(begroting van de) schade; asbest; Eindvonnis op tegenspraak

Vergelijkbare documenten
Verschijnend in persoon, bijgestaan door mr.. te

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

, geboren te op ' met ondernemingsnummer ~ wonende te. eisende p a r tij: vertegenwoordigd door mr te

, r rj' Rechtbank van eerste aardeg Antwerpen, afdeling Turnhout. ,.,. t \ f.l :1 t.l "f-.t ' Rechtsmiddelen. itgifte.

Instantie. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

KBC verzekeringen NV - burgerlijke partij/partij in gedwongen tussenkomst en vrijwaring - ter terechtzitting vertegenwoordigd door Mr

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: Nummer:

Hof van Cassatie van België

Asbest. Nieuwsbrief 62 Herfst deel

Hof van Cassatie van België

Hof van beroep Antwerpen

Hof van Cassatie van België. Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 2 JUNI DE KAMER Arbeidsongeval Tegensprekelijk Definitief.

Hof van Cassatie van België

Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, TWEEDE KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: Zitting van:

Instelling. Onderwerp. Datum

Arbeidsongevallen Wijziging van de wet van 10 april 1971 Nota over de wetgeving

526C. Vrijetetring van e;q3faitierea.1 an, 280, 2' Wetboek reoistratierechten, B.V. 8914/2006 INZAKE: Mevrouw H. A, wonende te 9070 Destelbergen,

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling leper

2. Soorten en verband

Rolnummer Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST * * A.R.Nr. 2010/AB/187 le blad. ]'0.11 } 2..83~ OPENBARE TERECHTZITTING VAN 31 OKTOBER 2011.

Hof van Cassatie van België

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

Rolnummer Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Arbeidshof te Brussel

Mevrouw *** X X X, wonend te 9070 Destelbergen, Vinkenstraat 4;

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

Asbest en gezondheid. Dr. A. Serroen Toezicht Welzijn op het Werk Regionele Directie West-Vlaanderen

Hof van Cassatie van België

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Hof van Cassatie van België

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN

sectie burgerlijke rechtbank

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

Toezicht op Asbest. Freerk Siegersma (Senior) Adviseur Asbest Rijkswaterstaat/InfoMil

Rechtbank van eerste aanleg Gent, vonnis van 9 september 2010

Hof van Cassatie van België

Rechtbank v n eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie burgerlijke rechtbank

Hof van Cassatie van België

BESLAGRECHTER IN DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT OPENBARE TERECHTZITTING VAN 17 MEI 2011

BIJLAGE 6. ARBITRAGEREGLEMENT ARBITRAGE VZW

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Rep. nr... Eindarrest op tegenspraak. Tweede kamer. Arbeidsovereenkomst voor bedienden ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN. Afdeling Antwerpen ARREST A.R.

Infoavond asbestincident Maldegem 23 mei 2019

Instelling. Onderwerp. Datum

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

Wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs (B.S )

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Vivian Oltheten Medische milieukundige Logo Gezond+

Lucht- en asbestlaboratorium

Samenvatting. Achtergrond

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

TTC IMMO MORTSEL, feitelijke vereniging, waarvan de feitelijke zetel gevestigd is te Mortsel, Maalderijstraat 22-24

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

HET HOF, Gehoord het verslag van raadsheer Bourgeois en op de conclusie van advocaatgeneraal

Stedebouw en ruimteiqke ordenino

Arbeidshof te Brussel

ECLI:NL:RBROT:2016:665

chgf /[ ~30 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Instantie. Onderwerp. Datum

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

JURIDAT. Nummer : Rep. : 2010/

rlr Rechtbank wan eerste aanleg afdeling Dendermonde Oost-Vlaanderen, KORTGEDING 1 24 JUNI /l/C 2015/ 'iuif 1/5 op op op Repertoriumnummer

vonn1s 17/ 17/ 16/78/A Kamer AFl rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen sectie familie- en jeugdrechtbank 16 oktober 2017

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL. zitting van 28 april 2015

Hof van Cassatie van België

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Hof van Cassatie van België

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie.

Hof van Cassatie van België

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart Rol nr A - Aanslagjaar 1994

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Begindatum Einddatum Vervaldag Duur 01/01 1 jaar

ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent.

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ARBEIDSHOF ANTWERPEN

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

1. Nr. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE BRUSSEL 22STE KAMER V-EV AR. NR. 00/5546/A 1382 B.W.; fout; voorzichtigheid; voorzienbaarheid; verjaring; (begroting van de) schade; asbest; 1 vonnis 5 conclusies 1 deskundig verslag Eindvonnis op tegenspraak Aangeboden op IN DE ZAAK: 1. De heer Eric JONCKHEERE, Niet te registreren 2. De heer Xavier JONCKHEERE, De ontvanger 3. De heer Benoit JONCKHEERE, Register nr. Die in hun hoedanigheid van enige erfgenamen het geding hernomen hebben ingesteld door wijlen hun moeder Mevrouw Françoise VANNOORBEECK, weduwe van De Heer Pierre JONCKHEERE, bejaardenhelpster, geboren op 16.5.1933 en overleden te Namen op 3 juli 2000. 4. De heer S. Mevrou 6. Mevrouw De drie laatsten die in hun hoedanigheid van enige erfgenamen van de Heer Pierre Paul JONCKHEERE op hun beurt het geding - 1 -

