De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.



Vergelijkbare documenten
de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen

R e g i s t r a t i e k a m e r. Gemeente Doetinchem

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wetgevingsadvies AMvB wijziging Besluit SUWI

R e g i s t r a t i e k a m e r. Burgemeester en wethouders van gemeente X

31 mei 2012 z

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

R e g i s t r a t i e k a m e r. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.

Stichting RDC. Informatieverplichting

De voorgestelde wijziging in artikel I B geven het CBP aanleiding tot het maken van de volgende op- en aanmerkingen.

Ons kenmerk z Contactpersoon Onderwerp Wetgevingsadvies Wet wijziging financieringsstelsel kinderopvang

R e g i s t r a t i e k a m e r. Regiopolitie Gooi- en Vechtstreek

In de werkgroep over DIS/TTP heeft het CBP in meerdere instanties nadrukkelijk op deze aandachtspunten gewezen.

De minister voor Wonen en Rijksdienst. Postbus XP Den Haag. Geachte,

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 4 mei Ons kenmerk 98.V Onderwerp standpunt over gegevensverstrekking

R e g i s t r a t i e k a m e r

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt.

R e g i s t r a t i e k a m e r. Advocatenkantoor. ..'s-gravenhage, 2 november Ons kenmerk 98.V Onderwerp Due diligence

R e g i s t r a t i e k a m e r. Sociale Verzekeringsbank. 31 augustus

R e g i s t r a t i e k a m e r. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid advies inzake concept-wetsvoorstel Invoeringswet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Kennedy Van der Laan. Dhr. R. Paping. H.H. de Vries. Nederlandse Woonbond / Privacy. 6 maart /HVR/792435

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wijziging in SZW wetgeving

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling ONS KENMERK z

R e g i s t r a t i e k a m e r. Ministerie van VROM. 8 juli 1999, kenmerk HIS mr. J. de Zeeuw

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V.

Een Wooncentrum. Prins Clauslaan 20 Uw brief Postbus Bijlagen 2

Winkelier. Winkelier creditcard; definitieve bevindingen

A Pensioen. Bij brief van 24 maart 1999 heeft u de Registratiekamer verzocht om een standpunt te geven over de volgende situatie.

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 20 februari Ons kenmerk z Onderwerp

7 november 2000, SUWI/SEC/00/351 mr. A.de Heij, drs. N.van Seumeren

Ons kenmerk z Contactpersoon

R e g i s t r a t i e k a m e r. Arrondissementale Stafdienst

UB/S/2007/12795/ / /193 T-toets amvb in het kader van eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 27 december Ons kenmerk 99.O Onderwerp Monitoring computernetwerk

NVAB. A. ter Linden en N.M. van Seumeren

Ons kenmerk z Onderwerp Wetgevingsadvies Tijdelijk besluit experiment vervroegde inzet no-risk polis

rechtmatigheid POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

R e g i s t r a t i e k a m e r. Holding UVI Z. ..'s-gravenhage, 29 april Ons kenmerk 98\ Onderwerp Gebruik persoonsgegevens

de Minister van VWS concept wetsvoorstel structurele maatregel wanbetalers

De minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG. Wetgevingsadvies invoering flexibel cameratoezicht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn. Advies conceptwijziging Besluit gebruik BSN in de zorg

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV DEN HAAG. Wetgevingsadvies lagere regelgeving Quotumwet.

Ons kenmerk z Onderwerp Verzoek om wetgevingsadvies onderdelen Wijzigingswet financiële markten 2018

Ons kenmerk. Uw briefvan 22 februari Contactpersoon

verklaring omtrent rechtmatigheid

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 14 juni Ons kenmerk z Onderwerp Rouwkrant en privacybescherming

R e g i s t r a t i e k a m e r. OR van een computerbedrijf

R e g i s t r a t i e k a m e r. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

NBVA. 6 februari 2001diversemr. R. Wishaw, mw. mr. C. Zandee

's-gravenhage, 31 januari 1997 Ons kenmerk 96.A Onderwerp gecontroleerde afgifte kentekenplaten en persoonsregistratie

509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader

Uit artikel 24 Wbp volgt dat het gebruik van wettelijke identificatienummers, zoals het BSN, een wettelijke grondslag moet hebben.

Ministerie van Justitie en Veiligheid

VNG: Referentiemodellen Gegevensuitwisseling Jeugddomein. Concept, 30 september 2014.

Bevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt:

No.W /III 's-gravenhage, 23 juni 2011

Datum 3 oktober 2014 Onderwerp Berichtgeving over verzamelen gegevens door Belastingdienst en uitwisselen met andere overheidsinstanties

het College van procureurs-generaal t.a.v. de heer mr J.L. de Wijkerslooth Postbus EH Den Haag

23 april 2001, BPR2001/u64104 mr. drs. A.C.M. de Heij

R e g i s t r a t i e k a m e r. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

de minister voor Jeugd en Gezin Ontwerpbesluit verwijsindex risicojongeren

Op grond van de verstrekte informatie concludeert het CBP dat de FAD voornemens is het Protocol op een aantal punten te wijzigen.

Ad 2. Verbetering regeling identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden Dit onderdeel van het wetsvoorstel bevat drie wijzigingen.

B Sociale Verzekeringsbank Voorzitter Raad van Bestuur

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk z Contactpersoon

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer PG/BD FTZ sw drs. S. Windt (035)

Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting ).

R e g i s t r a t i e k a m e r. De Minister van Justitie

Ons kenmerk z Contactpersoon

De Minister van Justitie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties T.a.v. de directeur Woon- en Leefomgeving

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Met deze brief voldoet het CBP aan uw verzoek. In dit advies zullen beide voorstellen in onderlinge samenhang worden behandeld.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Advies wetsvoorstel gebruik camerabeelden en meldplicht datalekken.

Ons kenmerk z Onderwerp Definitief oordeel onderzoek "publicatie wietadressen op internet" gemeente Renkum

Agentschap BPR DGBK/BPR

Onderwerp Vaststellen Verordening basisregistratie personen Tytsjerksteradiel 2014

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wijziging Ziekenfondswet en AWBZ

Klacht Op grond van de door verzoeker verstrekte gegevens is de klacht als volgt geformuleerd:

Minister van Financiën. Postbus EE Den Haag

Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

R e g i s t r a t i e k a m e r. Landelijk instituut sociale verzekeringen. 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren

Sociale Zaken en Werkgelegenheid ONS KENMERK z van de Tweede Kamer der Staten Generaal

De Minister van Economische Zaken. Advies over de novelle behorende bij het wetvoorstel 31374

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Advies concept wetsvoorstel Basisregistratie Ondergrond. Geachte,

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nederlands Instituut van Psychologen inzagerecht testgegevens

Protocol Huisbezoek 2015

Raadsvoorstel Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen

het Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hoofddirectie bestuurlijke en juridische zaken Postbus EX DEN HAAG

Afdeling Werk en Inkomen Gemeente Enschede

Transcriptie:

R e g i s t r a t i e k a m e r Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid..'s-Gravenhage, 19 januari 1999.. Onderwerp AMvB informatieplicht banken Bij brief van 8 oktober 1998 heeft u de Registratiekamer gevraagd om advies over de concept AMvB die is opgesteld met het doel de informatieplichtige instanties uit artikel 122 Algemene bijstandswet (Abw) en artikel 45 IOAW en artikel 45 IOAZ, uit te breiden met de banken. Onder de huidige Abw ontbreekt de mogelijkheid voor sociale diensten om structureel informatie van banken te verkrijgen om het vermogensbezit te controleren. De AMvB moet daarin verandering brengen. Uitgangspunt van het concept is dat sociale diensten de rentegegevens en bankrekeningnummers van hun cliënten verkrijgen via de Belastingdienst. Tevens wordt de mogelijkheid geboden aan de sociale diensten om de banken rechtstreeks te benaderen. De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek. Voorgeschiedenis In 1994 werd de Nota van Wijziging van het wetsvoorstel Herinrichting van de Algemene Bijstandswet (Algemene bijstandswet) aan de Tweede Kamer aangeboden. In deze nota van wijziging werd een bepaling voorgesteld waarin inlichtingenverplichtingen werden vastgelegd voor derden om persoonsgegevens te verstrekken aan het college van burgemeester en wethouders. Prins Clauslaan 20 Uw brief Postbus 93374 Bijlagen 2509 AJ 's-gravenhage Contactpersoon Tel. 070-3811300 Doorkiesnummer Fax 070-3811301

