Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per 17-7-2009 Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool



Vergelijkbare documenten
Een beken-landschap in ontwikkeling Laaglandbeken vanuit een ecologen-blik

Bekenwerkgroep Nederland Een groepje vrijwilligers en de wat vergeten echte beekplanten- Zuidlaren 23 februari 2013

Bekenwerkgroep Nederland Een groep vrijwilligers en de wat vergeten beekplanten- Dronten 4 februari 2006

Bronnen aan de basis van een goede natuurkwaliteit Over herstelbeheer in bronsystemen

Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008

Geschiedenis van de Drentsche Aa

Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016

Gebiedsbeschrijving Oude Diep

Leuvenumse beek. Er wordt gebruik gemaakt van de landschapsvormende

Voortgang ontwikkeling Lunterse beek Plan Wittenoord en traject KleinWolfswinkel-Engelaar

lastige exotische invasieve water- en oeverplanten in de kleine stromende wateren

Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse

Het groeiende beek concept

9 Oude Diep. 9.1 Watersysteem

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Regionale Implementatie KRW

Aanleiding. Economische impuls regio Waterberging Natuurontwikkeling Recreatie

Building with Nature: maatregelen In vogelvlucht

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

Koningsdiep Beekdalsysteemherstel uitgangspunten en aanpak

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Integraal beekdalherstel. Herstel diffuse afvoersystemen, gedempte afvoerdynamiek en beekprofielherstel

Nota van zienswijzen Geanonimiseerd. Ontwerp-projectplan Waterwet Beekherstel en EVZ Peelse Loop Benedenloop November Waterschap Aa en Maas

Put van Schoonhoven (Amerongse Bovenpolder)

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Beek moet in bomen hangen

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

TKI Dotter-project. Mapping aquatic vegetation by hyperspectral imaging and translation into hydraulics and ecology

Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt

Het voorkomen van Haarfonteinkruid (Potamogeton trichoides. Cham. ex Schld.) op. het Plistoceen. Inleiding. periode vóór 1950 en zes voor de periode

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas

Kleine Beerze. Bijeenkomst. 13 juli 2017

Workshop KRW Maatlatten

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Glasvezel aanleggen op 30 cm diep

Natte Natuurparel Nemerlaer

Integraal Natuurherstel in Beekdalen

Ecologische monitoring

De rol van de beuk in de bosontwikkeling

De randvoorwaarden voor hydrologie in hoogvenen Jan Streefkerk

Factsheet: NL43_11 Bussloo

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

De waarden a1 tot en met b2 komen voor in de tabellen per natuurdoeltype op de navolgende bladzijden.

Foto: Merkske, Noord-Brabant

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Gemeente Amsterdam T.a.v. H. de Vries Team Leefomgeving, Ruimte & Duurzaamheid. Weesperplein XA Amsterdam

Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken

De vegetatieontwikkeling in de vijvers Zandhorst III, te Heerhugowaard in 2004, 2005 en 2006.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Deel 1: algemene aspecten (door Harry van Buggenum)

score ten opzichte van de referentiewaarde

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

Visie vereniging Markdal duurzaam en Vitaal, werkgroep Water en Natuur.

Bijlage D Beschrijving watertypen Maas

Trends in kritische soorten. Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken

HYPERICUM 2, december 2003

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe

Matig voedselrijk tot voedselrijk Zwak zuur tot neutrale, humeuze grond

Ecologisch herstelplan De Vinkenslag

Ontwerpbesluit Projectplan Leuvenumse Beek

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?

Veenvorming in beekdalen. Veldwerkplaats: Drentse Aa, 15 juni 2009 Willem Molenaar / Camiel Aggenbach

Effecten van droogte op beken

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

- Sint Jansberg: ligt voor het grootste deel buiten het projectgebied en daarnaast is er geen oppervlaktewater aanwezig.

DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Ecologische Karakterisering van Oppervlaktewateren (EKO)

Figuur 2 ontwateringsituatie

Factsheet: NL43_10 Fliert

Het verbeteren van de ecologische toestand van de oppervlaktewaterlichamen op basis van rivierecosysteemontwikkeling en biodiversiteit

Gagel-en wilgenstruwelen

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Het Zuid-Limburgse Heuvelland is een uniek stuk Nederland. Uniek door de hoge geologische ouderdom, het reliëf van plateaus en dalen en een

MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

Waterlobelia in het Heuvelsven Terug van weggeweest. Packet Jo Likona-contactdag, Diepenbeek 18/01/2014

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR

Ecologische tuin campus Wageningen UR. Ontwikkeld door Alterra en Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

Bergvennen & Brecklenkampse Veld

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Resultaten bodemonderzoek. Wederik Heerenveen. Creating with the power of nature. Subtitel. Marloes Luitwieler, Heerenveen, 26 nov.

