Logisch verbinden van binaire sensoren en actuatoren in het veldbereik Praktische Aanleg Configuratie met STEP7



Vergelijkbare documenten
Logisch verbinden van binaire sensoren en actuatoren in het veldbereik Excellence in Automation & Drives : Siemens

Gedecentraliseerde I/O

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7)

SI-Profibus. Unidrive M700-M702 en Siemens S7-300 PLC (STEP 7)

INHOUD. KHLim dep IWT MeRa 1/22

Het koppelen van een FC302 op Profibus met een Siemens PLC

Groep Automatisering KHLim Univ Campus gebouw B Diepenbeek

SI-Profinet. Unidrive M200-M400 en Siemens S PLC (TIA portal)

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud.

S88XPressNetLI v1.0. Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft

Montagevoorschriften

TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding

Dubbel besparen met ASi-Safe

Het koppelen van de u-remote aan de AC500-eco via Modbus TCP. A quick start guide. Jaap Ruiten

WinCCFlex. WinCC Flex MeRa 1/22

Installatiehandleiding CEMM basic+, voor Modbus meters

VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage. Handleiding

Het koppelen van de Wago aan de AC500-eco via Modbus RTU. A quick start guide. Jaap Ruiten

The cabling is the easiest part of bus systems..

Het aansturen van de FC280 via ABB op Profibus.

Handleiding HCS VB5248

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties

How To Do mbspider met VIPA Modbus-TCP coupler

Locobuffer Handleiding

Bussystemen. Bronvermelding. Industrial ethernet, R.A. Hulsebos. F. Rubben, Ing

MULTIMEDIABOX.nl Custom made solutions hardware & software. Advanced Menu

INSTALLATIEHANDLEIDING

Het omzetten van VLT2800 Profibus naar FC280 Profibus.

Gebouwbeheerder art.1456b Vdc. Art 1456B NL TECHNISCHE HANDLEIDING A2 A3 A4

Het koppelen van de FC280 aan Profinet.

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

MODBUS remote I/O-unit type MODBUS4S110

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

Installatie-instructies

Het aansluiten van uw Victron op een computer; met VE Bus Quick Configure

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

Installatiehandleiding Belfius Cardreader Connector

Vervolg. Eerste blad niet afdrukken. Document eindigen op een even pagina.

ifm electronic Edwin Slot Marketing director ifm electronic b.v. Deventerweg 1e 3843 GA Herderwijk

Starterskit. Copyright 2016 by B-Logicx. All Rights Reserved.

Installeren van het stuurprogramma USB-Audiostuurprogramma Installatiehandleiding (Windows)

Werkingsspanning: Uitgangsformaten: 1 tot 5 cijfers + fabriekscode, 26 bit Wiegand 30 bit Wiegand Clock en data Werkingstemperatuur: -31 C tot 63 C

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

IO-Link: de industriële communicatiestandaard. De basis van IO-Link

Configuratie programma tbv. MJK Instrumentie

Watcheye AIS op ipad

Beknopte handleiding SQ Vieuw software

Starter SIMATIC S7-1200

Installeer de C54PSERVU in Windows Vista

AN0031-NL. Een input toevoegen aan Paxton10. Overzicht. Het apparaat creëren

Handleiding HCS VB5224

KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

Gebruikershandleiding

DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14

Handleiding digicode: Promi500 Kaarten en codes

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP

Morpheus. Gebruikers Handleiding Clifford Electronics Benelux, Lijnden.

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

TECHNISCHE HANDLEIDING AVISTAR 1.1 SERVER- en CLIENTPANEEL. 1 Inleiding blz Montage/ophanging paneel blz. 3


LocoServo Handleiding

ewon Reset en Recovery

1 Mitsubishi Alpha XL

Firmware Upgrade Utility

Installatiehandleiding

Vigor V2.0. Voor een uitgebreidere handleiding kijk op e- mail:

Installatiehandleiding

LocoServo Handleiding

Applicatiesoftware Tebis

Handleiding HCS VB5238

(energie) meten via Qbus

Draadloze Installatie Handleiding

AS-INTERFACE. De Eenvoudigste Veldbus in de Industriële Automatisering

Voorbeeld project van een S met Profibus en Profinet naar een Sinamics G120.

