INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING



Vergelijkbare documenten
INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren

Stadsenquête Leiden 2005

Stadsenquête Leiden 2007

Hoofdstuk 19 Sportdeelname

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Leusdenpanel Vijfde peiling: Sport

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

2014, peiling 1 maart 2014

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek

INFOKAART OUDEREN EN CHRONISCHE ZIEKTEN

INFOKAART OUDEREN EN OVERGEWICHT

Sport, bewegen en gezondheid

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

Gezondheid & Voeding

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF

Jaaroverzicht Sportdeelname

Sportparticipatie 2008

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Rapportage gouden voornemens 2016

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Sociaal Vitaal test medewerkers Provinciale Sportorganisatie en 60 uur 40 uur

Pace vragenlijst Physician-based Assessment and Counseling for Exercise

Sport- en beweeg interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2018

Burgerijenquête Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties

SPORTPARTICIPATIE (2013)

KVLV helpt vrouwen over de drempel naar beweging!

5. Maandvraag December 2013 a. Sportieve voornemens

Sport' Omnibus Haarlem Gemeente Haarlem, afdeling Onderzoek en Statistiek

Concretiseren van BRAVO. Beeldvorming

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

minuten (getal van 0 tot 59); 60 = weet niet; 61 = geweigerd

Stadsmonitor. -thema Sport-

Onderzoek Sportparticipatie 2006

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

NOC*NSF Sportdeelname Index

Sportief bewegen na kanker. Kanker

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

NOC*NSF Sportdeelname Index

Lichamelijke activiteit

SIRE. Rapport. "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18. Meting 13 Januari In opdracht van NOC*NSF

Feiten en cijfers beweegnormen

Vraag 1. Wat is uw geslacht? man vrouw. Vraag 2. Wat is uw leeftijd? Vraag 4. Wat is uw lengte? Afronden op hele cijfers

Beweegdagboek. Opdracht 3A

Sportdeelname volwassenen 2012

Lichamelijke activiteit

Jaaroverzicht Sportdeelname

Sportief bewegen met osteoporose. Osteoporose

Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning. Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Effectief Actief interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2013 MSI

Burgerpanel Zeewolde. Resultaten peiling 7: sportbeleving

Projectnummer: 9173 In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam

30 Gezondheid van volwassenen en ouderen in de regio Noord- en Oost-Gelderland

NOC*NSF Sportdeelname Index

SPORTUITGAVEN ONDERZOEK

Sport- en beweeg interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2018

10 Mobiliteitsbeperkingen bij ouderen in de regio Gelre-IJssel

23 65-plussers in de regio Gelre-IJssel. Resultaten van de ouderenmonitor 2010

BEWEGEN IN NEDERLAND

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

Kernboodschappen Gezondheid Hengelo

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

[Geef tekst op] Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Beweegrichtlijnen 2017

26 Bewegen in de regio Gelre-IJssel

V O LW A S S E N E N

Z Vragen over sport- en beweegdeelname

Gemeente Tholen. Tabellenboek

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

Levenslang bewegen. Met goedkoopste medicijn gegarandeerd resultaat

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Gemeente Goes. Tabellenboek

Effectief Actief interventie beschrijving bijlage Menukaart Sportimpuls 2017

LASA Physical Activity Questionnaire (LAPAQ)

% dat vindt dat hij/zij voldoende beweegt jr jr jr. 81% Nederlandse Norm Gezond Bewegen 47% 48% 0% 4-12 jr jr jr.

Effectief Actief interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2013 MSI

BEWEGEN IN NEDERLAND

Sport I.S PORTDEELNAME BIJ. Sportdeelname opnieuw toegenomen Het aandeel volwassenen dat aan sport doet is opnieuw

FACTSHEET GEZONDHEIDSPEILING VOLWASSENEN Resultaten van de gezondheidsenquête onder inwoners van 19 tot 65 jaar in de regio Gooi en Vechtstreek

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Ouderen in Rivierenland

Publiekssamenvatting Onderzoek sportdeelname. Gemeente Zeewolde

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding

Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017?

