband met stilstaan en parkeren Er zijn vijf soorten: parkeer- en stilstandverbod, beurtelings parkeren, parkeertoelating of -regeling, beurtelings parkeren in heel de bebouwde kom, zonale geldigheid. Borden betreffende parkeer- en stilstandverbod Borden E1 en E3 gelden op de rijbaan en op de berm aan de kant van de openbare weg waar zij staan, vanaf het bord tot het volgende kruispunt of tot waar een andere parkeerreglementering begint.

Parkeerverbod Stilstaan en parkeren verboden E1 E3 30 Een opschrift mag een periode aangeven. Het verbod geldt van 7 tot 19 uur. van maandag tot vrijdag du lundi au vendredi von Montag bis Freitag Het verbod geldt van maandag tot vrijdag. Borden betreffende beurtelings parkeren Borden E5 en E7 gelden op de rijbaan aan de kant van de openbare weg waar zij staan, vanaf het bord tot het volgende kruispunt. Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19.30 uur en 20 uur. E5 Parkeerverbod vanaf de 1ste tot de 15de van de maand E7 Parkeerverbod vanaf de 16de tot het einde van de maand Een onderbord waarbij de parkeerschijf is afgebeeld, geeft aan dat de parkeertijd is beperkt aan de kant waar parkeren toegelaten is en dat de schijf moet worden gebruikt. Borden die parkeren toelaten of regelen Borden E9a tot E9i gelden aan de zijde van de openbare weg waar zij staan, vanaf het bord tot het volgende kruispunt of tot waar een andere parkeerreglementering begint. E9a Parkeren toegelaten E9b Parkeren uitsluitend voor motorfietsen, personenauto s, auto s voor dubbel gebruik en minibussen Parkeren uitsluitend voor vrachtauto s en lichte vrachtauto s Parkeren uitsluitend voor autocars E9c E9d Verplicht parkeren op de berm of op het trottoir Verplicht parkeren, gedeeltelijk op de berm of gedeeltelijk op het trottoir E9e E9f Verplicht parkeren op de rijbaan E9h Parkeren uitsluitend voor kampeerauto s E9i Parkeren uitsluitend voor motorfietsen E9g E9h E9i

Opschriften en symbolen 30 min maximum Een opschrift of onderbord kan het volgende vermelden: de maximumduur, bv. 30 minuten of van 9 tot 12 uur; een parkeerbeperking, bv. uitgezonderd maandag van 7 tot 19 uur; de categorie van voertuigen waarvoor het parkeren voorbehouden is, bv. taxi s of 5T max. BETALEND PAYANT ZAHLBAR De vermelding ticket of betalend duidt een geheel van parkeerplaatsen aan waarop parkeren slechts is toegelaten volgens de voorwaarden ter plaatse (gebruik van een ticket of een betaalparkeerkaart). 31 Een rolstoel geeft aan dat parkeren is voorbehouden voor voertuigen die door personen met een handicap worden gebruikt, als de speciale kaart is aangebracht tegen de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. Een parkeerschijf geeft aan dat de parkeertijd is beperkt en dat de schijf moet worden gebruikt. Bij de vermelding uitgezonderd bewoners mag de bewonerskaart in plaats van de parkeerschijf worden gebruikt. Parkeerplaatsen voor fietsen en bromfietsen Een onderbord met een fiets duidt de plaatsen aan waar fietsen mogen worden geplaatst. Een onderbord met een fiets en bromfiets duidt de plaatsen aan waar fietsen en tweewielige bromfietsen mogen worden geplaatst. Een onderbord met autodelen, bewoners of parkeerkaart duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor voertuigen waarin respectievelijk de parkeerkaart voor autodelen, de bewonerskaart of de gemeentelijke parkeerkaart is aangebracht. Voorgaande borden in verband met stilstaan en parkeren kunnen worden aangevuld met de volgende pijlen: begin van de reglementering einde van de reglementering reglementering over een lange afstand (verlenging tussen begin en einde reglementering) reglementering over een korte afstand