Watts Water Technologies - Beernemsteenweg Wingene (Belgium) Belgium: Phone Fax

Tool Gebruikershandleiding E46 Mods

Handleiding digicode: DGA

Opencockpits FMC V3 Handleiding Prosim737

TA72 Configuration Manager

Unit terminal 1. Revisie geldig vanaf software versie 1T_V1.0

RTC Opleidingen Beckhoff TwinCAT. Voorbereiding

Handleiding voor installatie en gebruik van

Optibel Breedband Telefonie Installatie- en Gebruikershandleiding

Minimum vereisten. Connectie met RPS. PC: Windows Vista (RPS 5.6); Windows XP SP2 ; Windows 2000 SP4 ;.NET ; MSXML (laatste 2 zijn meegeleverd op CD)

Installeren en configureren Océ printers in AutoCAD 2000

Programmering van de kleurencontroller voor Nikobus

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

Modbuskoppeling Verdyn - Priva (engineering in Priva)

TimeManager Handleiding

SC Standalone 2-deurs toegangscontrolesysteem INHOUD: 1. KENMERKEN. 61 mm. 1

1. Hardware Installatie Installatie van Quasyscan...6 A. Hoe controleren of je een actieve internetverbinding hebt?...6 B.

Print Manager USB. Handleiding NL. BRICON nv Europark Oost 15C, 9100 Sint-Niklaas, Belgium. Tel: Fax:

Op weg naar de nieuwe generatie ActivExpression

Stappenplan installeren UMR Vario

Deel 2 S7 Graph Ont4 - GA3

Q: Hoe configureer ik het gebruik van een Hitachi CPU in CODESYS v3.5.x.x?

1 Kenmerken: 2 Installatie: MontageGIDS. inteo SOLIRIS IB

Met het MKP-300 bediendeel kunt u het MICRA Alarmsysteem bedienen. Deze werkt alleen als de MICRA module in de alarm module mode is ingesteld.

PACK TYXIA 541 et 546

Transcriptie:

Aanleg AS-interface netwerk Logisch verbinden van binaire sensoren en actuatoren in het veldbereik Praktische Aanleg Configuratie met STEP7

Inhoudstabel 1. Wat is AS-interface 1 1.1 Basiseigenschappen 1 2. Basisprincipe van de communicatie 1 3. Praktisch 3 3.1 Monteren ASi-slaves 5 3.2 Configuratie van de ASi-bus 6 3.3 Configuratie van de ASi-master 8 3.3.1 Configuratie DP/ASi link 8 3.3.2 Configuratie ASi-CP 10 4. Configuratie met STEP7 11 4.1 Configuratie 1 : S7-314 CP342-2 ASi-bus 11 4.1.1 Aansturen van de slaves 12 4.1.2 Uitgebreide functies 13 4.2 Configuratie 2 : S7-314 CP342-5 Profibus DP DP/ASi-link ASi-bus 15 4.2.1 Adressering van de slaves 21 4.3 Configuratie 3 : S7-315-2DP Profibus DP DP/ASi-link ASi-bus 24