Blad 2 In artikel 128 van het voorstel (het huidige artikel 122 Algemene bijstandswet) werd tevens de mogelijkheid vastgelegd dat bij algemene maatregel van bestuur een (beperkte) informatieplicht in het leven kon worden geroepen voor nader aan te wijzen instanties. Voor de volledigheid volgt hier de tekst van het huidige artikel 122, zevende lid, Abw: Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere instanties en personen dan genoemd in het eerste en het tweede lid worden aangewezen voor wie de verplichtingen, bedoeld in het eerste tot en met het vijfde lid, eveneens gelden, voor zover het betreft de verstrekking van nader bij algemene maatregel aan te wijzen inlichtingen en opgaven met betrekking tot inkomen en vermogen. In de toelichting bij dit artikel staat te lezen dat het voor de vaststelling van het vermogen of inkomen noodzakelijk kan zijn dat andere instanties -met name banken en verzekeringsinstellingen- worden benaderd. Van belang is een indicatie te krijgen van de mogelijke aanwezigheid van middelen van bestaan. Daarbij is niet aan de orde dat door de verstrekkende instantie inzicht wordt verschaft over de omvang van inkomsten en vermogen of de besteding ervan. Het bevragen van die instanties heeft ten doel na te gaan of de betrokkene een volledig inzicht heeft gegeven in zijn inkomens-en vermogensbestanddelen. Er kunnen immers aanwijzingen zijn die een nader onderzoek op enkele specifieke punten nodig maakt. De belanghebbende zal in zo n geval zelf de bescheiden hieromtrent moeten verstrekken. [ ] Het kabinet is van oordeel dat het bevragen van de laatstgenoemde instanties -mede gezien de aard van de betreffende gegevens- tot een minimum moet worden beperkt en in nader aan te geven situaties moet worden omkleed met extra waarborgen over de persoon die gerechtigd wordt om informatie op te vragen. De aanwijzing van de beperkte inlichtingenplicht voor deze instanties zal hierin worden vormgegeven bij algemene maatregel van bestuur. Tevens zal hierbij worden aangegeven welke gegevens kunnen worden opgevraagd. (Kamerstukken II 1993/94, 22545, nr. 18, pagina 60-61)

Blad 3 Het voorgestelde artikel 128 was voor de Registratiekamer destijds aanleiding om op 26 oktober 1994 advies uit te brengen aan de minister van Justitie en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In dit advies maakt de Registratiekamer haar bezwaren kenbaar over de uitbreiding van de inlichtingenplicht die bij AMvB mogelijk zou zijn. Het regime kon volgens de Registratiekamer daarom gekenschetst worden als een open-einde regeling. De Registratiekamer achtte het voorts vanuit democratisch oogpunt onjuist dat de aanwijzingen van de instanties bij AMvB in plaats van bij wet in formele zin zou kunnen geschieden. Ook is de delegatiebepaling zeer globaal geformuleerd, het gaat om andere personen en instanties en er is niet aangegeven welke informatie dient te worden verstrekt onder welke voorwaarden. Volgens de Registratiekamer voldeed artikel 128 daarmee niet aan de nauwkeurigheidseis die inherent is aan de met de informatieverplichting gepaard gaande inbreuk op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De mogelijkheid van uitbreiding via AMvB bleef gehandhaafd. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid berichtte de Registratiekamer op 23 december 1994 echter wel dat bij de uitwerking in de vorm van een AMvB uitdrukkelijk rekening zal worden gehouden met de vereisten van nauwkeurigheid. In de beoogde AMvB zal nadrukkelijk worden aangegeven welke instanties het betreft en welke gegevens kunnen worden opgevraagd. Het bevragen van de hier bedoelde instanties zal -mede gezien de aard van de betreffende gegevens- in nader aan te geven instanties worden omkleed met extra waarborgen over de persoon die gerechtigd wordt om informatie op te vragen. Aan de verplichting van die instanties kan daarom in aangegeven gevallen de restrictie worden aangebracht dat deze alleen geldt jegens ambtenaren met opsporingsbevoegdheid. De concept AMvB zal ik voor advies voorleggen aan de Registratiekamer.