Stadsmonitor. -thema Sport-

Onderzoeksverslag Behoeftepeiling Sportwijk Nijla n

Bewegen in Nederland

Sport en bewegen door kinderen met een nierziekte

Vervoer in het dagelijks leven

Hoofdstuk 4. Volwassenen

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index

Transcriptie:

INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING Inleiding Lichaamsbeweging kan gezien worden als een relatief goedkope manier om het ontstaan van een aantal belangrijke ziekten, zoals hart- en vaatziekten, ouderdomssuiker, botontkalking en bepaalde vormen van kanker (met name darmkanker), tegen te gaan. Bovendien kan het een sociale functie hebben en kan het de zelfredzaamheid en mobiliteit van (chronisch zieke) ouderen verbeteren en psychische problemen, zoals bijvoorbeeld eenzaamheid, verminderen (1). Volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen zouden 55-plussers vijf tot zeven dagen per week minimaal dertig minuten lichamelijke inspanning moeten verrichten om een positief effect op hun gezondheid te bewerkstelligen. Daarbij kan men denken aan sporten zoals zwemmen of fietsen, maar ook aan andere lichaamsbeweging zoals klussen of tuinieren (1). Ouderen in Noord- en Midden-Limburg Met de Gezondheidsenquête 2003 heeft de GGD het beweegpatroon van zelfstandig wonende 55-75 jarigen in Noord- en Midden-Limburg geïnventariseerd (tabel 1 en 2). Slechts iets meer dan eenderde van de 55-75 jarigen voldeed aan de beweegnorm. Eenzelfde deel beweegt wekelijks, maar onder de norm en ongeveer één op de vijf ouderen in Noord- en Midden-Limburg beweegt minder dan 1x per week. Ten opzichte van 1998 is het beweegpatroon van de ouderen bovendien afgenomen (tabel1). Lichaamsbeweging in Nederland In Nederland zegt bijna de helft van de 55-plussers aan sport te doen, vooral zwemmen, fietsen en wandelen. Hoe ouder men wordt, hoe minder men sport (tabel 3). Het zijn vooral vrouwen en 65- plussers die vaker zijn gaan sporten (figuur 1). Een kwart van de sportende 55-plussers sport wekelijks. Gemiddeld sport men ongeveer drie keer per maand (1). Slechts enkele ouderen doen aan team- of duosport. Ook sporten ouderen zelden in verenigingsverband. Dit hoeft echter niet te betekenen dat zij niet samen met anderen sporten (1). Voor wat betreft de andere vormen van lichaamsbeweging dan sport zegt ongeveer driekwart van de 55-74 jarigen en ruim de helft van de 75-plussers minimaal 1 uur per week te klussen, tuinieren, fietsen of wandelen (tabel 4)(1). Ongeveer 20% van de Nederlandse 55-64 jarigen en 31% van de 65-74 jarigen in Nederland voldoet 1 aan het beweegadvies voor hun leeftijd (tabel 5). Hoe ouder men wordt, hoe vaker men niet meer aan dit beweegadvies voldoet (1). Ouderen, lager opgeleiden, weduwen/weduwnaars, werklozen, arbeidsongeschikten en chronisch zieken bewegen het minst. Preventieactiviteiten Meer bewegen is één van de pijlers van een gezonde leefstijl. Het is belangrijk om al op jonge leeftijd te beginnen met lichaamsbeweging en dit ook op oudere leeftijd te blijven doen. Lichaamsbeweging wordt bij voorkeur geïntegreerd in de dagelijkse bezigheden (1). Stimuleren van lichaamsbeweging voor ouderen heeft de grootste kans van slagen als het wordt aangepakt via een stappenplan met aandacht voor eigen-effectiviteit, sociale steun, ervaren fitheid en plezier in bewegen. In geval van sportstimulering vereist het een continue en gefaseerde aanpak waarbij de context van het beweegprogramma (lesgever, locatie, tijd) zo veel mogelijk moet worden gevarieerd en aangepast aan de individuele deelnemer (4). In combinatie met gezonde voeding heeft bewegen een belangrijk aandeel in het voorkomen en bestrijden van overgewicht, wat één van de speerpunten is van het rijksbeleid. Gemeenten en Lokaal Gezondheidsbeleid Veel gemeenten voeren reeds een sport- (stimulerings)beleid uit. Speerpunten daarin zijn toegankelijkheid van beweeg- en sportactiviteiten voor iedereen. Het beleid is dan ook gericht op de realisatie van de randvoorwaarden hiervan, zoals het (op maat) aanbieden van voldoende, gevarieerde en recreatieve bewegingsactiviteiten voor ouderen, kwalitatief goede begeleiding/instructie daarbij en goede bereikbaarheid en onderhoud van sportvoorzieningen en accommodaties. Gemeenten kunnen binnen hun lokale gezondheidsbeleid aansluiting zoeken bij de bestaande beleidsplannen en initiatieven van de gemeentelijke sportafdeling. INFOKAART GGD Noord- en Midden-Limburg / ouderen en lichaamsbeweging juni 2005