1. Wat is AS-interface AS-interface (ASi) staat voor Actuator Sensor interface. Wat deze interface onderscheidt van de andere is dat de data en de voeding over dezelfde kabel wordt gestuurd. Buiten de eenvoudige bekabeling is de kostenbesparende factor zeker niet te verwaarlozen. Deze bustechnologie wordt vooral toegepast op het laagste niveau van de automatisatie-piramide omdat er in hoofdzaak enkel binaire informatie wordt uitgewisseld tussen de master en slaves. Omdat er slechts weinig data over de bus verstuurd wordt, kan de datacommunicatie heel snel gebeuren. ASi wordt dan soms ook een real-time bus genoemd. 1.1 Basiseigenschappen - communicatieconcept voor binaire sensoren en actuatoren - transmissie van gegevens en energie over één enkele tweedraads kabel - master-slave principe met een maximum cyclustijd van 5 ms - 31 (tegenwoordig 62) slaves met ieder 4-bit nettogegevens - beschermingsgraad IP67 mogelijk - maximum buslengte van 100m in boomstructuur - constructeur-onafhankelijk 2. Basisprincipe van de communicatie Het basisprincipe van ASi is het single master-slave principe. Dit wilt zeggen dat er één master is waaraan de slaves zijn gekoppeld. Alle dataverkeer wordt geregeld door deze master. De master heeft al zijn slaves aangesproken binnen 5ms. Telkens de master bij een slave adresseert verzamelt hij de gegevens van die slave. Op deze manier wordt er een tabel met in- en uitgangsgegevens opgebouwd in de ASi-master. Het is deze tabel die doorgezonden wordt naar de CPU. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 1/1

Een opmerking die gemaakt kan worden is dat er ook slaves bestaan die analoge waardes kunnen verwerken. Om de gegevens van deze slaves te transporteren over de bus, zijn er meerdere buscycli nodig. De ASi-master houdt intern drie lijsten bij : - LES : lijst van de erkende slaves - LAS : lijst van de actieve slaves - LPS : lijst van de geprojecteerde slaves In deze lijsten staan de gegevens van de slaves nl. het adres en het profiel van de slave. De volgende figuur geeft een beeld van de gegevensuitwisseling tussen de ASimaster en zijn slaves. De volgende figuur geeft weer welke gegevens uitgewisseld worden tussen de ASi-master en de CPU. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 2/2

3. Praktisch Om een industriële installatie te automatiseren met ASi moeten we weten hoeveel in- en uitgangen er nodig zijn, waar deze komen en welke IP-graad vereist is. Het is namelijk zo dat er een heel gamma van sensoren bestaat die rechtstreeks op de gele kabel aangesloten kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is de pneumatische module 3RK1408-0BT00-0CA0. Deze module heeft twee ingangen en twee monostabiele ventielen. Het is dus mogelijk deze module dicht bij de cilinders van de installatie te plaatsten en zo de zuigers te sturen en te controleren. Een ander voorbeeld van een slave die rechtstreeks op de bus aangesloten kan worden is de drukknoppenmodule 3SB3803-4DC. Er bestaan eveneens sensoren die rechtstreeks op de gele kabel gemonteerd kunnen worden. Het is duidelijk dat deze manier van aansluiten een grote vereenvoudiging (qua bekabeling en tijd) is ten opzichten van de conventionele manier van aansluiten. Als voorbeeld kunnen we de Sonar-BERO met geïntegreerde AS -Interface aanhalen. Deze sensor heeft 3 schakelbereiken, instelbaar over AS-Interface. De koppeling met de bus gebeurt met een M12-stekker. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 3/3

Wil men sensoren en actuatoren gebruiken die niet rechtstreeks op de bus aangesloten kunnen worden, kan men gebuik maken van universele I/O-modules. Bij deze modules dient wel opgemerkt te worden dat, wilt men de uitgangen gebruiken, er extra energie dient toegevoerd te worden met de zwarte ASi kabel. Op de afbeelding is een module met 4 ingangen en 4 uitgangen in IP67 uitvoering zichtbaar. (3RK1400-1DQ00-0AA3). De eigenschappen : module met 4 in- en 4 uitgangen ingangen: 200mA, uitgangen: 2 A spanningsvoorziening van sensoren en elektronica via de gele AS-i kabel spanningsvoorziening van actuatoren via de zwarte AS-i kabel diagnose via twee aanvullende LEDs: spanning, communicatie, adres 0, overbelasting van in- of uitgangen geïntegreerde aardfoutbewaking Het is nu aan de ontwerper van de installatie om de juiste keuze te maken uit het ruime gamma van modules, sensoren en actuatoren. Als alle sensoren gemonteerd zijn, kan men pas overgaan tot de configuratie en programmatie van het geheel. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 4/4

