MONTAGEHANDLEIDING PLATDAK SYSTEEM LIGHTBOX TM MONTAGEHANDLEIDING PLATDAK SYSTEEM LIGHTBOX TM



Vergelijkbare documenten
MONTAGEHANDLEIDING VLAKDAK SYSTEEM LIGHTBOX TM

ECO PRO. Montagehandleiding. vlakdak

MONTAGEHANDLEIDING VLAKDAK SYSTEEM Voorjaar 2013 LIGHTBOX TM

MONTAGEHANDLEIDING VLAKDAK SYSTEEM Voorjaar 2013 LIGHTBOX TM

Handleiding Schuin dak

Montagehandleiding platdak systeem

MONTAGEHANDLEIDING PANNENDAK SYSTEEM

MONTAGEHANDLEIDING PANNENDAK SYSTEEM

ECO PRO. Montagehandleiding. pannendak

MONTAGEHANDLEIDING PANNENDAK SYSTEEM

MONTAGEHANDLEIDING GOLFPLATENDAK SYSTEEM

Datasheet ZPD Lightbox

MONTAGEHANDLEIDING GOLFPLATENDAK SYSTEEM

MONTAGEHANDLEIDING GOLFPLATENDAK SYSTEEM

Installatiehandleiding. Pannendak montage SUNKIT ZONNESTROOMSYSTEEM VOOR MONTAGE OP PANNENDAK SUNKIT. Zonnestroomsysteem

Golfplatendak montage

Montagehandleiding golfplatendak systeem

Montagehandleiding pannendak systeem

Montage instructies set van 3 zonnepanelen, 210 Wp Plat dak

Installatiehandleiding Basis & Meterkast tot Omvormer

Montagehandleiding steeldeck systeem

ConSole. Installatiehandleiding TUV

S I M P L Y S O L A R H A N D L E I D I N G [ A C C U S E T E A S Y S O L A R ]

Zonne-energie voor iedereen. Installatiehandleiding. zonnepaneelset camper, boot of caravan

S I M P L Y S O L A R H A N D L E I D I N G [ S E T 4-14 P A N E L E N ]

S I M P L Y S O L A R H A N D L E I D I N G [ A C C U S E T O F F G R I D ]

S I M P L Y S O L A R H A N D L E I D I N G [ S E T 2 P A N E L E N ]

MONTAGE HANDLEIDING ROLLUIK

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

S I M P L Y S O L A R H A N D L E I D I N G [ A C C U S E T E A S Y S O L A R - 8 ]

Montage instructies set van 3 zonnepanelen, 210 Wp Schuin dak

INSTALLATIEHANDLEIDING PROFIELPLATEN DAK

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

S I M P L Y S O L A R H A N D L E I D I N G [ S E T 4-14 P A N E L E N ]

INSTALLATIEHANDLEIDING PLAT DAK

INSTALLATIEHANDLEIDING PLAT DAK LANDSCAPE

S I M P L Y S O L A R H A N D L E I D I N G [ S E T 4-14 P A N E L E N ]

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

Dossiernummer klant: Naam klant: Opmerkingen. Elektrisch schema (eendraadschema) OK NOK NVT NI

Werkomschrijving referentie: ZZ-14000

Oximo WireFree Solar Panel

Wij onderscheiden ons ook in de montage.

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Handleiding voor het ClickFit Montage Systeem voor Schuindak met dakpannen

Werkinstructie monteurs. Communicatie is de sleutel tot success!

INSPECTIERAPPORT PV-systeem

Montage-instructie. Rolpoort. RV55 - RV77 - Vision Door

LET OP MONTAGE VOORSCHRIFT. StarMaster HR. Verpakking is tevens boormal. COLLECTOR met STRALINGSSENSOR AAN DE INSTALLATEUR

Lees voor je begint met de installatie de Algemene installatie voorwaarden (zie pag 11).