2. hernomen hebben in geste Id door wijlen hun moeder en grootmoeder, me vrouw Françoise V ANNOORBEECK, weduwe van de Heer Pierre JONCKHEERE, bejaardenhelpster, geboren op 16.5.1933 en overleden te Namen op 3 juli 2000, het geding hernemend dat voorheen reeds hernomen was door hun overleden vader, wijlen de Heer Pierre Paul JONCKHEERE. 7. Mevrouw D J, optredend in eigen na am en in haar hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige kinderen geboren uit haar huwelijk met wijlen de Heer Stéphane JONCKHEERE:.. Die, in hun respectieve hoedanigheid van enige erfgenamen van de heer Stéphane JONCKHEERE, overleden op 1 1 januari 2009, op hun beurt het geding hernomen hebben ingesteld door wijlen hun schoonmoeder en grootmoeder Mevrouw Françoise VANNOORBEECK, weduwe van de Heer Pierre JONCKHEERE, bejaardenhelpster, geboren op 16.5.1 933 en overleden te Namen op 3 juli 2000, geding dat voorheen reeds hernomen was door hun overleden vader, wijlen de Heer Stéphane JONCKHEERE. Eisers, Hebbende ais raadslieden meester Georges-Henri BEAUTHIER, waarvan de kantoren gevestigd zijn Bertkmansstraat 89 te 1 060 Brussel en meester Jan FERMON, waarvan de kantoren gevestigd zijn Haachtsesteenweg 55 te 1210 Brussel; TEGEN: De naamloze vennootschap ETERNIT, waarvan de zetel gevestigd is te 1880 Kapelle-op-den Bos, Kuiermansstraat 1, KBO nr; 0466.059. 066; Verweerster, Hebbende ais raadsman meester Johan VERBIST, advocaat te Brederodestraat 13 te 1 000 Brussel * * * - 2-

3. ln deze zaak spreekt de rechtbank het volgende vonnis uit: Gelet op de in regelmatige vorm voorgelegde procedurestukken, inzonderheid: - het tussenvonnis van 22 mei 2000 van de tweede ka mer van deze rechtbank en de eraan voorafgaande procedurestukken; - de besluiten van eisers, neergelegd ter griffie op 16/02/01 en ter zitting op 25 oktober 201 1; - de besluiten van verweerster, neergelegd ter griffie op 28/03/01, 18/07/05 en op 09/1 1/1 0; -het deskundig verslag neergelegd ter griffie op 22/01/01; Gehoord de raadslieden van partijen in hun pleidooien ter openbare zitting van 24 oktober 201 1, waarna de zaak in voortzetting gezet werd ter zitting van 25 oktober 201 1, zitting tijdens dewelke de stavingsstukken neergelegd werden en de zaak in beraad genomen werd. 1. Relevante feiten en voorgaanden: 1. 1. De familie JONCKHEERE-VANNOORBEECK De vordering in deze zaak werd in mei 2000 ingesteld door wijlen Mevrouw Françoise VANNOORBEECK, weduwe van de Heer Pierre JONCKHEERE, die sarnen met de NV ETERNIT vrijwillig verscheen te ne inde hun geschil voor te leggen aan deze rechtbank. Zowel de Heer Pierre JONCKHEERE ais zijn broer, de Heer Jacques JONCKHEERE, ais hun beider va der, de Heer Paul JONCKHEERE, waren destijds in dienst bij de NV ETERNIT. Grootvader Paul JONCKHEERE had een leidinggevende functie bij de NV ETERNIT. Hij was directeur van de afdeling buizen in Tisselt tot 1958. Het was deze grootvader die zijn beide zonen Pierre en Jacques introduceerde bij de NV ETERNIT. De Heer Pierre JONCKHEERE trad in dienst bij de NV ETERNIT op 31 oktober 1952. Hij was technisch ingenieur electromechanica van opleiding en van 1952 tot februari 1971 was hij diensthoofd Pierrite (afdeling AC platen) in Kapelle-op-den-Bos. Van februari 1971 tot mei 1975 was hij diensthoofd ACI (Asbest Cement lnjectie in de fabriek te Tisselt). Van mei 1975 tot september 1978 was hij verantwoordelijk voor de controle van platen en emaillé en tenslotte werd hij van september 1978 tot maart 1986 tewerkgesteld ais scheikundig analist op de medische dienst (stofmetingen en tellingen). ln maart 1986 is hij na 33,5 jaar dienst met brugpensioen gegaan. Veertien maand nadien, op 27 mei 1987, is hij overleden tengevolge van mesothelioom. Hij was erkend door het Fonds voor Beroepsziekten. - 3-

