Europese samenwerking met een Noord-Atlantisch tintje



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Militair luchttransport in Europa Tijd voor meer centrale regie?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsdoorlichting. Strategische Luchttransportcapaciteit. Maart 2013

Datum Antwoorden op vragen over de recente ontwikkelingen in het Multi Role Tanker Transport (MRTT) project

European Air Transport Command Een blauwdruk voor Europese samenwerking en integratie

Het European Air Transport Command (EATC), een baken voor Pooling and Sharing in Europa

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Come home or go global, stupid

Air-to-air refuelling (AAR): welke keuze voor Europa?

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toespraak bij de Atlantische Commissie door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 26 juni 2014 te Den Haag.

Defensie en Nationale Veiligheid

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

En marge van de ministeriële bijeenkomst tekende ik tevens enkele documenten om de internationale defensiesamenwerking verder te verdiepen.

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DMO\DB\ Vragen VCD aangaande lucht-grondwaarnemingscapaciteit ISAF III.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kwartaalrapportage meldingen geluidhinder luchthaven Eindhoven eerste kwartaal 2018.

ISAF III Deployment Task Force

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies en ondersteuning in techniek, logistiek en opleiding. Sleutel woorden zijn betrouwbaar en toewijding

Samen uit, samen thuis

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

DAGORDER. Twee mensen die de afgelopen jaren zo hebben gevochten voor Defensie, voor onze krijgsmacht.

Status of Forces & Strafrechtsmacht

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

Wat gaat er goed en wat kan er beter?

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum 1 oktober 2014 Betreft Inzet van tolken bij Defensie

TRACTATENBLAD VAN HET. Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; (met Protocollen, Bijlagen en Slotakte) Oporto, 2 mei 1992

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 19 december 2014 Betreft Nederlandse bijdragen aan de EU Battlegroup, NATO Response Force en Frontex.

Vervoer gevaarlijke stoffen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Meer Europese defensiesamenwerking is bittere noodzaak

Datum 5 juni 2018 Betreft Reactie op het conceptrapport Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali. Geachte heer Visser,

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum A-brief project Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit

- Ten slotte berekende Lockheed Martin voor Portugal reeds wat de hard SLEP kost voor de blok 15, carrosserie én uitrusting

Auteur. Onderwerp. Datum

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten.

Omarm de cloud. Een onderzoek naar de acceptatie van cloud computing onder Europese MKB s

Europese Raad WERKBLAD

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Datum juni 2016 Betreft Antwoorden op aanvullende schriftelijke vragen inzake de inzet van de Nederlandse F-16 s boven Syrië

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 5 december 2016 Betreft Kabinetsappreciatie van het Implementation plan on Security and Defence

Het bedrijf. The smart maintainer. LtKol Dick van der Kaaij

Datum 5 november 2014 Betreft Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken met ministers van Defensie op 18 november 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 19 december 2016 Betreft De Navo-activiteiten op de oostflank en de Nederlandse bijdragen aan de NATO Response Force en de EU Battlegroup

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 november 2005 (OR. fr) 13953/05 COSDP 737 PESC 940 COAFR 187 EUSEC-RDC 26 OC 775

Lijst van vragen en antwoorden

HDAB Aanvulling stand van zakenbrief Afghanistan: nazorg, counter insurgency opleiding en eigen vuur incident

De VOORGANGERS Het Para Commando Regiment

Historiek van het Eurocorps

Generaal Middendorp: we houden missies niet meer vol

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

REGELING KONINKRIJK BELGIË GEVESTIGD ZIJN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de toekomst van de krijgsmacht,

TRACTATENBLAD VAN HET

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Deze vragen werden ingezonden op 11 april 2018 met kenmerk 2018Z06698.

