BIJLAGE Aanvullende achtergrondinformatie podiumkunsten. 1. Wat zijn podiumkunsten?



Vergelijkbare documenten
Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Kaderstellende notitie podiumkunsten Samenvatting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Cultuurconvenant , Ministerie van OCW landsdeel Zuid

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3

Stadsschouwburg Utrecht

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Er van uitgaande... CULTUURPROFIEL ZUID-NEDERLAND. Deel II Ambities en prioriteiten. Ten behoeve van Cultuurnota

Subsidieregeling infrastructuur professionele kunsten Noord-Brabant

De provincie Limburg, vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur, mevrouw O.M.Th. Wolfs

BRABANTBOD: DE KUNST VAN HET SAMENWERKEN

Beleidskaders regionaal CULTUUR beleid. Beleid, trends en toekomstverwachtingen

Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: minister van OCW,

Sander Bersee Directeur Directie Erfgoed en Kunsten 19 november 2015

Mededeling. De nadere regels 'Projecten Podiumkunst 2018' zijn ter informatie bijgesloten in de bijlage van deze mededeling.

Commissie voor Cultuur en Samenleving

2013 CULTUUR IN CIJFERS

SML Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht

Deelregeling vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+

Aan de leden van Provinciale Staten

Investeren in Ontwikkeling. Het Noorden als laboratorium

Cultuurstelsel

Toelichting. Deelregeling Nederlands Popmuziek Plan van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+

Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof AA Den Haag

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

voorstel aan de raad Nota Subsidievoorstellen Cultuurnota Jongmans, B. (Bas) Kenmerk

OCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M.C. van der Laan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

KUNSTENPLAN REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES

Inleiding. ADVIES C10, oktober Inhoudsopgave

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Kunst in cijfers. Cultuur in cijfers

KUNSTENPLAN CONTOUREN TWEEJARIGE SUBSIDIES EN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

SAMENWERKING CULTUUR OOST-NEDERLAND

A: Beleidsdeel. Wat willen we bereiken en wat gaan we doen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota provincie Drenthe

Contouren meerjarige regelingen Dennis Stam, adjunct-directeur Fonds Podiumkunsten

STICHTING DE LICHTING MUZIEK THEATER

onderwerp: Advies Stichting Zuidelijke Dansvoorziening, Station Zuid

KUNSTENPLAN TOELICHTING BIJ REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES

Contouren Tweejarige subsidies en Projectsubsidies Innovatie Amsterdams Fonds voor de Kunst, in het kader van het Kunstenplan

Digipanel Theater aan de Parade

Datum 25 mei 2016 Reactie op vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van de popmuziek

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN PROJECTPLAN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Algemene beleidsregels incidentele subsidies kunst en cultuur

BESLUIT INZAKE INVULLING VAN HET VOOR DE MUZIEKSTUDIO IN DCR GERESERVEERDE BUDGET EN SUBSIDIËRING LOOS

UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018

Begroting 2015 Meta-data Monitor streefdoelen cultuur en media

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

Hoofdlijnen Kunstbeleid provincie Flevoland

ECSD/U Lbr. 14/092

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

Regeling Gamefonds. Artikel 1. Definities In deze regeling wordt verstaan onder:

Subsidiehuis Kunst- en Cultuur Nijmegen

BIJLAGE. Knelpunten in de infrastructuur 1. BKV/AV

Subsidiemogelijkheden Kunstendecreet

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 2 november 2015 Agenda nr: Onderwerp: Uitbreiding grot en overkapping podium Openluchttheater. Aan de gemeenteraad,

Voor amateurkunstverenigingen geldt dat de aanvraag geen betrekking mag hebben op de verplichte jaarlijkse voorstelling.

hierna gezamenlijk aan te duiden als partijen of bestuurlijk NOC (bestuurlijk Noordelijk Overleg Cultuur);

Functie profiel. Toneelgroep Oostpool. Zakelijk Directeur DE ORGANISATIE POSITIE KANDIDAAT PROFIEL PROCEDURE

VEELGESTELDE VRAGEN REGELING MEERJARIGE ACTIVITEITENSUBSIDIE

Nr /10 Middelburg, 13 mei Aan de Provinciale Staten van Zeeland,

Commissie voor Cultuur en Samenleving

De vier subsidieregelingen vallen onder de categorie systeemsubsidie.