4. Mevrouw Françoise VANNOORBEECK is geboren in 1933. Na haar huwelijk met de Heer Pierre JONCKHEERE in 1957 heeft het paar zich gevestigd in een woning naast de fabriek van de NV ETERNIT. Na het overlijden van haar echtgenoot mocht zij tot mei 1992 op haar verzoek deze woning verder betrekken vanwege de NV ETERNIT. Zij heeft dus ongeveer 35 jaar naast de fabriek gewoond. ETERNIT erkent dat zij verlangde dat men in de nabijheid van de fabriek zou won en voor zover men er over een woning beschikte dan wei men er een van het bedrijf ter beschikking zou krijgen, wat men in het licht van die tijd moet bekijken toen de situatie van de werknemer onder ande re inzake mobiliteit anders was dan nu. Tijdens een reis in Israël in september 1999 ondervond Mevrouw VANNOORBEECK de eerste klachten van haar ziekte. Tijdens een hospitalisatie in het Saint-Luc Hospitaal van de UCL werd de diagnose van mesothelioom gesteld. Op 3 juli 2000 is zij overleden te Namen. Het deskundig onderzoek uitgevoerd door Prof. DE VUYST bevestigt dat Mevrouw VANNOORBEECK is overleden tengevolge van de ziekte mesothelioom en dat dit in haar geva i te wijten is aan een blootstelling aan asbest. Tevens bevestigt de deskundige dat de ziekte mesothelioom van Mevrouw VANNOORBEECK hoogstwaarschijnlijk te wijten is aan de blootstelling aan amfibolen. 1.2. Asbest en mesothe/ioom: 1.2.1. Soorten asbest met verschillende gevaarlijkheid Asbest is de verzamelnaam voor een aantal vezelvormige silicaatmineralen met zeer bijzondere eigenschappen. Asbestvezels zijn zeer sterk, onbrandbaar en isoleren goed tegen warmte en geluid. Dit mineraal werd in het verleden massaal gebruikt in asbesttextiel voor het vervaardigen van onbrandbare kleding, in frictiemateriaal (remvoeringen en koppelingsplaten in auto's), ais isolatiemateriaal (in verwarmingsinstallaties, machinekamers en wanden van treinwagons), en in de bouw en ontelbare andere toepassingen. Voor wat de bouw betreft moet een onderscheid ge maa kt worden tussen spuitasbest dat destijds werd aangewend ais isolatiemateriaal voor het isoleren van gebouwen, brandbeveiliging en thermische of akoestische isolatie, kolommen en dergelijke meer, en anderzijds asbestcement, onder andere in de vorm van golfplaten, leien, buizen, bloembakken. ETERNIT heeft nooit spuitasbest geproduceerd, doch was naar haar zeggen enkel actief in asbestcement en gebruikte destijds enkel asbest in één specifieke toepassing, name'lijk asbestcement voor het maken van bouwmaterialen, zoals cementplaten, buizen en bloembakken waarin ongeveer 1 0 % asbest is gebruikt ais versteviging. Deze toepassing is totaal verschillend van spuitasbest zoals dat bijvoorbeeld werd toegepast in het Berlaymontgebouw, dat tot 90% losse asbestvezels bevat. - 4-

5. Spuitasbest werd door ETERNIT naar haar zeggen nooit gebruikt of aanbevolen. Volgens de huidige stand van de wetenschap staat vast dat asbest zeer schadelijk is ais het wordt ingeademd. Het risico hangt sarnen met de lengte van de vezels en de verhouding tussen lengte en diameter. Niet alle asbestsoorten zijn evenwel even gevaarlijk. Er wordt in essentie een onderscheid gemaakt tussen twee soorten, met name de vezels die behoren tot de zogenaamde serpentijngroep (chrysotiel, ook witte asbest genoemd) en anderzijds amfiboolasbesten, ook wei gekleurde asbesten genaamd, met name crocidoliet (of blauwe asbest) en amosiet (of bruine asbest). Er wordt aangenomen dat chrysotiel veel minder gevaarlijk is dan de amfibolen. Volgens ETERNIT werd bij haar sinds 1982 nog uitsluitend chrysotiel (witte asbest) gebruikt. 1.2.2. Beknopt overzicht van de recente veiligheidsreglementering: Een Koninklijk Besluit van 3 februari 1998 heeft het gebruik van asbestvezels aan strenge beperkingen onderworpen. Het op de markt brengen, de vervaardiging en het gebruik van vezels uit de amfiboolgroep en van producten waaraan deze vezels opzettelijk zijn toegevoegd, is volledig verboden. Wat chrysotiel betreft, geldt het verbod voor een hele reeks welbepaalde toepassingen. waaronder voor asbestcement vanaf 1 oktober 1998. ln een aantal gevallen was het gebruik van chrysotiel nog toegestaan tot een bepaalde latere datum. Het Koninklijk Besluit van 23 oktober 2001 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (asbest), heeft het Koninklijk Besluit van 3 februari 1998 opgeheven. Het gebruik van zes verschillende asbestsoorten werd volledig verboden, behalve voor producten die chrysotiel CAS n 0 12001-29-5 bevatten, uitsluitend voor dichtgir. gen en bekledingen die gebruikt worden in industriële processen en installaties bestemd voor vloeistofcirculatie ter voorkoming van risico's verbonden aan hoge temperaturen en drukken. Vanaf 1 januari 2005 zou ook deze toepassing verboden zijn. ln dit Koninklijk Besluit van 23 oktober 2001 wordt expliciet vermeld dat producten die asbest bevatten en reeds geïnstalleerd werden en/of in het bedrijf actief waren v66r de datum van inwerkingtreding van dit besluit (namelijk 1 januari 2002) toegelaten blijven totdat zij worden verwijderd of aan vervanging toe zijn. Een Europese richtlijn van 26 juli 1999 legt de verplichting op aan de lidstaten om uiterlijk tegen 31 december 2004 een algemeen verbod van gebruik van (chrysotiele) asbest in te voeren. Vanaf 1 januari 2005 is het gebruik van (chrysotiel) asbest dan ook volledig verboden. Naarmate de kennis van de gevaren verbonden aan de blootstelling aan asbest toenam, heeft ETERNIT naar.haar zeggen niet gewacht tot de - 5-