3.1 Monteren ASi-slaves Hier wordt gebruik gemaakt van doordringingstechniek. Een ASi module bestaat uit een koppelmodule en de eigenlijke slave. De kabel wordt in de koppelmodule gelegd en vervolgens wordt de gebruiker er op geklikt. Aan de onderkant van de gebruiker vinden we de tandjes die de kabel doorboren. Wanneer men de slave terug van de kabel verwijdert, zullen de gaatjes in de kabel terug dichtgaan zodat de IP-graad van de kabel behouden blijft. Men zegt dat de kabel zelfhelend is. Mechanische blokkering Elektrisch contact Koppelmodule aan de installatie vestigen AS-Interface-kabel in de kabelgeleiding leggen Vastschroeven van de gebruikersmodule Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 5/5

Als we de ASi-kabel bekijken, zien we dat hij geprofieleerd is : Voor de aansluiting van de modules kan men zich dus niet vergissen wat polariteit betreft. De kabel bestaat in drie uitvoeringen: 1. geel : data en voeding voor de slaves (30 V) 2. zwart : externe voeding (24 V) 3. rood : externe voeding tot 230 V Als alle modules op de kabel gemonteerd zijn, kunnen we overgaan tot het configureren. Opmerking : ASi-voeding moet eveneens op de bus zijn aangesloten en aan staan om de master te configureren. 3.2 Configuratie van de ASi-bus Om te beginnen moeten we alle modules op de bus een adres geven. Dit adres moet verschillen van nul en uniek zijn voor elke slave op de bus. We gaan de modules een adres geven met een adresseringsmodule. De module die wij gebruiken is een adresserings- en diagnosemodule type 3RK1904-2AB00. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 6/6

De verschillende mogelijkheden van deze module: - OFF - ASI V= Als deze mode gebruikt wordt, moeten alle passieve stations van de bus verwijderd worden Geeft 30V aan als externe voeding is aangesloten. Geeft 0.025A aan als er geen externe voeding is aangesloten. Op esc drukken : batterijspanning wordt weergegeven - ADDR Het adres van de slave kan hier veranderd worden. a) via de adresplug van elke slave Druk op toest 4 om het reeds ingestelde adres weer te geven. Als het adres gevonden is, knippert dit op het scherm Om het adres te veranderen : druk op de pijltjestoetsen. b)adressering in busmode Druk op toets 4 om alle adressen van de aangesloten slaves te zoeken Kies een slave met de pijltjestoetsen Het adres van de slave knippert op het scherm Het adres kan nu verandert worden met de pijltjestoetsen Om het gewenste adres in de module te laden : druk op toets 4 - ADDR+MEM Zelfde functie als hierboven beschreven maar elk ingeladen adres wordt door de module onthouden zodat er geen dubbele adressen op de bus kunnen voorkomen. Om de RAM te wissen na de configuratie : druk toetsen 4 en 5 tegelijk in Clr0 komt op het scherm. Bevestig wissen RAM met toets 4. - Profile - Data - Parameter - Memory - COM Voor de uitleg van de niet verklaarde functies : zie handleiding module OPGELET : Bij oudere slaves is het maximaal aantal adreswijzigingen 16. Als de 16 de keer een adres is verandert, blijft dit behouden! Sommige modules zijn niet voorzien van een connectie voor de adresseringsmodule en moeten op het montageplaatje geplaatst worden dat bij de adresseringsmodule werd geleverd. Dit montageplaatje is wel voorzien van de nodige aansluiting Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 7/7

3.3 Configuratie van de ASi-master Nu alle slaves hun adres hebben, kan overgegaan worden op het configureren van de ASi-master. Wij gaan twee soorten masters gebruiken : een DP/ASi link een ASi CP 3.3.1 DP/ASi link Voor de DP/ASi link 20E (6GK1 415-2AA01) gaan we als volgt te werk: Op de module staan twee drukknopjes (display en set) en een reeks van acht ledjes, hiervan gaan we gebruik maken om de master te configureren. Er zijn twee werkingsmodes voorzien in de master nl. de configuratiemode en de protected mode. Door op de set-toets te drukken schakelen we om tussen de twee modes. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 8/8

