BESLUIT VAN 21 FEBRUARI 2013: GEWIJZIGDE BEREKENINGSMETHODE VANAF 1 JANUARI 2014



Vergelijkbare documenten
Implementatie van de Epicoolstudie in de EPB-berekeningsmethode

EPB-aangifte. EPW-formulier. Woning G-2009_4806/EP02565/A001/D01/SD001. Dossiernaam: V120 Babalola - Vervenne

EPB-aangifte. EPW-formulier. Woning G-2009/184/EP05153/M843/D01/SD001. Ontvangstdatum: 25/02/2010 EPB-sofware versie

Hulpenergie in de EPW

Hulpenergie in de EPW

Hulpenergie en bevochtiging in de EPU

Hulpenergie en bevochtiging in de EPU

EPB-aangifte. EPW-formulier. Appartement 5de en 6de verdieping G-2011_48151/EP14486/A001/D06/SD001

EPB-aangifte. EPW-formulier. Appartement G-RO2013/0406/EP02967/A629/D01/SD008. Ontvangstdatum: 10/03/2016 EPBSoftware versie

Module 4.4. Koeling in EPU. Versie 2.0

"EPW 1 "-BEREKENINGSMETHODE GEWIJZIGD VANAF 1 JULI 2017

EPW: Synthese E-peil berekening

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2015

Hoofdstukkenoverzicht EPW

de maandelijkse effectiviteit van het betreffende voorkoelsysteem, zoals hieronder bepaald (-);

Oververhitting en koeling

Bijlage 1 - Bepaling van de reductiefactoren voor warmteterugwinning uit de doucheafloop

Oververhitting en koeling

Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2017

Bijlage 5 Testomstandigheden voor bepaling van de COP test en aanvullende bepalingen voor berekening van de SPF voor warmtepompen

Bijlage VI : Bepalingsmethode van het peil van primair energieverbruik van kantoor- en schoolgebouwen

Inhoud. Warmtepompen in EPB-software. Warmtepompplatform Symposium. EPB-software E-peil Warmtepomp E-peil. SPF in EPB EPB-voorbeeld Besluit

EPB-SOFTWARE BRUSSEL

EPW 1 EN EPN 2 -BEREKENINGSMETHODES GEWIJZIGD VANAF 1 JANUARI 2019

Koeling in de herziene EPCbepaling:

Module 4.7. EPU: Synthese. versie 2.0

Voor de projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend werd van 1/01/2014 tot 31/12/2014

Energiebesparende maatregelen

EPB SOFTWARE. Bijgewerkte versie 3.0

Hoofdstukkenoverzicht EPU

«EPW 1» EN «EPN 2»-BEREKENINGSMETHODES GEWIJZIGD VANAF 1 JANUARI 2018

EPW 1 EN EPN 2 -BEREKENINGSMETHODES GEWIJZIGD VANAF 1 JANUARI 2019

D2Recool. Duurzaam klimaatsysteem voor een comfortabel binnenklimaat. Product informatie

Voor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/7/2017

De nieuwe Energieprestatieregelgeving (EPB) voor retailgebouwen vanaf 2016 Lore Stevens

Energiebesparende maatregelen

Ruimteverwarming EPW: netto energiebehoefte

Beschrijving prioriteiten EPB-platform onderzoeksagenda

Module 3.4. EPW: warm tapwater. Versie 2.0

12. Energiebesparende maatregelen

11. Maatregelenpakketten

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Module 3: ENERGIETECHNIEK 3.3 Bescherming tegen oververhitting. Opleiding tot EPB-adviseur

Bijlage XVIII EPN methode BEREKENING VAN HET PRIMAIR ENERGIEVERBRUIK VAN NIET-RESIDENTIËLE EENHEDEN 1 INLEIDING... 6

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

EPB-software 3G nieuwe versie 7.0.1

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

Bijlage III : EPU METHODE VOOR EPB-EENHEDEN KANTOREN EN DIENSTEN EN ONDERWIJS. 1 Inleiding Definitie van de gebruiksoppervlakte...

Bijlage VI EPN methode BEREKENING VAN HET PEIL VAN PRIMAIR ENERGIEVERBRUIK VAN NIET-RESIDENTIËLE EENHEDEN 1 INLEIDING... 6

Hoe moet het elektrisch hulpenergieverbruik van de ventilatoren in ventiloconvectoren ingegeven worden in een EPW-project?