6. Belgische wetgeving ter zake werd aangepast, maar heeft zij telkens op basis van de verworven kennis het productieproces aangepast. Aldus werd het gebruik van blauwe asbest in buizen in de fabriek te Tisselt stopgezet in 1980 en het gebruik van amosiet in 1982. ln de fabriek te Kapelle-op-den-Bos werd het gebruik van amosiet stopgezet in 1979. ln deze fabriek werd enkel voor bepaalde specifieke producten en voornamelijk tijdens de jaren '50-'60 blauwe asbest gebruikt. Tot slot werd ook het gebruik van witte chrysotiel asbest stopgezet in de fabriek te Kapelle-op-den-Bos in 1996 en in Tisselt in 1997, dit wil zeggen v66r het uitvaardigen van het koninklijk besluit van 3 februari 1998. Ter pleitzitting stelden de raadslieden van de familie JONCKHEERE dat de fabricatie van asbesthoudende producten in Kapelle-op-den-Bos pas in 1998 zou stopgezet zijn. Bij dit alles houdt ETERNIT voor dat zij steeds in overleg met de ter zake bevoegde overheid gewerkt heeft. 1.2.3. Mesothelioom De ziekte waaraan Mevrouw VANNOORBEECK, moeder, schoonmoeder en grootmoeder van eisers, is overleden, is mesothelioom, een zeldzame vorm van kanker aan het longvlies of het buikvlies, waarvan aangenomen wordt dat zij in meer dan 90 % der gevallen wordt veroorzaakt door de blootstelling aan asbest. Mesothelioom is één van de weinige kankers waarvan wordt aanvaard dat die een zeer duidelijk verband vertonen met een bepaalde beroepsblootstelling. ln de vakliteratuur wordt th ans aanvaard dat ook een para-beroepsmatige blootstelling tot mesothelioom kan leiden, met name de blootstelling aan de kledij die door de echtgenoot die werkzaam is in de asbestindustrie wordt gedragen en mee naar huis genomen. Het verband tussen asbestblootstelling en mesothelioom werd maar geleidelijk aan ontdekt en algemeen aanvaard. Dit is te wijten aan de lange latentietijd, dit is de tijd verstreken sinds de blootstelling en de manifestatie van de ziekte. Volgens ETERNIT wordt thans aangenomen dat de gemiddelde latentietijd van mesothelioom 45 jaar bedraagt. Mesothelioom werd pas in 1982 a is beroepsziekte erkend. ln Duitsland gebeurde dit in 1976. Niettegenstaande Europese documenten uit 1969 over asbestose waarbij melding wordt gedaan van mesothelioomwaarnemingen, en zonder mesothelioom daarbij ais beroepsziekte te bestempelen, werd mesothelioom pas in 1990 formee! opgenomen in de Europese lijst van beroepsziekten. Dit alles wordt door de familie JONCKHEERE- VANNOORBEECK niet be twist. -6-