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota provincie Drenthe

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden.

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

Subsidiekader vergroting verdienvermogen middelgrote ensembles Fonds Podiumkunsten

Kunst & cultuur, het investeren waard? Onderzoek naar economische betekenis

Kunstendecreet. decreet ondersteuning professionele. kunsten Vlaamse Gemeenschap

Meerjarige subsidies bij het AFK Veelgestelde vragen 2 november 2015

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Investeer in cultuur, juist nu!

STATENFRACTIE DRENTHE

Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur

Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Machtiging ondertekening Cultuurconvenant Oost-Nederland

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciaal blad van Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014

Aanvraagformulier Incidentele subsidie cultureel klimaat

6) Cultuur en erfgoed

Algemene beleidsregels eenmalige subsidies kunst en cultuur

Toelichting Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten, onderdeel podia popmuziek

Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn T.a.v. de Adviescommissie Meerjarenbeleid Postbus DP Den Haag

Kader: Cultuur in uitvoering. Concept-uitvoeringsprogramma cultuur Provincie Noord-Brabant

Noordelijk cultuurprogramma We the North

Toelichting Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Regeling TAXvideoclipfonds

Aanvraagformulier Culturele Projecten 2018-I

Toelichting Deelregeling internationaliseringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Transcriptie:

BIJLAGE Aanvullende achtergrondinformatie podiumkunsten 1. Wat zijn podiumkunsten? De kunstdisciplines muziek, theater en dans vormen de podiumkunsten. Het gaat hier om professionele kunsten, wat wil zeggen dat uitvoerenden met hun werkzaamheden salaris verdienen en daartoe een kunstvakopleiding hebben gevolgd. Binnen de verschillende kunstdisciplines bestaat een grote variëteit aan genres. Zo kennen we binnen de muziek bijvoorbeeld klassieke muziek, hedendaagse en geïmproviseerde muziek (zoals jazz), popmuziek, etc. Binnen het theater bestaan verschillende genres zoals het klassieke repertoiretoneel (veelal tekst), mime, muziektheater, etc. De voorstellingen die tegenwoordig worden gemaakt laten zich niet altijd even gemakkelijk indelen in een bepaald genre. In veel voorstellingen wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van verschillende kunstdisciplines, we spreken dan over cross-overs. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er in een dansvoorstelling ook (live) filmbeelden te zien zijn. Daarnaast zijn producties ook niet meer altijd gebaseerd op een bepaald verhaal (literair werk, sprookje) dat verbeeld wordt zoals het geval is bij een klassieke balletvoorstelling als Romeo & Julia. Wanneer een bestaand verhaal wel het uitgangspunt voor de voorstelling is, vertalen makers dit vaak naar de huidige praktijk en geven er een eigen invulling aan, zoals bijvoorbeeld een Romeo & Julia gesitueerd in onze huidige multiculturele maatschappij. Een andere insteek kan zijn wanneer makers zich baseren op ervaringen van mensen, het dagelijks leven, algemene thema s, etc. Ze werken dan vaak op een associatieve manier en komen al werkend tot een zogeheten montage-voorstelling. Voor de toeschouwer betekent het bijwonen van dit soort verschillende voorstellingen vaak een andere ervaring. Bij de ene voorstelling is het verhaal bekend en staat vooral het genieten van het vakmanschap van de podiumkunstenaars, het decor, etc. centraal. Bij de montagevoorstellingen kan de bezoeker veel meer een eigen interpretatie geven aan hetgeen hij aanschouwt en is het vaak de bedoeling van de maker om de toeschouwer aan te zetten tot het nadenken over bepaalde zaken. 2. Terugblik provinciaal podiumkunstbeleid 2005-2008 Ketenbenadering (functies) Een belangrijk uitgangspunt voor het huidige podiumkunstbeleid, is de ketenbenadering. De provincie streeft naar zo compleet mogelijke functieketens binnen de disciplines theater, dans en muziek. Compleetheid van de ketens wordt van belang geacht voor een aaneengesloten culturele loopbaan van Brabantse makers en burgers. De provincie beschouwt de hierna te noemen functies als essentieel voor de opbouw van de keten en hanteert deze als leidraad bij de invulling van het podiumkunstenplan. Niet alle functies vallen onder directe verantwoordelijkheid van de provincie, maar ze zijn van belang voor een complete culturele infrastructuur in Noord-Brabant. Opleiding en deskundigheidsbevordering Deze functie staat voor vakgerichte opleiding en professionalisering en is primair de verantwoordelijkheid van het Rijk. Deze activiteiten zijn in sterke mate bepalend voor de kwaliteit van de beroepsuitoefening in een sector. In Brabant kennen we HBO-kunstvakopleidingen op het terrein van theater, dans en muziek (Fontys Hogescholen in Tilburg). Ontwikkeling en experiment De instellingen die deze functie vervullen (werkplaatsen en productiehuizen) vallen onder gedeelde verantwoordelijkheid van het Rijk en provincie. Instellingen die op dit gebied actief zijn afficheren zich als kweekvijver, werkplaats of laboratorium waar deelnemers onder artistieke begeleiding kunnen 1