Beurtelings parkeren in heel de bebouwde kom 32 E11 Halfmaandelijks parkeren in heel de bebouwde kom. Het parkeren op de rijbaan is van de 1ste tot de 15de van de maand enkel toegelaten langs de kant van de gebouwen met oneven nummers en van de 16de tot het einde van de maand, langs de kant van de gebouwen met even nummers. Dit bord staat boven borden F1, F1a en F1b. Het veranderen van kant moet gebeuren op de laatste dag van elke periode tussen 19.30 uur en 20 uur. Borden betreffende parkeren met een zonale geldigheid van 9 tot 12 u Begin van een zone waar parkeren verboden is van 9 tot 12 uur van 9 tot 12 u Einde van een zone waar parkeren verboden is van 9 tot 12 uur Begin van een zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone) Het gebruik van de parkeerschijf is verplicht. Einde van een zone met beperkte parkeertijd (blauwe zone) Begin van een zone waar parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een MTM van hoogstens 3,5 ton Einde van een zone waar parkeren voorbehouden is voor voertuigen met een MTM van hoogstens 3,5 ton BETALEND Begin van een zone waar parkeren toegelaten BETALEND is op voorwaarde dat er wordt betaald BETALEND BETALEND Einde van een zone waar parkeren toegelaten is op voorwaarde dat er wordt betaald De zonale reglementering geldt in heel de afgebakende zone, behalve op plaatsen waar door verkeerstekens een andere parkeerregeling is voorzien.

3.2.6 Categorie F: aanwijzingsborden Deze borden staan op de plaatsen die het meest geschikt zijn. F1 Begin van een bebouwde kom F1a F1b Begin van bebouwde kom. Deze verkeersborden kunnen met of zonder plaatsnaam voorkomen. 33 F3 Einde van een bebouwde kom F3a F3b Einde van bebouwde kom. Deze verkeersborden kunnen met of zonder plaatsnaam voorkomen. 30 Begin van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km/u 30 Einde van een zone met een snelheidsbeperking van 30 km/u F4a F4b Begin of oprit van een autosnelweg Einde van een autosnelweg F5 F7 Tunnel met een lengte van meer dan 500 meter F8 Begin van een autoweg Einde van een autoweg F9 F11 Begin van een woonerf Einde van een woonerf F12a F12b F13 Bord dat pijlen op de rijbaan aankondigt en de keuze van een rijstrook voorschrijft (voorsorteren) F13b Bord dat bij het naderen van een kruispunt voor sorteringsstroken voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen aankondigt Opstelvak voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen F14

34 F15 Bord dat de keuze van een richting aangeeft. Neerwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op doorgaande richtingen. Het aantal pijlen bepaalt het aantal rijstroken. Schuin opwaarts gerichte pijlen hebben betrekking op afslaande richtingen. F17 Aanduiding van rijstroken van een rijbaan met een rijstrook voorbehouden voor autobussen F18 Aanduiding van een bijzondere overrijdbare bedding, voorbehouden voor het verkeer van voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer F19 Openbare weg met eenrichtingsverkeer F21 Rechts of links voorbijrijden toegelaten Nummer van een gewone weg Nummer van een autosnelweg F23a F23b Nummer van een internationale weg Nummer van een ring F23c F23d Voorwegwijzer Voorwegwijzer F25 F27 Wegwijzer De reisweg gaat over een autosnelweg F29 F31 F33a Bewegwijzeringsbord op afstand: luchthaven, univer sitair centrum, kliniek en ziekenhuis, beurs- of tentoonstellingshal, haven, wijk, ring, bedrijf, industriepark en commercieel centrum De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid worden. F34a Politie/Police F34a Bewegwijzeringsbord in de nabijheid van inrichtingen die openbaar zijn of van algemeen belang bv. luchthaven, bibliotheek, post- en telefoonkantoor, treinstation, brandweer, museum, politiediensten, begraafplaats, televisieomroep... De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid worden.