Installatiehandleiding. zonnepaneelset camper, boot of caravan

Montage-instructie Rolluik

Montage-instructie. Rolpoort RV55 - RV77

LAADZUIL ELEKTRISCHE. MONTAGE EN GEBRUIK. Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met passysteem LAADPAS LAADPAS

Triple Solar PVT Paneel

Draaibare en kantelbare muurbeugel APM-70 INSTALLATIE HANDLEIDING 35 KG

FlatFix Fusion. Richtlijnen voor Aarding en Potentiaalvereffening

S I M P L Y S O L A R H A N D L E I D I N G [ C A M P E R B O O T S E T ]

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

Montagehandleiding V100 Energy Ball. V100 Energy Ball. Doc: HE NL V Home Energy

Installatiehandleiding Easy Roof Evolution. Formaat L-1 (1676 x 1001 portrait)

Montage-instructie. Ritzscreen V599R V599 XL

Montage-instructie. Ritzscreen V540 V599 V599R V599 L V599 XL

Montage-instructie. Screens. V599R Ritz V599 Ritz XL

Installatie handleiding

Handleiding ombouw. Scheuten Modules Repair-Kit (Solexus Junction-Box) Patent pending, all rights reserved

Harde schijf. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

Sunbeam Nova. Installatiehandleiding HET PROFESSIONELE PV MONTAGESYSTEEM

Montage-instructie. Rolluik. RV40 - RV41 ecoline - RV49 Safe

Montage-instructie Screen

Gebruikershandleiding. Universeel montagesysteem voor platte daken

Technische instructie

Montagehandleiding: Rolluiken

2.Verwijder de verpakking en transport tape van de binnen-unit. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen om taperesten te verwijderen.

MONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton

NL. ClimaRad Sensa V2X Installatiehandleiding

NL. ClimaRad Sensa Horizontaal Installatiehandleiding

Stanza Terrasoverkapping Assemblage- en montagehandleiding

fischer Solar-fix Montagehandleiding voor gebruik op plat dak

Openbaar. 1. DOELSTELLING Kabelschoenen, adereindhulzen en kabelogen monteren op soepele en massieve draad 2.5 mm2 tot en met 10 mm2.

INSTALLATIEHANDLEIDING. zonnepanelen op een schuin pannendak

AQUASNAP Bedieningspaneel

Installatie-handleiding PV-pakketten

INSTALLATIEHANDLEIDING ZONNEPANELEN OP EEN SCHUIN PANNENDAK ALUMINIUM DAKHAAK

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een metselwerk- of betonmuur

Montage-instructie. Terrasoverkapping. V950 Lugano

Installatievoorschriften

DOE-HET-ZELF HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE VAN UW ZONNESYSTEEM PLAT DAK

Doe Het Zelf handleiding zonnepanelen installatie voor schuin dak

DOE-HET-ZELF HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE VAN UW ZONNESYSTEEM PLAT DAK

SolarSpeed. Montage handleiding

Versie 2.0, oktober 2011

Climate Recovery kanaalsysteem Montagehandleiding

Gebruikershandleiding. kolom

Sunbeam Nova. Installatiehandleiding. Universal. Symmetrical HET PROFESSIONELE PV MONTAGESYSTEEM

Montage Ufo-mast en Ufo-antenne

Fence HORIZONTAAL HARDE ONDERGROND HORIZONTAAL ZACHTE ONDERGROND. 2 5,2x12 D2K D2A D2L D2B C12 C16 C12 C16. F... Foam tape. F... Foam tape.

Montage-instructie. Screens V585 V595

1. Verkorte uitleg elektrische aansluitingen op de LX ACDC ( )

Transcriptie:

MONTAGEHANDLEIDING PLATDAK SYSTEEM LIGHTBOX TM

INHOUD 1 ALGEMEEN 2 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 3 INSTALLATIE 3.1 Start installatie 3.2 Ballast in de Lightboxen 3.3 Montage zonnepanelen 3.4 Kabeldoorvoer en DC bekabeling 4 AANSLUITEN E-TECHNIEK 4.1 Elektro werkomschrijving 4.1.1 AC hoofdaansluiting. 4.1.2 Omvormer 4.1.3 Aansluiten AC voeding op de omvormer 4.1.4 Algemeen. 4.1.5 Keuringen 4.2 Omvormer 4.3 In werking stelling 5 MONTAGE MC4 CONNECTOREN 5.1 Benodigd gereedschap: 5.2 Werkwijze 6 MONTAGE Radox CONNECTOREN 6.1 Benodigd gereedschap: 6.2 Werkwijze 7 MONTAGE SUNCLIX CONNECTOREN 7.1 Benodigd gereedschap: 7.2 Werkwijze