exploreren, experimenteren, innoveren en initiëren. In Brabant kennen we een werkplaats annex productiehuis voor theater en dans (Productiehuis Brabant) en voor muziek (Muzieklab Brabant). In Brabant bestaan echter ook festivals die naast het presenteren van voorstellingen, ook jonge makers kansen bieden door een voorstelling te (laten) produceren (Theaterfestival Boulevard, November Music). Productie (voor volwassenen en/of jeugd) Dit betreft een verantwoordelijkheid van alle drie de overheden, waarbij de provincie Noord-Brabant vanuit de eigen rol de verantwoording wil dragen voor het instandhouden en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardig en gespreid podiumkunstenaanbod in de provincie. Deze functie heeft betrekking op de activiteiten die resulteren in een product dat bestemd is voor presentatie aan publiek. In Brabant kennen we veel verschillende instellingen/gezelschappen die produceren. Vanuit het provinciaal podiumkunstenplan worden momenteel diverse gezelschappen op de terreinen muziek, theater en dans ondersteund. Spreiding / presentatie Deze functie behelst activiteiten die de verspreiding en presentatie (uitvoering, vertoning) van kunsten/of cultuurproducten aan publiek betreffen. Hierbij valt te denken aan theaters, schouwburgen, festivals en media. De exploitatie van podia is primair de verantwoordelijkheid van gemeenten. Advies / begeleiding Hieronder vallen de diensten die erop gericht zijn individuen of organisaties te ondersteunen bij het professioneel uitoefenen van hun functie. Te denken valt aan koepelorganisaties en belangenverenigingen, maar ook aan steunfunctie-instellingen zoals Bram (muziek) en de Vereniging van Brabantse Filmtheaters (VBF). Tweede lijns-ondersteuning betreft een verantwoordelijkheid van de provincies. Beleidsregel professionele podiumkunsten en film Op grond van de beleidsregel professionele podiumkunsten en film vindt de uitvoering van het podiumkunstbeleid plaats. Het algemene doel van de beleidsregel is om door middel van ondersteuning bij te dragen aan een kwalitatief sterk en levendig cultureel klimaat, waarbij met name belang wordt gehecht aan ontwikkeling en versterking van het aanbod in de provincie Noord-Brabant. Hiertoe kennen we de volgende subsidieregelingen: Vierjarige subsidies; dit budget wordt besteed aan meerjarige subsidies voor professionele podiumkunstinstellingen. Hierdoor worden Brabantse podiumkunstinstellingen gedurende een periode van vier jaar in de gelegenheid gesteld om het aanbod in Brabant te ontwikkelen en de Brabantse culturele infrastructuur te versterken. De meerjarige subsidies zijn opgenomen in het provinciaal podiumkunstenplan; Incidentele subsidies; dit budget is specifiek bedoeld voor projectsubsidies voor professionele podiumkunsten en film. Hiertoe kunnen instellingen twee maal per jaar een aanvraag indienen. Aanvragen worden voor een artistiek-inhoudelijke beoordeling voorgelegd aan de adviescommissie kunsten; Programmeringsubsidies; dit budget wordt besteed aan het meerjarig subsidiëren van de programmering van het kleinschalige, gesubsidieerde aanbod op het terrein van theater en dans op Brabantse podia. Evaluatie Vierjarige subsidies Vanuit het huidige podiumkunstenplan worden gedurende de periode 2005-2008 zeventien podiumkunstinstellingen gesubsidieerd, wat heeft geleid tot een gevarieerd en gespreid aanbod op het gebied van dans, theater en muziek in en buiten de provincie. In 2005 en 2006 waren deze instellingen gezamenlijk verantwoordelijk voor de presentatie van ruim 2000 voorstellingen en een 2