Bronnen 1. Sociaal en Cultureel Planbureau. Rapportage ouderen 2001. Veranderingen in de leefsituatie. M.M.Y. de Klerk 2. GGD Midden-Limburg. Gezondheidsenquête 1998. Regionaal rapport Midden-Limburg. Roermond: GGD Midden-Limburg, 2001. 3. GGD Noord-Limburg. Gezondheidsenquête 1998. Regionaal rapport Noord-Limburg. Venlo: GGD Noord-Limburg, 2001. 4. Jansen J. et al. Centrum voor Volksgezondheid Toekomst Verkenningen. Tijd voor gezond gedrag. Bevordering van gezond gedrag bij specifieke groepen. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2002. Colofon: GGD Noord- en Midden-Limburg Contactpersoon: drs. Cyrille Terstegge, epidemioloog Postbus 1150 / 5900 BD Venlo / www.ggdnml.nl 2 INFOKAART GGD Noord- en Midden-Limburg / ouderen en lichaamsbeweging juni 2005

Tabel 1. Lichaamsbeweging bij zelfstandig wonende 55-75 jarigen in Noord- en Midden- Limburg, 1998 en 2003 55-75 jarigen in Noord- en Midden-Limburg Mannen (%) Vrouwen (%) 1998 2003 1998 2003 n=593 n=967 n=636 n=997 Hoe vaak sport u per week? (geen denksporten) ik sport niet 66 65 60 59 minder dan 1x per week 5 5 3 4 1x per week of vaker 29 30 38 37 Hoe vaak doet u per week aan actieve lichaamsbeweging anders dan sporten (bijv. tuinieren, wandelen, fietsen, (volks)dansen) niet of nauwelijks 18 22 19 24 minder dan 1x per week 5 8 4 6 1x per week of vaker 77 70 78 70 Voldoet aan de beweegnorm *) 48 39 46 37 Beweegt minder dan 1x per week (voldoet niet aan de norm) 18 22 15 23 Beweegt wekelijks maar onder de beweegnorm 34 39 39 40 *) Om de beweegnorm te bepalen worden sport en bewegen bij elkaar opgeteld: iemand voldoet alleen aan de norm bij minimaal 5 keer per week sporten/bewegen én minimaal 150 minuten per week. Gegevens zijn een bewerking van: GGD Midden-Limburg. Gezondheidsenquête 1998. Regionaal rapport Midden-Limburg. Roermond: GGD Midden- Limburg, 2001. GGD Noord-Limburg. Gezondheidsenquête 1998. Regionaal rapport Noord-Limburg. Venlo: GGD Noord- Limburg, 2001. Platform GGD-epidemiologie Limburg. De tweede Limburgse Gezondheidsenquête, 2003. Tabel 2. Frequentie en duur lichaamsbeweging bij zelfstandig wonende 55-75 jarigen in Noorden Midden Limburg, 2003 55-75 jarigen in Noord- en Midden- Limburg Mannen (%) Vrouwen (%) n=967 n=997 Frequentie sporten per week (bij minimaal 1x per week) 1 keer 36 48 2 keer 37 29 3 of 4 keer 21 18 5 keer of vaker 6 5 Duur sporten per keer (bij minimaal 1x per week) maximaal een halfuur 6 9 een halfuur tot een uur 7 11 één tot anderhalf uur 50 67 meer dan anderhalf uur 37 13 Frequentie andere lichaamsbeweging (minimaal 1x per week) 1 keer 9 11 2 keer 21 20 3 of 4 keer 28 32 5 keer of vaker 42 37 Duur andere lichaamsbeweging per keer (bij minimaal 1x per week) maximaal een halfuur 21 34 een halfuur tot een uur 11 10 één tot anderhalf uur 26 33 meer dan anderhalf uur 42 23 Gegevens zijn een bewerking van: GGD Midden-Limburg. Gezondheidsenquête 1998. Regionaal rapport Midden-Limburg. Roermond: GGD Midden- Limburg, 2001. GGD Noord-Limburg. Gezondheidsenquête 1998. Regionaal rapport Noord-Limburg. Venlo: GGD Noord-Limburg, 2001. Platform GGD-epidemiologie Limburg. De tweede Limburgse Gezondheidsenquête, 2003.