Tijdens de configuratiemode kan de ASi-link communiceren met elke slave die aangesloten is op de ASi-kabel. In deze mode wordt elke slave die later toegevoegd werd, onmiddellijk opgenomen in de cylische datacommunicatie met de PLC. De LAS (List of Active Slaves) kan zichtbaar gemaakt worden door naar de slavedisplay mode te gaan. Deze mode kan herkend worden doordat er van de bovenste drie leds ten minste één groen is en de ADR led niet rood is. Als dit niet het geval is, druk dan op de display toets tot de juiste leds oplichten. De bovenste drie leds geven in binair formaat aan welke groep weergegeven wordt. Voorbeeld : Normaal gezien zouden alle eerder geadresseerde modules nu herkent moeten worden door de master. Als er een fout is met een bepaalde slave, dan knippert de led die overeenkomt met het adres van de bewuste slave. Opmerking : adres nul mag niet toegewezen worden aan een slave! Wanneer alle slaves correct weergegeven worden, kan men overgaan naar de protected mode. Dit gebeurt door op de set-toets te duwen. De master werkt nu met de LPS (List of Projected Slaves) In deze mode worden alle actieve slaves weergegeven. Als er een slave niet geconfigureerd is, of niet goed werkt, flikkert de corresponderende led. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 9/9

3.3.2 Configuratie ASi-CP Ook bij deze module moeten de slaves gedetecteerd worden door de master. Op de voorkant van de CP bevindt zich een set-toets. Hiermee kunnen we overgaan van configuratie mode naar protected mode en visa versa als de PLC in stop staat. De rest is analoog aan de hierboven beschreven procedure. Onderscheid tussen de modes: Protected mode : De bovenste led (run) van de CP is groen en de slaves in de LPS worden afgelopen. Als er zich een probleem voordoet met een slave, gaat de corresponderende led flikkeren i.p.v continu oplichten Configuratiemode : De run-led is groen en de CM-led is oranje. Men kan nu slaves toevoegen, adressen veranderen enz. Deze veranderingen worden onmiddellijk door de CP gezien. Wanneer we nu opnieuw op de set-toets duwen, wordt de huidige LAS de LPS en de CP gaat nu naar de protected mode. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 10/10

4. Configuratie met STEP7 In de praktijk zijn er bijna oneindig veel verschillende configuraties mogelijk. Wij gaan de volgende bespreken : Configuratie 1 : S7-314 CP342-2 ASi-bus Configuratie 2 : S7-314 CP342-5 Profibus DP DP/ASi-link ASi-bus Configuratie 3 : S7-315-2DP Profibus DP DP/ASi-link ASi-bus 4.1 Configuratie 1 : S7-314 CP342-2 ASi-bus De configuratie die in het voorbeeld gebruikt werd is de volgende : S7-300 : 314-1AE02-0AB0 Voeding 2A : 307-1EA00-0AA0 CP voor Profibus DP : 342-5DA02-0XA0 CP voor ASi : 342-2AH01-0XA0 Digitale ingangen : 321-1BH01-0AA0 Digitale ingangen : 321-1BH01-0AA0 Digitale uitgangen : 322-1BH01-0AA0 Digitale uitgangen : 322-1BH01-0AA0 Eerst en vooral starten we de Simatic Manager op, maken een nieuw project aan en configureren de hardware. De configuratietabel ziet er als volgt uit : De Asi-CP heeft als ingangen PIB 272 t/m PIB 287 toegewezen gekregen, als uitgangen heeft de CP het bereik tussen PQB 272 en 287 toegewezen gekregen. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 11/11