Figuurlijst Figuur 1: Bepaling onderlinge afstand in rij Lightboxen.... 2 Figuur 2: Bepaling onderlinge afstand rijen.... 2 Figuur 3: Overzicht van met betontegels verzwaarde Lightboxen.... 2 Figuur 4: Indeling windgebieden in Nederland... 2 Figuur 5: Tabel ballastindicaties Lightbox... 2 Figuur 6: Plaats vooraf M8 bout en moer in de juiste gaten in het frame van het zonnepaneel.... 2 Figuur 7: Prik de bouten in de gaten van de Lightboxen en leg zo het paneel op de onderconstructie.... 2 Figuur 8 Sluit de bekabeling aan op naast gelegen panelen zoals dit in het eendraadschema is opgegeven.... 2 Figuur 9: Voorbeeld van kabeldoorvoer... 2 Figuur 10: Afwerking DC bekabeling op het dak... 2 Figuur 11: Afwerking DC en AC bekabeling in polvaliet buizen in gebouwen... 2 Figuur 12: Voorbeeld van een niet correcte afwerking voor wat betreft de bekabeling. Kabels mogen niet los op het dak liggen.... 2 Figuur 13: Rode DC kabel, links H+S minus stekker en rechts Multi-Contact MC4 plus stekker... 2 Figuur 14: Zwarte DC kabel, links H+S plus stekkeren rechts Multi-Contact MC4 minus stekker... 2 Figuur 15: Niet gewenste situatie DC bekabeling, voorbeeld situatie met 12 PV modulen.... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Figuur 16: Gewenste situatie om inductielus te minimaliseren. De kabels naar de omvormer volgen route via de panelen terug., voorbeeld situatie met 12 PV modulen.. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

1 ALGEMEEN Deze handleiding beschrijft de montage en in werkingstelling van een PV systeem op een platdak. De gehanteerde werkvolgorde betreft allereerst de werkzaamheden op het dak en daarna de DC en AC technische aansluiting van de omvormer. Voor een correcte en efficiënte werkmethode is het van belang om de werkzaamheden nauwkeurig te plannen. Dit betreft zowel de aanwezigheid van materieel en materiaal alsook de positie van de panelen op het dak. In het voortraject is reeds een inschatting gemaakt van de mogelijkheden van het systeem op het dak. Om er zeker van te zijn dat de complete installatie op het dak gemonteerd kan worden dient het dak nauwkeurig ingemeten te worden en de positie van de panelen bepaald te worden. Let erop dat er geen schaduw op de panelen kan vallen als gevolg van dakopbouw, bomen, schoorsteen of nabij gelegen panden. Indien er voor wat voor reden dan ook wel schaduw op de panelen valt dient hier bijzondere aandacht aan geschonken worden. Denk hierbij aan gebruik van meerdere omvormers, omvormers met meerdere MPP trackers of specifieke software in de omvormer die de negatieve invloeden van schaduw binnen het systeem minimaliseren. Plaats de panelen zo goed mogelijk richting het zuiden. Panelen die naar het oosten of westen gericht staan zullen een verminderde opbrengst opleveren. De onderlinge afstand tussen twee achter elkaar geplaatste Lightboxen moet bij een Lightbox onder 25 hart-op-hart 2,1 meter zijn en bij een Lightbox onder 10 1,45 meter. Dit in verband met onderlinge beschaduwing van de rijen zonnepanelen. Houdt tevens rekening met de plaats van de kabeldoorvoer voor de bekabeling en de positie binnenshuis van de omvormer. Probeer deze locatie te kiezen zodat de afstand tussen de panelen en de omvormer niet meer dan 15 meter bedraagt, maar ook dat een AC kabel naar de meterkast correct kan