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Veiligstellen drinkw aterw inning Epe. Vrienden van de Veluwe 12 oktober 2012

Bermenplan Assen. Definitief

Cultuurhistorie in Beekdalen

Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna

Herstel sprengen en Grift in Apeldoorn

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

De Peelvenen. Hoogveenherstel op het randje. Gert-Jan van Duinen en vele anderen

Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Schoonwatervallei Castricum

Herinrichting Boven Slinge. Eerste inzichten na een jaar meten. Inleiding

Veldwerkplaats vochtige bossen

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO

Transcriptie:

Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per 17-7-2009 Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool De Hierdense beek is door de BWN 6 keer bezocht. En wel in 1973, 1987, 1995, 2001, 2005 en 2009. De laatste 3 x zijn steeds dezelfde punten bezocht. Hieronder een beeld van de situatie in 2009. Locatie Leemkuil beek loopt door natte hooilanden en bosjes Uddelermeerweg Staverdense weg bij kasteel Staverden Zwolse brug nagenoeg dichtgegroeid met grote egelskop 1

ligging en situatie Hierdense beek 2

De bovenloop van de beek ligt boven een kleipakket, dat op 8 14m onder maaiveld gelegen is, in het dal tussen twee stuwwalcomplexen: de Veluwestuwwal en stuwwal Garderen-Ermelo (zie fig.2 Higler, 1980). De beek is 21 km. lang met een verhang van 1 op 100. De bodem bestaat uit zand met plaatselijk grint. De natuurlijke meandering van de beek is op veel trajecten verloren gegaan wegens aanpassingen t.b.v. watermolens. Tot het begin van de jaren zestig was de beek over het grootste deel van zijn loop zuur en kalkarm. Voedingsstoffen in de vorm van nitraat en fosfaat ontbraken vrijwel. Alleen het laatste traject was voedselrijker en kalkrijker. Door de komst van de bioindustrie is hierin grote verandering gekomen. De hele beek is anno 1980 neutraal tot zwak basisch, kalkrijk en zeer voedselrijk, om niet te zeggen verontreiningd. Het zuurstofgehalte is over het algemeen redelijk tot goed waardoor het milieu voor veel beekorganismen toch nog leefbaar is. (Higler, 1980) Wat meer benedenstrooms ontvangt de beek meer diep grondwater, de bovenloop wordt gevoed met licht gerijpt grondwater (zie fig. 6, Higler, 1980). De daling van het grondwater (van A naar B) heeft nauwelijks of geen effect op het waterpakket boven de klei. Een eventuele verbinding met het diepere grondwater in het meest bovenstroomse deel zou verantwoordelijk kunnen zijn voor het droogvallen van het eerste beektraject in de tweede helft van de jaren 70. Het wegzijgingsgebied ondervindt wel degelijk invloed van de grondwaterstanddaling. De gevolgen hiervan manifesteren zich het sterkst benedenstrooms, vlak voor de kwelzone. Het laatste traject zal minder kwelwater ontvangen. De som van verminderde aanvoer in de bovenloop, vergrote wegzijging en verminderde kwel in de benedenloop verklaart de aanzienlijke vermindering van de beekafvoer in de 70-er jaren t.o.v. de 60-er jaren. De afvoergegevens vertonen een zeer grillig verloop ten gevolge van de fluctuatie in neerslagoverschotten. Er vindt anno 80-er-jaren een sterke drainage plaats in de bovenloop. Dit is niet altijd zo geweest. Er bevonden zich vroeger veel moerasjes en vochtige beekbegeleidende hooilanden 3

langs de beek waardoor het waterbergend vermogen veel groter was. Als gevolg van de veranderingen in de waterhuishouding fluctueert de stroomsterkte thans meer dan vroeger. veranderingen tussen 1972 en 1995 Na beekherstel, waarbij beektrajecten werden uitgediept, de bodemhoogte werd aangepast en oevers werden afgegraven en een droge meander in het Leuvenumse bos weer aangekoppeld werd, werd in 1995 door Alterra onderzoek gedaan naar de effecten op de macrofauna. De conclusie luidt ongeveer: Ten opzicht van 1972 is de situatie voor macrofauna en vissen in de bovenloop verslechterd, maar in de middenloop verbeterd. De waterplantengegevens van de BWN geven in boven- en middenloop in 1995 ongeveer de top te zien aan karakteristieje beeksoorten. Op diverse punten is de situatie dan gunstiger dan in 1973. veranderingen tussen 1995 en 2005 In 1996-1997 is een omvangrijke beheers- en onderhoudsplan uitgevoerd. Langs de beek zijn retentiebekkens aangelegd. In deze periode treedt herstel op, vooral in de middenloop, mede dankzij een spontane doorbraak tijdens een piekafvoer, en enigszins in de bovenloop. De waterplantengegevens geven geen verbeterde situatie aan. Op enkele punten is het aantal karakteristieke soorten licht afgenomen en op de andere locaties ongeveer ongewijzigd. veranderingen tussen 2005 en 2009 De situatie is voor waterplanten is in 2009 ongeveer gelijk aan die van 2005. 4