4.1.1 Aansturen van de slaves Wanneer we gaan programmeren moeten we er rekening mee houden dat we met een S7-300 PLC werken en enkel in- en uitgangsbytes van 0 tot en met 127 rechtstreeks kunnen aanspreken. Vermits de periferie-ingangen en uitgangen, toegewezen aan de CP beginnen op 272.0 moeten we er zelf voor zorgen dat de periferie-informatie in de in- en uitgangsbuffer komt. We kunnen dit doen door in het begin van OB1 de periferieingangen van de CP naar de ingangsbuffer te kopiëren en op het einde van OB1 het relevante deel van de uitgangsbuffer te kopiëren naar de periferie-uitgangen. L PID 272 T ID 50 L QD 50 T PQD 272 We kunnen nu gewoon werken met in- en uitgangsbytes 50,51,52 en 53 Stel we hebben 6 slaves op de bus geplaatst, elk met een uniek adres tussen 1 en 6. Hoe kunnen we nu een uitgang van de slave met adres 3 hoog maken? Vermits ASi vier bits voor de ingangen en vier bits voor de uitgangen van een slave reserveert, kunnen we uitrekenen welke bit welke uitgang stuurt. Onderstaande tabel verduidelijkt dit. In ons voorbeeld is n = 50. Slave drie zijn uitgangen kunnen we dus sturen met Q51.0, Q51.1, Q51.2 en Q51.3 De ingangen van deze slave zijn kunnen we afvragen met I51.0, I51.1, I51.2 en I51.3 Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 12/12

4.1.2 Uitgebreide functies Om van de uitgebreide functies gebruik te kunnen maken, moeten we gebruik maken van FC7 (ASI_3422) die werd meegeleverd met de CP. Voor de installatie van deze FC in STEP7; zie de opmerking onder 4.2 Deze functie kan commando s uitvoeren die door de gebruiker gespecificeerd worden in de sendbuffer. De functie transfereert de opdracht dan naar de CP 342-2 die dan de opdracht uitvoerd. Eventuele data die beschikbaar gesteld wordt door het uitvoeren van de opdracht, wordt beschikbaar gemaakt in de receive-buffer. Wanneer we de functie oproepen in het programma, moeten we de volgende velden invullen : Parameter I/O Type Uitleg ACT I BOOL De opdracht wordt uitgevoerd zolang ACT=1 op voorwaarde dat er niets reeds een opdracht wordt uitgevoerd STARTUP I BOOL Moet =1 als de CPU opgestart wordt. Daarna moet de waarde terug 0 worden LADDR I WORD Het startadres van de module. Zie hardwareconfiguratie voor het juiste adres. Dit adres moet in hexadecimaal formaat ingegeven worden. Vb: startadres = 272 W#16#110 SEND I ANY Zend-buffer. In het bereik dat hier aangegeven moet worden, moet de gebruiker aangeven welke opdracht er moet uitgevoerd worden. Zie verder RECV I ANY Ontvangst-buffer. Als de gegeven opdracht in een antwoord resulteert, komt het in deze buffer. De lengte van de buffer maakt niet uit. DONE Q BOOL 1 als de opdracht zonder fout is uitgevoerd ERROR Q BOOL 1 als de opdracht is uitgevoerd met fout(en) STATUS Q DWORD 1 ste woord : status opdracht / error code (zie appendix) Hier wordt meer info gegeven over de eventuele fout. 2 de woord : wordt door de functie zelf gebruikt en mag niet veranderd worden. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 13/13

Een overzicht van de mogelijke opdrachten die via FC7 uitgevoerd kunnen worden door de CP 342-2 : We kunnen met de uitgebreide functies parameters naar slaves sturen die daar al dan niet permanent opgeslaan worden. Het is mogelijk wijzigingen aan te brengen in de configuratie van slaves evenals van operating-mode te wisselen. Het adres van de slaves kan opgevraagd en veranderd worden. Voor een uitgebreidere uitleg van deze opdrachten : zie de handleiding van de CP 342-2. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 14/14