worden aangebracht. Overleg met de bewoners wat een geschikte locatie kan zijn en maak hierbij duidelijk dat de omvormer geluid kan produceren indien deze in werking is. Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden de bouwkundige staat van het dak. Indien er twijfel bestaat over de bouwkundige staat van het dak dient er nader onderzoek plaats te vinden. Een gespecialiseerd constructeur en dakwerk firma kunnen de staat rapporteren en indien nodig verbeteren. Dit is in het belang van veilig werken alsook voor de veiligheid van anderen. Nu en in de toekomst. De montagewerkzaamheden van PV installaties vinden plaats op het dak. Dit brengt bepaalde risico s met zich mee en veiligheid dient bij de werkzaamheden dan ook altijd voorop staan. Voer de montage niet uit met harde wind en/ of regen en volg te allen tijden de VCA richtlijnen.

2 VEILIGHEIDSMAATREGELEN Het is van groot belang dat alle werkzaamheden op of aan gebouwen op een zorgvuldige en veilige wijze worden uitgevoerd. Hierin zijn de richtlijnen vanuit de VCA-certificering geldend en dienen te allen tijde nageleefd te worden. Daken kunnen enorm verschillen in opbouw, bouwkundige staat en conditie. Het is dan ook van belang dat vooraf de situatie goed bekeken wordt en ga zorgvuldig te werk bij dakbetreding. Ook dient de monteur veilig te werk gaan om letsel te voorkomen, zowel aan zichzelf als ook aan derden. De volgende punten dienen o.a in acht genomen te worden: Zorg voor een ordelijke werkplek en voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen en gebruik materieel dat periodiek wordt gekeurd door een deskundige instantie en van de juiste certificaten zijn voorzien. Gebruik harnasgordels in een goede staat verkeren. Dit geldt ook voor een eventuele lifeline en safelock materialen. Gebruik elektrisch handgereedschap met CE markering. Let op dat alle opschriften duidelijk leesbaar zijn en dat het gereedschap optisch niet beschadigd is. Zorg ervoor dat bij het gebruik van een ladder dat deze geborgd staat. Zorg bij gebruik van een rolsteiger dat deze stabiel opgesteld staat. Leg bodemplaten en voorzie in leuningen op 50 centimeter en op 100 centimeter hoogte, als ook kantplanken. Gebruik indien vereist vangnetten, zowel als PBM als voor bescherming van de directe omgeving. Verder dient in acht genomen te worden dat het veroorzaken van schade aan het dak extra werk en extra kosten met zich mee brengt.

3 INSTALLATIE 3.1 Start installatie Nadat de positie van de panelen is bepaald kan gestart worden met de daadwerkelijke montagewerkzaamheden. Zorg ervoor dat de ondergrond voldoende vlak en schoon is. Grind moet plaatselijk worden weggehaald. Positioneer de eerste Lightbox en plaats vervolgens de overige Lightboxen op een vooraf bepaalde onderlinge afstand in de rijen. Het gebruik van een mal kan de installatie aanzienlijk versnellen. Aan de onderzijde van de Lightboxen zijn rubber granulaat tegeldragers verlijmd. Deze moeten onder de Lightboxen blijven zitten ivm bescherming van de dakbedekking. Per Lightbox zijn er 5 tegeldragers van 100x100x10 mm. Figuur 1: Bepaling onderlinge afstand in rij Lightboxen. Positioneer de Lightboxen, welke een opstelling hebben van 25 graden, achter elkaar volgens onderstaande schets. Hiermee wordt een minimale beschaduwingshoek van 20 graden verwezenlijkt. Door panelen verder uiteen te zetten kan de opbrengst enkele procenten verhoogd worden. Dit doordat de zichthoek van het paneel wordt vergroot. Indien de panelen dichter bij elkaar geplaatst worden heeft dit een negatieve invloed op de opbrengst. Figuur 2: Bepaling onderlinge afstand rijen.