Factsheet Eindhoven Airport

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2009 Nr. 37

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

vaste commissie voor Defensie

Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 21 juni 2016

operationeel Kolonel R. Miedema, programmamanager

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

Het 'European Airlift Centre' in Eindhoven

Centraal Planbureau 1 Europa in crisis

2 augustus 2006 BEB/HP/

Movement Control binnen de NAVO

Het belang van kritiek (en reflectie) op Europese waarden. Bart van Horck

TRACTATENBLAD VAN HET

Veranderingen doorgevoerd, verwachtingen waargemaakt

Een wetenschappelijke poster verduidelijkt resultaat van een onderzoek. Het is een combinatie van schriftelijke en mondelinge presentatie.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stichting Emda. Beknopt Jaarverslag Network for European Monitoring and Development Assistance EMDA. Voorwoord

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag S Reactie op verzoek 08-DEF-B-183

Adenauer ( ) De Gaulle ( )

Koninklijke Hoogheid, dames en heren,

De VVD kiest bewust voor veelzijdig inzetbare krijgsmacht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Analyse Europese samenwerking met een Noord-Atlantisch tintje Peter Wijninga Europese krijgsmachten worden uit financiële overwegingen haast gedwongen meer en efficiënter samen te werken. Het opgeven van soevereiniteit is daarbij het voornaamste obstakel. Toch zijn er twee initiatieven die mogelijk de weg bereiden voor betere resultaten: het European Air Transport Command en het Movement Coordination Centre Europe. Beide samenwerkingsverbanden pogen zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de totale transportcapaciteit van de deelnemende landen. Onbetaalbare brede krijgsmacht In de internationale veiligheidsomgeving van vandaag is niets vanzelfsprekend. De wereld is ondoorzichtiger en onvoorspelbaarder geworden met de opkomst van nieuwe geopolitieke en economische grootmachten en verschuivende internationale machtsverhoudingen, zo luiden de eerste zinnen van de Internationale Veiligheidsstrategie, zoals die door de Nederlandse regering sinds juni 2013 wordt gehanteerd. 1 Internationale betrekkingen zijn voor velen al moeilijk te doorgronden in rustige tijden en resultaten laten zich moeilijk voorspellen. Vanwege de hevige dynamiek van dit moment en de toenemende complexiteit van de veiligheidssituatie is echter een situatie van fundamentele onzekerheid ontstaan, waardoor niet valt te voorspellen of en hoe conflicten zullen ontstaan. Laat staan dat valt aan te geven hoe het conflict er uit zal zien, of het gewelddadig zal zijn of juist niet, of het lang of kort zal duren. 2 Uitgaande van die fundamentele onvoorspelbaarheid en de herprioritering van het Amerikaanse buitenlandse beleid, zouden Europese landen er goed aan doen zich voor te bereiden op een verscheidenheid aan onvoorziene omstandigheden, crises en conflicten. Dit betekent ook dat we deze verscheidenheid aan opties moeten integreren in onze strijdkrachten, niet alleen in apparatuur, maar ook in de doctrine en opleiding, in werkwijzen, in mensen. Kortom, een breed inzetbare krijgsmacht. Niettemin constateren we dat met vrijwel continu krimpende budgetten een breed inzetbare krijgsmacht voor elk Europees land niet meer haalbaar is. Een hoge mate van flexibiliteit is voor individuele landen onbetaalbaar geworden. 3 Toch zijn we nog ver verwijderd van elke vorm van supranationale aansturing, of het nu de NAVO of de EU betreft, die richting geeft aan de Europese gemeenschappelijke ontwikkeling en acquisitie-inspanningen. Europese landen hangen nog steeds aan hun soevereiniteit als het gaat om de inrichting en inzet van hun krijgsmachten. Het ontbreken van een eenduidig gezamenlijk buitenlands- en veiligheidsbeleid is daar deels debet aan. Nationale politieke en industriële belangen doen de rest. Een Europese collectieve defensie-inspanning lijkt verder weg dan ooit. Ondanks dit sombere beeld bestaan er wel degelijk samenwerkingsinitiatieven die hebben geleid tot gezamenlijke, efficiënte en effectieve inzet van schaarse, kostbare capaciteiten. Kleinere landen hebben zich al aangesloten bij dergelijke initiatieven zoals de NATO Airborne 1

