Artikel 10 MB spreekt van de artiest-muzikant en de artiest van het spektakelbedrijf.



Vergelijkbare documenten
Het Statuut van de Kunstenaar

Het statuut van de kunstenaar

WERKEN ALS KUNSTENAAR

Rijksdienst voor arbeidsvoorziening

infobrochure voor de kunstenaar

Gelieve in bijlage een onderrichting van de RVA betreffende bovenvermeld onderwerp aan te treffen. Wij wensen u een goede ontvangst en groeten u.

A (aantal arbeidsdagen verricht tijdens de betrokken periode) X 6 R (wekelijks aantal dagen van het arbeidsregime (bijv.: 5))

Sociaal statuut kunstenaars. werkloosheid

WERKEN ALS KUNSTENAAR

Wat is de invloed van een artistieke activiteit op uw volledige werkloosheid?

Voordeelregels in de werkloosheidsreglementering. Voor artistieke, technische en ondersteunende activiteiten in de artistieke sector(en)

Infoblad - werknemers Wat is de invloed van een artistieke activiteit op uw volledige werkloosheid?

Infoblad - werknemers Wat is de invloed van een artistieke activiteit op uw volledige werkloosheid?

Hoe worden kunstenaars vergoed? Michael Van den Eynde 27 april 2013

Werkloosheid. 1. Wat zijn de voorwaarden om een inschakelingsuitkering te ontvangen?

Mag u tijdens uw werkloosheid een nevenactiviteit als zelfstandige in het kader van het voordeel "Springplank naar zelfstandige" uitoefenen?

Aan de slag in de dans. Statuten en vergoedingen

Het kunstenaarsstatuut

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de opvanguitkering voor onthaalouders?

Infoblad - werknemers Mag u werken als bruggepensioneerde?

Hervorming werkloosheidsreglementering 1 november 2012

Infoblad - werknemers Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht?

Infoblad - werknemers Mag u werken als werkloze met bedrijfstoeslag?

Infoblad - werknemers U wil een overeenkomst sluiten met een activiteitencoöperatie als kandidaat-ondernemer?

RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING

KIEZEN VOOR HET JUISTE STATUUT

Zevende scenario Maandelijkse aangifte van arbeid als werknemer tewerkgesteld in een beschermde werkplaats

Werkloosheidsreglementering

Kunstenaars in België: welk sociaal statuut?

INSTRUCTIES AAN DE WERKGEVERS ASR

Infoblad - werknemers

Infoblad RVA. Onderwerp. Datum. November Copyright and disclaimer

Het statuut van de kunstenaar Enkele knelpunten

De RVA legt een uitermate strikte interpretatie op van de reglementen voor de werkloosheidsuitkeringen voor kunstenaars. Hebben ze dat recht?

Het statuut van de kunstenaar Enkele knelpunten

Hof van Cassatie van België

De artikelen 51 tot 53 van het koninklijk besluit van houdende de werkloosheidsreglementering (B.S )

Infoblad - werknemers U bent een werkloze van 50 jaar of ouder?

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?

Infoblad - werknemers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?

FAQ Sociaal Statuut van de Kunstenaar

INFORMATIEDOCUMENT "UITKERINGSAANVRAAG ALS BRUGGEPENSIONEERDE UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN"

Halftijds brugpensioen

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG

Het sociaal statuut van de kunstenaars

BIJLAGEN. Deze lijst bevat de toelaatbaarheidsartikelen die zijn opgenomen in de zone AdmissibilityArticle.

Een occasionele activiteit is een activiteit die niet frequent gebeurt. Een allesbehalve eenduidige definitie

INFORMATIEDOCUMENT "UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN"

RVA. de degressiviteit van de uitkeringen voor mensen in arbeidszorg

19/10/2011 ACTIVA. Petra Dombrecht Stafmedewerker Lokale Economie en Werkgelegenheid. Inhoudstafel

Het statuut van de Kunstenaar

Mag u werken als werkloze met bedrijfstoeslag?

Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten

Het statuut van de kunstenaar Enkele knelpunten

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Nomenclatuur van de socio economische positie vanaf 2003 :

Voor wie is het activerend beleid bij herstructureringen bedoeld?

Jaarlijkse vakantie: de spelregels

HET KUNSTENAARS- STATUUT.

AANVRAAG TOT VRIJSTELLING IN HET KADER VAN EEN OVEREENKOMST ALS KANDIDAAT-ONDERNEMER MET EEN ACTIVITEITENCOÖPERATIE

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de inkomensgarantie-uitkering?