3.2 Ballast in de Lightboxen Voorafgaand aan het plaatsen van de panelen worden de Lightboxen voorzien van ballast. De Lightboxen worden zonder dakpenetratie op het dak geplaatst en ballast is nodig om te zorgen dat de elementen solide op het dak blijven staan. Positioneer de betontegels vlak in de Lightbox en waar mogelijk zo ver mogelijk tegen de hoge kant van de Lightbox. Zo wordt de momentarm van het gewicht ten opzichte van het mogelijke kantelpunt aan de voorzijde van de Lightbox zo groot mogelijk gemaakt. Figuur 3: Overzicht van met betontegels verzwaarde Lightboxen. Plaats het voor de locatie benodigde hoeveelheid gewicht in de Lightboxen. Zie hiervoor onderstaand schema en indeling van windzones in Nederland.

Hoogte Windgebied I Windgebied II Windgebied III [m] Bebouwd Onbebouwd Bebouwd Onbebouwd Bebouwd Onbebouwd 4 69 103 55 82 41 64 6 90 123 71 99 55 77 8 105 139 84 112 65 88 10 117 151 94 122 74 96 12 128 162 103 131 81 103 14 137 171 111 139 87 110 16 145 179 117 145 92 115 18 152 186 123 151 97 120 20 159 193 129 157 102 124 Geadviseerd ballast gewicht in KG bij toepassing SUNTECH STP245S-20/Wd paneel in combinatie met Lightbox 25 graden opstelling in Middenzone dakvlak. Dakindeling en afmetingen middenzone conform NEN6702. De ballast geldt per zonnepaneel in een gekoppelde configuratie van Lightboxen.* Figuur 5: Tabel ballastindicaties Lightbox Figuur 4: Indeling windgebieden in Nederland * Deze ballastcalculatie is een advies voor het gebruik van de Lighbox van Oskomera Solar Power Solutions voor onze klanten. Oskomera kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor letsel en/of schade als gevolg van het in acht nemen van dit advies. April 2012

3.3 Montage zonnepanelen Nadat de Lightboxen met betontegels zijn verzwaard kunnen de panelen worden gemonteerd. Monteer in het frame van het paneel de M8 bouten met moer. Selecteer hiervoor de juiste montagegaten zodat deze overeen komen met de gaten in de geplaatste Lightboxen. Dit is voor de tussenbakken de buitenste montagegaten van de panelen en voor de eindbakken alle vier de montagegaten aan die specifieke zijde van het paneel. Figuur 6: Plaats vooraf M8 bout en moer in de juiste gaten in het frame van het zonnepaneel. Met de voor gemonteerde bouten is het eenvoudig om de panelen in de daarvoor bestemde gaten van de Lightbox te prikken. Het is hierbij belangrijk dat de Lightboxen goed staan gepositioneerd. Met het beton in de elementen zijn deze lastiger te verplaatsen. Het later verplaatsen van de Lightbox inclusief ballast kan de dakbedekking ernstig beschadigen. Lus de panelen nu onderling door volgens het voor het systeem geldende eendraadschema. Zorg dat de junctionboxen van de panelen allemaal dezelfde kant op liggen om zo het doorlussen te vereenvoudigen. Figuur 7: Prik de bouten in de gaten van de Lightboxen en leg zo het paneel op de onderconstructie. Als het paneel is geplaatst monteer de M8 borgmoer op de bout en draai deze aan. Verzorg op het dak de bekabeling op een zorgvuldige wijze. Indien panelen achter elkaar doorgelust moeten worden dient hiervoor een koppelkabel gebruikt te worden. Zorg dat deze goed is gefixeerd op het dak en niet kan verschuiven onder invloed van wind oid. Dit kan middels een kabelgoot of polvaliet buis die eventueel op een betontegel is gefixeerd. Ook afgaande bekabeling naar de omvormers moet met de juiste middelen worden afgewerkt. Figuur 8 Sluit de bekabeling aan op naast gelegen panelen zoals dit in het eendraadschema is opgegeven.