7. 1.3. De ETERNJT-fabrieken en het productieproces 1.3.1. ETERNIT volgens ETERNIT: De NV ETERNIT startte haar productieactiviteiten in Kapelle-op-den-Bos in 1924 en in Tisselt in 1930. Na de Tweede Wereldoorlog kenden deze fabrieken een enorme expansie met grote mechanisatie in de fabriek, waaronder het pneumatisch transport van asbest. De topperiode voor de productie waren de jaren 1960 en '70. Op een bepaald ogenblik werkten er meer dan 3000 man bij de NV ETERNIT. ETERNIT stelt dat van in het begin van de jaren '50 in de fabrieken gebruik ge maa kt van ontstoffingsmachines met stoffilters volgens de mogelijkheden van die tijd. Volgens haar werden systematisch technische verbeteringen aangebracht, met een betere kwaliteit van het filtermedium hetgeen tot verbetering leidde van de resultaten. Begin van de jaren '70 groeide de bewustwording over de risico's met betrekking tot mesothelioom die de arbeiders liepen bij de verwerking van asbest. Op 23 mei 1972 werd het eerste Koninklijk Besluit genomen betreffende de strijd tegen de hinder door het werk en de werkplaatsen en tot wijziging van Titel Il, hoofdstuk Ill van het A.R.A.B. dat onder meer betrekking had op asbest en die de eerste asbestwetgeving in België vormde. Om die red en werden vanaf het begin van de jaren '70 de arbeiders verplicht om maskers te dragen tijdens het leegmaken van de zakken met asbest en werd onder andere vanaf m idden 1970 gestart met de ombouw van het productieproces naar ee n volledig natte verwerking van asbest waardoor het risico op blootstelling aan asbeststof drastisch werd verminderd. Al deze inspanningen gingen gepaard met zeer zware investeringsprogramma's ten belope van het voor die tijd enorme bedrag van ongeveer 25 miljoen euro (1 miljard BEF). Tevens werd vanaf 1975 algemeen gebruik gemaakt van plasticzakken voor het transport van asbest (vanuit Canada, Rusland en ltalië), in plaats van jutezakken die voordien werden gebruikt. Vanaf het einde van de jaren '70 werd asbest samengeperst in plasticzakken, gepalletiseerd en onder krimphoes verpakt met een duidelijke etikettering. ln 1978-1979 werden automatische zakopeners voor asbest geïnstalleerd. Daarnaast werd ook gebruik gemaakt van manuele zakopeners met filterinstallatie zodat het geheel licht in onderdruk stond om stofverspreiding op de werkplaats te voorkomen. Volgens ETERNIT werd het gebruik van blauwe asbest in buizen in Tisselt stopgezet in 1980 en het gebruik van amosiet in 1982. ln Kapelle-op-den-Bos zou het gebruik van amosiet stopgezet zijn in 1979. ln deze fabriek werd volgens ETERNIT enkel voor bepaalde specifieke - 7-

8. producten en voornamelijk tijdens de.jaren '50-'60 blauwe asbest gebruikt. Deze omschakeling van de productie naar nieuwe technologie productie was het gevolg van een onderzoeksprogramma dat werd opgestart in de loop van de jaren '70 om asbestvezels te vervangen door ande re vezels. Begin 1980 werden de eerste asbestvrije producten, namelijk lage densiteitsproducten, gemaakt. Systematisch werd het programma verder gezet en zo uiteindelijk voor alle andere producties uit het ETERNITgamma. Het gebruik van asbest werd volgens ETERNIT stopgezet in Kapelle-opden-Bos in 1996 en in Tisselt in 1997. Deze omschakeling ging gepaard met een investering van circa 55 miljoen euro (2,2 miljard BEF). Begin van de jaren '80 werden er door het toenmalige SCK (Studiecentrum te Mol) en in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid metingen uitgevoerd in de nabije omgeving van de fabriek en in het centrum van de gemeente. Volgens ETERNIT werden toen nergens verhoogde asbestconcentraties in de lucht a ' angetroffen. Evenmin zouden enige maatregelen voorgesteld of opgelegd zijn. Ook nadien zouden nog regelmatig metingen uitgevoerd zijn, steeds met dezelfde zeer lage waarden. Begin van de jaren '90 werd in samenwerking met OVAM een vijfjarenplan opgestart met betrekking tot de met asbestcement verontreinigde sites in de fabriek en de bijhorende bedrijfsterreinen. ln het jaar 2000 waren alle verontreinigde sites overeenkomstig de richtlijnen van OVAM gesaneerd. ETERNIT wenst met dit overzicht aan te tonen dat het zich vanaf 1970 heeft ingezet om de blootstelling aan asbest zo laag ais destijds haalbaar te houden, zowel voor zijn werknemers ais voor de omwonenden. Dat deze maatregelen ook efficiënt waren zou blijken uit de vele metingen waarvan de resultaten veel lager lagen dan de wettelijke voorschriften. ETERNIT verwijst in dat verband ook naar het feit dat er al sinds vele jaren geen nieuwe zware asbestosegevallen (de specifieke soort stoflong) meer zijn. ETERNIT stelt dat het steeds de vigerende wetgeving en regelgeving inzake asbest strikt heeft toegepast, en er zelfs op vooruit gelopen heeft, rekening houdend met de evolutie van de kennis in de wetenschap en de verbetering van de technologische mogelijkheden. Nooit zou er door de arbeidsinspectie enig proces-verbaal van overtreding van de A.R.A.B.-reglementering lastens ETERNIT opgesteld zijn. ETERNIT stelt de laatste decennia zeer vooruitstrevend geweest te zijn op allerlei milieugebieden. ln 1997 werd het ais eerste bedrijf in de bouwsector in België bekroond met het ISO 14001 milieucertificaat. Spijtig genoeg wordt ETERNIT nu geconfronteerd met specifieke kankergevallen, met name mesothelioom. Zij stelt echter dat deze hun -8- asbestvonnis. doc