Memorandum beeldende kunstenaars

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT

DOELGROEPVERMINDERING KUNSTENAARS

Infoblad - werknemers Hervorming van de werkloosheidsverzekering vanaf november 2012

Werken als kunstenaar in een zelfstandig bijberoep Michael Van den Eynde

INFORMATIEDOCUMENT "UITKERINGSAANVRAAG ALS SCHOOLVERLATER"

A D V I E S Nr


COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 17 TRICIES

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Zelfstandige in bijberoep

Infoblad - werknemers Hebt u recht op uitkeringen na een tewerkstelling?

Aangifteformulier ter vervanging van de controlekaart

KLEINE VERGOEDINGSREGELING VOOR KUNSTENAARS (KVR)

INFORMATIEDOCUMENT «UITKERINGSAANVRAAG ALS BRUGGEPENSIONEERDE INGEVOLGE EEN ERKENNING UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

Tiende scenario Maandelijkse aangifte van de uren jeugd- of seniorvakantie

INFORMATIEDOCUMENT UITKERINGSAANVRAAG IN HET STELSEL WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG INGEVOLGE EEN ERKENNING UITTREKSELS UIT UW RECHTEN EN PLICHTEN

WERKEN ALS KUNSTENAAR IN EEN ZELFSTANDIG BIJBEROEP. Michael Van den Eynde 17 oktober 2016

focus op het verblijfsbewijs

Infoblad - werknemers Hervorming van de werkloosheidsverzekering vanaf november 2012

INFORMATIEDOCUMENT UITKERINGSAANVRAAG ALS VOLLEDIG WERKLOZE VAN 60 JAAR OF OUDER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

Aan de slag in de dans. Kostenvergoedingen

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2

UITKERINGSAANVRAAG ALS VOLLEDIG WERKLOZE VAN 60 JAAR OF OUDER (hetzij met de aangifteprocedure C99 hetzij met een controlekaart) C3D WAT MOET U DOEN?

INFORMATIEDOCUMENT UITKERINGSAANVRAAG ALS VOLLEDIG WERKLOZE VAN 50 JAAR OF OUDER DIE GENIET VAN DE MAXIMALE VRIJSTELLING

Dien een uitkeringsaanvraag in van zodra u werkloos wordt

Dit informatiedocument biedt u een overzicht van uw rechten en plichten en van de belangrijkste zaken die u als werkloze moet weten.

ZIMAXXX/XXX BIJLAGE III INLICHTINGENBLAD UITKERINGEN. Gegevens betreffende de gerechtigde In te vullen door de V.I.

De wet voorziet dat het recht op vakantie afhangt van het aantal dagen. werknemers die tijdens het vorige kalenderjaar hebben gewerkt het

10. Werkloosheidsuitkeringen

KLEINE VERGOEDINGSREGELING VOOR KUNSTENAARS (KVR)

INHOUD INLEIDING 11 AFDELING 1. BEGRIP TIJDELIJKE WERKLOOSHEID 13 AFDELING 2. SOORTEN TIJDELIJKE WERKLOOSHEID 15

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 80 VAN 27 NOVEMBER 2001 TOT INVOERING VAN EEN RECHT OP BORSTVOEDINGSPAUZES, GEWIJZIGD

Transcriptie:

Juridische analyse van de specifieke werkloosheidsregels van toepassing op kunstenaars en de interpretatie daarvan in de infobrief artiesten van 19.12.2011 van de RVA. Artikel 10 MB 26.11.1991: de regel van het cachet Als algemeen principe geldt dat de toelaatbaarheid tot de werkloosheidsuitkering naast enige andere voorwaarden - is gekoppeld aan een aantal gepresteerde dagen arbeid als werknemer binnen een bepaalde referteperiode. In beginsel moet het vereiste aantal dagen daadwerkelijk zijn gepresteerd. Voor sommige kunstenaars geldt een bijzondere regeling om het aantal dagen te berekenen (de zgn. cachetregel ). Bij toepassing van deze regel baseert de RVA zich op het brutoloon om het vereiste aantal arbeidsdagen te berekenen. Het aantal daadwerkelijk gepresteerde dagen is daarbij irrelevant. Op wie is deze specifieke berekeningswijze van toepassing? Er gelden volgens de infobrief 3 cumulatieve voorwaarden: Het moet gaan om: - artistieke prestaties - als schouwspelartiest of muzikant - met een betaling per prestatie Artikel 10 MB spreekt van de artiest-muzikant en de artiest van het spektakelbedrijf. Deze bepaling wordt bijgevolg enkel toegepast op kunstenaars die: - vergoed worden per prestatie (= afwezigheid van rechtstreeks verband tussen het aantal arbeidsuren en de vergoeding) bv. een muzikant ontvangt een cachet van 500 euro per concert. Zijn overeenkomst omvat 2 optredens en 2 verplichte repetities. Het bedrag dat hij ontvangt is niet gebonden aan zijn arbeidstijd. - artistieke arbeid verrichten als schouwspelartiest of muzikant De specifieke berekeningswijze is bijgevolg niet van toepassing op personen die geen artistieke arbeid verrichten (techniekers, ) en artiesten, die geen schouwspelartiest zijn. 1