4.2 Configuratie 2 : S7-314 CP342-5 Profibus DP DP/ASi-link ASibus Ook hier configureren we eerst de hardware. Voor de lijst van de gebruikt hardware, zie 4.1 Vermits we de DP/ASi link gaan gebruiken, moeten we ook het profibusnetwerk configureren. Als we vanuit het profibus-standpunt kijken, is de DP/ASi-link een DP-Slave. Het is een master als we vanuit het ASi-standpunt kijken. Een profibus slave moet een adres krijgen. Dit wordt ingesteld op de slave zelf. Als we de voorkant van de slave bekijken, zien we aan de onderkant (achter het klepje) twee knopjes: Om het profibus adres in te stellen doen we het volgende : zorg dat de PLC in stop staat druk op de display-knop totdat de ADR-led rood wordt (een aantal keer drukken) De onderste vijf leds gegeven nu in binair formaat het adres aan. De onderste led stelt de minst beduidende bit voor. Druk op de set-knop om het aders te veranderen. De BF-led begint te knipperen. Om de bit te setten, druk op de set toets om hem te resetten, druk op de reset-toets; de volgende bit kan nu op dezelfde manier geset of gereset worden. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 15/15

Als de laatste bit (lsb) is ingesteld, beginnen alle adresleds snel te knipperen Om het adres in te voegen, druk op de set-toest, om het niet te gebruiken, druk op de display-toets (het vorige adres blijft behouden) Een voorbeeld : Nu het profibusadres op de hardware is ingesteld, kunnen we overgaan tot het configureren van het profibusnetwerk in STEP7. We gaan er vanuit dat het profibusadres van de slave op 3 is ingesteld. Als we de CP invoegen in het rack krijgen we volgend dialoogvenster te zien : Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 16/16

We selecteren hier de optie PROFIBUS(1) 1.5 Mbit/s. Het adres dat gesuggereerd wordt, veranderen we in bv 2 omdat adres 3 reeds ingesteld is op de DP/ASi-link. Vervolgens klikken we op OK. Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven. Selecteer hier het tabblad Operating Mode. Zeg hier dat de CP als DP-master gaat werken en klik vervolgens op OK. Vervolgens gaan we de DP/ASi-link invoegen. Deze is te vinden in de cataloog onder : Opmerking : Als de DP/Asi link of de CP 342-5 niet in de cataloog te vinden zijn, wilt dit zeggen dat de juiste gsd-files niet geïnstalleerd zijn of dat de cataloog niet up-to-date is. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 17/17

Om de gsd-files te installeren gaan we als volgt te werk : download de bewuste files van www.siemens.com pak de file uit in een tijdelijke directory open de hardwareconfiguratie sluit het station selecteer Install New GSE : selecteer de file in de zojuist gemaakte directory de module is nu wel te zien in de cataloog Om de cataloog te updaten : Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 18/18

We zien het volgende op het scherm : In deze dialoogbox kan gekozen worden tussen presets voor de adres IDs van de DP slave. Het adres ID is een decimal nummer (of module key, vb, 8DI) met dewelke de eigenschappen van de input en output bereiken van de DP slave vastgelegd worden. De selectie beïnvloed de adressering van de ingangen en de uitgangen van de DP slave en dus ook de vorm van de configuratietabel. Vermits wij weinig data versturen volstaat de eerste configuratie met 16 ingangsen 16 uitgangsbytes. Selecteer deze en klik op OK. Er wordt nu gevraagd om een profibusadres in te geven voor de DP/ASi-link. Dit moet uiteraard drie zijn omdat dit is ingesteld op de DP-slave. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 19/19

We zien nu het volgende in de hardwareconfiguratie : De in- en uitgangen van de CP beginnen met bit 0.0 Vermits de CP een eigen adresbereik heeft, los van dat van de PLC, is er geen probleem wat overlappingen betreft. De configuratietabel ziet er nu als volgt uit : De hardwareconfiguratie is nu voltooid en kan gesaved gedownload worden. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 20/20