INSPECTIEPROTOCOL. Inhoudelijke wijzigingen t.a.v. versie 01/07/2017

Koelen zonder airco? Cool!

EPW-methode EPB. EPW-methode. Het karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik. Overzicht van de EPW-methode VEA 1

Bijlage 3 - Inrekenen van een combilus in het kader van de EPB-regelgeving

Bijlage VI Bepalingsmethode van het peil van primair energieverbruik van kantoor- en schoolgebouwen

Mogelijkheden tot het verlagen van het E-peil

Invoer van warmtepompen voor ruimteverwarming op basis van ecodesigngegevens

Belgisch Staatsblad dd

De energieprestatieregelgeving (EPB) voor niet-residentiële gebouwen vanaf 2017

EPB-software 3G nieuwe versie 8.0.4


EPB-software 3G Bugs in de versie 9.0.0

Bijlage 1. Bijlage II : EPW METHODE VOOR EPB-EENHEDEN WOONEENHEID. Inhoud

Elektrische warmtepompen in de energieprestatieregelgeving

Bijkomende specificaties voor de technische installaties en de hygiënische ventilatie bij ingrijpende energetische renovaties

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Verdyn & Verdyn Cool. Plug and play. Hoog rendement warmte terugwinning. Energiezuinige ventilatoren. Hoge COP. HR-balansventilatie units

Extra oefenopgaven bij hoofdstuk 5 en 6

Aardwarmte / Luchtwarmte

Voor de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning ingediend van 1/7/2011 tot 31/12/2013

Berekeningsmodel voorbeeldwoning volgens EPB-software

Minder, anders en efficiënter

OPTIMALISERING VAN HET PRIMAIRE ENERGIEVERBRUIK (PEV) VAN EEN WOONEENHEID

BEN (t) U nog mee? Energie,- Prestatie & Binnenklimaat. Ing. Kristof Houben

Verwarming en ventilatie

Bijlage 1: voorstel van methode voor het indelen van een gebouw

Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem. uw nieuwe. woning

energieprestatiecertificaat

Benelux Seminarie oktober Vergelijking van berekeningsmethodes: Case Nederland Vlaanderen

RENEWABLE COOLING: Wat weten we? Halen we de doelen voor 2020?

Inhoud Daikin en Epb... 1 Inhoud... 1

INFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Ruimteverwarming EPU: van netto energiebehoefte naar primair verbruik

Mogelijkheden tot het verlagen van het E-peil

Verwarming in de herziene EPC-bepaling: wat gaat er veranderen?

Het ABC van de energieprestatieregelgeving

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies

De EPB 2015, anderhalf jaar later

Cooling & Heating Innovations

Leidschenhof Den Haag. Uitgebreide omschrijving WKO

EPC berekening. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel

Itho Daalderop 0,EPC formule. nieuwbouw. totaalformule

DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP

Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem A++ Uw nieuwe woning

Toelichtingsdocument: potentieel voor intensieve ventilatie

2017 EVOLUTIES VAN DE REGELGEVING EPB- WERKZAAMHEDEN

De regelgeving "EPBwerken

EPB-software 3G nieuwe versie 6.5.0

Transcriptie:

BESLUIT VAN 21 FEBRUARI 2013: GEWIJZIGDE BEREKENINGSMETHODE VANAF 1 JANUARI 2014 Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van 1. INLEIDING Op 21 februari heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering een besluit goedgekeurd houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014. De bijlagen IX, X en XI van dit besluit vervangen de bijlagen II, III e 1 n IV van het besluit van 21 december 2007 van de BHG tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en binnenklimaat van In deze infofiche worden de belangrijkste aanpassingen aan de berekeningsmethode toegelicht. De afkorting EPW verwijst naar de berekeningsmethode voor EPB-eenheden Wooneenheden. De afkorting EPU verwijst naar de berekeningsmethode voor EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs. 2. INVOER IN DE SOFTWARE De gewijzigde berekeningsmethode is geïntegreerd in de EPB-software versie 4.0. Deze versie bevat twee rekenmodules. Als de indiening van de vergunningsaanvraag in de periode voor 1 jan 2014 gebeurt, wordt met de berekeningsmethode gerekend zoals beschreven in bijlagen 1 en 2 van het wijzigingsbesluit van 5 mei 2011. Als de indiening van de vergunningsaanvraag in de periode na 1 jan 2014 gebeurt, wordt met de gewijzigde berekeningsmethode gerekend zoals beschreven in bijlagen IX en XI van het wijzigingsbesluit van 21 februari 2013. 3. WIJZIGINGEN AAN DE BEREKENINGSMETHODE 3.1. VENTILATIEVERLIEZEN ( EPW EN EPU) Voor de EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs werden de formules voor de warmteoverdrachtscoëfficiënt door ventilatie herschreven en uitgebreid. Voor de koelberekeningen wordt er vanaf 2014 rekening gehouden met: - In/exfiltratie - Hygiënische ventilatie - Voorverwarming van de ventilatielucht (warmteterugwinning) - Voorkoeling van de ventilatielucht - Vraaggestuurde ventilatie - Nachtkoeling De laatste drie termen zijn nieuw vanaf 2014. De temperatuur van de toegevoerde buitenlucht bij koelberekeningen θ e,v,cool,m werd ook aangepast voor natuurlijke ventilatie (systeem A) en mechanische afvoerventilatie (systeem C) 2. De numerieke parameters bij de bepaling van de benuttingsfactor voor ruimtekoeling b 0,cool en 0,cool werden ook gewijzigd. 3 Voor de EPB-eenheden Wooneenheden werden de formules voor de warmteoverdrachtscoëfficiënt door ventilatie eveneens herschreven en uitgebreid. Voor de koelberekeningen wordt er vanaf 2014 rekening gehouden met: - In/exfiltratie - Hygiënische ventilatie 1 Vervangen door bijlagen 1 en 2 van het besluit van 5 mei 2011 2 Zie Tabel 1 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van 3 Zie Tabel 2 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van PAGINA 1 VAN 5 INFOFICHE_ENERGIE_NL.DOC - 29/03/2013

- Voorverwarming van de ventilatielucht (warmteterugwinning) - Voorkoeling van de ventilatielucht - Vraaggestuurde ventilatie - Intensieve ventilatie door opengaande vensters Enkel voorkoeling van de ventilatielucht is nieuw vanaf 2014. 3.1.1. Voorkoeling van de ventilatielucht (EPW en EPU) Voor de EPB-eenheden Wooneenheden, de EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs is er een vermenigvuldigingsfactor r precool,seci,m toegevoegd voor de bepaling van warmteoverdrachtscoëfficiënt door hygiënische ventilatie voor de koelberekeningen en de bepaling van de oververhittingsindicator. 4 Voorkoeling van ventilatielucht kan met behulp van: - Een aarde-water warmtewisselaar 5 - Een aarde-lucht warmtewisselaar ( canadese put ) 6 - Verdampingskoeling 7 Voorkoeling van de ventilatielucht verhoogt de ventilatieverliezen en zorgt bijgevolg voor een daling van het energieverbruik voor koeling en een daling van de oververhittingsindicator voor Wooneenheden. 3.1.2. Vermenigvuldigingsfactor voor het hygiënisch ventilatiedebiet (EPW) Voor de EPB-eenheden Wooneenheden wordt vanaf 2014 de vermenigvuldigingsfactor m seci opgesplitst in m heat,seci, m cool, seci en m overh,seci, voor respectievelijk de verwarmingsberekeningen, de koelberekeningen en de bepaling van de oververhittingsindicator. De waarde bepaald met de gedetailleerde methode (bijlage B van bijlage IX) is gelijk voor de drie manieren van berekenen. De waarde bij ontstentenis voor m heat,seci is 1.5, de waarde bij ontstentenis voor m cool, seci en m overh,seci is gelijk aan 1.0. 3.1.3. Vraaggestuurde ventilatiesystemen (EPU) Voor de EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs is er een reductiefactor f reduc,vent toegevoegd in de formule voor de bepaling van warmteoverdrachtscoëfficiënt door hygiënische ventilatie voor de koelberekeningen 8. De waarde bij ontstentenis voor f reduc,vent is 1. Voor vraaggestuurde ventilatiesystemen kunnen er gunstigere waarden bepaald worden volgens bijlage 5 van het ministerieel besluit houdende uitvoering van bijlagen IX en X van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 (hierna MB bijlagen genoemd, in loop van goedkeuring). Vraaggestuurde ventilatie vermindert de ventilatieverliezen en bijgevolg voor een daling van het energieverbruik voor verwarming en een stijging van het energieverbruik voor koeling. 3.1.4. In/exfiltratieverliezen voor de koelberekeningen (EPU) Voor de EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs werd de waarde bij ontstentenis voor het lekdebiet bij 50Pa per eenheid oppervlakte ( v 50 ) gewijzigd van 12 naar 0 m³/(h.m²). 9 3.1.5. Nachtkoeling voor de koelberekeningen (EPU) Voor de EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs wordt er een warmteoverdrachtscoëfficiënt bepaald voor de natuurlijke of mechanische nachtkoeling. Deze is o.a in functie van het ontwerptoevoerdebiet van nachtventilatie.10 Nachtkoeling verhoogt de ventilatieverliezen en zorgt bijgevolg voor een daling van het energieverbruik voor koeling. 4 Zie paragraaf 5.5.3.2 uit bijlage X en paragraaf 7.8.4 uit bijlage IX bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van 5 Zie bijlage B.2 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van 6 Zie bijlage 4 bij het ministerieel besluit (in loop van goedkeuring) houdende uitvoering van bijlagen IX en X van het besluit van de Brusselse gebouwen 7 Zie bijlage B.3 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van 8 Zie paragraaf 5.5.2.2 en 5.5.3.2 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 9 Zie paragraaf 5.5.3.1.1 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 10 Zie paragraaf 5.5.3.1.2 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse

3.2. OPWEKKINGSRENDEMENT VOOR KOELING (EPU) Dit onderdeel van de EPB-rekenmethode werd volledig herwerkt en verfijnd. Voor EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs wordt vanaf 1 jan 2014 onderscheid gemaakt tussen drie soorten koudeleveranciers: - Compressiekoelmachines - Thermisch aangedreven koelmachines - Geo-cooling open systeem 3.2.1. Compressiekoelmachines Waar voorheen het opwekkingsrendement voor compressiekoelmachines gelijk was aan de prestatiecoëfficiënt EER test, wordt vanaf 1 jan 2014 een formule toegepast waarin naast de prestatiecoëfficiënt EER nom, de deellastfactor f PL en de temperatuurfactor f θ,m voorkomen 11. De deellastfactor is in functie van o.a de seizoensprestatiecoëfficiënt SEER. De temperatuurfactor is afhankelijk van het type compressor en het verschil van de temperatuursverhoudingen tussen condensor en verdamper in het werkingspunt en het nominaal werkingspunt. Zo zal bijvoorbeeld een systeem met koelplafonds een hoger rendement hebben dan een systeem met ventiloconvectoren. 3.2.2. Thermisch aangedreven koelmachines De formule voor het opwekkingsrendement van thermisch aangedreven koelmachines werd aangepast. Vanaf 1 jan 2014 dient de prestatiecoëfficiënt EER nom bepaald te worden volgens ARI Standard 560-2000 12. 3.2.3. Geo-cooling open systeem Geo-cooling open systeem slaat op een koudeleverancier die de koude rechtstreeks uit de grondwaterlaag onttrekt doormiddel van een pomp (dus zonder tussenkomst van een koelmachine of een warmtepomp in reversibele werkingsmodus). Voor 2014 werd hieraan een opwekkingsrendement van 12 toegekend. Aangezien hier geen tussenkomst is van een koelmachine is er sprake van free-chilling 13 en wordt er dus geen opwekkingsrendement bepaald. Het energieverbruik van de pompen wordt ingerekend bij het hulpenergieverbruik. 14 3.3. FREE-CHILLING (EPU) Voor EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs wordt vanaf 1 jan 2014 het begrip freechilling geïntroduceerd. Dit is een vorm van koeling waarbij het koelwater van een koelsysteem gekoeld wordt zonder gebruik te maken van een koelmachine. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 3 vormen van free-chilling: free-chilling door lucht: maakt gebruikt van lucht als koudebron, het koelwater wordt gekoeld door middel van een koeltoren of een droge koeler geo-cooling / gesloten systemen: gebruiken de bodem als koudebron, het koelwater wordt gekoeld door gebruik te maken van één of meerdere ingegraven warmtewisselaars geo-cooling / open systemen: gebruiken een grondwaterlaag als koudebron, het koelwater wordt gekoeld door gebruik te maken van grondwater dat opgepompt en teruggevoerd wordt De eerste twee vormen van free-chilling worden slechts beschouwd in combinatie met een koelmachine. Op het moment dat het koelwater gekoeld wordt zonder tussenkomst van een koelmachine is geen energieverbruik van de koelmachine(s), enkel hulpenergieverbruik voor de pompen en/of ventilatoren. Er wordt dus een fractie f cool,m,free,(n)pref van de totaal opgewekte energie door de koudeleverancier(s) in free-chilling mode bepaald 15. Hoe hoger deze fractie, hoe groter het aandeel free-chilling en hoe lager het energieverbruik voor koeling. 11 Zie paragraaf 7.5.2 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 12 Zie paragraaf 7.5.2 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 13 Zie paragraaf 7.2.2 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 14 Zie paragraaf 8.4 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse gebouwen 15 Zie paragraaf 7.4 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse

3.4. HULPENERGIEVERBRUIK (EPU) Voor EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs werd de methode voor de bepaling van het hulpenergieverbruik uitgebreid. 3.4.1. Extra elektriciteitsverbruik voor koelmachines 16 Bij koelmachines kan er een elektrisch hulpenergieverbruik voor het koelen van de machine zijn. Het gaat hier om circulatiepompen langs de condensorzijde, pulverisatiepompen en ventilatoren van koeltorens of circulatiepompen van de sorptievloeistof van thermisch aangedreven koelmachines. Vanaf 2014 wordt dit extra hulpenergieverbruik ingerekend. Merk op dat niet alle koelmachines extra hulpenergieverbuik hebben. Zo is het verbruik van de ventilator van een luchtgekoelde klimaatregelaar (monoblok) opgenomen in de prestatiecoëfficiënt EER nom. 3.4.2. Extra elektriciteitsverbruik voor free-chilling 17 Een koudeleverancier die in free-chilling mode werkt verbruikt enkel energie voor pompen en/of koeltorens. Ook het elektriciteitsverbruik van de pompen van een geo-cooling open systeem valt onder deze paragraaf. 3.4.3. Energieverbruik voorkoeling ventilatielucht 18 Voorkoelen van de ventilatielucht verbruikt hulpenergie voor bijvoorbeeld het rondpompen van water in de buizen van een aarde-water warmtewisselaar of een extra ventilatorverbruik voor een aarde-lucht warmtewisselaar (Canadese put) of nog het pulveriseren van water ingeval verdampingskoeling. 3.5. BEPALING VAN DE ZONNEWINSTEN (EPW EN EPU) Aanpassingen voor de EPB-eenheden Wooneenheden, de EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPBeenheden Onderwijs: - de maandelijkse gebruiksfactor van de zonnewering. De vaste waarden werden vervangen door maandgemiddelde waarden in functie van de helling en de oriëntatie 19 ; - de waarden bij ontstentenis voor de beschaduwing 20 ; - de bezonning op een beschaduwd vlak met een horizonhoek groter dan 60 21. 3.6. TESTCONDITIES WARMTEPOMPEN (EPW EN EPU) Er werden specificaties vastgelegd voor de testcondities voor het bepalen van COP test, evenals bepalingen voor het berekenen van de SPF voor warmtepompen met directe warmtewisseling en warmtepompen die oppervlaktewater als warmtebron gebruiken. Dit staat beschreven in bijlage 7 van het MB bijlagen. Daarnaast werden ook enkele aanpassingen gedaan in de bestaande tabel met testomstandigheden voor de bepaling van COP test. 22 3.7. OVERVERHITTING (EPW) Voor de EPB-eenheden Wooneenheden is de methode voor de bepaling van de oververhittingsindicator aangepast 23 : - De oververhittingsindicator wordt nu ook voor de ganse EPB-eenheid bepaald (voor 2014 enkel per energiesector) 16 Zie paragraaf 8.3 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 17 Zie paragraaf 8.4 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 18 Zie paragraaf 8.6 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse gebouwen en bijlage 4 bij het ministerieel besluit ( (in loop van goedkeuring ) houdende uitvoering van bijlagen IX en X van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen 19 Zie paragraaf 7.10.3.5 uit bijlage IX en paragraaf 5.7 uit bijlage X bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van 20 Zie bijlage C.2 uit bijlage IX bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van 21 Zie bijlage C.4.2 uit bijlage IX bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 22 Zie paragraaf 10.2.3.3 uit bijlage IX bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 23 Zie paragraaf 8 uit bijlage IX bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van