3.4 Kabeldoorvoer en DC bekabeling In de eerste fase van de werkzaamheden is de locatie van de omvormer bepaald. Ook het kabeltracé tussen omvormer en dak is hierin meegenomen. Boor ter plaatse van de geplande dak doorvoer een gat, afhankelijk van het aantal kabels, van binnen naar buiten. Ga hiermee zorgvuldig te werk en ben er zeker van dat er geen onvoorziene beschadigingen optreden. Een geveldoorvoer kan in specifieke gevallen ook toegapast worden. Figuur 9: Voorbeeld van kabeldoorvoer Breng de DC bekabeling aan van de omvormerlocatie, via dak- of geveldoorvoer tot waar de panelen worden gemonteerd. Afhankelijk van de systeemgrootte en de configuratie is er voorzien in bekabeling. Zie hiervoor het desbetreffende eendraadschema. De kabeldoorvoer dient als volgt afgewerkt te worden. - Waterdichtheid door het gebruik van hulpstukken zoals een zwanenhals. Zorg dat deze correct wordt ingeplakt in de dakbedekking. - Aan de binnenzijde dient de kabeldoorvoer correct te worden verzorgd. Water mag niet door de dakdoorvoer lopen en ook dienen er isolerende maatregelen genomen te worden zoals bv PUR. Figuur 10: Afwerking DC bekabeling op het dak De DC bekabeling moet waar mogelijk uit het zicht geplaatst worden, maar dient altijd in polvaliet kabelbuizen of vergelijkbare mantels, Ø19 mm geplaatst te worden. Bij bochten mogen de kabels zonder mantel geplaatst worden. DC bekabeling heeft een minimale buigradius van vijf maal de kabel diameter. Voor de 4mm 2 kabel geeft dit een buigradius van circa 32,5mm, hetgeen gelijk is aan een buigdiameter van 65mm. Op het dak dient de DC bekabeling verzorgd en deugdelijk weggewerkt te worden. Hierbij mag er geen kabel los op het dak liggen en dient de kabel middels tieraps, kabelclips of gelijkwaardig tegen de panelen of aan de draagstructuur vast gezet te Figuur 11: Afwerking DC en AC bekabeling in polvaliet buizen in gebouwen

worden. Dit ondermeer om de kabels te beschermen tegen het schuren langs scherpe randen van o.a. Lightbox en zodat vervuiling zoals bladeren niet achter de kabel kan blijven steken. Bij gebruik van klemmateriaal mag deze niet dermate strak worden aangespannen dat de isolatie van de bekabeling wordt beschadigd. Dit kan lekspanningen veroorzaken. Middels klemmateriaal dient ook voorkomen te worden dat er trekspanningen op de kabels kunnen komen te staan. Indien de bekabeling op welke wijze dan ook is beschadigd dient deze vervangen te worden door een nieuw stuk kabel. De dubbele wand van de kabel bezorgd de kabel zijn isolatiewaarde welke behouden dient te worden. Figuur 12: Voorbeeld van een niet correcte afwerking voor wat betreft de bekabeling. Kabels mogen niet los op het dak liggen. Ten behoeve van de aansluiting van de DC bekabeling op de omvormer wordt er in geval van Mastervolt of Solarmax gebruik gemaakt van MC4 connectoren. In geval van een SMA omvormer wordt gebruik gemaakt van Sunclix. Voor de aansluiting van de plus stekker van het paneel naar de omvormer wordt de rode DC kabel gebruikt. De min stekker van het paneel wordt met de zwarte DC kabel aangesloten. De aansluiting van de panelen gebeurt voornamelijk met MC4 connectoren of compatibel. Controleer vooraf welke connectoren aan de panelen zijn gemonteerd. Gebruik voor het monteren van de connectoren de daarvoor bestemde gereedschappen. In de bijlage is een gedetailleerde werkomschrijving gegeven. Figuur 13: Rode DC kabel, links H+S minus stekker en rechts Multi-Contact MC4 plus stekker Indien gebruik wordt gemaakt van vooraf geassembleerde kabelsets wordt aan 1 zijde van de kabel een MC4 stekker vast gezet en aan de andere zijde alleen de koperen huls aan de kale draad geknepen. Hier dient de kunststof stekker nog op aangebracht worden. Volg hiervoor de instructies. Deze werkwijze wordt gehanteerd om zonder speciale krimptang toch te kunnen werken. Deze kabels kunnen zonder de behuizing door een dunnere dak doorvoer worden geleidt. Figuur 14: Zwarte DC kabel, links H+S plus stekkeren rechts Multi-Contact MC4 minus stekker