9. oorsprong vinden in beroepsmatige blootstellingen van gemiddeld meer dan 45 jaar geleden, dit wil zeggen in de jaren v66r 1970. De latentietijd bedraagt gemiddeld immers een 45-tal jaar. ETERNIT noemt deze gevallen, in het licht van de lange blootstellingsperiode en het hoge aantal tewerkgestelden, eerder beperkt. Het is de vurige hoop en overtuiging van de NV ETERNIT dat, gezien al de genomen voorzorgsmaatregelen, de incidentie hiervan zal afnemen. ln de recentste studie terzake voorspellen de epidemiologen Tan et al. voor het Verenigd Koninkrijk: "Mortality among males is predicted to peak approximate/y 2040 deaths in the year 2016, with a rapid decline thereafter (British Journal of Cancer 103, 430-436 (27 Ju/y 2010)." Vrij vertaald door ETERNIT: "Er wordt voorspeld dat het sterftecijfer haar hoogste punt, namelijk ongeveer 2040. doden, zal bereiken in hetj'aar 2016 met daarna een sne/le daling." 1.3.2. Het ETERNIT- conglomeraat: De familie JONCKHEERE benadrukt dat ETERNIT België deel uitmaakt van een belangrijk conglomeraat van.ondernemingen en dat deze groep op wereldvlak ais vierde marktspeler kan of kan beschouwd worden. De asbestindustrie werd altijd gedomineerd door een klein handvol ondernemingen die nauw samenwerk(t)en en die gemeenschappelijke en gekruiste deelnames ontwikkelden. ln het midden van de jaren '70 domineerden vier ondernemingen de markt. JOHNS MANVILLE Corporation (Verenigde Staten) was de grootste producent van de wereld, gevolgd door Turner en Newall (GB), en Cape Ltd (GB). ETERNIT, de vierde in. de rij, een internationale twee-koppige groep onder de controle van twee families, de SCHMIDHEYNI's in Zwitserland en de familie EMSENS in België, behoorde tot het kleine handvol ondernemingen dat de markt op internationaal niveau beheerste. Sarnen controleerden deze trusts 50 % van de productie en 25 % van de verwerking van asbest. Hoewel vele toepassingen van asbest werden gemaakt was de asbestcementindustrie goed voor hef leeuwenaandeel van de markt. ETERNIT België was nauw verweven met ETERNIT Zwitserland. Leden van de Zwitserse familie SCHMIDHEINY die ETERNIT Zwitserland controleert, zetelen of zetelden in de beheerraad van de Belgische Compagnie Financière ETERNIT. ETERNIT België controleert in 1979 ETERNIT Nederland, Verenigd Koninkrijk (1 00 %) en ETERNIT Frankrijk (99 %). De Financière ETERNIT was sarnen met andere belangrijke asbestgroepen medeaandeelhouder in verschillende ondernemingen. Zij - 9-

10. had een aandeel in Johns-Mansville Corporation in de Verenigde Staten. Zij was aandeelhoudster in Asbestos Corporation (Verenigde Staten, filiaal van General Dynamics ) en Advocate Mines in Canada. Zij had aandelen in ondernemingen aan de zijde van de US Gypsum Company (USG Europe), Turner and Newall en JOHNS MANVILLE (FADEMAC, DALAMI, ETERNIT A.G. en Advocate Mines). ln 1962 werd door ETERNIT België sarnen met de Amerikaanse onderneming JOHNS MANVILLE en het Britse TURNER EN NEW ALL het Luxemburg se TEAM opgericht dat ondernemingen die asbestcement verwerken zou oprichten in niet minder dan 14 landen in Azië, Afrika, Latijns Amerika en Zuid Europa. ETERNIT zou trouwens ook rechtstreekse en onrechtstreekse participaties nemen in asbestmijnen in Canada, ondermeer in Asbestos Corporation en Advocate. Het jaarverslag 1999 vermeldt deelname in tientallen buitenlandse ondernemingen. ETERNIT betwist dit alles niet. 1.4. Het tussenvonnis van 22 mei 2000 en de expertise: Bij tussenvonnis van 22 mei 2000 van de tweede kamer van deze rechtbank werd professer DE VUYST aangesteld ais deskundige, in volgende bewoordingen: "Rechtsprekende na tegenspraak; Verklaart de vordering ontvanke/ijk doch alvorens uitspraak te doen over de gegrondhéid ervan: Stelt aan ais deskundige de heer De Vuyst P., geneesheer te 1070 Brussel, (... ), met de volgende opdracht: eisende partij op te roepen en te onderzoeken; de asbestvezels die zij in zich draagt te identificeren en lege artis te kwantificeren, haar gezondheidstoestand te beschrijven, de letsels te beschrijven in causaa/ verband met de asbestbesmetting waarvan zij het slachtoffer is, de oorzaken en de evolutie van deze to stand evenals de medische of paramedische behandelingen te beschrijven die zij dient te volgen en er de duur van te bepa/en, de graad en de periodes van volledige of gedeeltelijke werkonbekwaamheid te bepalen, evena/s de datum van genezing, de datum van consolidatie van de letsels en te preciseren of deze letsels haar hebben be/et of zul/en beletten op een normale wijze haar beroepsactiviteiten of huishoudelijke activiteiten uit te oefenen; na te gaan of een blijvende werkonbekwaamheid bestaat en er de graad van vast te stellen; te zeggen of de blijvende letsels een beroepshandicap uitmaken ten definitieve tite/, rekening houdende zowel met de vroeger uitgeoefende beroepen ais met de arbeidsmarkt in het a/gemeen; zo nodig de psychologische, esthetische, morele en materiële - 10 -