Early Warning Component (NAEW), de European Air Group (EAG), de Heavy Airlift Wing (HAW) en de Extended Air Defense Task Force (EADTF), die allemaal tot succes hebben geleid. Twee initiatieven verdienen bijzondere aandacht in dit verband: het European Air Transport Command (EATC) en het Movement Coordination Centre Europe (MCCE). Deze beide elementen zijn in Nederland gevestigd, waardoor men zou kunnen stellen dat deze Europese samenwerking zich onder onze neus afspeelt. Niettemin zijn deze twee organisaties buiten de internationale defensiewereld weinig bekend, terwijl er wat betreft pooling & sharing zeker pionierswerk wordt verricht, met name met betrekking tot het omgaan met soevereiniteit en burden sharing. Pionierswerk dat mogelijk navolging verdient voor andere militaire capaciteiten en uiteindelijk van grote invloed kan zijn op de toekomst van de Europese defensiecapaciteit in het algemeen. Dit artikel gaat in op het ontstaan, de inrichting en de werking van het EATC en het MCCE. De redenen voor het oprichten van de eenheden worden afgezet tegen de behaalde resultaten en er wordt een blik vooruit geworpen naar een toekomst waarin we mogelijk meer van dit soort initiatieven zullen zien. EATC In juli 2007 besloten België, Duitsland, Frankrijk en Nederland gezamenlijk een multinationaal luchttransportcommando op te richten, het European Air Transport Command. Doelstelling was en is de effectiviteit en efficiëntie van de gezamenlijke vloot van vastvleugelig (fixed wing) luchttransport te vergroten. Daartoe is het EATC georganiseerd langs twee pijlers. De eerste pijler betreft de samenvoeging van de verschillende nationale transportvloten tot één operationele pool. De tweede betreft de harmonisatie van procedures en versterking van de interoperabiliteit tussen de betrokken landen en vliegtuigtypes. Langs deze weg zou de gecoördineerde inzet van militaire capaciteiten voor militaire operaties effectiever en efficiënter kunnen worden ondersteund. 4 Het initiatief paste in het streven van de betrokken landen naar het poolen van schaarse en kostbare capaciteiten om op investerings- en exploitatiekosten te kunnen besparen. Omdat Nederland behalve de C-130 Hercules transportvliegtuigen ook de KDC-10 transport/tankervliegtuigen aanbod, gaf Nederland aan dat de Nederlandse Air-to-Air Refueling-capaciteit (AAR) ook onder het EATC zou komen te vallen. Middels een intentieverklaring maakte België duidelijk dat een eventuele toekomstige Belgische AAR ook onder het EATC zou gaan vallen. Daarmee ontstond dus niet alleen een voor de deelnemende landen inzetbare luchttransportcapaciteit, maar tevens een onder dezelfde voorwaarden beschikbare luchttankcapaciteit. Na een aantal jaren voorbereiding werd het EATC in september 2010 officieel opgericht en gevestigd op de vliegbasis Eindhoven. Overdracht van zeggenschap Bijzonder aan het EATC is dat de transportvliegtuigen van de betrokken landen niet naar Eindhoven zijn verplaatst. Ieder land behoudt zijn transportvliegtuigen op de oorspronkelijke thuisbasis. Het beheer, dat wil zeggen, het technisch onderhoud en opleiding, trainen en oefenen van vliegend en technisch personeel blijft in nationale handen. De planning en inzet van de luchttransportcapaciteit is echter volledig overgedragen. De in het hoofdkwartier in Eindhoven werkzame staf van het EATC bepaalt welk vliegtuig voor welke opdracht wordt ingezet, ongeacht van welke lidstaat de aanvraag komt, ongeacht welke lidstaat het vliegtuig 2