4 AANSLUITEN E-TECHNIEK 4.1 Elektro werkomschrijving 4.1.1 AC hoofdaansluiting. De PV installatie wordt in de meterkast op een vrije groep aangesloten conform het document Advies AC-koppeling Particuliere Systemen (AAPS). Deze is bijgevoegd of kan bij uw contactpersoon worden opgevraagd. Hiervoor moet in de meterkast een aftakpunt gemaakt worden die voldoet aan de volgende eisen: Vermogensbeveiliging. Zekering of installatieautomaat (B of C kar.) Maximale stroomsterkte staat vermeld in het AAPS Maximale stroomsterkte overschrijd in geen geval de inpandige hoofd- automaat / zekering; Selectiviteit ten opzichte van inpandige hoofdautomaat / zekering; Minimale kabeldikte conform AAPS; Moet voldoen aan het algemeen reglement voor elektrische installaties NEN1010. 4.1.2 Omvormer Installateur plaatst de omvormer in een geschikte ruimte. Criteria waar en hoe de omvormer geplaatst mag worden staat vermeld in de installatiehandleiding van de omvormer. Deze richtlijnen dienen gevolgd te worden. 4.1.3 Aansluiten AC voeding op de omvormer De installateur levert en installeert de kabel vanaf de meterkast tot aan de omvormer. De doorsnede van de kabel is vermeld in het AAPS en dient minimaal aangehouden te worden. Daarlangs bepaalt installateur type en diameter van de kabel, afhankelijk van o.a. de wijze van aanleg, belasting en alle andere factoren die bepalend zijn voor de berekening van de kabel volgens de geldende lokale richtlijnen. Kabel moet berekend worden met een maximaal spanningsverlies van 1% en een cos phi van 1. Bij de omvormer wordt een werkschakelaar geplaatst (geen WCD en stekker). Kabel tussen werkschakelaar en omvormer moet uitgevoerd worden met soepele kabel. In de

Mastervolt omvormer wordt de kabel aangesloten op de klemmenstrook op de printplaat. Gebruik de bijgeleverde wartels om een goede afdichting te waarborgen. Bij een SMA omvormer wordt de AC kabel aan een bijgeleverde AC stekker verbonden die aan de onderkant in de omvormer wordt gestoken. 4.1.4 Algemeen. Werkzaamheden betreft het hier beschreven proces inclusief het aanleveren van alle hulpmaterialen, kabelkanalen, PVC buizen, muur- en dakdoorvoeringen, waterdicht afwerken, hak en breekwerk en alle grondwerkzaamheden indien noodzakelijk. Installatie moet voldoen aan het algemeen reglement voor elektrische installaties NEN1010 en NEN 3140. Installateur verzorgt berekeningen van alle toegepaste bekabeling en een actueel installatieschema voor de klant. 4.1.5 Keuringen De installateur verzorgt de keuring van de elektrische installatie en levert een volledig keuringsrapport van de gehele installatie aan de klant. 4.2 Omvormer Afhankelijk van de systeem configuratie wordt er voorzien in een bijpassende omvormer of omvormers. Monteer deze bij voorkeur inpandig in een droge, geventileerde ruimte. Zie de IP-waarde van het type omvormer en de bijgeleverde handleiding. Zorg ervoor dat de kabellengtes van en naar de omvormer zo kort mogelijk zijn. Zowel voor opbrengstverliezen alsook ter voorkoming van hoge kosten. Voor de montage wordt verwezen naar de handleiding van de omvormer zelf. Let op bij het aansluiten van de DC bekabeling dat deze onder spanning staat. De string dienen te allen tijden worden doorgemeten vóór men deze aansluit op de omvormer. Hiermee kan worden gecontroleerd of de panelen op de correcte wijze