bereik van 185.000 bezoekers. Uit de monitorgesprekken die de adviescommissie kunsten heeft gevoerd met deze instellingen komen de volgende bevindingen naar voren, die door de provincie zijn meegenomen bij de totstandkoming van de kaderstellende notitie podiumkunsten: financiële positie: een aantal (kleine tot middelgrote) gezelschappen zijn, ondanks de structurele subsidie van de provincie, voor het maken van voorstellingen sterk afhankelijk van incidentele middelen vanuit fondsen, sponsoring, etc. Deze financiële afhankelijkheid blijkt vaak lastig voor de continuïteit van de organisatie en dwingt tot het maken van een keuze tussen het produceren van voorstellingen en het verstevigen van de organisatie; afzet voorstellingen: dit blijkt voor veel gezelschappen een lastige kwestie en heeft onder meer te maken met het niveau van de uitkoopsommen, de publieke belangstelling, de reisverplichting en de werkwijze van theaterprogrammeurs. De gezelschappen hebben te maken met toegenomen concurrentie van commercieel aanbod, vooral bij het wegzetten van voorstellingen op landelijk niveau. Opvallend is dat podia en bemiddelingsinstanties steeds minder bereid zijn tot het nemen van (artistieke) risico s; samenwerkingsverbanden: over het algemeen vindt er regelmatig afstemming en samenwerking (soms meerjarig) plaats tussen instellingen / gezelschappen / festivals uit het kunstenplan onderling en tussen deze en andere organisaties binnen Noord-Brabant. Hierbij kan gedacht worden aan kunstvakopleidingen, theaters, bemiddelingsinstanties, etc. Naast het feit dat alle organisaties een sterk netwerk in de eigen provincie hebben opgebouwd, zijn de meeste organisaties ook in de rest van Nederland en sommigen ook op internationale schaal actief. Incidentele subsidies Gedurende de afgelopen jaren zijn in totaal 349 aanvragen ingediend, waarvan er 152 zijn gehonoreerd. Gemiddeld is hiertoe jaarlijks een investering gepleegd van 367.000,--. Het grootste deel van de aanvragen betreft filmprojecten, gevolgd door aanvragen voor theater, muziek en dans. Vanuit deze subsidieregeling ondersteunt de provincie eenmalige projecten op het terrein van de podiumkunsten en draagt daarmee op flexibele wijze bij aan een levendig podiumkunstklimaat. Programmeringsubsidies Gedurende de periode 2006-2008 ontvangen acht theaters in Brabant programmeringsubsidie van de provincie. Met deze subsidie programmeren zij jaarlijks gemiddeld twintig kleinschalige voorstellingen op het terrein van theater en dans. De meeste theaters hebben een structurele relatie (bijvoorbeeld met betrekking tot premièrevoorstellingen) met Brabantse gezelschappen uit dezelfde stad. Over het algemeen constateren de theaters dat er een stijgende lijn in bezoekersaantallen is waar te nemen. Het grote voordeel van deze subsidieregeling vinden de theaters dat het een meerjarige subsidie betreft, wat hen in staat stelt om langere tijd vooruit te kunnen programmeren. Samengevat trekken wij, op basis van diverse evaluatiegesprekken met de instellingen uit het podiumkunstenplan en de adviescommissie kunsten, ten behoeve van ons beleid 2009-2012 de conclusie dat het huidig beleid op hoofdlijnen gecontinueerd dient te worden, maar dat op een aantal onderdelen accenten gelegd moeten worden. 3. Landelijke ontwikkelingen Oude situatie Sinds het einde van de tachtiger jaren van de vorige eeuw maken het Rijk, provincies en grote steden afspraken over de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de culturele infrastructuur. De afspraken vinden plaats op het niveau van landsdelen. Brabant is onderdeel van landsdeel Zuid. De overige 3