- De eis met betrekking tot oververhitting ligt op het niveau van de EPB-eenheid, voor 2014 was dit op het niveau van de energiesector. De oververhittingsindicator wordt nog wel per energiesector bepaald ter indicatie. - De drempelwaarden werden aangepast van 17.500 Kh en 8.000 Kh naar respectievelijk 6.500 Kh en 1.000 Kh. Naast deze aanpassing werden een aantal andere parameters aangepast. Het is ongeveer even makkelijk om aan de eis te voldoen met de gewijzigde methode. Naast het bepalen van de oververhittingsindicator en de waarschijnlijkheid op het plaatsen van actieve koeling wordt ook de fractie van de tijd dat de temperatuur in de EPB-eenheid 25 C overschrijdt bepaald. Vanaf 1 januari 2015 mag deze fractie niet meer dan 5% bedragen. Deze nieuwe eis vervangt de bestaande eis die zegt dat de oververhittingsindicator onder een bepaalde drempelwaarde moet blijven. Voor de EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs is er momenteel geen eis met betrekking tot oververhitting. 3.8. INTERNE WARMTEWINSTEN (EPW) 24 Voor de EPB-eenheden Wooneenheden is er een nieuwe formule voor de bepaling van de interne warmtewinsten van EPB-eenheden met een volume kleiner dan 192 m³. De interne warmtewinsten zijn kleiner voor kleine EPBeenheden. 3.9. WARMTETERUGWINNING UIT DE DOUCHEAFLOOP (EPW) Voor de EPB-eenheden Wooneenheden bestaat vanaf 2014 de mogelijkheid om het effect in te rekenen van warmteterugwinning uit de doucheafloop. Een douchewarmteterugwinapparaat kan worden toegepast om warmte van het douchewater uit de doucheafloop te gebruiken om het water voor te verwarmen. In bijlage 1 van het ministerieel besluit MB bijlagen, wordt beschrevan hoe de reductiefactoren r water,bath i,net en r water,bath i,gross bepaald worden. 25 3.10. COMBILUS (EPW) Voor de EPB-eenheden Wooneenheden bestaat vanaf 2014 de mogelijkheid om een combilus in te voeren. Onder een combilus wordt een gemeenschappelijke circulatieleiding verstaan die zowel voor warm tapwater als voor ruimteverwarming dienst doet. De methode staat beschreven in bijlage 3 van het ministerieel besluit MB bijlagen. 3.11. ATRIA (EPW EN EPU) Voor de EPB-eenheden Wooneenheden, de EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs is er vanaf 2014 een alternatieve berekeningsmethode voor atria (naast de reeds bestaande methode 26 ). Een atrium is een zone met hoog beglazingspercentage, geheel of gedeeltelijk grenzend aan een gebouw en dus in contact met een of meerdere (geconditioneerde) zones. De alternatieve berekeningsmethode laat toe meerdere energiesectoren in rekening te brengen en een geconditioneerd atrium te evalueren. De methode staat beschreven in bijlage X van het ministerieel besluit MB bijlagen 3.12. GEVENTILEERDE DUBBELE GEVELS (EPU) Voor de EPB-eenheden Kantoren en diensten en de EPB-eenheden Onderwijs is het mogelijk om vanaf 2014 geventileerde dubbele gevels te evalueren. Geventileerde dubbele gevels zijn opgebouwd uit twee beglazingen met daartussen een spouw waardoor lucht stroomt. In die spouw wordt meestal een zonnewering voorzien. De luchtstroom in de spouw kan tot stand komen door mechanische of natuurlijke ventilatie, hierbij kan de gevel geventileerd worden met binnen- of met buitenlucht. De methode staat beschreven in bijlage XI van het ministerieel besluit MB bijlagen. 24 Zie paragraaf 7.9.2 uit bijlage IX bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 25 Zie paragraaf 7.3 en 9.3 uit bijlage IX bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse 26 Zie bijlage A uit bijlage IX bij het besluit van 21 feb 2013 van de BHG houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van