levert en de vlucht uitvoert. Essentieel voor de goede werking van het EATC is dat de deelnemende landen een deel van hun soevereiniteit namelijk de zeggenschap over de inzet van nationale vliegtuigen en bemanningen overdragen aan de commandant van het EATC. Daardoor kan het gebeuren dat Nederlandse militairen met een Duits transportvliegtuig naar Afghanistan worden vervoerd, Nederlandse munitie met een Belgisch toestel naar Mali wordt gevlogen en Franse militaire goederen met een Nederlands toestel naar Mali worden gebracht. Zonder de overdracht van soevereiniteit over vliegtuigen en bemanningen zou het EATC niet kunnen functioneren. Op het eerste gezicht is het opmerkelijk dat de betrokken landen, waarvan er zeker één zeer aan zijn soevereiniteit hecht, de zeggenschap over bemanningen en vliegtuigen hebben overgedragen. In de vele discussies die worden gevoerd over verregaande Europese militaire samenwerking is de overdracht van soevereiniteit juist een heikel punt. Ook de discussies rond de mogelijke inzet van European Battle Groups (EUBG) en NATO Response Forces (NRF) verlopen vaak moeizaam zodra het gaat over de overdracht van soevereiniteit. Het leveren van gevechtseenheden voor dit soort internationale, snel inzetbare verbanden is niet het probleem, maar de troepen leverende landen behouden zich daarnaast nog altijd het recht voor apart een nationaal besluit te nemen over daadwerkelijke inzet. Dat maakt deze snelle reactiemachten in feite tot een losse flodder. Beperkingen De overdracht van de zeggenschap over fixed wing-luchttransport is echter een andere zaak. Het betreft in feite geen gevechtseenheden, dat wil zeggen, ze nemen niet direct deel aan een gevecht. Luchttransport is echter wel essentieel voor gevechtsoperaties. Het verplaatsen van troepen en uitrusting naar een militair operatiegebied en mogelijk ook binnen dat operatiegebied behoort tot de dagelijkse gang van zaken voor luchttransporteenheden. Dat betekent dat de betrokken luchttransportmiddelen dus ook in risicovolle omstandigheden zouden kunnen worden ingezet. Dat willen de betrokken landen echter toch wel enigszins beperken en onderwerpen aan nationale goedkeuring. In de Technical Agreement (TA) hebben de lidstaten het volgende gesteld: The participation of EATC personnel on missions beyond the territory of the NATO- Member States or beyond the territory of the European Union requires the prior consent of the respective Participant for its own EATC-personnel in accordance with the relevant national laws and regulations. 5 Voor de inzet van een Nederlandse KDC-10 om Franse troepen in Mali te bevoorraden in 2013 was dus separate Nederlandse besluitvorming nodig. Daarnaast heeft elk land uitzonderingen (caveats) bepaald voor het uitvoeren van vluchtopdrachten en hebben Frankrijk en Duitsland hun VIP-toestellen niet overgedragen aan het EATC, terwijl Nederland en inmiddels ook België dat wel hebben gedaan. Frankrijk heeft daarnaast zijn Boeing KC-135 tankers en bepaalde vliegtuigen die in Franse overzeese gebiedsdelen worden ingezet niet overgedragen. 6 Met de overdracht (Transfer of Authority, TOA) is dus niet alle zeggenschap overgedragen. In NAVO-termen heeft het EATC Operational Control (OPCON) over bemanningen en vliegtuigen gekregen. Dat houdt in dat door de lidstaten de bevoegdheid om vliegtuigen en bemanningen aan te sturen is 3