Blad 4 Beoordeling Een verplichting tot gegevensverstrekking die het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer beperkt, is slechts mogelijk bij of krachtens een wet in formele zin en dient te voldoen aan de criteria die het Europees verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden stelt. Zo zal het voorschrift voldoende nauwkeurig moeten zijn omschreven en adequate en effectieve waarborgen moeten bevatten tegen ongeoorloofde inbreuken. Dit betekent onder andere dat de beperking moet worden gerechtvaardigd door een pressing social need en in overeenstemming moet zijn met de beginselen van proportionaliteit (de beperking mag niet onevenredig zijn in verhouding tot het nagestreefde doel) en subsidiariteit (het nagestreefde doel moet niet op een voor de burger minder ingrijpende wijze kunnen worden bereikt). Het proportionaliteitsvereiste houdt in dat naarmate de inbreuk op de privacy groter is (bijvoorbeeld omdat het gaat om gevoelige gegevens of omdat er tussen de taken van het verstrekkende en ontvangende orgaan slechts een verwijderd verband bestaat), het belang van de gegevensverstrekking concreter zal moeten worden aangetoond. Het subsidiariteitsvereiste houdt in dat ook in concreto duidelijk moet zijn dat andere, minder in de persoonlijke levenssfeer van de burger ingrijpende maatregelen redelijkerwijs niet mogelijk of onvoldoende doeltreffend zouden zijn. De Registratiekamer is van oordeel dat het concept niet voldoet aan deze vereisten en evenmin in overeenstemming is met aan de destijds door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangegeven werkwijze. Uit de toelichting wordt niet duidelijk op grond van welke pressing social need de banken informatieplichtig zouden moeten worden. De beoogde verstrekkingen moeten noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Algemene bijstandswet. De vraag die eerst beantwoord zou moeten worden is waarom er niet kan worden volstaan met de huidige regelingen en mogelijkheden voor de sociale diensten om gegevens te controleren. Zoals u opmerkt is er over dit onderwerp overleg geweest met medewerkers van de Registratiekamer. Tijdens deze bijeenkomsten is van de kant van de Registratiekamer steeds benadrukt dat de belastingdienst aan de sociale diensten reeds verplicht is persoonsgegevens te verstrekken, op grond van artikel 122, eerste lid, onder b, Abw, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze wet.

Blad 5 Naar het oordeel van de Registratiekamer zijn er geen formele beletselen om naast de gegevens die nu reeds verstrekt worden, ook gegevens over het vermogen te verstrekken, die de belastingdienst voor zijn taak verkrijgt van de banken via het Voorschrift informatie fiscus/banken. Verder zijn er uiteraard de mogelijkheden voor de sociale diemsten om in een eventuele opsporingsfase in individuele gevallen gegevens direct bij de betrokken instanties (bijv. de banken) te verkrijgen. Gekozen is in het voorstel voor een constructie waarbij de gegevens via de belastingdienst doorverstrekt worden aan de sociale diensten, en de banken informatieplichtig worden. De Registratiekamer heeft ernstige bezwaren tegen een dergelijke ondoorzichtige en juridisch dubieuze constructie. Voor de bescherming van persoonsgegevens is transparantie van gegevensverwerkingen immers essentieel. De Registratiekamer merkt op dat de gekozen constructie bovendien zeer ondoorzichtig is waar wordt bepaald dat de gegevens door tussenkomst van de belastingdienst kunnen worden verstrekt. In de huidige praktijk geeft de belastingdienst informatie door die hij ten behoeve van de eigen taakuitoefening heeft vergaard. Hiertoe zullen ook de onderhavige gegevens over bankrekeningnummers en rente-inkomsten behoren. Het bij AMvB bepalen dat de belastingdienst als doorgeefluik van informatie aan andere instanties dient, schept echter een precedent waarbij de Registratiekamer vraagtekens plaatst. Grondslag voor de belastingdienst om informatie te vergaren dient toch gevonden te worden in de belastingwetgeving. De voorgestelde constructie is derhalve dubieus en vanuit een oogpunt van transparantie van gegevensverstrekking zeer onwenselijk.

Blad 6 Conclusie De Registratiekamer is van oordeel dat de concept AMvB niet voldoet aan de eisen van artikel 8 EVRM. Niet is aangetoond waarom uitbreiding van de informatieplichtige instanties noodzakelijk zou zijn en waarom niet volstaan kan worden met de huidige inlichtingenplichten, de plicht van de belastingdienst daarbij inbegrepen. Ook is niet voldoende duidelijk gemaakt in welke gevallen welke gegevens moeten worden verstrekt. Verder heeft de Registratiekamer bezwaren tegen de gekozen constructie. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Een kopie van deze brief doe ik toekomen aan de directeur generaal van de Belastingdienst en de Nederlandse Vereniging van Banken. Hoogachtend, Voorzitter Registratiekamer