Wat betekent dit voor scheppende kunstenaars? : De specifieke berekeningswijze kan toegepast worden op de prestaties van scheppende kunstenaars die in het spektakelbedrijf werken met arbeidsovereenkomsten op dezelfde wijze als de uitvoerende kunstenaar die betaald wordt per prestatie. Bv. een decorbouwer, die voor een theater werkt en betaald wordt per prestatie. Scheppende kunstenaars, die een werk verkopen en de verkoopprijs via een SBK omzetten in een loon met RSZ-bijdragen worden expliciet uitgesloten. Evenals scheppende kunstenaars actief in andere sectoren dan deze van het spektakelbedrijf. Dit op basis van de formulering in artikel 10 MB. Deze interpretatie is niet nieuw, maar werd voorheen in sommige regio s ruimer toegepast. 2

Artikel 116, 5 K.B. 25.11.1991: Neutralisatie van de vergoedingsperiodes Deze specifieke regeling bestaat uit een behoud van een percentage van toegekende werkloosheidsuitkeringen. Op wie is het voordeel van toepassing? De wetsbepaling viseert de werknemer ( ) die uitsluitend tewerkgesteld is met overeenkomsten van zeer korte duur. RVA interpreteert deze bepaling als volgt: Er gelden volgens de infobrief 4 cumulatieve voorwaarden: Het moet gaan om: 1. werknemers tewerkgesteld in de sector van het spektakelbedrijf 2. als artiest of technicus 3. als loontrekkende met overeenkomsten van korte duur (< 3 maanden) 4. in hun hoofdberoep 1. RVA identificeert de sector van het spektakelbedrijf als dé sector waar tewerkstellingen met een duur korter dan 3 maanden de regel zijn Er wordt gesteld: het betreft vooral tewerkstellingen die vallen onder het paritair comité nr. 303 (filmbedrijf), 304 (spektakelbedrijf) of 227 (audiovisuele sector) Wanneer een kunstenaar werkt via een SBK zal hij moeten bewijzen dat hij effectief in deze sector heeft gewerkt. 2. m.b.t. de tweede voorwaarde wordt gesteld dat het voornamelijk gaat om uitvoerende kunstenaars en op sommige technici in de sector van het spektakelbedrijf. Prestaties van korte duur in andere sectoren dan de artistieke sector worden expliciet uitgesloten, evenals artiesten, die geen artiesten van het spektakelbedrijf zijn. 3. Het kan gaan om overeenkomsten van bepaalde duur van korter dan 3 maanden of om prestaties vergoed met een taakloon. 4. Het voordeel is niet van toepassing op werknemers van wie de activiteit in de sector van het spektakelbedrijf slechts bijkomstig is. Om deze voorwaarde te beoordelen wordt onder meer rekening gehouden met de opleiding, het beroepsverleden en de andere tewerkstellingen. 3

Wat betekent dit voor scheppende kunstenaars?: RVA sluit scheppende kunstenaars van dit voordeel uit, tenzij zij in het spektakelbedrijf werken met overeenkomsten van korte duur op dezelfde wijze als de uitvoerende kunstenaar. Bv. illustrator, die werkt in de audiovisuele sector, voor het ontwerp van animaties en tewerkgesteld is met overeenkomsten van korte duur. RVA stelt in de infobrief dat het voordeel niet van toepassing is op scheppende kunstenaars aangezien: 1. scheppende activiteiten doorgaans geen activiteiten zijn van zeer korte duur 2. een scheppend kunstenaar in hoofdberoep niet gerechtigd is op werkloosheidsuitkering (artikel 74bis K.B. 25.11.1991) 3. de scheppend kunstenaar in bijberoep zijn beschikbaarheid niet mag beperken tot de artistieke arbeidsmarkt (artikel 31, lid 3 van het M.B. van 26.11.1991) argument 2.: Artikel 74bis van het K.B. van 25.11.1991 stelt dat artistieke prestaties kunnen worden uitgeoefend terwijl men een uitkering geniet op voorwaarde dat dit wordt aangegeven op het moment van de uitkeringsaanvraag of op het moment dat men de activiteit aanvangt. Deze artistieke activiteit dient op de controlekaart te worden vermeld en men verliest zijn uitkering wanneer het gaat om dagen waarop volgende prestaties worden verricht: 1 de aanwezigheid van de kunstenaar bij een publieke tentoonstelling van zijn artistieke creaties, indien deze aanwezigheid vereist is op grond van een overeenkomst met een derde die de creatie commercialiseert of indien het een tentoonstelling betreft in lokalen die bestemd zijn voor verkoop van dergelijke creaties en de kunstenaar zelf instaat voor de verkoop; 2 de activiteit van de kunstenaar op de dagen van de opname van audiovisuele werken of op de dagen waarop hij prestaties verricht tegen betaling van een loon; 3 een artistieke prestatie in het kader van een arbeidsovereenkomst of een statutaire tewerkstelling. 4