overgedragen met de beperking dat dit gebeurt binnen de geografische grenzen zoals aangegeven in de TA. Voorts wordt bij het overdragen van OPCON Administrative Control (beheer) en Logistic Control (bevoorrading en onderhoud) niet overgedragen. 7 Dat blijven de landen zelf doen. Er is dus uiteindelijk slechts een klein beetje soevereiniteit overgedragen. Niettemin is het EATC een succes gebleken. Zo is sinds de Initial Operational Capability (IOC) verklaring op 11 mei 2011, het moment waarop het EATC daadwerkelijk met zijn missie begon, het aantal vlieguren zonder passagiers of vracht met 7% afgenomen. Daarnaast nam het aantal vluchten met vracht of passagiers van de andere lidstaten toe met 30%, en het aantal patiënten dat bij medische evacuatievluchten door een vliegtuig van een andere lidstaat wordt vervoerd met 10%. Voor Nederland had dit laatste aspect een direct goed gevolg: het betekende dat Defensie het contract met een commerciële vervoerder kon terugbrengen tot incidentele intensive care vluchten. 8 Onderling afrekenen Eén van de belangrijke instrumenten die door het EATC worden ingezet om efficiëntie te vergroten is ATARES: Air Transport, Air-to-air Refueling and other Exchange of Services. Het is een verrekenmethodiek voor het budgetneutraal uitwisselen van diensten tussen luchtmachten. Momenteel wordt ATARES door 20 landen gebruikt, waaronder de lidstaten van het EATC. De valuta waarmee in ATARES wordt gerekend is Equivalent Flying Hour (EFH). Alle diensten die onder ATARES vallen worden uitgedrukt in EFH. De afspraak is dat de kosten van één vlieguur van een C-130 Hercules of een C-160 Transall 1 EFH bedragen. Alle andere diensten worden vervolgens ten opzichte van deze referentie berekend. Zo kost één vlieguur van een Airbus 330 2,4 EFH en één vlieguur van een Gulfstream IV 0,77 EFH. Het is niet per sé noodzakelijk dat alle vluchten die men voor elkaar uitvoert meteen op basis van ATARES met elkaar worden verrekend. Eerder is het de bedoeling dat landen op grond van de gevlogen opdrachten zoveel mogelijk EFH verdienen, die ze dan kunnen verzilveren door diensten of vluchten van anderen af te nemen. Het gebruik van ATARES stelt het EATC in staat tot effectieve en efficiënte selectie van het best beschikbare en meest geschikte luchttransportmiddel. Dit leidt in ieder geval tot minder commerciële inhuur en minder lege ruimte tijdens vluchten. Sinds de IOC-datum is het gebruik van ATARES binnen het EATC verachtvoudigd. Op dit moment vindt 80% van de totale ATARES-uitwisseling plaats binnen het EATC, dat wil zeggen dat vier van de in totaal 20 ATARES gebruikende landen 80% van de ATARES omzet genereren. Dat is een goede indicatie voor de mate van efficiëntie die het EATC inmiddels heeft kunnen bereiken. Het succes trekt ook andere partijen aan. In 2012 trad Luxemburg toe tot het EATC. Hoewel dat land niet over militaire transportvliegtuigen beschikt, is de afspraak dat Luxemburg op termijn een bemanning levert voor een Belgische Hercules. Vanaf 2019 zal Luxemburg echter ook een Airbus A400M bijdragen aan het EATC. Spanje zal nog dit jaar de TA ondertekenen en daarmee formeel toetreden tot het EATC. Het zal zijn transportvliegtuigen vanaf 1 januari 2015 overdragen. Italië heeft inmiddels ook het lidmaatschap aangevraagd en zal mogelijk in de loop van volgend jaar toetreden. Dat betekent ook qua capaciteit een enorme uitbreiding van het EATC. Daarnaast komt binnenkort de Airbus A400M beschikbaar voor Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg, wat betekent dat de strategische transportcapaciteit van 4