Tervuren F34b1 F34b2 Wegwijzer met de aanbevolen reisweg voor bepaalde categorieën van weggebruikers 35 F34c1 F34c2 Wegwijzer met de aanbevolen reisweg naar een toeristische bestemming voor bepaalde categorieën van weggebruikers De afstand in km kan op de wegwijzer aangeduid worden. F35 F37 Wegwijzer naar sportcentrum, plaats met een toeristisch of ontspannend karakter, recreatie- of pretpark, cultureel park, monument, merkwaardig landschap of VVV Wegwijzer naar jeugdherberg, restaurant en vakantiedorp, overnachtingsgelegenheden, kampeer- of caravanterrein F57 Waterloop F39 Voorwegwijzer die een wegomlegging aankondigt F41 Wegwijzer via een omleggingsweg Wegwijzer naar een alternatieve route die voertuigen met bepaalde gevaarlijke goederen best volgen Plaatsnaambord (verschilt van F1) F43 F45 Doodlopende weg F47 Einde van de werken Oversteekplaats voor voetgangers Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen F49 F50 F50 bis Bord dat de bestuurders die van richting veranderen wijst op fietsers en bestuurders van tweewielige brom fietsen en/of voetgangers die dezelfde openbare weg volgen

F51 F51 Ondergrondse of bovengrondse oversteekplaats voor voetgangers F52 Aankondiging van een nooduitgang in tunnels 36 F52 bis Vluchtroute: aankondiging van de dichtstbijzijnde nooduitgang, in de aangeduide richting in tunnels F53 Verplegingsinrichting Hulppost Brandblusapparaat F55 F56 Aankondiging van een parking Aankondiging van een overdekte parking F59 F60 F61 Telefoon F62 Noodtelefoon Tankstation Hotel of motel F63 F65 Restaurant Drankgelegenheid F67 F69 Kampeerterrein Caravanterrein F71 F73 F75 Jeugdherberg F77 Vereniging tot bevordering van het vreemdelingen verkeer (VVV), trefpunt voor toeristische informatie Voorwegwijzer die de vermindering van het aantal rijstroken aankondigt Voorwegwijzer die een uitwijking aankondigt F79 F81

Voorwegwijzer die een doorsteek van de middenberm aankondigt Verkeer toegelaten in beide richtingen op een deel van de rijbaan met eenrichtingsverkeer F83 F85 37 Verhoogde inrichting(en) F87 F89 Voorwegwijzer die een gevaar of een verkeersregel aankondigt die slechts van toepassing is op één of meer rijstroken van een rijbaan met verschillende rijstroken in dezelfde richting F91 Verkeersbord dat een gevaar aangeeft of een verkeersregel voorschrijft die slechts van toepassing is op één of meer rijstroken van een rijbaan met verschillende rijstroken in dezelfde richting Radio-omroep die verkeersinformatie verstrekt Noodstopstrook F93 F95 Verkeersbord dat een versmalling aangeeft die de omvang van een rijstrook heeft Vluchthaven F97 F98 F99a Weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters F99b Weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers (en ruiters) met aanduiding van het deel bestemd voor de soorten weggebruikers Weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters F99a, F99b en F99c mogen aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers die zijn toegelaten. F99c Einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers en ruiters Einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers, fietsers (en ruiters) F101a F101b F101c Einde van de weg voorbehouden voor het verkeer van landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters F101a, F101b en F101c mogen aangepast worden volgens de categorieën van weggebruikers die zijn toegelaten. Begin van een voetgangerszone Uitgezonderd laden en lossen van tot u Einde van een voetgangerszone F103 F105

38 F107 Vanaf dit bord tot aan het bord F 109 is het voor de bestuurders van voertuigen en slepen gebruikt voor het vervoer van zaken met een MTM van meer dan 3,5 ton toegelaten om een gespan, een 2-wielig motorvoertuig of een voertuig met meer dan twee wielen links in te halen. F109 Einde van de toelating om links in te halen 3.2.7 Onderborden voor of in verband met tweewielers E9a + M1 Parkeerplaatsen bedoeld voor fietsen uitgezonderd C1 + M2 Verboden richting voor iedere bestuurder, uitgezonderd voor fietsers uitgezonderd C3 + M3 Verboden toegang in beide richtingen voor iedere bestuurder, uitgezonderd voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A F19 + M4 Eenrichtingsverkeer voor alle bestuurders maar tweerichtingsverkeer voor fietsers F19 + M5 Eenrichtingsverkeer voor alle bestuurders maar tweerichtingsverkeer voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse A verplicht D7 + M6 Fietspad verplicht voor tweewielige bromfietsen klasse B verboden D7 + M7 Fietspad verboden voor tweewielige bromfietsen klasse B E9a + M8 Parkeerplaatsen bedoeld voor fietsen en bromfietsen B17 + M9 Opgelet voor fietsers die in de twee rij richtingen op de dwarslopende weg rijden, waaraan je voorrang aan rechts moet verlenen. B1 + M10 Opgelet voor fietsers en tweewielige bromfietsers die in de twee rijrichtingen op de dwarslopende weg rijden en waaraan je voorrang moet verlenen.