landsdeelpartners zijn de BrabantStad-steden, de provincie Zeeland, de provincie Limburg en de steden Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen. De afspraken worden vastgelegd in een convenant met een looptijd van vier jaar. Aanhangsel bij het convenant is een lijst van instellingen uit het landsdeel die voorkomen in de Rijks-Cultuurnota; het overzicht van instellingen dat meerjarige subsidie van het Rijk ontvangt. Convenant en Cultuurnota hebben dezelfde looptijd. Onder het vorige kabinet zijn plannen ontwikkeld voor aanpassing van de Cultuurnota systematiek. Het aantal instellingen onder ministeriële verantwoordelijkheid was in de loop der tijd explosief gegroeid. Er zaten heel kleine tussen, die steeds alle zelfde processen moesten doorlopen als de grote culturele boegbeelden. De discussie met de tweede kamer ging nauwelijks over cultuurbeleid, maar concentreerde zich op belangenbehartiging voor individuele instellingen die de Cultuurnota niet dreigden te halen. Nieuwe situatie vanaf 2009 Met ingang van de nieuwe cultuurnota periode wordt de ministeriële verantwoordelijkheid beperkt tot die podiumkunstinstellingen, die tezamen de culturele basisinfrastructuur vormen. Dit betreffen instellingen die een specifieke functie in het landelijk bestel vervullen of een kernfunctie innemen in de regionale en stedelijke basisinfrastructuur. De overige instellingen, meestal kleinere productiegezelschappen in de podiumkunsten en festivals, worden verwezen naar het Nederlands Fonds voor podiumkunsten (NFP+). Dit fonds verdeelt Rijksgeld als zelfstandig bestuursorgaan, projectmatig of als bijdrage in de totale activiteiten van een instelling. In deze nieuwe systematiek is de Cultuurnota een document met uitgangspunten voor het te voeren cultuurbeleid. Dit wordt door de Tweede Kamer vastgesteld. Op basis daarvan maakt het ministerie een Subsidieplan, de lijst van onder directe ministeriële verantwoordelijkheid te subsidiëren instellingen. Het Subsidieplan is een uitvoeringskwestie en wordt niet meer met het parlement bediscussieerd. Op dit moment zijn er 15 Brabantse podiumkunstinstellingen opgenomen in het cultuurconvenant. In de basisinfrastructuur is vanaf 2009 naar verwachting ruimte voor 6 Brabantse instellingen; de overige instellingen uit het huidige cultuurconvenant zijn aangewezen op het fonds. Hieronder een overzicht van de instellingen die zijn opgenomen in het huidig cultuurconvenant en de verwachte toekomstige indeling van deze instellingen in het nieuwe subsidiebestel. Instellingen cultuurconvenant 2005-2008 Vanaf 2009 1 Het Brabants Orkest Basisinfrastructuur 2 Het Zuidelijk Toneel Basisinfrastructuur 3 Station Zuid Basisinfrastructuur 4 Productiehuis Brabant Basisinfrastructuur 5 Muzieklab Brabant Basisinfrastructuur 6 Theater Artemis Basisinfrastructuur 7 Theaterfestival Boulevard NFP+ 8 November Music NFP+ 9 IVC NFP+ 10 Muziekcentrum s-hertogenbosch NFP+ 11 De Wetten van Kepler NFP+ 12 Paul van Kemenade Quintet NFP+ 13 Paradox NFP+ 14 Palinckx NFP+ 15 Capella Pratensis NFP+ 4

5