het EATC nog eens wordt uitgebreid met een zwaar transportvliegtuig dat grote aantallen militairen of zware uitrustingsstukken kan vervoeren over grote afstanden. Vermeldenswaardig is ook dat het EATC noch een EU-, noch een NAVO-entiteit is. Weliswaar zijn alle betrokken landen zowel lid van de NAVO als van de EU en wordt in de TA ook verwezen naar diverse beleidsafspraken binnen deze organisaties, toch hebben zij er voor gekozen het EATC niet op te hangen binnen een NAVO- of EU-bevelstructuur. Het blijft in die zin een soort coalition of the willing. MCCE ATARES is niet uniek voor het EATC, er nemen 20 landen aan deel. ATARES wordt beheerd door het Movement Coordination Centre Europe, dat eveneens op de vliegbasis Eindhoven is gevestigd. Voorlopers Het MCCE is net als het EATC opgericht naar aanleiding van beleidsafspraken binnen de NAVO en de EU. In documentatie wordt direct verwezen naar het door beide organisaties geconstateerde tekort aan capaciteit en coördinatie van strategisch transport aan het begin van deze eeuw. Op basis van deze constatering hebben ook hier willing nations de koppen bij elkaar gestoken. 9 Daaruit zijn verschillende initiatieven voortgekomen. Zo is er gewerkt aan het daadwerkelijk beschikbaar maken van strategische luchttransportcapaciteit. De Strategic Airlift Interim Solution (SALIS) beoogde snel afroepbaar commercieel luchttransport beschikbaar te stellen. Daartoe zouden de landen die tot SALIS toetraden jaarlijks een vast bedrag bijdragen, op basis waarvan zij zogenaamde trekkingsrechten hadden voor strategisch luchttransport. De naam zegt het al, SALIS is een interim-oplossing voor de jaren dat men zelf niet over strategisch luchttransport zou beschikken. Inmiddels hebben diverse landen, waaronder Nederland, besloten gezamenlijk drie Boeing C-17 militaire transportvliegtuigen te leasen en als collectieve Strategic Airlift Capability (SAC) onder te brengen in de Heavy Airlift Wing (HAW) op het vliegveld Papa in Hongarije. Dat levert een bescheiden Europese capaciteit op die de komende jaren zal worden aangevuld door de komst van de Airbus A400M. Het ligt in de verwachting dat SALIS op den duur om die reden zal worden beëindigd. Te land, ter zee, en in de lucht Zoals gezegd betroffen de door NAVO en EU geconstateerde tekorten niet alleen strategische luchttransportcapaciteit, maar ook een gebrek aan capaciteit en coördinatie van strategisch transport in het algemeen, dus inclusief zeetransport. In het Multinational Sealift Steering Committee (MSSC) hebben twaalf landen, waaronder Nederland, zich gecommitteerd om het NAVO- en EU-tekort aan gegarandeerd beschikbaar zeetransport op te lossen. De capaciteit die door het MSSC wordt geleverd, het zogenaamde Sealift Capability Package (SCP), is op afroep beschikbaar voor NAVO- en EU-operaties. 10 Op het gebied van coördinatie werden aanvankelijk daarnaast het European Airlift Centre (EAC) en het Sealift Coordination Centre (SCC) opgericht. 5