Bijlage: Beschrijving van de monitoringspunten 1972 (incid. BWN), 1995 (Alterra en BWN), 2001 (BWN), 2005 (BWN) en 2009 (BWN) (van de 8 monitoringspunten van de BWN en de 7 van ALTERRA zijn 3 die met elkaar overeenkomen) BOVENLOOP Paleisweg 2009071901 05061901 01052601 95092303 karakteristiek: 2009: nagenoeg drooggevallen met enkele kiemplanten op de bodem. 2005: opnamelocatie was net geschoond. Buiten de opname waren C. stagnalis en C. hamulata rijkelijk aanwezig. Toestand lijkt gelijk gebleven. 2001: optimale vegetatie van Callitriche stagnalis en C. hamulata, ongeveer gelijk gebleven. In 1995 en 2001 zijn opmerkelijk veel blauwalgen(?) en draadwieren gevonden waarvan de oorzaak onbekend is. Lokale nutriëntenrijkdom van natuurlijke dan wel antropogene oorsprong? Leemkuil 05061902 01052602 95092304 1995 2001 2005 2009 Berula erecta 2 0 0 5 Callitriche hamulata 2 0 0 3 Callitriche platycarpa 6 1 2 5 Callitriche stagnalis 0 0 3 5 Equisetum fluviatile 0 3 1 7 Myriophyllum alterniflorum 6 1 3 0 Nitella flexilix 1 0 1 1 Potamogeton alpinus 5 0 0 0 Potamogeton natans 3 0 0 0 Ranunculus peltatus 2 0 0 4 Sparganium emersum 2 Aantal karakteristieke beeksoorten 5 1 2 3 karakteristiek: 2009: zowel toename van karakteristieke soorten maar geen Myriophyllum alterniflorum meer. Lastig te duiden voorlopige conclusie: gelijk gebleven 2005: licht herstel van beekkarakteristiek 2001: sterke afname van typische beeksoorten 1995: tamelijk rijk aan karakteristieke beeksoorten Uddelermeerweg I 09071903 05061903 01052603 95092306 1995 2001 2005 2009 Berula erecta 7 5 4 4 Callitriche hamulata 0 1 0 0 Callitriche obtusangula 1 0 2 8 Callitriche platycarpa 0 3 3 0 Callitriche stagnalis 0 0 2 0 Myriophyllum alterniflorum 6 3 2 4 Aantal karakteristieke beeksoorten 1 2 1 1 5

karakteristiek: 2009: typische beekflora is ongeveer gelijk gebleven 2005: typische beekflora is ongeveer gelijk gebleven. Buiten de opname veel Myriop. alt. en Call. Obt. 2001:typische beekflora is licht afgenomen. Uddelermeerweg II 09071904 05061904 01052604 95092305 Alterra: 24361 1995 2001 2005 2009 Berula erecta 3 1 3 3 Callitriche obtusangula 0 1 6 8 Callitriche platycarpa 3 0 1 2 Callitriche stagnalis 0 0 1 2 Myriophyllum alterniflorum 7 1 4 3 Potamogeton alpinus 1 0 0 0 Ranunculus peltatus 1 0 0 0 Aantal karakteristieke beeksoorten 3 1 1 1 karakteristiek: 2009: typische beekflora is gelijk gebleven 2005: typische beekflora is weer wat vooruit gegaan 2001: typische beekflora is afgenomen 1995: typische beekflora aanwezig Alterra 1995: op basis van macrofauna: matig belaste genormaliseerde bovenloop MIDDENLOOP Staverdenseweg I 09071905 05061905 01052605 95092308 73100602 1973 1995 2001 2005 2009 Berula erecta 0 3 3 0 1 Callitriche hamulata 7 0 1 2 0 Callitriche obtusangula 0 3 3 4 6 Callitriche platycarpa 0 0 3 1 0 Callitriche stagnalis 0 0 0 2 0 Elodea canadensis 3 0 0 0 0 Myriophyllum alterniflorum 0 7 6 5 4 Potamogeton natans 0 0 0 0 2 Ranunculus (Batrachium) 3 0 0 0 0 Aantal karakteristieke beeksoorten 2 1 2 2 1 karakteristiek: 2009: typische beekflora ongeveer gelijk gebleven 2005: typische beekflora ongeveer gelijk gebleven 2001: typische beekflora ongeveer gelijk gebleven 1995: typische beekflora aanwezig. In 1973 was de vegetatie armer. 6