3.2.8 Andere onderborden Het onderbord duidt de afstand aan. Het onderbord duidt de lengte van een gevaarlijk gedeelte van de weg aan. 39 C23 C31 Het onderbord samen met verkeersbord C23 of C31 beperkt het verbod tot voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan de aangeduide massa. 2 C39 C43 C48 E9a Het onderbord samen met verkeersbord C39, C43, C48 of E9a beperkt het verbod tot voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa (MTM) hoger is dan de aangeduide massa. Uitgezonderd plaatselijk verkeer of plaatselijke bediening: duiden op een openbare weg die slechts toegankelijk is voor de voertuigen van de bewoners van die straat en van hun bezoekers, de voer tuigen voor levering inbegrepen; ook voertuigen voor onderhoud en toezicht, de prioritaire voertuigen en fietsers en ruiters, hebben er toegang. Uitgezonderd 3+ (of uitgezonderd 2+): duidt het minimum aantal inzittenden van het voertuig aan. De rijbaan of de rijstrook is slechts toegankelijk voor voertuigen met ten minste 2 of 3 inzittenden, naargelang de vermelding. Het gevaar wordt nader bepaald IJzel of sneeuw Opspattend water, spoorvorming, aquaplaning Uitrit fabriek Uitrit vrachtauto s

40 F17 F18 Wanneer hun symbool op het verkeersbord F17 of F18 of op een onderbord wordt vermeld, mogen fietsers, bromfietsers, motorfietsers en autocars de busstrook of de bijzondere overrijdbare bedding gebruiken. Als een verkeersbord slechts betrekking heeft op een uitrit rechts van de rijbaan die in rijstroken is verdeeld, wordt het met dit onderbord aangevuld. Het onderbord met de letter B, C, D of E samen met verkeersbord C24a of D4 beperkt het verbod of de verplichting tot voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren en waarvoor de toegang tot wegtunnels van respectievelijk categorie B, C, D of E verboden is, zoals voorzien in het ADRreglement. 3.2.9 Veranderlijke signalisatie Verkeersborden kunnen ook op een signalisatiebord weergegeven worden. Donkere en lichte kleuren worden dan vaak omgewisseld, maar rode symbolen en randen blijven onveranderd. De betekenis van de borden verandert natuurlijk niet.

3.3 wegmarkeringen 3.3.1 Witte of oranje strepen die de rijstroken aangeven 41 Doorlopende witte streep op de rijbaan: je mag deze streep niet overschrijden; je mag niet links van deze streep rijden als ze de twee rijrichtingen scheidt. Onderbroken witte streep op de rijbaan: je mag deze streep niet overschrijden, behalve om in te halen, links af te slaan, te keren, van rijstrook te veranderen. Als de strepen van de onderbroken streep korter zijn en dichter bij elkaar getrokken, dan kondigen zij het naderen van een doorlopende streep aan. Als een doorlopende en een onderbroken streep naast elkaar zijn getrokken, dan moet de bestuurder alleen rekening houden met de streep die zich het dichtst aan zijn zijde bevindt. Als bij werken oranje doorlopende of onderbroken strepen worden getrokken, gelden zij in plaats van de witte strepen. Deze voorlopige strepen hebben dezelfde betekenis als de witte strepen. Zij kunnen ook gevormd worden door oranje spijkers. = onderbroken streep = doorlopende streep