4.2.1 Adressering van de slaves We moeten hier de functies FC1 en FC2 gebruiken om de communicatie tussen de PLC en de CP te regelen. Als er met STEP7 V5.0 + SP3 gewerkt wordt, dient er opgemerkt te worden dat de geüpdate versies van FC1 t/m FC6 gebruikt moeten worden. Om deze nieuwe versies te installeren, gaan we als volgt te werk : download de volgende file : dubbelklik op de file en selecteer de volgende directory om de file in uit te pakken : x:\siemens\step7\s7libs met x de driveletter waar S7 geïnstalleerd is. ( D in de KHLim ) klik vervolgens op unzip sluit nu het dialoogvenster af Terug in STEP7 gaan we de functies in OB1 oproepen. Open OB1 en de cataloog. In de cataloog staan de nieuwe functies nog niet vermeld : Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 21/21

We moeten de nieuwe bibliotheek nog openen : sluit OB1 en de editor selecteer open in het menu van de manager: zeg dat we een bibliotheek willen openen door het tabblad Libraries te selecteren klik op browse om de nieuwe bibliotheek te zoeken selecteer de bibliotheek Simatic_ en klik vervolgens op OK We zien nu dat onze bibliotheek is geopend met de nieuwe functies erin. De bibliotheek zal nu telkens mee geopend worden met de andere zodat de bovenstaande handelingen slechts éénmaal moet uitgevoerd worden. Sluit nu de bibliotheek. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 22/22

Open nu OB1 in de editor. We zien dat de functies nu we in de cataloog vermeld staan: We kunnen nu de functies naar OB1 slepen. Voor een gedetailleerde beschrijving van de instellingen die moeten gebeuren, zie de cursus PROFIBUS KOPPELINGEN in STEP7 van ing. Bart Kumbruck. Voor gegevensuitwisseling tussen de CP en de CPU hebben we FC1 (DP SEND) en FC2 (DP RECV) nodig. In het begin van OB1 zetten we logischerwijs FC2, op het einde FC1. Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 23/23

De eerste twee ingangsbytes van de CP (byte 0 en 1) worden doorgestuurd naar de ingangsbuffer (byte 50 en 51) van de PLC. Wanneer we dus in ons programma I51.3 afvragen, vragen we in feite I1.3 van de CP op. Deze ingang bevindt zich dan weer in het I/O-bereik toegewezen aan de DP/Asi-link zodat een ingang van Asi-slave 3 wordt afgevraagd. Een zelfde redenering geldt voor de uitgangen. We kunnen, vanaf het moment dat FC1 en FC2 opgeroepen worden, de slaves aanspreken zoals dat in 4.1.1 is uitgelegd (n=50) zonder verder de bovenstaande redenering telkens opnieuw te moeten volgen. 4.3 Configuratie 3 : S7-315-2DP Profibus DP DP/ASi-link ASi-bus Het hardwarematig instellen van het profibusadres is identiek aan de procedure beschreven in 4.2 De hardwareconfiguratie in STEP7 is het enige verschil. We gaan dan ook voor deze configuratie enkel de verschillen aanhalen. We configureren de hardware : Wanneer we de CPU naar het rack slepen, krijgen we volgend scherm te zien : Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 24/24

We klikken op New en accepteren de voorgestelde waardes. We zien nu de profibuskabel. Vervolgens voegen we de juiste ingangs- en uitgangmodules toe samen met de DP/ASi-link. Als beginadressen stellen we bij de DP/ASi-link 50 in zowel voor de ingangen als de uitgangen hoewel we evengoed de voorgestelde waardes kunnen behouden. Het werkt echter gemakkelijker als het beginadres voor in- en uitgangen hetzelfde is. De configuratietabel ziet er als volgt uit : Voor de DP/ASi-link : De hardware is nu klaar om te downloaden. Voor het aanspreken van de slaves moet weer dezelfde redenering gevolgd worden als beschreven in 4.1.1 (n is nu 50) Opmerking : voor meer informatie over industriële netwerken, ga eens kijken op http://fly.to/3eli Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk 25/25

APPENDIX STATUS en ERROR informatie : Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk APPENDIX 1/1

APPENDIX STATUS en ERROR informatie (vervolg) Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk APPENDIX 2/2

APPENDIX Wim Gemis Praktische aanleg van een Asi-netwerk APPENDIX 3/3