Ook het transport over land, per auto en trein, vergt de nodige coördinatie, zeker waar het dient aan te sluiten op zee- en luchttransport. In 2007 werd door de betrokken landen besloten het EAC en SCC samen te voegen in het MCCE en van daaruit niet alleen lucht- en zeetransport te coördineren, maar ook transport over land. 11 Het MCCE coördineert heden ten dage de strategische transportcapaciteit zoals die wordt gegenereerd door het MSSC, SALIS, maar ook het weg- en treintransport, en kan voorts het overschot aan capaciteit van de HAW en het EATC erbij betrekken. Het MCCE coördineert dus alle vormen van transport, te land, ter zee en in de lucht, voor operaties of oefeningen van de 25 betrokken landen. Sinds de oprichting heeft het MCCE een brede expertise opgebouwd met betrekking tot de diverse nationale processen en procedures op het gebied van strategisch transport en AAR. Die expertise wordt door zowel NAVO als EU met regelmaat gebruikt voor de multinationale planning van deployments en redeployments, zowel voor oefeningen als voor operaties. Ter aanvulling en in navolging van ATARES heeft het MCCE een verrekeningsinstrument ontwikkeld voor het budgetneutraal uitwisselen van alle oppervlakte-gebonden transport, dus op zee en op land, het Surface Exchange of Services-systeem (SEOS). De valuta bestaat hier uit een Surface Equivalent Unit (SEU), dat wil zeggen de kosten voor het transport van een 20-voets container, een lading van 36m 3, 16 lane meters, 10 ton vracht of 16 passagiers over een afstand van 100 km. Het vervoer van bijvoorbeeld 32 passagiers over 100 km kost dus 2 SEU, etc. Ook nu geldt weer dat de landen er naar streven SEU s te verdienen door het leveren van diensten, waardoor zij zelf op een moment dat zij dat wensen diensten van andere landen kunnen afnemen ten bedrage van de gespaarde SEU s. Op termijn is het de bedoeling dat ATARES en SEOS versmelten tot één systeem voor het met gesloten beurzen verrekenen van transport- en AAR diensten. In de aanloop daarnaartoe zijn sommige landen al begonnen EFH s en SEU s onderling uit te wisselen. Zo laat Nederland de treintransporten van materieel van Belgische bataljons op oefening in Duitsland uitbetalen in EFH s. De toekomst Het grote voordeel van zowel ATARES als SEOS is dat de betrokken landen elkaar niet hoeven te betalen voor de geleverde diensten. Dat scheelt een behoorlijk ingewikkelde geldstroom tussen de landen die op zich al kosten met zich mee zou brengen. Dat is winst. Einde aan free riding? Maar er is mogelijk meer. Dit handelen met gesloten beurzen kan in principe op velerlei gebieden worden toegepast. Het zou niet onmogelijk moeten zijn het leveren van bijvoorbeeld een infanteriebataljon door het ene land ter invulling van de veiligheidsbehoefte van een ander land te verrekenen op basis van een dergelijke methodiek. Op die manier ontstaat mogelijk niet alleen een gezamenlijke inspanning als het gaat om het bijdragen aan operaties, maar er wordt ook duidelijk welke landen veelvuldig leveren en welke landen daarvoor iets terug zouden moeten doen. Zelfs het leveren van diensten of militaire capaciteiten aan derden door een bondgenootschap als de NAVO zou door de bondgenoten onderling kunnen worden verrekend. Het samenvoegen van ATARES en SEOS zou een belangrijke stimulans voor dit soort verrekening kunnen zijn. 6