11. schade te beschrijven; Zegt dat een met redenen omkleed, schriftelijk en onder eed bevestigd vers/ag moet worden neergelegd ter griffie van deze rechtbank binnen een termijn van 2 maanden vanaf de dag dat hij zijn aanstel/ing heeft aanvaard; Veroordeelt verwerende partij om de door de deskundige gevraagde provisie voor het schieten, onder alle voorbehoud en ten /aste van wie het zal behoren zoa/s Jater ten gronde beslist zal worden; Verzendt de zaak voor het overige naar de algemene roi; Houdt de beslissing nopens de kosten aan; Verklaart onderhavig vonnis uitvoerbaar bij voorraad;" Professer DE VUYST legde op 22 januari 2001 zijn verslag neer ter griffie van deze rechtbank, en kwam tot volgende bevindingen: "ALGEMEEN BESLUIT Mevrouw Vannoorbeeck was aangetast door een epithe/iaal mesothelioom. De eerste patente uitdrukking van deze ziekte was een pleurale uitstorting in September 1999 (319/99). De fysische onbekwaamheid is geschat op 100 % (niet-curabe/e kanker) vanaf deze dag. Dit mesothelioom is de oorzaak van het 'overlijden (3nl2000). Er is geen twijfel mogelijk dat dit mesothelioom te wijten is aan asbest. De minera/ogische onderzoeken tonen een hoge concentratie van crocidolite en amosite vezels in de Jongen. Patiënte had trouwens ook multipele pleurale plaques, ook veroorzaakt door asbest. De oorsprong van deze blootstelling vindt zich in de combinatie van twee types van niet-beroepsmatige blootstellingen: een paraberoepsmatige blootstelling van 1952 tot 1986 en een environmentele blootstelling van 1957 tot 199 1. Beide zijn beschreven in de inedische wetenschappelijke Jitteratuur ais potentiële 'oorzaken van mesothelioom en pleurale plaques. De duur en latentieperiodes van deze blootstel/ingen zijn compatiebel met de presentatt"e van een mesothelioom in 1999." 1.5. De qedinqhervattinq: Na het overlijden van Mevrouw VANNOORBEECK, hebben haar zoons Eric, Pierre- Paul, Xavier, Stéphé\ne en Benoit JONCKHEERE bij conclusie van 16 februari 2001 het geding hervat dat wijlen hun moeder indertijd had ingeleid. Sindsdien zijn echter ook wijlen Pierre Paul en Stéphane JONCKHEERE overleden aan de gevolgen van een kwaadaardig mesothelioom. - 11 -

12. De familie JONCKHEERE verloor zodoende onbetwist vijf familieleden aan mesothelioom: grootvader Paul JONCKHEERE, vader en moeder Pierre JONCKHEERE en Françoise VANNOORBEECK, en zoons Pierre Paul JONCKHEERE, en Stéphane JONCKHEERE. 2. Vorderingen van de partijen. Thans vragen eisers hen akte te verlenen dat zij het geding hernemen. Verweerster te veroordelen tot betaling aan eisers van een schadevergoeding die voorlopig geraamd wordt op 399.500 Euro onder voorbehoud van vermeerdering of vermindering in de loop van het geding. Verweerster tot alle kosten te horen veroordelen daarin inbegrepen de rechtsplegingsvergoeding. Het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren niettegenstaande alle verzet én zonder borgstelling, nog kantonnement. Van haar kant vraagt de naamloze vènnootschap ETERNIT aan de rechtbank van eerste aanleg: in hoofdorde: vast te stellen dat de vordering van eisers verjaard is en dienvolgens deze vordering niet toelaatbaar minstens niet ontvankelijk te verklaren; in ondergeschikte orde: de vordering van eisers ongegrond te verklaren; in uiterst ondergeschikte orde: te. zeggen voor recht dat de schade waarop eisers aanspraak kunnen maken maximaal 255.450 BEF (6.332,44 euro) bedraagt; eiseres te veroordelen tot de kosten van het geding daarin begrepen de rechtsplegingsvergoeding en de kosten van het deskundig onderzoek. - 12-