3.3.2 Witte of gele strepen op de rand van de rijbaan Een witte doorlopende streep op de werkelijke rand van de rijbaan, op de trottoirband of op de boordsteen van een verhoogde berm verbiedt niets. Ze wordt alleen aangebracht om de rand beter zichtbaar te maken. 42 Een brede witte doorlopende streep op de rijbaan geeft de denkbeeldige rand van die rijbaan aan. Het deel van de openbare weg aan de andere zijde van deze streep is voorbehouden voor stilstaan en parkeren, behalve op autosnelwegen en autowegen. 3.3.3 Dwarse strepen Een stopstreep is een witte doorlopende streep, haaks op de rand van de rijbaan. Ze duidt de plaats aan waar de bestuurders wegens verkeersbord B5 of een verkeerslicht moeten stoppen en voorrang verlenen. Een dwarsstreep gevormd door witte driehoeken, haaks op de rand van de rijbaan, duidt de plaats aan waar bestuur ders indien nodig moeten stoppen om voorrang te verlenen wegens verkeersbord B1. 3.3.4 Fietspad Het deel van de openbare weg dat afgebakend is door twee evenwijdige witte onderbroken strepen en dat niet breed genoeg is voor het autoverkeer, is een fietspad. 3.3.5 Opstelvak voor fietsers en bromfietsers Een opstelvak voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen is de plaats waar zij zich mogen opstellen als het verkeerslicht op rood staat.

3.3.6 Oversteekplaatsen Oversteekplaatsen voor voetgangers worden afgebakend door evenwijdig met de as van de rijbaan getrokken witte banden. 43 De oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen worden afgebakend door twee onderbroken strepen, bestaande uit witte vierkanten of parallellogrammen. Let op het verschil met een doorlopend fietspad, dat uit onderbroken strepen bestaat, en niet uit vierkanten of parallellogrammen. 3.3.7 Busstrook Een brede onderbroken witte streep op de rijbaan met het woord BUS bakent een busstrook af. 3.3.8 Bijzondere overrijdbare bedding Een of meer brede witte strepen bakenen een bijzondere overrijdbare bedding af. Ook dambordmarkeringen duiden de bijzondere overrijdbare bedding aan, meestal op de plaatsen waar ze de rijbaan kruist.

3.3.9 Voorsorteringsstroken Witte voorsorteringspijlen duiden de rijstrook aan die de bestuurders moeten volgen om in de door de pijlen aangegeven richting te rijden. Op het kruispunt moeten bestuurders een van de richtingen volgen die zijn aangegeven op de rijstrook waarop zij zich bevinden. 44 Voorsorteringsstroken voorbehouden voor fietsers en tweewielige bromfietsers worden aangegeven door het symbool van een fiets en pijlen die de te volgen richting aanduiden. 3.3.10 Pijlen De onderbroken streep die het naderen van een doorlopende witte streep aankondigt, mag met witte rijstrookverminderings pijlen worden aangevuld. Deze pijlen kondigen een vermindering van het aantal rijstroken aan die in de gevolgde richting mogen worden gebruikt. 3.3.11 Verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken Verkeersgeleiders, aangeduid door witte evenwijdige schuine strepen, moet je rechts voorbijrijden, tenzij een verkeersbord andere richtingen toelaat of verplicht. Verdrijvingsvlakken worden ook aangeduid door witte evenwijdige schuine strepen. 3.3.12 Halte van openbaar vervoer Aan een halte voor autobus, trolleybus of tram kan de zone waar het parkeren verboden is, aangeduid worden door witte opschriften.

3.3.13 Verhoogde inrichting Korte en lange witte strepen op de hellingen maken een verhoogde inrichting beter zichtbaar. 45 Tips Zorg ervoor dat je de betekenis van de verkeerstekens goed kent. Ze geven je heel wat nuttige informatie, niet alleen voor je veiligheid, maar ook voor je eigen comfort en ten voordele van het milieu. Enkele voorbeelden: Zie je een bord dat een gevaarlijke bocht aankondigt, dan weet je dat je het gaspedaal al kunt lossen en je auto kunt laten vertragen op de motor, in versnelling. Zo spaar je je remmen én bespaar je brandstof. Ook een bord dat een verhoogde inrichting aankondigt, waarschuwt je dat je best vertraagt. Doe dat zoveel mogelijk op voorhand door op de motor te remmen. Een verkeerslicht dat al een tijdje op groen staat, kan elk moment op oranje springen. Anticipeer daar zoveel mogelijk op, opnieuw door indien nodig het gaspedaal los te laten. Een gevaarlijke daling rij je best af in dezelfde versnelling als je de helling omhoog zou rijden, zodat je op de motor remt en er tegelijkertijd voor zorgt dat je remmen niet oververhitten.