4 van dit artikel stelt: Het recht op uitkeringen wordt ontzegd, zelfs voor de dagen waarop de werkloze geen activiteit verricht, indien de activiteit van scheppend kunstenaar ingevolge het bedrag van de inkomsten of het aantal arbeidsuren het karakter heeft van een hoofdberoep. Een scheppend kunstenaar kan volgens de interpretatie van RVA niet genieten van de voordeelregel op basis van dit artikel omdat een uitkeringsgerechtigd scheppend kunstenaar nooit zijn activiteit als hoofdberoep zal kunnen uitoefenen en een uitkering behouden, terwijl RVA als voorwaarde voor de toepassing van artikel 116, 5 stelt dat het artistieke niet bijkomstig mag zijn. Het al dan niet bijkomstig karakter van de activiteit inschatten behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de directeur van het werkloosheidsbureau. Hij houdt daarbij rekening met de gegenereerde inkomsten en met de tijd die aan deze activiteit wordt besteed. Deze bepaling werd voorheen niet op deze manier toegepast, maar wordt in de laatste infobrief duidelijk naar voor geschoven als argument om scheppende kunstenaars uit te sluiten van de voordeelregeling en van de werkloosheidsuitkering in het algemeen. RVA: Dit vanuit de idee dat prestaties van scheppende kunstenaars niet duidelijk op de kalender gesitueerd worden. De creatie en realisatie van een kunstwerk kunnen gespreid zijn over een langere periode en pas veel later aanleiding geven tot een inkomen. Tiijdens deze realisatieperiode cumuleert een scheppend kunstenaar arbeid met een vervangingsinkomen. Wij een activiteit cumuleert met uitkeringen is niet vrijgesteld van de andere verplichtingen van een uitkeringsgerechtigde werkloze (nl. beschikbaar blijven op de arbeidsmarkt, ingeschreven blijven als werkzoekende, werk zoeken, ). Deze verplichtingen zijn onverenigbaar met een activiteit in hoofdberoep. 5

argument 3: Artikel 31, lid 3 M.B. 26.11.1991: beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt RVA haalt als argument in de infobrief aan dat scheppende kunstenaars in bijberoep hun beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt niet mogen beperken tot de artistieke arbeidsmarkt. Artikel 31 stelt: Een aangeboden dienstbetrekking in een ander beroep dan dat van kunstenaar wordt als niet passend beschouwd voor de werknemer die tijdens de 18 maanden die het aanbod voorafgaan, ten minste 156 arbeidsdagen in de zin van artikel 37 van het Koninklijk Besluit ingevolge artistieke activiteiten aantoont. Voor de beoordeling van het passend karakter van de dienstbetrekking in een ander beroep dan dat van kunstenaar wordt rekening gehouden met de intellectuele ontwikkeling en met de lichaamsgeschiktheid van de kunstenaar, alsmede met het risico dat de vaardigheid vereist voor het uitoefenen van zijn beroep van kunstenaar, zou kunnen afnemen. In afwijking van het eerste lid wordt een dienstbetrekking in een ander beroep dan dat van kunstenaar als passend beschouwd voor de werknemer wiens beroep van kunstenaar slechts een bijberoep is in vergelijking met een ander beroep. De laatste paragraaf van dit artikel maakt geen expliciet onderscheid tussen scheppende en uitvoerende kunstenaars. RVA redeneert echter dat aangezien een scheppend kunstenaar zijn activiteit volgens artikel 74bis, 4 niet naast de uitkering kan uitoefenen als hoofdberoep dit steeds een bijberoep blijft, zolang hij een uitkering geniet, en bijgevolg zijn beschikbaarheid niet kan beperken tot de artistieke sector. De infobrief artiesten van de RVA vindt u terug op onze website onder: documenten documenten van de overheid 6

7