13. 3. ln Rechte: 3. 1. Probleemstellinq: Artikelen 1382 en 1382 B.W. bepalen: " Art. 1382. Eike daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verp/icht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden. Art. 1383. leder is aansprakelijk niet aileen voor de schade welke hif door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt." ETERNIT betwist de schade van wijlen Mevrouw VANNOORBEECK niet: de ziekte die zij opliep door asbestbesmetting, en haar overlijden ais gevolg daarvan. Zij betwist evenmin de schade van haar nabestaanden, die dezen stilzwijgend maar zeker vorderen bij uitbreiding van de oorspronkelijke vordering; zij verschilt enkel van mening met de familie JONCKHEERE over de waardering en de vergoeding van deze schade. ETERNIT betwist evenmin dat d é ze schade het gevolg is van haar asbestproductie te Kapelle-op-den-Bos, met andere woorden dat deze er in oorzakelijk verband mee staat, zoals traditioneel vereist wordt voor de toepassing van de artikelen 1382 en 1383 B.W.. Dat is geheel terecht daar gerechtsdeskundige DE VUYST tot het besluit kwam dat dit mesothelioom (en het overlijden van Mevrouw VANNOORBEECK) te wijten is aan asbest. De oorsprong van de blootstelling bevindt zich in de combinatie van twee types van niet-beroepsmatige blootstellingen: een paraberoepsmatige blootstelling van 1952 tot 1986 en een environmentele blootstelling van 1957 tot 1991. Aldus spitst deze procedure zich voornamelijk toe op twee juridische geschilpunten: namelijk of de vordering van eisers al dan niet verjaard is, en of de handelswijze van ETERNIT indertijd al dan niet foutief was. Ais de feiten verjaard zouden zijn, dan zouden eisers niet over een geldige aanspraak (meer) blijken te beschikken; zo de handelswijze van ETERNIT niet foutief zou blijken te zijn, dan zou zij op grond van de artikelen 1382-1383 niet gehouden zijn eisers te vergoeden, ook al is het overlijden van Mevrouw VANNOORBEECK onbetwistbaar te wijten aan haar (onrechtstreeks) contact met deze asbestproductie. - 13 -

14. 3.2. de verjarinq: 3.2.1. Vooraf: Verjaring is een middel om, door verloop van een zekere tijd en onder de voorwaarden die de wet bepaalt, iets te verkrijgen of van een verbintenis bevrijd te worden (art. 221 9 B.W.). Deze bevrijdende verjaring is een verweermiddel van de schuldenaar tegenover zijn schuldeiser(zie o.m. LEBON, C., [Tenietgaan van verbintenissen] Verjaring, in X., Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, IV. Commentaar Verbintenissenrecht, Titel 1, Hfdst. 5, Afd. 7 (93 p.)). De rechtsleer gaat in het algemeen uit van het processuele karakter van dit verweermiddel; het zou gaan om een middel van niet-ontvankelijkheid, dat tot gevolg heeft dat het recht van de schuldeiser om de eis in rechte in te stellen, tenietgaat (zie o.m. A. VAN OEVELEN, 'Aigemeen overzicht van de bevrijdende verjaring en de v rvaltermijnen in het Belgisch privaatrecht', T.P.R. 1987, (1757), nrs. 17 en 18 en de daar aangehaalde verwijzingen). Ook de rechtspraak van deze zetel is nagenoeg volledig in deze zin gevestigd. Door andere auteurs is het verweermiddel van de verjaring vergeleken met materieelrechtelijke excepties, zoals de exceptio non adimpleti contractus (zie o.m. M.E. STORME, 'Perspectieven voor de bevrijdende verjaring in het vermogensrecht (met ontwerpbepalingen voor een hervorming)', T.P.R. 1994, (1977), nr. 4). ln deze laatste visie kan de schuldenaar tegenover zijn schuldeiser inroepen dat hij met het intreden van de verjaring van zijn verplichtingen tegenover hem werd ontslagen. De verjaring wordt slechts operationeel, zodra degene in wiens voordeel ze loo pt, er zich op beroept. Het tussenvonnis van 22 mei 2000 van de tweede kamer van deze rechtbank verklaarde de vordering ontvankelijk doch stelde, alvorens uitspraak te doen over de gegrondheid ervan, professer DE VUYST aan ais deskundige. Zonder het gezag van gewijsde van dit tussenvonnis te schenden, kan de ontvankelijkheid van de vordering niet meer opnieuw in overweging genomen worden. De beweerde verjaring van de vordering dient bijgevolg verder behandeld te worden ais een materieelrechtelijke exceptie, die de grond van de zaak raakt. Partijen bevestigden in dat verba.nd ter pleitzitting eenstemmig dat tijdens de pleidooien die voorafgingen aan het tussenvonnis van 22 mei 2000, het vraagstuk van de verjaring van de vordering op geen enkel ogenblik ter sprake kwam, zodat de rechtsmacht van de rechtbank over dit middel thans nog voluit kan uitgeoefend worden. - 14 -