Burden sharing en risk sharing zouden dan geen loze begrippen meer zijn, maar daadwerkelijk zichtbaar worden op basis van het aantal equivalent units dat landen hebben geleverd of waarvoor ze in de schuld staan. Free riding zou eveneens zichtbaar worden en zou een zichzelf respecterende bondgenoot kunnen stimuleren toch maar eens een serieuze bijdrage te leveren aan de inspanningen van het bondgenootschap. Gezamenlijke ontwikkeling en aanschaf Voorts zou de echte waarde van organisaties als het EATC en het MCCE zich mogelijk pas op langere termijn kunnen manifesteren. Alles wat nu tot stand is gebracht, is op basis van reeds bestaande capaciteiten gebeurd. Het wordt echt interessant als er capaciteiten moeten worden vervangen. De komst van de A400M gaat mogelijk al meer integratie teweeg brengen, maar dat vliegtuig is nog niet het resultaat van een daadwerkelijk collectieve behoeftestelling, ontwikkeling en aanschaf. Dat gaat mogelijk komen met de vervanging en versterking van de huidige tankercapaciteit van diverse landen. In 2012 is door negen landen een Letter of Intent (LOI) getekend voor het door Nederland geleide project voor de verwezenlijking van een multinationale Multi-Role Tanker Transportcapaciteit (MRTT). 12 Naarmate zich meer van dit soort gezamenlijke projecten zullen voordoen om te voorzien in een bepaalde capaciteit, zal de neiging het beheer, opleiding, training en inzet van die capaciteit te bundelen in een multinationaal commando- en/of coördinatiecentrum eveneens toenemen, al was het maar omdat alle activiteiten die aan het hebben en gebruiken van deze capaciteiten verbonden zijn gezamenlijk veel goedkoper zullen zijn. Op die manier heeft het er alle schijn van dat integratie van Europese krijgsmachten en collectieve planning binnen de NAVO uiteindelijk tot stand zullen komen via het geleidelijke, maar onontkoombare pad van de efficiëntie. Tot slot De NAVO en de EU hebben in de afgelopen jaren meerdere malen geconstateerd dat Europese landen bepaalde essentiële capaciteiten ontberen, waardoor het voor zowel de EU als voor Europese NAVO-landen onmogelijk is het buiten de militaire steun van de Verenigde Staten te stellen. In een periode dat de VS prioriteiten aan het herschikken is om meer aandacht aan de problematiek in het Verre Oosten te kunnen besteden, dient Europa zijn verantwoordelijkheid te nemen. Dat doet het op politiek niveau aarzelend en niet snel genoeg naar de mening van menig niet-europees land. Op militair niveau lijkt het heel anders te liggen. Daar ontstaan bij voortduring initiatieven die weliswaar door EU, NAVO en individuele of groepen van landen worden gesteund, maar toch zeer worden gekenmerkt door een bottom-up-karakter. Het zijn deze initiatieven, zoals het EATC en het MCCE, die Europese samenwerking op den duur mogelijk sneller dichterbij gaan brengen dan de formele politieke processen. Dat is bemoedigend, maar ook verontrustend. Het geeft namelijk eens te meer aan hoezeer de politiek het belangrijkste obstakel vormt voor Europese samenwerking. Niettemin overheerst de hoop. Indien NAVO en EU dit soort initiatieven blijven aanmoedigen en steunen, ontstaat de kans op meer en beter geïntegreerde Europese samenwerking met een (Noord-) Atlantisch tintje. 7

Peter Wijninga is verbonden aan het The Hague Centre for Strategic Studies. Wilt u reageren? Mail de redactie: redactie@atlcom.nl. 1. Ministerie van Buitenlandse Zaken, Veilige Wereld, Veilig Nederland Internationale Veiligheidsstrategie, Den Haag, 21 juni 2013. 2. The Hague Centre for Strategic Studies, De Toekomst in alle Staten, Strategische Monitor 2013, Den Haag, 14 november 2013. 3. Toespraak Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert, tijdens de Munich Security Conference, München, 2 februari 2013. 4. EATC Concept document, 27 april 2007. 5. Technical Agreement between the Minister of Defence of the Kingdom of Belgium, the Minister of Defence of the French Republic, the Federal Ministry of Defence of the Federal Republic of Germany, the Minister of Defence of the Kingdom of the Netherlands, concerning the European Air Transport Group, 23 mei 2007. 6. European Air Transport Command, The European Air Transport command (EATC): a successful example of pooling and sharing, Eindhoven, 22 maart 2013. 7. NATO Standardization Agency, NATO Glossary of Terms and Abbreviations, (AAP-6), Brussel, 1 april 2008. 8. The European Air Transport command (EATC): a successful example of pooling and sharing. 9. Movement Coordination Centre Europe, MCCE at a glance, Issue November 2013. 10. NATO - Topic: Strategic Sealift, NATO/OTAN, www.nato.int. 11. Technical Agreement between the Minister of Defence of (.25 nations ) concerning the Movement Coordination Centre Europe, Londen, 13 juni 2007. 12. Het betreft België, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal en Spanje. Ministerie van Defensie, Kamerbrief Internationale Militaire Samenwerking, Den Haag, 13 februari 2014. 8