zijn geschakeld. Houd hierbij het elektrotechnische schema in acht. Ben er zeker van dat de geïntegreerde DC schakelaar van de omvormer uitgeschakeld is [ O ] en de eventueel aanwezige AC werkschakelaar ook uitgeschakeld is. 4.3 In werking stelling Als het systeem geheel correct is aangesloten kan het in werking gesteld worden. Dit gebeurt door eerst de AC zijde in bedrijf te stellen met de werkschakelaar of via de automaat in de meterkast. Daarna de DC werkschakelaar omzetten. Na een korte opstarttijd zal het systeem in werking treden. Na de complete montage en aansluiting van de installatie worden met duidelijke stickers de groepen gemarkeerd waarop de zonne-energie installatie is aangesloten. Hiervoor worden specifieke stickers ter beschikking gesteld

5 MONTAGE MC4 CONNECTOREN LET OP: Bij al onze bekabeling worden de connectoren voor- gemonteerd. 5.1 Benodigd gereedschap: Striptang Knipex 12 12 11(of anderszinds) Krimptang Multi-Contact PV-CZM-326020 (of vergelijkbaar) 5.2 Werkwijze 1. Plaats de kabel in het juiste mes in de bek van de striptang. Op de tang staan de verschillende mesmaten aangegeven. Strip de kabel op de goede lengte (circa 8mm). 2. Plaats de pin in de tang zodat het openstaande deel van de pin in de bek van de tang ligt.. Let op dat het juiste krimpslot gebruikt wordt voor de kerndiameter van de kabel. (4mm 2 ). Controleer dit op de geleverde kabel.

3. Steek de gestripte kabel in het nog openstaande deel. Zorg dat de zichtbare koperen kern minimaal het gehele om te buigen deel bedekt. Knijp de pin aan de gestripte kabel. Hierbij dient voldoende kracht te worden gezet tot dat de tang doordrukt tot in de uiterste stand. De tang schiet dan automatisch weer open. 4. De wartel van de kunststof huls hoeft niet los gehaald te worden. Duw de kabel met de pin aan de achterzijde door de wartel. Zorg dat de juiste combinatie van pin en huls wordt gebruikt. Let op! De plus stekker gaat op de zwarte kabel, de min stekker gaat op de rode kabel. Let op! Er dient duidelijk een klik waargenomen te worden.

5. Draai de wartel met rubber stevig vast op de achterkant de stekker. Gebruik hierbij het kunststof gereedschap dat voorgeschreven wordt door Multi-Contact.

6 MONTAGE Radox CONNECTOREN 6.1 Benodigd gereedschap: Striptang Knipex 12 12 11(of vergelijkbaar) Krimptang Knipex 97 43 200 (of vergelijkbaar) 6.2 Werkwijze 1. Schuif de eindhuls over de kabel. 2. Plaats de kabel in het juiste mes in de bek van de striptang. Op de tang staan de verschillende mesmaten aangegeven. Strip de kabel op de goede lengte (circa 8mm). 3. Klem de stekker in de knijptang. Zet de min stekker op de rode kabel en de plus stekker op de zwarte kabel.

4. Voer de gestripte kabel tot het einde van de stekker in en knijp de tang aan. Pas in de uiterste stand opent de tang zich weer en dan is de connector voldoende geknepen. Controleer of de stekker goed gemonteerd is door de eindhuls stevig tegen de stekker aan te duwen. 5. Knijp middels de speciale Knipex krimptang de stalen ring op de eindhuls vast. Deze montage volgorde geldt voor zowel de plus als de min stekker.

7 MONTAGE SUNCLIX CONNECTOREN 7.1 Benodigd gereedschap: Striptang Knipex 12 12 11 7.2 Werkwijze 1. Plaats de kabel in het juiste mes in de bek van de striptang. Op de tang staan de verschillende mesmaten aangegeven. Strip de kabel op de goede lengte (circa 8mm) 2. Voer de gestripte kabel tot het einde van de stekker in en sluit de metalen springveer zonder gereedschap. 3. Draai de wartel stevig aan voor de correcte installatie. Eventueel verwijderen van de SUNCLIX connector kan met een schroevendraaier gebeuren.