Tabel 3: Veelbeoefende sporten door ouderen in Nederland, 1999 55-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar % % % Zwemmen 21 18 6 Toerfietsen, wielrennen 22 14 5 Wandelsport 17 12 4 Tennis 8 4 1 Fitness, aerobics 7 3 1 Gymnastiek, turnen 6 8 6 Balsporten 1) 5 2 1 Trimmen, joggen 4 2 1 1) Veldvoetbal, zaalvoetbal, handbal, hockey, volleybal, korfbal, basketbal, softbal, honkbal Tabel 4: Deelname aan andere lichaamsbeweging dan sporten (minimaal 1 uur per week), in Nederland 1996 Mannen Vrouwen 55-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar % % % % % % Klussen 63 62 32 28 18 9 Tuinieren 62 60 42 59 46 24 Fietsen *) 46 35 26 55 32 21 Wandelen *) 37 35 33 50 39 32 1 van deze activiteiten 82 79 62 81 70 48 *) dit betreft lopen/fietsen van en naar werk, school, winkels, verenigingen. Tabel 5. Aandeel dat volgens de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen actief, minder actief of inactief is op basis van sportieve activiteiten,in Nederland 1996/1997 Leeftijdscategorie Norm-actief b) Semi-actief b) Niet-actief 55-59 jaar 20 42 38 60-64 jaar 24 40 37 65-69 jaar 31 29 40 70-74 jaar 31 18 52 75 jaar 18 12 71 a) Gevraagd is of mensen aan sport of een andere vorm van lichaamsbeweging doen. Als voorbeelden werden genoemd tennis, handbal, gymnastiek, fitness, schaatsen, zwemmen, wandelen of fietsen in de vrije tijd, joggen, dansen, in de tuin werken. b) Norm-actief wil zeggen dat mensen voldoende bewegen om aan Nederlandse norm gezond bewegen te voldoen. Semi-actief betekent dat personen wel aan sport of sportieve beweging doen, maar niet intensief genoeg om aan de norm te voldoen.

Figuur 1: Aandeel sportbeoefenaars bij ouderen en index *) in Nederland 1983-1999. 100 90 80 % sportbeoefenaars 70 60 50 40 30 20 45 53 29 39 38 58 22 34 1983 1999 10 0 55-64 jaar 65 jaar en ouder 55-64 jaar 65 jaar en ouder mannen mannen vrouwen vrouwen *) de index geeft de verandering aan in het percentage sportbeoefenaars tussen 1983 en 1999, waarbij 1983 gesteld is op 100. Als de index 118 is, betekent dit een stijging in het percentage sportbeoefenaars van 18%.