Staverdenseweg II 09071906 05061906 01052606 95092307 73100603 Alterra: 24351 BWN-data 1973 1995 2001 2005 2009 Berula erecta 3 2 0 Callitriche hamulata 3 Callitriche obtusangula 5 6 Callitriche platycarpa 2 0 Myriophyllum alterniflorum 5 6 4 5 2 Groene draadwieren 8 Aantal karakteristieke beeksoorten 2 1 1 1 1 karakteristiek: 2009: beekflora ongeveer gelijk gebleven / 2005: beekflora ongeveer gelijk gebleven 2001: typische beekflora is enigszins afgenomen 1995: typische beekflora matig aanwezig. In 1973 was de vegetatie wat minder goed ontwikkeld dan in 1995. Alterra 1995: op basis van macrofauna: matig stromende bovenloop van sprengenbeken. Zwolsche brug 09071907 05061907 01052607 95092309 73100604 Alterra 24353 BWN-data 1973 1995 2001 2005 2009 Berula erecta 0 0 0 1 0 Callitriche hamulata 7 1 0 0 0 Callitriche obtusangula 0 2 0 3 6 Callitriche platycarpa 0 3 0 1 0 Callitriche stagnalis 0 1 0 0 0 Elodea canadensis 3 0 1 0 0 Luronium natans 0 1 0 0 0 Myriophyllum alterniflorum 0 5 6 4 0 Ranunculus peltatus 3 0 4 0 6 Roripp. Micro + nastu 0 1 0 4 0 Aantal karakteristieke beeksoorten 3 3 3 1 0 karakteristiek: 2009: typische beekflora ongeveer gelijk gebleven / zeer dicht begroeid met Sparganium erectum weinig ruimte voor waterplanten. 2005: typische beekflora ongeveer gelijk gebleven 2001: typische beekflora ongeveer gelijk gebleven t.o.v. 1995. In 1973 was de vegetatie wat minder goed ontwikkeld dan in 1995. Alterra 1995: op basis van macrofauna: matig stromende bovenloop van sprengenbeken en in het voorjaar: snelstromende bovenloop van sprengenbeek. Dit punt wordt gekarakteriseerd als monsterpunt met het meest uitgesproken beekkarakter en oligosaprobe indicaties. 7

BENEDENLOOP Zuiderzeestraatweg 09071908 05061908 01052608 92060601 1992 2001 2005 2009 Berula erecta 0 0 1 Callitriche hamulata 1 3 1 Callitriche platycarpa 2 5 3 Aantal karakteristieke beeksoorten 0 1 1 1 karakteristiek: 2009: soortenarme vegetatie / licht stromend vanaf toevoerbeek / weinig water en geen stroming na de stuw 2005: soortenarme vegetatie 2001: soortenarme vegetatie 1992: snelstromende beek na hevige regenval. Er werden geen waterplanten aangetroffen. Conclusie t.a.v. methodiek monitoring Minimaal twee monsterpunten toevoegen in het herstelde middenloopgedeelte op de Alterra-locaties. In 2009: besloten om punt 8 te laten vervallen en hiervoor in de plaats in de benedenloop een vervangende opname te zoeken. Beschikbare onderzoeksgegevens - drie rapporten van het RIN m.b.t. onderzoeksperiode 1907-1970: fauna en abiotiek (alleen abiotiek in ons bezit, verwerkt) - Monitoring onderzoek Hierdense beek 1995 macrofauna (nog aan te vragen) - Hydrologische, fysische en chemische gegevens van de Hierdense beek. L.W.G. Higler, 1980. (verw ) - Toepassing van het programmapakket EKO Veluwe/Vallei op de monitoringsgegevens van de Hierdense beek in 1995 en 1999 (verwerkt) - gegevens BWN: 1973: 4 opnamen (verwerkt voor zover zelfde punten als in 2001) 1987: 2 voorjaarsopnamen zonder locatie (niet verwerkt) 1995: 9 opnamen (verwerkt voor zover zelfde punten als in 2001) 2001: 8 opnamen (verwerkt) 2005: 8 opnamen (verwerkt) 2009: 8 opnamen (verwerkt). 8